Page 137 of 257

Remote Start Aborted — SystemFault (starten met afstandsbedie-
ning afgebroken — systeemstoring)
Convertible Top Not Secured (ca- brioletdak niet vastgezet) (met één
geluidssignaal)
Convertible Top Complete (cabrio- letdak voltooid) (met één geluids-
signaal)
Secure Cargo Shield (bagage- scherm vastzetten) (met één ge-
luidssignaal)
Speed Too High (snelheid te hoog) (met één geluidssignaal)
Convertible Top Malfunction (sto- ring in cabrioletdak) (met één ge-
luidssignaal)
Oil Change Required (olie verver- sen - met een geluidssignaal)
Low Tire (bandenspanning laag - met afbeelding van band(en) met te
lage spanning plus een geluidssig-
naal). Raadpleeg de paragraaf
"Bandenspanningscontrolesys-
teem" in het hoofdstuk "Starten en
rijden". Check TPM System (controleer
bandenspanningscontrolesysteem -
met een geluidssignaal). Raadpleeg
de paragraaf "Bandenspannings-
controlesysteem" in het hoofdstuk
"Starten en rijden"..
OLIEVERVERSING
VEREIST
Uw auto is uitgerust met een indicator
voor olieverversing. Na één geluidsig-
naal knippert het bericht "Olie ver-
versen" gedurende vijf seconden in
het EVIC-scherm om aan te geven dat
het tijd is voor de volgende oliebeurt.
De indicator voor olieverversing is ge-
baseerd op de belasting van de motor,
wat betekent dat de periodieke olie-
beurten afhankelijk zijn van uw per-
soonlijke rijstijl.
Als dit bericht niet wordt gereset, ver-
schijnt dit bericht telkens wanneer u
de contactschakelaar in de stand ON/
RUN zet.
EVIC HOOFDMENU
Druk eenmaal kort op de knop MENU
om een functie van het hoofdmenu te
kiezen. Na de laatste functie in de lijst
wordt de eerste functie in de lijst op- nieuw weergegeven. Het hoofdmenu
bevat de volgende functies:
Kompas, Buitentemperatuur,
Weergave van audio-informatie
(indien radio is ingeschakeld)
Average Fuel Economy (Gemiddeld brandstofverbruik)
Afstand tot lege tank
Weergave status bandenspanning
Elapsed Time (Verstreken tijd)
Keuze eenheden EVIC
Systeemstatus
Persoonlijke instellingen
OPMERKING:
Voor functies van het EVIC die
kunnen worden gereset (gemid-
deld brandstofverbruik en verstre-
ken tijd), geeft het EVIC een reset
aan met de afbeelding van een se-
lectieknop en het woord RESET
ernaast.
Wanneer de selectieknop wordt
ingedrukt, wordt de geselecteerde
functie gereset en verschijnt RE-
SET ALL naast de afbeelding van
de selectieknop. Door een tweede
130
Page 138 of 257

maal op de selectieknop te druk-
ken, worden zowel het gemiddeld
brandstofverbruik als de verstre-
ken tijd gereset. Indien gedurende
drie seconden niet op SELECT
wordt gedrukt, wordt vanuit RE-
SET ALL teruggekeerd naar RE-
SET en wordt alleen de geselec-
teerde functie gereset.
WEERGAVE KOMPAS
KompasknopDe weergegeven kompas-
richting geeft aan in welke
richting de auto staat. Druk
kort op de kompasknop om
een van de acht kompasrichtingen, de
buitentemperatuur en de audio-
informatie (als de radio aanstaat)
weer te geven, als het EVIC display
niet dit scherm al weergeeft. OPMERKING:
Bij het starten geeft het systeem de
laatst bekende buitentemperatuur
weer. Het systeem heeft mogelijk
meerdere minuten rijtijd nodig
voordat de werkelijke buitentem-
peratuur weergegeven wordt. De
temperatuur van de motor kan van
invloed zijn op de weergave van de
buitentemperatuur, daarom wordt
de weergegeven temperatuur niet
geüpdate wanneer het voertuig stil
staat.
