MAKE-UPSPIEGEL . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 70
UCONNECT™ PHONE . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 70 COMPATIBELE TELEFOONS . . . . . . . . . . . . . . 71
BEDIENING . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 71
FUNCTIES TELEFOONGESPREKKEN . . . . . . . 77
FUNCTIES VAN UCONNECT™ PHONE . . . . . . 78
GEAVANCEERDETELEFOONVERBINDINGEN . . . . . . . . . . . . . . 82
WAT U MOET WETEN OVER UCONNECT™ PHONE . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 83
SPRAAKHERKENNING . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 91 WERKING VAN HETSPRAAKBEDIENINGSSYSTEEM . . . . . . . . . . . 91
OPDRACHTEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 92
STEMTRAINING . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 93
STOELEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 94 ELEKTRISCH VERSTELBARE STOELEN . . . . 94
STOELVERWARMING . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 95
RUGLEUNING VERSTELLEN . . . . . . . . . . . . . 96
LENDENSTEUN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 97
EASY ENTRY-SYSTEEM . . . . . . . . . . . . . . . . . 97
HOOFDSTEUNEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 97
OPENEN EN SLUITEN VAN DE MOTORKAP . . . . 99
VERLICHTING . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 100 MULTIFUNCTIONELE HENDEL . . . . . . . . . . 100
KOPLAMPEN EN PARKEERLICHTEN . . . . . . 100
54
VERWARMDE
BUITENSPIEGELSDeze buitenspiegels worden
verwarmd om ijs te ontdooien.
Deze functie wordt geactiveerd
wanneer u de achterruitverwarming
inschakelt. Raadpleeg de paragraaf
"Achterruitfuncties" in het hoofdstuk
"De functies van uw auto" voor meer
informatie hierover.
MAKE-UPSPIEGEL
Aan de binnenkant van de zonneklep
bevindt zich een make-upspiegel. Als
u deze spiegel wilt gebruiken, klapt u
de zonneklep omlaag en het spiegel-
klepje omhoog. UCONNECT™ PHONE
OPMERKING:
Raadpleeg het gedeelte over Ucon-
nect™ Phone in de gebruikers-
handleiding van het navigatiesys-
teem of de multimediaradio
(afzonderlijk boekje) voor meer
informatie over Uconnect™ Phone
met navigatie of multimediaradio.
Uconnect™ Phone is een via spraak te
activeren, handsfree communicatie-
systeem voor in de auto. Met Ucon-
nect™ Phone kunt u een nummer kie-
zen op uw mobiele telefoon* met
behulp van eenvoudige gesproken op-
drachten (zoals "Bel"…"Jan-
"…"Werk" of "Kies"…"012 34 56
78"). Het geluid van de mobiele tele-
foon wordt doorgegeven via het au-
diosysteem van de auto en het systeem
dempt automatisch de radio wanneer
Uconnect™ Phone wordt gebruikt.
Met Uconnect™ Phone kunt u tijdens
het in- of uitstappen gesprekken
doorschakelen tussen Uconnect™
Phone en uw mobiele telefoon, terwijl
u ook de microfoon van het Ucon-nect™ systeem kunt uitschakelen
wanneer u een privégesprek wilt voe-
ren.
Uconnect™ Phone wordt aange-
stuurd via het Bluetooth® Handsfree-
profiel van uw mobiele telefoon.
Uconnect™ Phone is voorzien van
Bluetooth® technologie, de wereld-
wijde standaard waarmee verschil-
lende elektronische apparaten zonder
draden of docking station aan elkaar
kunnen worden gekoppeld. Ucon-
nect™ Phone werkt dan ook ongeacht
de plaats waar uw mobiele telefoon
zich bevindt (handtas, zak of akte-
tas), op voorwaarde dat uw telefoon is
ingeschakeld en aan Uconnect™
Phone van de auto is gekoppeld. Met
Uconnect™ Phone kunnen maximaal
zeven mobiele telefoons op het sys-
teem worden aangesloten. Met Ucon-
nect™ Phone kan slechts één aange-
sloten (of gekoppelde) mobiele
telefoon tegelijk worden gebruikt.
Uconnect™ Phone is verkrijgbaar in
de talen Engels, Nederlands, Frans,
Duits, Italiaans of Spaans (zoals aan-
wezig).
Make-upspiegel
70
WAARSCHUWING!
