Page 97 of 257
Gesproken opdrachten
Hoofd Alternatief/
alternatieven
nul
één
twee
drie
vier
vijf
zes
zeven
acht
negen
sterretje (*) ster
plus (+)
hekje (#)
alle allemaal
pechhulp
bellen
annuleren
controlevragen bevestiging
doorgaan
verwijderen
kiezen
downloaden
Dutch Nederlands
bewerken
noodgeval
English
alles verwijderen alles wissen
Espanol
Francais
Gesproken opdrachten
Hoofd Alternatief/
alternatieven
German Deutsch
Help
thuis
Italian Italiano
taal
namen weerge-
ven
telefoons weerge-
ven
hoofdmenu terug naar
hoofdmenu
mobiel
geluid uit
geluid aan
nieuwe invoer
nee
overige overige
een telefoon kop-
pelen
telefoonkoppe-
ling koppelen
telefoonboek telefoonboek
vorige
opnieuw kiezen
telefoon selecte-
ren selecteren
zenden
Gesproken opdrachten
Hoofd Alternatief/
alternatieven
instellen telefooninstellin-
gen of telefoon
instellen
gesprek door-
schakelen
Uconnect™ ge-
bruiksaanwijzing
probeer nog-
maals
stemtraining systeemtraining
werk
ja
90
Page 98 of 257

SPRAAKHERKENNING
WERKING VAN HET
SPRAAKBEDIENINGS-
SYSTEEMMet dit spraakbedienings-
systeem kunt u de AM- en
FM-radio, cd/dvd-speler en
een memorecorder bedie-
nen.
OPMERKING:
Spreek zo rustig en normaal moge-
lijk tegen het Voice Interface sys-
teem. De mogelijkheid voor het
Voice Interface systeem om op-
drachten met de stem van de ge-
bruiker te herkennen kan negatief
beïnvloed worden als u snel
spreekt of luider dan normaal.
WAARSCHUWING!
Elk spraakgestuurd systeem mag al-
leen worden gebruikt als de rijom-
standigheden dit toelaten en het ge-
bruik in overeenstemming is met de
verkeersregels. Blijf altijd op de weg
letten. Anders bestaat er een risico
op een ongeluk en ernstig of zelfs
dodelijk letsel.
Wanneer u op de Voice Command-
toets
drukt, hoort u een piep-
toon. De pieptoon is het teken dat u
een opdracht kunt geven.
OPMERKING:
Indien u niet binnen enkele secon-
den een opdracht uitspreekt, geeft
het systeem u een lijst met moge-
lijkheden.
Als u het systeem wilt onderbreken
terwijl de lijst met mogelijkheden
wordt weergegeven, drukt u op de
Voice Command-toets
, wacht u
tot de pieptoon heeft geklonken en
spreekt u uw opdracht in. Het drukken op de Voice Command-
toets
terwijl het systeem
spreekt, wordt "inbreken" genoemd.
Het systeem wordt in dat geval onder-
broken en na de pieptoon kunt u op-
drachten toevoegen of wijzigen. Dit is
handig naarmate u de opties kent.
OPMERKING:
U kunt op elk ogenblik de woorden
"Annuleren", "Help", of "Hoofd-
menu" inspreken.
Deze opdrachten zijn universeel en
kunnen vanuit elk menu gebruikt
worden. Alle andere opdrachten kun-
nen gebruikt worden afhankelijk van
de actieve toepassing.
Bij het gebruiken van dit systeem
moet u duidelijk en met een normaal
volume spreken.
Het systeem zal uw opdrachten het
best begrijpen als de ramen gesloten
zijn en de ventilator van de
verwarming/airconditioning in een
lage stand staat.
Als het systeem een van uw opdrach-
ten niet begrijpt, wordt u gevraagd de
opdracht te herhalen.
91
Page 99 of 257