Als de auto is uitgerust met het GPS-
systeem van de fabrikant (navigatie-
radio) dan geeft het navigatiesysteem
de kompasrichting en zijn de menu's
Kompasafwijking en Kompaskalibra-
tie niet beschikbaar. Het kompas
werkt nauwkeurig op basis van de
GPS-signalen in plaats van het aard-
magnetisch veld.Automatische kompaskalibratie
Dit kompas kalibreert zichzelf. Het
kompas hoeft niet met de hand te
worden gekalibreerd. Mogelijk geeft
het kompas onjuiste waarden weer
wanneer de auto nieuw is. In dat geval
geeft het EVIC de aanduiding CAL
knipperend weer totdat het kompas is
gekalibreerd. U kunt het kompas ka-
libreren door één of meerdere keren
360° rond te rijden (op een plaats
zonder grote metalen voorwerpen),
tot de aanduiding "CAL" in het EVIC
verdwijnt. Het kompas werkt dan
normaal.
OPMERKING:
Voor juiste ijking is een vlak weg-
dek en een omgeving zonder grote
metalen voorwerpen zoals gebou-
wen, bruggen, ondergrondse ka-
bels, spoorrails enz. vereist.
131
Page 139 of 257

Handmatige kompaskalibratie
Als het kompas foutief of onnauwkeu-
rig lijkt te werken en de afwijking
correct is ingesteld, kunt u het kom-
pas handmatig opnieuw kalibreren.
Kompas handmatig kalibreren:
1. Start de motor. Laat de schakel-
hendel in de stand PARK staan om de
EVIC programmeermenu's binnen te
gaan.
2. Druk kort de knop MENU in tot
“Personal Settings” (persoonlijke in-
stellingen) in het EVIC verschijnt.
3. Druk kort de knop Omlaag in tot
“Calibrate Compass Yes” (kompas
kalibreren Ja) in het EVIC verschijnt.4. Druk kort op de selectieknop en
het “CAL”-indicatielampje gaat
knipperen.
5. Rijd langzaam (minder dan
8 km/u) en rijd een of meerdere keren
in een cirkel van 360 graden (op een
plaats zonder grote metalen voorwer-
pen) tot het CAL-indicatielampje in
het EVIC uit gaat. Het kompas werkt
dan normaal.
Kompasafwijking
De kompasafwijking is het verschil
tussen het magnetische noorden en
het geografische noorden. Ter com-
pensatie van de verschillen moet de
kompasafwijking aan de hand van de
zonekaart worden ingesteld voor de
zone waarin de auto wordt gebruikt.
Nadat u het kompas correct heeft in-
gesteld, worden de verschillen auto-
matisch gecompenseerd, zodat de
nauwkeurigheid van de kompasrich-
ting optimaal is.OPMERKING:
Magnetische apparatuur op batte-
rijen (zoals mobiele telefoons,
iPod's, radardetectors, PDA's en
laptops) moeten uit de buurt van
de bovenkant van het instrumen-
tenpaneel worden gehouden. Dat
is de plaats waar de kompasmo-
dule zich bevindt en dergelijke ap-
paraten kunnen storing veroorza-
ken en foutieve kompasuitlezingen
tot gevolg hebben.
132
Page 140 of 257
Kompasafwijking wijzigen:
1. Draai de contactschakelaar in de
stand ON. Laat de schakelhendel in
de stand PARK staan.
2. Druk kort de knop MENU in tot
“Personal Settings” (persoonlijke in-
stellingen) in het EVIC verschijnt.3. Druk de OMLAAG-knop kort in
tot “Compass Variance” (kompasaf-
wijking) verschijnt en de huidige
waarde van de afwijking in het EVIC
wordt weergegeven.