Elk spraakgestuurd systeem mag al-
leen worden gebruikt als de rijom-
standigheden dit toelaten en het ge-
bruik in overeenstemming is
verkeersregels. Blijf altijd op de weg
letten. Anders bestaat er een risico
op een ongeluk en ernstig of zelfs
dodelijk letsel.
Toets voor Uconnect™Phone De bedieningselementen op
de radio of op het stuurwiel
bestaan uit twee bedie-
ningstoetsen (de toets
Uconnect™ Phone
en de Voice
Command-toets Voice Command
) voor toegang tot het systeem.
Wanneer u op de toets drukt, hoort u
het woord Uconnect™ en vervolgens
een pieptoon. De pieptoon is het teken
dat u een opdracht kunt geven. Voice Command-toets
De plaats van de toets kan
afhankelijk van de radio
verschillen. De afzonder-
lijke toetsen worden be-
schreven in het hoofdstuk "Bedie-
ning".
Uconnect™ Phone kan worden ge-
bruikt in combinatie met mobiele te-
lefoons met Bluetooth® Handsfree-
profiel. Het is mogelijk dat sommige
telefoons niet alle functies van Ucon-
nect™ Phone ondersteunen. Raad-
pleeg de leverancier van uw mobiele
telefoon of de telefoonfabrikant voor
nadere bijzonderheden.
Uconnect™ Phone is volledig geïnte
greerd in het audiosysteem van de
auto. De geluidssterkte van Ucon-
nect™ Phone kan worden ingesteld
met de volumeregelaar van de radio
of, indien aanwezig, via de radiotoet-
sen op het stuurwiel.
Het display van de radio wordt ge-
bruikt voor visuele meldingen van
Uconnect™ Phone, zoals "CELL"
(GSM) of beller-ID bij bepaalde ra-
dio's. COMPATIBELE
TELEFOONS
*
Voor het gebruik van Uconnect™
Phone is een mobiele telefoon met
Bluetooth® Handsfree-profiel, ver-
sie 1.0 of hoger vereist.Navigeer door de volgende menu's om
de lijst met compatibele telefoons op
te vragen:
Selecteer het bouwjaar van uw auto
Selecteer het voertuigtype
Selecteer compatibele telefoons on-
der de tab Beginnen.
BEDIENINGU kunt gesproken opdrachten gebrui-
ken om Uconnect™ Phone te bedienen
en door de menu's van Uconnect™
Phone te navigeren. Na de meeste
prompts van Uconnect™ Phone zijn
gesproken opdrachten nodig. U wordt
gevraagd een specifieke opdracht uit te
spreken, waarnu u door de beschikbare
opties wordt geleid. Voordat u een gesproken opdracht geeft, moet u wachten op de piep-
toon, die volgt op de prompt "Ge-
reed" of op een andere prompt.
71
Voor bepaalde bewerkingen kun-nen samengestelde opdrachten
worden gebruikt. U kunt bijvoor-
beeld in plaats van "Instellen" en
daarna "Telefoonkoppeling" ook
de volgende samengestelde op-
dracht geven: "Instellen telefoon-
koppeling".
In de beschrijvingen van de functies in dit hoofdstuk wordt alleen de
samengestelde vorm van de gespro-
ken opdracht vermeld. U kunt de
opdrachten ook in delen splitsen en
elk onderdeel van de opdracht af-
zonderlijk zeggen, indien dat wordt
gevraagd. U kunt bijvoorbeeld de
samengestelde opdracht "Telefoon-
boek nieuwe invoer" geven, maar u
kunt deze opdracht ook opsplitsen
in de twee gesproken opdrachten
"Telefoonboek" en "Nieuwe in-
voer". Denk eraan dat Uconnect™
Phone het beste werkt wanneer u
op een normale toon spreekt, alsof
u tegen iemand praat die enkele
meters van u vandaan zit.
Structuur gesproken opdrachten
Zie "Structuur gesproken opdrach-
ten". Opdracht Help
Als u hulp nodig hebt bij een prompt
of als u wilt weten wat de mogelijkhe-
den zijn bij een bepaalde prompt, zegt
u na de pieptoon "Help". Uconnect™
Phone geeft alle opties voor de prompt
weer wanneer u om hulp vraagt.
Als u Uconnect™ Phone na uitscha-
keling opnieuw wilt activeren, drukt u
op de toets
en volgt u de gespro-
ken aanwijzingen. Alle sessies met
Uconnect™ Phone beginnen met een
druk op de toets
, die zich bij de
bedieningselementen op de radio be-
vindt.