Als u het eerste beschikbare menu wilt
horen, drukt u op de Voice
Command-toets
en zegt u
"Help" of "Hoofdmenu".
OPDRACHTEN
Het spraakbedieningssysteem be-
grijpt twee soorten opdrachten. De al-
gemene opdrachten zijn altijd be-
schikbaar. Lokale opdrachten zijn
beschikbaar als de ondersteunde ra-
diomodus actief is.
Het volume wijzigen.
1. Start een dialoog door op de Voice
Command-toets
te drukken.
2. Spreek een opdracht in (bijvoor-
beeld "Help").
3. Gebruik de draaiknop ON/OFF
VOLUME om het volume in te stellen
op een aangenaam niveau terwijl het
spraakbedieningssysteem spreekt.
Let op: het volume voor het spraakbe-
dieningssysteem wordt apart inge-
steld van het audiosysteem.
Hoofdmenu
Start een dialoog door op de Voice
Command-toetste drukken. Als u naar het hoofdmenu wilt gaan,
zegt u "Hoofdmenu".
In deze modus kunt u de volgende
opdrachten inspreken:
"Radio" (als u naar de radiomodus
wilt schakelen)
"Disc" (als u naar de disc-modus wilt schakelen)
"Memo" (als u naar de memorecorder-modus wilt schake-
len)
"Instellingen" (als u naar de sys- teeminstellingen wilt schakelen)
Radiofrequentie AM (of lange golf
of middengolf radio)
Als u wilt schakelen naar AM-
ontvangst, zegt u "AM" of "radio
AM". In deze modus kunt u de vol-
gende opdrachten inspreken:
"Frequentie nr." (als u de frequen- tie wilt wijzigen)
"Volgende zender" (als u de vol- gende zender wilt kiezen)
"Vorige zender" (als u de vorige zender wilt kiezen) "Menu radio" (als u naar het radi-
omenu wilt schakelen)
"Hoofdmenu" (als u naar het hoofdmenu wilt schakelen)
Radio FM
Als u wilt schakelen naar FM-
ontvangst, zegt u "FM" of "radio
FM". In deze modus kunt u de vol-
gende opdrachten inspreken:
"Frequentie nr." (als u de frequen- tie wilt wijzigen)
"Volgende zender" (als u de vol- gende zender wilt kiezen)
"Vorige zender" (als u de vorige zender wilt kiezen)
"Menu radio" (als u naar het radi- omenu wilt schakelen)
"Hoofdmenu" (als u naar het hoofdmenu wilt schakelen)
Disc
Als u wilt overschakelen naar de disc-
modus, zegt u "disc". In deze modus
kunt u de volgende opdrachten in-
spreken:
"Nummer" (#) (als u een ander nummer wilt kiezen)
92
Page 100 of 257

"Volgende nummer" (als u het vol-gende nummer wilt afspelen)
"Vorige nummer" (als u het vorige nummer wilt afspelen)
"Hoofdmenu" (als u naar het hoofdmenu wilt schakelen)
Memo
Als u wilt schakelen naar de
voicerecorder-modus, zegt u "Memo".
In deze modus kunt u de volgende
opdrachten inspreken:
"Nieuwe memo" — Tijdens het op- nemen kunt u op de Voice
Command-toets
drukken om
de opname te stoppen. Ga verder
door een van de volgende opdrach-
ten in te spreken:
"Opslaan" (als u de memo wilt
opslaan)
"Doorgaan" (als u de opname wilt voortzetten)
"Wissen" (als u de opname wilt wissen)
"Memo's afspelen" — Tijdens het afspelen kunt u op de Voice
Command-toetsdrukken om
het afspelen van memo's te stop- pen. Ga verder door een van de
volgende opdrachten in te spreken:
"Herhalen" (als u een memo wilt
herhalen)
"Volgende" (als u de volgende memo wilt afspelen)
"Vorige" (als u de vorige memo wilt afspelen)
"Wissen" (als u een memo wilt wissen)
"Alles wissen" (als u alle memo's wilt wissen)
Systeem instellen
Als u wilt schakelen naar de systeem-
instellingen, kunt u het volgende in-
spreken:
"Naar systeeminstellingen"
"Hoofdmenu systeeminstellingen"
"Ga naar systeeminstellingen"
"Ga naar instellingen"
"Hoofdmenu instellingen" of
"Schakel naar instellingen"
In deze modus kunt u de volgende
opdrachten inspreken:
"Taal Engels" "Taal Frans"
"Taal Spaans"
"Taal Nederlands"
"Taal Deutsch" (taal Duits)
"Taal Italiaans"
"Gebruiksaanwijzing"
"Stemtraining"
OPMERKING:
Denk eraan dat u eerst op de Voice
Command-toets
moet druk-
ken en op de pieptoon moet wach-
ten voordat u kunt "inbreken"
door opdrachten in te spreken.
STEMTRAINING
Als u bij het herkennen van uw ge-
sproken opdrachten of telefoonnum-
mers door Uconnect™ Voice proble-
men ondervindt, kunt u de functie
Stemtraining gebruiken.
1. Druk op de Voice Command-toets
en zeg "Systeeminstellingen".
Nadat het instellingenmenu van het
systeem is geopend, zegt u "Stemtrai-
ning". Hiermee kunt u het systeem
laten wennen aan uw stem, zodat de
spraakherkenning wordt verbeterd.
93
Page 101 of 257

