Page 89 of 566
2-13
Veiligheidssysteem van uw auto
2
Neerklappen van de rugleuning
achter:
1. Zet de rugleuning van de voorstoelzo veel mogelijk rechtop.
2. Druk de verstelknop (1) in om de hoofdsteun achter omlaag te
zetten (2).
3.Plaats de veiligheidsgordelhelemaal naar buiten alvorens de
rugleuning neer te klappen. Als udit niet doet, kan de
veiligheidsgordel de rugleuninghinderen. 4.Trek aan de hendel (1) voor het
neerklappen van de rugleuning en
klap de rugleuning naar voren.
OAE036018
OAE036065L
OAE036019
OAE036020
OAE036021
Page 90 of 566

2-14
Veiligheidssysteem van uw auto
5.Til de rugleuning op en duw hemnaar achteren om de achterstoel te
kunnen gebruiken.
Druk de rugleuning stevig naar
achteren totdat deze vastklikt. Zorg
ervoor dat de rugleuning
vergrendeld is.
Armsteun
De armsteun bevindt zich in hetmidden tussen de achterstoelen.
Kantel de armsteun omlaag uit de
rugleuning om hem te kunnen
gebruiken.
OAE036066L
Plaats geen voorwerpen op de
achterstoelen om te voorkomen
dat deze bij een aanrijding gaan
schuiven en de inzittendenraken en zo ernstig letsel
veroorzaken.
WAARSCHUWING
Zorg ervoor, indien u de
rugleuning achter weer rechtop
zet, dat u deze vasthoudt en
rustig omhoog klapt. Controleerof de rugleuning goed
vergrendeld is door tegen de
bovenzijde van de rugleuning te
drukken. Anders kan bij eenaanrijding of noodstop de
rugleuning naar voren klappen,
waardoor de bagage met grote
kracht in het
passagierscompartiment
terecht kan komen en deinzittenden ernstig letselzouden kunnen oplopen.
WAARSCHUWING
OAE036022
Page 91 of 566

2-15
Veiligheidssysteem van uw auto
2
Hoofdsteun
De hoofdsteunen voor en achter zijn
verstelbaar. De hoofdsteunen
vergroten het comfort voor de
inzittenden, maar belangrijker is dat ze
speciaal ontworpen zijn om de
inzittenden beter te beschermen tegeneen whiplash en ander nek- en
rugletsel bij een ongeval, in het
bijzonder bij een aanrijding vanachteren.Sla, om beschadiging te
voorkomen, NOOIT tegen dehoofdsteun en trek er niet aan.
AANWIJZING
Om de kans op ernstig letsel bij
een ongeval te beperken,
moeten de volgende
voorzorgsmaatregelen getroffen
worden bij het afstellen van dehoofdsteunen:
Stel de hoofdsteunen voor alle inzittenden altijd op de juiste
hoogte af VOOR het wegrijdenmet de auto.
Vervoer NOOIT iemand in een
stoel waarvan de hoofdsteun
verwijderd is.
(Vervolg)
(Vervolg)
Stel de hoofdsteun zo af dat
het midden van de hoofdsteun
zich op dezelfde hoogte
bevindt als de ogen.
Stel de hoofdsteun van de
bestuurdersstoel NOOIT aftijdens het rijden.
Stel de hoofdsteun zo af dat
hij zich zo dicht mogelijk bij
het hoofd van de inzittende
bevindt. Gebruik geen loskussen tussen de rug en derugleuning.
Controleer of de hoofdsteun
goed vergrendeld is nadat hij
is afgesteld.
WAARSCHUWING
OLF034072NWanneer er geen inzittenden aanwezig zijn op de
achterstoelen, zet dan de
hoofdsteunen in de laagste
stand. De hoofdsteunen van de
achterstoelen kunnen het zicht
naar achteren belemmeren.
OPMERKING
Page 92 of 566
2-16
Veiligheidssysteem van uw auto
Hoofdsteunen voorstoelen
De bestuurdersstoel en de
voorpassagiersstoel zijn voorzien
van een verstelbare hoofdsteun voor
de veiligheid en het comfort.
Afstellen van de hoogte
De hoofdsteun hoger afstellen:
1. Trek hem omhoog om hem in degewenste positie (1) te zetten.
De hoofdsteun lager afstellen:
1. Houd de ontgrendelknop (2) op de hoofdsteun ingedrukt.
2. Laat de hoofdsteun in de gewenste positie (3) zakken.
Verstellen in voor-/achterwaartse
richting (indien van toepassing)
De hoofdsteun kan in drie standen
naar wens naar voren worden
getrokken. Trek de hoofdsteun
helemaal naar voren en laat hem losom de hoofdsteun helemaal naarachteren te plaatsen.
OLMB033009
OAE036010OAE036009
Page 93 of 566
2-17
Veiligheidssysteem van uw auto
2
Wanneer u de rugleuning naar
voren klapt terwijl de hoofdsteun
en zitting in een hoge stand staan,
raakt de hoofdsteun mogelijk de
zonneklep of andere onderdelen
van de auto.
Verwijderen/plaatsen
Verwijderen van de hoofdsteun:
1. Zet de rugleuning (2) rechtop metde hendel of de schakelaar voor de
rugleuningverstelling (1).
2. Trek de hoofdsteun zo ver mogelijk omhoog. 3. Druk de ontgrendelknop op de
hoofdsteun (3) in terwijl u de
hoofdsteun naar boven (4) trekt.
AANWIJZING
OAE036012
OAE036011
■Type A
■Type BOLF034015 Laat tijdens het rijden NOOIT iemand zitten in een stoel
waarvan de hoofdsteun
verwijderd is.
WAARSCHUWING
Page 94 of 566
2-18
Veiligheidssysteem van uw auto
Plaatsen van de hoofdsteun:
1. Zet de rugleuning rechtop.
2. Stop de pennen van dehoofdsteun (2) in de gaten terwijl u
de ontgrendelknop (1) indrukt.
3. Stel de hoofdsteun vervolgens af op de gewenste hoogte. 4. Zet de rugleuning (4) rechtop met
de hendel of de schakelaar voor de
rugleuningverstelling (3).
Hoofdsteunen achterstoelen
Elke achterstoel is voor de veiligheid
en het comfort van de passagier
voorzien van een hoofdsteun.
Controleer of de hoofdsteunen
goed vergrendeld zijn nadat ze
opnieuw geplaatst zijn en of ze
goed zijn afgesteld.
WAARSCHUWING
OAE036014
OAE036013
■
Type A
■Type B
OLMB033016
Page 95 of 566