Opdracht Annuleren
Bij elke prompt kunt u na de pieptoon
"Annuleren" zeggen, waarna u terug-
keert naar het hoofdmenu. In een
sommige gevallen brengt het systeem
u echter terug naar het vorige menu.
Uconnect™ Phone koppelen aan
(aansluiten op) een mobiele
telefoon
Voordat u Uconnect™ Phone kunt ge-
bruiken, dient u een koppeling tot
stand te brengen met uw compatibele,
met Bluetooth® uitgeruste mobiele telefoon (raadpleeg de paragraaf
"Compatibele telefoons" voor infor-
matie over het type telefoon).
Om de koppeling tot stand te brengen,
dient u de gebruikshandleiding van
uw mobiele telefoon te raadplegen. De
Uconnect™ website biedt mogelijk
ook gedetailleerde aanwijzingen voor
het koppelen van uw telefoon.
Hieronder volgen algemene aanwij-
zingen voor het koppelen van een te-
lefoon aan Uconnect™ Phone:
Druk op de toets
om te begin-
nen.
Na de prompt "Gereed" en de daar- opvolgende pieptoon zegt u "Tele-
foonkoppeling instellen".
Na de prompt en de pieptoon zegt u "Telefoon koppelen" en volgt u de
gesproken aanwijzingen.
Er wordt u gevraagd een pincode van vier cijfers in te spreken, die u
later nodig zult hebben voor toe-
gang tot uw mobiele telefoon. U
kunt een willekeurige pincode van
72
vier cijfers invoeren. U hoeft deze
pincode niet te onthouden na de
eerste koppeling.
Om identificatie mogelijk te ma- ken, wordt u gevraagd op Ucon-
nect™ Phone een naam voor uw
mobiele telefoon in te voeren. Voer
voor elke gekoppelde mobiele tele-
foon een unieke telefoonnaam in.
Vervolgens wordt u gevraagd uw mobiele telefoon een prioriteits-
nummer tussen 1 en 7 te geven,
waarbij 1 de hoogste prioriteit is. U
kunt maximaal zeven mobiele tele-
foons aan Uconnect™ Phone kop-
pelen. Er kan echter slechts één
aangesloten mobiele telefoon tege-
lijk worden gebruikt met het Ucon-
nect™ systeem. Het prioriteitssys-
teem laat Uconnect™ Phone weten
welke mobiele telefoon moet wor-
den gebruikt als er meerdere mo-
biele telefoons in de auto aanwezig
zijn. Als er bijvoorbeeld twee tele-
foons, één met prioriteit 3 en één
met prioriteit 5, in de auto aanwe-
zig zijn, gebruikt Uconnect™
Phone de mobiele telefoon met pri-
oriteit 3 om te bellen. U kunt op elk gewenst ogenblik een mobiele tele-
foon met een lagere prioriteit ge-
bruiken (raadpleeg "Geavanceerde
telefoonverbindingen").
Kiezen door het nummer uit te
spreken
Druk op de toets
om te begin-
nen.
Na de prompt "Gereed" en de daar- opvolgende pieptoon zegt u "Kie-
zen".
Het systeem vraagt u vervolgens het gewenste nummer in te spre-
ken.
U kunt bijvoorbeeld zeggen: "012 34 56 78".
Uconnect™ Phone zal dan het tele- foonnummer bevestigen en vervol-
gens het nummer kiezen. Het num-
mer verschijnt bij bepaalde radio's
in het display.
Bellen door een naam uit te
spreken
Druk op de toetsom te begin-
nen. Na de prompt "Gereed" en de daar-
opvolgende pieptoon zegt u "Bel-
len".
Het systeem vraagt u vervolgens de naam van de persoon in te spreken
die u wilt bellen.
Na de prompt "Gereed" en de daar- opvolgende pieptoon zegt u de
naam van de persoon die u wilt
bellen. U kunt bijvoorbeeld "Jan
Jansen" zeggen, waarbij Jan Jansen
een eerder opgeslagen naam is in
Uconnect™ telefoonboek of in het
gedownloade telefoonboek. Raad-
pleeg "Namen toevoegen aan uw
Uconnect™ telefoonboek" om te le-
ren hoe u een naam opslaat in het
telefoonboek.