2. Herhaal de woorden en zinnen als
Uconnect™ Voice daarom vraagt. U
bereikt de beste resultaten wanneer de
stemtraining plaatsvindt terwijl de
auto is geparkeerd, de motor draait,
alle ramen zijn gesloten en de aanja-
ger is uitgeschakeld. Deze procedure
kan herhaald worden met een nieuwe
gebruiker. Het systeem past zich al-
leen aan aan de laatst getrainde stem.
STOELEN
De stoelen vormen een belangrijk on-
derdeel van het beveiligingssysteem
voor inzittenden van de auto.WAARSCHUWING!
Het is gevaarlijk om tijdens hetrijden personen te vervoeren in de
laadruimte. Bij een ongeval lopen
personen in deze ruimte een groter
risico op ernstig of dodelijk letsel.
(Vervolgd)
WAARSCHUWING!(Vervolgd)
Vervoer geen personen in een
ruimte van de auto die niet is
voorzien van stoelen en veilig-
heidsgordels. Bij een ongeval lo-
pen personen in deze ruimte een
groter risico op ernstig of dodelijk
letsel.
Zorg dat iedereen in uw auto op
een stoel zit en op de juiste wijze
de veiligheidsgordel draagt.
ELEKTRISCH
VERSTELBARE STOELEN
De schakelaar voor de elektrische
stoelverstelling bevinden zich onder
aan de de portierzijde van de stoel.
Gebruik de schakelaar om de stoel
omhoog, omlaag, naar voren of naar
achteren te bewegen, of om de stoel te
kantelen. De stoel naar voren of naar
achteren verstellen
De stoel kan zowel naar voren als naar
achteren worden versteld. Druk de
stoelschakelaar naar voren of naar
achteren om de stoel in de richting
van de schakelaar te verstellen. Laat
de schakelaar los zodra de gewenste
stand is bereikt.
De stoel omhoog of omlaag
verstellen
U kunt de hoogte van de stoel verstel-
len. Trek de achterzijde van de stoel-
schakelaar omhoog of druk deze om-
laag om de stoel in de richting van de
schakelaar te verstellen. Laat de scha-
kelaar los zodra de gewenste stand is
bereikt.
Schakelaar elektrische
stoelverstelling
94
Page 102 of 257

De zitting omhoog of omlaag
kantelen
De hoek van de zitting kan in vier
richtingen worden versteld. Trek de
voorzijde van de stoelschakelaar om-
hoog of druk de achterzijde van de
stoelschakelaar omlaag om het voor-
ste of achterste gedeelte van de zitting
in de richting van de schakelaar te
verstellen. Laat de schakelaar los zo-
dra de gewenste stand is bereikt.WAARSCHUWING!
Het verstellen van een stoel tij-dens het rijden kan gevaarlijk
zijn. Het verstellen van een stoel
tijdens het rijden kan ertoe leiden
dat u de macht over het stuur
verliest en een aanrijding met ern-
stig of zelfs dodelijk letsel veroor-
zaakt.
Het verstellen van de stoelen moet
plaatsvinden voordat de veilig-
heidsgordels zijn vastgegespt en
terwijl de auto is geparkeerd. Een
slecht afgestelde veiligheidsgordel
kan ernstig of dodelijk letsel tot
gevolg hebben.
(Vervolgd)
WAARSCHUWING!(Vervolgd)
Rijd nooit met de rugleuning zo
schuin ingesteld dat de schouder-
gordel niet meer tegen uw borst-
kas rust. Tijdens een botsing be-
staat het gevaar dat u onder de
veiligheidsgordel door schuift,
waardoor ernstig of zelfs dodelijk
letsel kan ontstaan.LET OP!
Plaats geen voorwerpen onder de
stoelen. Anders kan de stoelbedie-
ning beschadigd raken.
STOELVERWARMING
Bij sommige modellen zijn de
bestuurders- en voorpassagiersstoel
uitgerust met verwarmingselementen
in zowel de zittingen als de rugleunin-
gen. De bedieningselementen voor de
stoelverwarming voorin bevinden
zich in het midden van het instrumen-
tenpaneel.
U kunt kiezen uit de verwarmingsin-
stellingen HIGH (hoog), LOW (laag)
en OFF (uit). Oranje indicatielampjes
in beide schakelaars geven de gekozen
verwarmingsstand weer. Er gaan twee indicatielampjes branden voor de
stand HIGH (hoog), één voor LOW
(laag) en geen voor OFF (uit).
Druk eenmaal op de scha-
kelaar om de hoge verwar-
mingsstand (HIGH) te kie-
zen. Druk een tweede keer
op de schakelaar om een lage verwar-
mingsstand (LOW) te kiezen. Druk
een derde keer op de schakelaar om de
verwarmingselementen uit te schake-
len (OFF).
Als de hoge verwarmingsstand
(HIGH) is geselecteerd, schakelt het
systeem na maximaal 60 minuten
continue werking automatisch naar
de lage verwarmingsstand (LOW) en
schakelt het één indicatielampje uit.
Na maximaal 45 minuten continue
werking worden de verwarming en
het resterende indicatielampje uitge-
schakeld. Als de lage verwarmings-
stand (LOW) is geselecteerd, schakelt
het systeem na maximaal 45 minuten
continue werking automatisch de ver-
warming en het indicatielampje uit.
95
Page 103 of 257