4. Druk kort op de selectieknop om
de waarde van de afwijking met een te
laten toenemen, (knop eenmaal in-drukken per eenheid) tot de juiste af-
wijkingszone volgens de kaart is gese-
lecteerd.
OPMERKING:
De waarde van de afwijking vari-
eert van 15 tot 1. De standaard
afwijking is zone 8.
Kaart kompasafwijking
133
Page 141 of 257

GEMIDDELD
BRANDSTOFVERBRUIK
(L/100KM)
Geeft het gemiddelde brandstofver-
bruik sinds de laatste reset weer. Het
gemiddelde brandstofverbruik kan
worden gereset door de selectieknop
in te drukken en ingedrukt te houden
(zoals weergegeven in het EVIC dis-
play). Na het resetten worden de his-
torische gegevens gewist en wordt het
nieuwe gemiddelde berekend op basis
van het laatste gemiddelde brandstof-
verbruik van voor de reset.
BEREIK TOT LEGE TANK
Geeft de geschatte afstand weer die
nog kan worden afgelegd met de
brandstof die in de tank aanwezig is.
Deze geschatte afstand wordt bepaald
door een gewogen gemiddelde van het
huidige en gemiddelde brandstofver-
bruik in relatie tot het huidige brand-
stofpeil in de tank. Bereik tot lege
tank kan niet worden gereset.
OPMERKING:
Aanmerkelijke veranderingen in
de rijstijl of de belading van deauto zullen een groot effect hebben
op de afstand die de auto kan af-
leggen, ongeacht het weergegeven
bereik tot lege tank.
Wanneer het bereik tot lege tank min-
der is dan een rijafstand van 48 km,
verandert de tekst op het display in
"LOW FUEL” (laag brandstofpeil).
Dit bericht wordt continu getoond
totdat brandstoftank leeg is. De tekst
LOW FUEL (laag brandstofpeil) ver-
dwijnt en er verschijnt een nieuwe
waarde voor bereik tot lege tank na-
dat voldoende brandstof is getankt.
BANDENSPANNING
Druk kort op de knop MENU tot "Tire
BAR" (bandenspanning) wordt weer-
gegeven.
De informatie over de bandenspan-
ning wordt als volgt weergegeven:
Als de bandenspanning van alle
banden OK is, wordt TIRE en een
afbeelding van de auto met de
spanningswaarden in elke hoek van
de afbeelding weergegeven.
Als een of meer banden een lage
spanning hebben, verschijnen LOW
TIRE (bandenspanning laag) en een afbeelding met de spanningswaar-
den in elke hoek van de afbeelding.
Te lage bandenspanningswaarden
worden knipperend weergegeven.
Als het bandenspanningscontrole-
systeem onderhoud nodig heeft,
wordt "Check TPM System" weerge-
geven. De bandenspanningswaarden
("Tire BAR") dienen ter informatie
en kunnen niet worden gereset.VERSTREKEN TIJD
Toont de totale reistijd die is verstre-
ken sinds de laatste reset. De verstre-
ken tijd wordt aangepast wanneer de
contactschakelaar in de stand RUN of
START staat.
De verstreken tijd wordt als volgt
weergegeven:
uren:minuten:secondenDe verstreken tijd kan worden gereset
door de selectieknop in te drukken en
ingedrukt te houden (zoals weergege-
ven in het EVIC display). Tijdens het
resetten veranderen alle cijfers in nullen
en de tijd neemt weer toe zodra de
contactschakelaar in de stand RUN of
START wordt gezet.
134
Page 142 of 257

DISPLAY UNITS IN
(MAATEENHEDEN
DISPLAY IN)
De eenheden die worden gebruikt
voor de buitentemperatuur, het ge-
middelde brandstofverbruik, de ac-
tieradius en de bandenspanning wor-
den weergegeven. Druk de
selectieknop kort in om tussen de een-
heden "U.S." en "METRIC" te kie-
zen.