Uconnect™ Phone bevestigt de naam en kiest vervolgens het bijbe-
horende telefoonnummer, dat bij
sommige radio's mogelijk ook op
het display wordt weergegeven.
73
Namen toevoegen aan uw
Uconnect™ telefoonboek
OPMERKING:
Het wordt afgeraden namen aan
het Uconnect™ telefoonboek toe te
voegen tijdens het rijden.
Druk op de toets
om te begin-
nen.
Na de prompt "Gereed" en de daar- opvolgende pieptoon zegt u "Tele-
foonboek nieuwe invoer".
Na de prompt zegt u de naam van de nieuwe invoer. Het is raadzaam
lange, niet-afgekorte namen te ge-
bruiken, omdat hierdoor de
spraakherkenning wordt verge-
makkelijkt. Zeg bijvoorbeeld "Ro-
bert Smit" of "Robert" in plaats
van "Rob".
Na de prompt voert u de aandui- ding van het nummer in (bijvoor-
beeld "thuis", " werk", "mobiel" of
"overig"). Op die manier kunt u
naar wens verschillende nummers
voor een persoon in het telefoon-
boek opslaan. Na de prompt spreekt u het tele-
foonnummer in dat u aan het tele-
foonboek wilt toevoegen.
Nadat u een naam of nummer aan het
telefoonboek heeft toegevoegd, heeft
u de mogelijkheid om hier nog meer
telefoonnummers aan toe te voegen of
naar het hoofdmenu terug te keren.
Uconnect™ Phone biedt u de moge-
lijkheid maximaal 32 namen aan het
telefoonboek toe te voegen, waarbij
aan iedere naam maximaal vier tele-
foonnummers en aanduidingen kun-
nen worden gekoppeld. Elke taal be-
vat een apart telefoonboek met 32
namen dat alleen in die taal toeganke-
lijk is. Voor bepaalde uitvoeringen/
landen en indien ondersteund door
uw telefoon, downloadt Uconnect™
Phone bovendien automatisch het te-
lefoonboek van uw mobiele telefoon.
Telefoonboek downloaden —
telefoonboek van mobiele
telefoon automatisch overbrengen
Voor bepaalde uitvoeringen/landen
en indien ondersteund door uw tele-
foon, downloadt Uconnect™ Phone
automatisch de namen (in tekstvorm) en telefoonnummers uit het telefoon-
boek van uw mobiele telefoon. Deze
functie is mogelijk met bepaalde mo-
biele telefoons met Bluetooth®, die
PBAP (Phone Book Access Profile)
ondersteunen. Raadpleeg de Ucon-
nect™ website voor een overzicht van
de compatibele telefoons.
Als u een naam uit het gedownloade
telefoonboek (of uit het Uconnect™
telefoonboek) wilt bellen, volgt u de
procedure in het gedeelte "Bellen
door een naam uit te spreken".
Indien ondersteund, wordt het au- tomatisch downloaden en bijwer-
ken gestart zodra de draadloze Blu-
etooth® koppeling tussen de
mobiele telefoon en Uconnect™
Phone tot stand is gebracht. Bij-
voorbeeld direct nadat u de auto
hebt gestart.
Elke keer wanneer een telefoon wordt verbonden met Uconnect™
Phone, worden er maximaal 1000
items per telefoon gedownload en
bijgewerkt.
74
Afhankelijk van het maximumaantal gedownloade gegevens, kan
er een korte vertraging optreden
voordat de laatste gedownloade na-
men kunnen worden gebruikt. Tot
dat moment is het eerder gedown-
loade telefoonboek, indien aanwe-
zig, voor gebruik beschikbaar.
Alleen het telefoonboek van de op dat moment gekoppelde mobiele
telefoon is toegankelijk.
Alleen het telefoonboek van de mo- biele telefoon wordt gedownload.
Het telefoonboek op de SIM-kaart
maakt geen deel uit van het tele-
foonboek van de mobiele telefoon.
Dit gedownloade telefoonboek kan niet worden gewijzigd of verwijderd
op Uconnect™ Phone. Dit telefoon-
boek kan uitsluitend worden gewij-
zigd op de mobiele telefoon. De
eerstvolgende keer dat de mobiele
telefoon wordt gekoppeld, worden
de wijzigingen overgebracht en de
gegevens op Uconnect™ Phone bij-
gewerkt. Uconnect™
telefoonboekvermeldingen
wijzigen
Het wordt afgeraden namen in het
telefoonboek te wijzigen tijdens het
rijden.