2-19
Veiligheidssysteem van uw auto
2
Afstellen van de hoogte
De hoofdsteun hoger afstellen:
1. Trek hem omhoog om hem in degewenste positie (1) te zetten.
De hoofdsteun lager afstellen:
1. Houd de ontgrendelknop (2) op de hoofdsteun ingedrukt.
2. Laat de hoofdsteun in de gewenste positie (3) zakken. Trek de hoofdsteun zo ver mogelijk
omhoog (2) en druk vervolgens de
ontgrendelknop (1) in om de
hoofdsteun te verwijderen.
Stop de pennen van de hoofdsteun (3) in de gaten terwijl u de
ontgrendelknop (1) indrukt om de
hoofdsteun te plaatsen. Zet hem
vervolgens op de juiste hoogte.
Stoelverwarming en stoelventilatiesysteem
Stoelverwarming voor
(indien van toepassing)
Met de stoelverwarming kunnen de
stoelen bij lage buitentemperaturen
worden verwarmd.
Controleer of de hoofdsteunen
goed vergrendeld zijn nadat ze
in de juiste positie gezet zijn omde inzittenden op de juiste
manier te beschermen.
WAARSCHUWING
OAE036017OAE036072L De stoelverwarming kan
ERNSTIGE BRANDWONDEN
veroorzaken, zelfs bij lage
temperaturen, en in hetbijzonder als de
stoelverwarming gedurende
langere tijd wordt gebruikt.
Passagiers moeten in staat zijn
te voelen of de stoel te warm
wordt, zodat ze destoelverwarming uit kunnen
schakelen, indien noodzakelijk.
Bij personen die
temperatuurwisselingen of pijn
aan de huid niet kunnen voelen,
moet extreme voorzichtigheid
in acht worden genomen, vooral
als het gaat om de volgende
soorten passagiers:
(Vervolg)
WAARSCHUWING
Page 96 of 566

2-20
Veiligheidssysteem van uw auto
Om beschadiging van de stoelverwarming en stoelen te
voorkomen:
Gebruik voor het reinigen van destoelen geen oplosmiddel, zoals
thinner, benzeen, alcohol of
wasbenzine.
Plaats geen zware of scherpe voorwerpen op stoelen die zijn
voorzien van stoelverwarming.
Wijzig de bekleding van de stoel niet. Dit kan de stoelverwarming
beschadigen. De stoelverwarming kan worden
ingeschakeld door op de toets te
drukken voor de bestuurdersstoel
en/of de voorpassagiersstoel terwijlhet contact in stand ON staat. Laat de toetsen in stand UIT staan als
de stoelverwarming niet gebruikt
hoeft te worden.
AANWIJZING(Vervolg)
Kinderen, ouderen,
gehandicapten enziekenhuispatiënten.
Mensen met een gevoelige
huid die gemakkelijkverbranden.
Vermoeide personen.
Dronken personen.
Personen die onder invloed
zijn van medicijnen die het
reactievermogen verminderenof slaap opwekken.
Plaats NOOIT isolerend
materiaal, zoals een deken of
kussen, op de stoel als destoelverwarming is
ingeschakeld. Dit kan tot
oververhitting van de
stoelverwarming leiden, wat kan
resulteren in brand of schadeaan de stoel.
WAARSCHUWING
OAEE036002