Aanvullende zijairbags in de stoe-len (SAB)
Sensoren voor frontale en zijde- lingse botsingen
Gordelspanners voorin, gespslui- tingschakelaar voor veiligheidsgor-
dels en glijrailpositiesensoren
Kenmerken geavanceerde
frontairbags
Het geavanceerde frontairbagsysteem
bestaat uit airbags aan de bestuur-
derszijde en aan de passagierszijde die
in meerdere stadia worden geacti-
veerd. Dit systeem reageert op facto-
ren zoals de kracht en de aard van de
botsing die worden vastgesteld door
de controller van het beveiligingssys-
teem voor inzittenden. Deze controller
ontvangt informatie van de sensoren
voor frontale botsingen.
Het eerste opblaasmechanisme wordt
onmiddellijk geactiveerd bij een bot-
sing waarbij gebruik van de airbags
noodzakelijk is. Deze geringe opbla-
zing wordt toegepast voor minder
zware botsingen. Bij zwaardere bot-
singen wordt een krachtiger opbla-
zing toegepast.
WAARSCHUWING!
Er mogen geen voorwerpen op of nabij het airbagpaneel op het in-
strumentenpaneel worden ge-
plaatst, omdat deze letsel kunnen
veroorzaken bij botsingen waarbij
de airbag wordt opgeblazen.
Plaats niets op of rond de airbag-
panelen en probeer deze nooit
handmatig te openen. Anders is
het mogelijk dat u de airbags be-
schadigt. Bovendien kunt u letsel
oplopen doordat de airbags moge-
lijk niet meer functioneren. De be-
schermpanelen van de airbagkus-
sens gaan alleen open als de
airbags worden opgeblazen.
U mag nooit in de kniebescher-
ming boren of snijden of deze op
een andere manier bewerken.
Monteer geen accessoires op de
kniebescherming zoals alarmver-
lichting, audio-installaties, 27
MC-apparatuur, enz. Aanvullende zijairbags in de
stoelen (SAB)
De aanvullende zijairbags in de stoe-
len bieden de inzittenden betere be-
scherming tegen zijdelingse botsin-
gen. De zijairbags in de stoelen zijn
gemarkeerd met een opschrift dat in
de buitenzijde van de voorstoelen is
gestikt.
Als de airbag wordt geactiveerd, gaat
de naad tussen de voor- en zijkant van
de stoelbekleding open. Elke airbag
wordt afzonderlijk geactiveerd, zodat
bij een botsing aan de linkerzijde al-
leen de linkerairbag wordt geacti-
veerd, en bij een botsing aan de rech-
terzijde alleen de rechterairbag.
Opschrift aanvullende zijairbags in
de stoelen
34
WAARSCHUWING!
Elk spraakgestuurd systeem mag al-
leen worden gebruikt als de rijom-
standigheden dit toelaten en het ge-
bruik in overeenstemming is
verkeersregels. Blijf altijd op de weg
letten. Anders bestaat er een risico
op een ongeluk en ernstig of zelfs
dodelijk letsel.
Toets voor Uconnect™Phone De bedieningselementen op
de radio of op het stuurwiel
bestaan uit twee bedie-
ningstoetsen (de toets
Uconnect™ Phone
en de Voice
Command-toets Voice Command
) voor toegang tot het systeem.
Wanneer u op de toets drukt, hoort u
het woord Uconnect™ en vervolgens
een pieptoon. De pieptoon is het teken
dat u een opdracht kunt geven. Voice Command-toets
De plaats van de toets kan
afhankelijk van de radio
verschillen. De afzonder-
lijke toetsen worden be-
schreven in het hoofdstuk "Bedie-
ning".
Uconnect™ Phone kan worden ge-
bruikt in combinatie met mobiele te-
lefoons met Bluetooth® Handsfree-
profiel. Het is mogelijk dat sommige
telefoons niet alle functies van Ucon-
nect™ Phone ondersteunen. Raad-
pleeg de leverancier van uw mobiele
telefoon of de telefoonfabrikant voor
nadere bijzonderheden.
Uconnect™ Phone is volledig geïnte
greerd in het audiosysteem van de
auto. De geluidssterkte van Ucon-
nect™ Phone kan worden ingesteld
met de volumeregelaar van de radio
of, indien aanwezig, via de radiotoet-
sen op het stuurwiel.
Het display van de radio wordt ge-
bruikt voor visuele meldingen van
Uconnect™ Phone, zoals "CELL"
(GSM) of beller-ID bij bepaalde ra-
dio's. COMPATIBELE
TELEFOONS
*
Voor het gebruik van Uconnect™
Phone is een mobiele telefoon met
Bluetooth® Handsfree-profiel, ver-
sie 1.0 of hoger vereist.Navigeer door de volgende menu's om
de lijst met compatibele telefoons op
te vragen:
Selecteer het bouwjaar van uw auto
Selecteer het voertuigtype
Selecteer compatibele telefoons on-
der de tab Beginnen.
BEDIENINGU kunt gesproken opdrachten gebrui-
ken om Uconnect™ Phone te bedienen
en door de menu's van Uconnect™
Phone te navigeren. Na de meeste
prompts van Uconnect™ Phone zijn
gesproken opdrachten nodig. U wordt
gevraagd een specifieke opdracht uit te
spreken, waarnu u door de beschikbare
opties wordt geleid. Voordat u een gesproken opdracht geeft, moet u wachten op de piep-
toon, die volgt op de prompt "Ge-
reed" of op een andere prompt.