SYSTEEMSTATUS
Geeft SYSTEM OK weer als er geen
actieve waarschuwingsberichten zijn
opgeslagen. Drukken op de
OMLAAG-knop wanneer SYSTEM
OK wordt weergegeven heeft geen ge-
volgen. Geeft SYSTEM WARNINGS
PRESENT weer als er actieve waar-
schuwingsberichten zijn opgeslagen.
Als u op de OMLAAG-knop drukt
wanneer SYSTEM WARNINGS PRE-
SENT wordt weergegeven, worden
telkens de opgeslagen waarschu-
wingsberichten weergegeven. Druk
op de knop MENU en laat hem los om
naar het hoofdmenu terug te keren.PERSOONLIJKE
INSTELLINGEN (DOOR DE
KLANT TE
PROGRAMMEREN
FUNCTIES)
Met Persoonlijke instellingen kan de
bestuurder functies instellen en weer
oproepen wanneer de automatische
transmissie in de stand PARK staat.
Druk kort de knop MENU in tot “Per-
sonal Settings” (persoonlijke instel-
lingen) in het EVIC verschijnt.
Druk kort op de OMLAAG-knop om
de volgende te programmeren func-
ties weer te geven:
Taal
In dit display kunt u verschillende
talen voor alle terminologie, inclusief
die van de tripfuncties, instellen. Door
in dit display op de selectieknop te
drukken, kan Engels, Spaans, Frans,
Duits, Italiaans of Nederlands, afhan-
kelijk van de beschikbaarheid, wor-
den gekozen. Als u doorgaat, wordt de
informatie in de gekozen taal weerge-
geven.
Automatisch portieren
ontgrendelen bij uitstappen
Wanneer ON is geselecteerd en de
transmissie in de stand PARK of
NEUTRAAL staat, ontgrendelen alle
portiersloten wanneer het bestuur-
dersportier wordt geopend. Druk op
de selectieknop tot ON of OFF ver-
schijnt om uw keuze te maken.
RKE Unlock (Ontgrendelfunctie
afstandsbediening)
Als u "Driver Door 1st Press" (be-
stuurdersportier na één keer druk-
ken) selecteert, wordt alleen het be-
stuurdersportier ontgrendeld bij de
eerste druk op de ontgrendelknop op
de afstandsbediening. Als u Driver
Door 1st Press selecteert, moet u twee
keer op de ontgrendelknop van de
afstandsbediening drukken om de an-
dere portieren te ontgrendelen. Als u
"All Doors 1st Press" (alle portieren
na één keer drukken) selecteert, ont-
grendelen alle portieren bij de eerste
keer indrukken op de ontgrendelknop
op de afstandsbediening. Druk kort
op de selectieknop tot “Driver Door
1st Press” of “All Doors 1st Press”
verschijnt om uw keuze te maken.
135
Page 143 of 257

Flash Lamps with LOCK
(Verlichting knippert bij
vergrendelen)
Als u ON selecteert, knipperen de
richtingaanwijzers voor en achter
wanneer u de portieren vergrendelt of
ontgrendelt via de afstandsbediening.
Deze functie kan worden geselecteerd
met of zonder claxonsignaal bij ver-
grendelen. Druk op de selectieknop
tot ON of OFF verschijnt om uw keuze
te maken.
Headlamp Off Delay
(Uitschakelvertraging koplampen)
Als u deze functie selecteert, kunt u
kiezen of bij uitstappen de koplampen
nog 0, 30, 60 of 90 seconden blijven
branden. Druk op de selectieknop tot
0, 30, 60, of 90 verschijnt om uw
keuze te maken.
Headlamps with Wipers
(Koplampen aan bij inschakelen
ruitenwissers) (uitsluitend
beschikbaar in combinatie met
automatische koplampen)
Als ON is geselecteerd en de koplamp-
schakelaar in de stand AUTO staat,
gaan de koplampen ca. 10 seconden
nadat de ruitenwissers zijn ingescha-keld branden. Wanneer de koplam-
pen via deze functie zijn ingescha-
keld, gaan ze uit wanneer u de
ruitenwissers uitschakelt. Druk op de
selectieknop tot ON of OFF verschijnt
om uw keuze te maken.