OPMERKING:
Zodra u een stand hebt geselec-
teerd, voelt u na twee tot vijf minu-
ten dat de stoel warm wordt.WAARSCHUWING!
Personen die geen pijn op de huidkunnen voelen als gevolg van ou-
derdom, chronische ziekte, diabe-
tes, rugletsel, medicatie, alcohol-
gebruik, uitputting of een andere
lichamelijke conditie, moeten
voorzichtig zijn bij het gebruik
van de stoelverwarming. Deze kan
zelfs bij lage temperaturen brand-
wonden veroorzaken, met name
als de verwarming langdurig
wordt gebruikt.
Plaats geen voorwerpen op de
stoel die warmte-isolerend wer-
ken, zoals een deken of kussen.
Hierdoor kan de stoelverwarming
oververhit raken. Een overver-
hitte stoel kan leiden tot ernstige
brandwonden als gevolg van de
verhoogde oppervlaktetempera-
tuur van de zitting. RUGLEUNING
VERSTELLEN
De hendel voor het verstellen van de
rugleuning bevindt zich aan de por-
tierzijde van de stoel. Om de rugleu-
ning naar achteren te verstellen, leunt
u iets naar voren en tilt u de hendel
omhoog. Leun dan achterover in de
gewenste stand en laat de hendel los.
Om de rugleuning naar de normale
stand terug te brengen leunt u naar
voren en licht de hendel omhoog. Laat
de hendel los wanneer de rugleuning
zich in de stand rechtop bevindt.
WAARSCHUWING!
Het is gevaarlijk om tijdens het
rijden een stoel in te stellen. Door
een plotselinge beweging van de
stoel zou u de controle over de
auto kunnen verliezen. De veilig-
heidsgordel dan is wellicht niet
goed afgesteld waardoor u letsel
kunt oplopen. Verstel de stoel al-
leen als de auto is geparkeerd.
Rijd nooit met de rugleuning zo
schuin ingesteld dat de schouder-
gordel niet meer tegen uw borst-
kas rust. Bij een aanrijding zou u
dan onder de autogordel door
kunnen glijden en zo ernstig of
zelfs dodelijk gewond raken. Ver-
stel de rugleuning alleen als de
auto is geparkeerd.
Rugleuning verstellen
96
Page 104 of 257

LENDENSTEUN
Met deze functie kunt u de lenden-
steun vergroten of verkleinen. De be-
dieningshendel bevindt zich aan de
binnenzijde van de stoel. Beweeg de
hendel naar beneden om de steun te
vergroten en naar boven om de steun
te verkleinen.
EASY ENTRY-SYSTEEM
De Easy Entry-hendel bevindt zich op
de afdekking van het bovenste anker-
punt van de veiligheidsgordel.Trek de hendel omhoog om de stoel en
de rugleuning naar voren te bewegen.
Om de stoel weer terug te zetten in
zijn normale stand, herstelt de geheu-
genfunctie de huidige instellingen van
de stoelpositie en de positie van de
rugleuning.
Op de bestuurdersstoel trekt u de hen-
del omhoog om de rugleuning naar
voren te bewegen.
Om de stoel weer terug te zetten in
zijn normale stand, herstelt de geheu-
genfunctie de huidige instelling van
de positie van de rugleuning.
HOOFDSTEUNEN
Hoofdsteunen zijn ontworpen om het
risico van letsel te verlagen door de
bewegingsvrijheid van het hoofd tebeperken tijdens aanrijdingen van
achteren. De hoofdsteunen moeten
zodanig worden afgesteld, dat de bo-
venkant van uw oor zich onder de
bovenkant van de hoofdsteun be-
vindt.
WAARSCHUWING!
De hoofdsteunen moeten voor alle
inzittenden correct worden afgesteld
voordat u gaat rijden, of voordat de
passagiers plaatsnemen. De hoofd-
steunen mogen nooit worden afge-
steld tijdens het rijden. Rijden in een
auto zonder hoofdsteunen of met
onjuist afgestelde hoofdsteunen kan
leiden tot ernstig of zelfs dodelijk
letsel in het geval van een aanrij-
ding.
Actieve hoofdsteunen —
voorstoelen
Actieve hoofdsteunen zijn passieve
componenten die kunnen worden ge-
activeerd. Auto's met dit systeem
kunnen niet eenvoudig aan de hand
van markeringen worden geïdentifi
ceerd, maar alleen door visuele in-
spectie van de hoofdsteun. De hoofd-
steun zal zich in twee helften splitsen;
Lendensteun
Hendel voor gemakkelijk in- en uitstappen
97