De automatisch gedownloade tele-
foonboekvermeldingen kunnen niet
worden verwijderd of gewijzigd.
Druk op de toets
om te begin-
nen.
Na de prompt "Gereed" en de daar- opvolgende pieptoon zegt u "Tele-
foonboek bewerken".
Vervolgens wordt u gevraagd om de naam van de telefoonboekvermel-
ding die u wilt bewerken.
Vervolgens kiest u de aanduiding (thuis, werk, mobiel of overig) van
het nummer dat u wilt bewerken.
Na de prompt spreekt u het nieuwe telefoonnummer in de te bewerken
telefoonboekvermelding.
Nadat u klaar bent met de bewerking
van een telefoonboekvermelding,
heeft u de mogelijkheid om een an-
dere vermelding in het telefoonboek te wijzigen, het zojuist gewijzigde
nummer te bellen of terug te keren
naar het hoofdmenu.
"Telefoonboek bewerken" kan wor-
den gebruikt om een telefoonnummer
aan een reeds bestaande naam in het
telefoonboek toe te voegen. Bij de
naam Jan Jansen is bijvoorbeeld al
een mobiel nummer en een thuisnum-
mer ingevoerd, maar u kunt het werk-
nummer van Jan Jansen later toevoe-
gen door middel van de functie
"Telefoonboek bewerken".
OPMERKING:
Het wordt afgeraden vermeldingen
in het telefoonboek te wijzigen tij-
dens het rijden.
Uconnect™
telefoonboekvermelding wissen
Druk op de toets
om te begin-
nen.
Na de prompt "Gereed" en de daar- opvolgende pieptoon zegt u "Tele-
foonboek wissen".
75
Als het menu Telefoonboek wissenis geopend, wordt u gevraagd om de
naam van de vermelding die u wilt
verwijderen. U kunt of de naam van
de telefoonboekvermelding die u
wilt wissen uitspreken of u kunt
"Namen weergeven" zeggen om een
lijst van namen in het telefoonboek
te horen, waaruit u vervolgens kunt
kiezen. Als u een vermelding in de
lijst wilt selecteren, drukt u op de
toets
wanneer Uconnect™
Phone de gewenste naam uitspreekt
en zegt u "Verwijderen".
Nadat u de naam hebt ingevoerd, vraagt Uconnect™ Phone welke
aanduiding u wilt verwijderen:
thuis, werk, mobiel, overig of alle.
Spreek de aanduiding uit die u
wenst te verwijderen.
Bedenk dat alleen de vermelding in het telefoonboek van de huidige
taal wordt verwijderd.
De automatisch gedownloade tele- foonboekvermeldingen kunnen
niet worden verwijderd of gewij-
zigd. "Alle" vermeldingen uit het
Uconnect™ telefoonboek wissen
Druk op de toets
om te begin-
nen.
Na de prompt "Gereed" en de daar- opvolgende pieptoon zegt u "Tele-
foonboek alles wissen".
Uconnect™ Phone vraagt u te be- vestigen dat u alle vermeldingen uit
het telefoonboek wilt verwijderen.
Na die bevestiging worden alle ver- meldingen uit het telefoonboek ver-
wijderd.
Bedenk dat alleen de vermeldingen in het telefoonboek van de huidige
taal wordt verwijderd.
De automatisch gedownloade tele- foonboekvermeldingen kunnen
niet worden verwijderd of gewij-
zigd.
Alle namen uit het Uconnect™
telefoonboek weergeven
Druk op de toetsom te begin-
nen. Na de prompt "Gereed" en de daar-
opvolgende pieptoon zegt u "Tele-
foonboek namen weergeven".
Uconnect™ Phone geeft alle namen uit het telefoonboek weer, inclusief
de gedownloade telefoonboekver-
meldingen, indien aanwezig.
Als u een van de namen in de lijst wilt bellen, drukt u op de toets
wanneer de gewenste naam
wordt uitgesproken en zegt u "Bel-
len".
OPMERKING:
U kunt op dit moment ook de func-
ties "Bewerken" of "Verwijderen"
uitvoeren.
Uconnect™ Phone vraagt u vervol- gens naar de aanduiding van het
nummer dat u wilt bellen.
Het geselecteerde nummer wordt gekozen.
76