OPMERKING:
Als overdag de koplampen worden
aangezet, wordt de verlichting van
het instrumentenpaneel gedimd.
(Raadpleeg "Verlichting" in "De
functies van uw voertuig" voor in-
formatie over het verhogen van de
intensiteit.)
Key-Off Power Delay (Stroom bij
contactschakelaar in stand OFF)
Wanneer deze functie is geselecteerd,
blijven de portierruitschakelaars, ra-
dio, Uconnect™ telefoon en de aan-
sluitcontacten actief gedurende
10 minuten nadat de contactschake-
laar in de stand LOCK is gezet. Door
het openen van een voorportier wordt
deze functie uitgeschakeld. Druk op
de selectieknop tot OFF, 45 sec.,
5 min. of 10 min. verschijnt om uw
keuze te maken.
Illumin. Approach (Verlichting bij
nadering)
Als deze functie is geselecteerd, gaan
de koplampen automatisch maximaal
90 seconden branden wanneer de por-
tieren worden ontgrendeld met de af-
standsbediening. Druk op de selec-
tieknop tot “OFF,” “30 sec,” “60 sec,”
of “90 sec” verschijnt om uw keuze te
maken.
Display Units In (Maateenheden
display in)
De eenheden van het EVIC en de ki-
lometerteller kunnen in Engelse en
metrische eenheden worden weerge-
geven. Druk kort op de selectieknop
tot "U.S." of "METRIC" verschijnt
om uw keuze te maken.
Kompasafwijking
Raadpleeg “Weergave kompas” voor
meer informatie.
Calibrate Compass (Kompas
kalibreren)
Raadpleeg “Weergave kompas” voor
meer informatie.
136
Page 144 of 257

AUDIOSYSTEMEN
Raadpleeg de handleiding van uw au-
diosysteem.
ANALOGE KLOK
INSTELLEN
Om de analoge klok midden boven op
het instrumentenpaneel in te stellen,
drukt u op de knop en houdt u deze
ingedrukt tot de instelling juist is. De
klok wordt in het begin langzaam ver-
steld en gaat daarna sneller wanneer
de knop langer wordt ingedrukt.STUURBEDIENING
VOOR AUDIO
De afstandsbediening voor het audio-
systeem bevindt zich achter op het
stuurwiel, in de standen 3 uur en 9
uur.
De rechter tuimelschakelaar heeft een
drukknop in het midden en regelt het
volume en de modus van het audio-
systeem. Als u de bovenzijde van de
tuimelschakelaar indrukt, neemt het
geluidsvolume toe. Als u de onder-
zijde van de tuimelschakelaar in-
drukt, neemt het geluidsvolume af.
Als u de knop in het midden indrukt,
schakelt de radio van MW naar LW, of
naar de cd-modus, afhankelijk van de
in de auto aanwezige radio.De linker tuimelschakelaar heeft een
drukknop in het midden. De functie
van de linker knop is afhankelijk van
de modus waarin het audiosysteem
zich bevindt.
Hieronder wordt de werking van de
linker tuimelschakelaar voor elke mo-
dus beschreven.
BEDIENING VAN DE
RADIO
Als u de bovenzijde van de schakelaar
indrukt, wordt omhoog gezocht naar
de volgende goed te ontvangen zen-
der. Als u de onderzijde van de scha-
kelaar indrukt, wordt omlaag gezocht
naar de volgende goed te ontvangen
zender.
Als u op de drukknop midden op de
schakelaar aan uw linkerkant drukt,
stemt de radio af op de volgende
vooraf ingestelde zender die u hebt
geprogrammeerd onder de drukknop
voor radiovoorinstellingen.
Analoge klok instellen
Afstandsbediening geluidssysteem
(achteraanzicht stuurwiel)
137