71
FUNCTIES
TELEFOONGESPREKKEN
De volgende functies zijn toegankelijk
via Uconnect™ Phone, indien deze
functies worden ondersteund door uw
mobiele telefoon. Als via uw mobiele
telefoon bijvoorbeeld driewegge-
sprekken mogelijk zijn, is deze functie
ook toegankelijk via Uconnect™
Phone. Neem contact op met de leve-
rancier van uw mobiele telefoon voor
informatie over de beschikbare func-
ties op uw telefoon.
Een inkomend gesprek
beantwoorden of weigeren — bij
niet in gesprek
Wanneer u op uw mobiele telefoon
wordt gebeld, onderbreekt Ucon-
nect™ Phone het audiosysteem van
de auto, indien dit is ingeschakeld, en
vraagt het u of u de oproep wilt beant-
woorden. Druk op de toets
om het
gesprek te beantwoorden. Om het ge-
sprek te weigeren, houdt u de toets
ingedrukt tot u een pieptoon hoort
die aangeeft dat het inkomende ge-
sprek is geweigerd. Een inkomend gesprek
beantwoorden of weigeren — bij
in gesprek
Als er een nieuwe oproep binnenkomt
terwijl u in gesprek bent, hoort u de-
zelfde netwerktonen voor een wissel-
gesprek als op uw mobiele telefoon.
Druk op de toets
om het huidige
gesprek in de wacht te zetten en de
inkomende oproep te beantwoorden.
OPMERKING:
De huidige mobiele telefoons die
compatibel zijn met Uconnect™
Phone, bieden niet de mogelijk-
heid een inkomend gesprek te wei-
geren terwijl een ander gesprek
wordt gevoerd. Daarom kan de ge-
bruiker óf het inkomende gesprek
beantwoorden óf negeren.
Een tweede telefoongesprek
voeren terwijl u al in gesprek
bent
Als u wilt bellen terwijl u al een ander
gesprek voert, drukt u op de toets
en zegt u "Kiezen" of "Bellen",
gevolgd door het telefoonnummer dat
u wilt bellen of de naam uit het tele-
foonboek. Het eerste gesprek wordt in
de wacht gezet terwijl het tweede ge- sprek actief is. Raadpleeg de para-
graaf "Wisselgesprek voeren" voor in-
formatie over het terugschakelen naar
het eerste gesprek. Raadpleeg "Verga-
dergesprek" voor informatie over het
combineren van twee gesprekken.
Een gesprek in de wacht zetten /
uit de wacht halen
Om een gesprek in de wacht te zetten,
drukt u op de toets
tot u één
enkele pieptoon hoort. Dit geeft aan
dat het gesprek in de wacht is gezet.
Om het gesprek uit de wacht te halen
houd u de toets
ingedrukt tot u
één enkele pieptoon hoort.
Wisselgesprek voeren
Als er twee gesprekken gaande zijn
(één actief en de andere in de wacht),
houdt u de toetsingedrukt tot u
één enkele pieptoon hoort. Hiermee
wordt aangegeven dat de status van
de twee gesprekken (één actief en de
andere in de wacht) is verwisseld. Er
kan slechts één gesprek tegelijk in de
wacht gezet worden.
Vergadergesprek
Als er twee gesprekken gaande zijn
(één actief en de andere in de wacht)
77
Als u het eerste beschikbare menu wilt
horen, drukt u op de Voice
Command-toets
en zegt u
"Help" of "Hoofdmenu".
OPDRACHTEN
Het spraakbedieningssysteem be-
grijpt twee soorten opdrachten. De al-
gemene opdrachten zijn altijd be-
schikbaar. Lokale opdrachten zijn
beschikbaar als de ondersteunde ra-
diomodus actief is.
Het volume wijzigen.
1. Start een dialoog door op de Voice
Command-toets
te drukken.
2. Spreek een opdracht in (bijvoor-
beeld "Help").
3. Gebruik de draaiknop ON/OFF
VOLUME om het volume in te stellen
op een aangenaam niveau terwijl het
spraakbedieningssysteem spreekt.
Let op: het volume voor het spraakbe-
dieningssysteem wordt apart inge-
steld van het audiosysteem.
Hoofdmenu
Start een dialoog door op de Voice
Command-toetste drukken. Als u naar het hoofdmenu wilt gaan,
zegt u "Hoofdmenu".
In deze modus kunt u de volgende
opdrachten inspreken:
"Radio" (als u naar de radiomodus
wilt schakelen)
"Disc" (als u naar de disc-modus wilt schakelen)
"Memo" (als u naar de memorecorder-modus wilt schake-
len)
"Instellingen" (als u naar de sys- teeminstellingen wilt schakelen)
Radiofrequentie AM (of lange golf
of middengolf radio)
Als u wilt schakelen naar AM-
ontvangst, zegt u "AM" of "radio
AM". In deze modus kunt u de vol-
gende opdrachten inspreken:
"Frequentie nr." (als u de frequen- tie wilt wijzigen)
"Volgende zender" (als u de vol- gende zender wilt kiezen)
"Vorige zender" (als u de vorige zender wilt kiezen) "Menu radio" (als u naar het radi-
omenu wilt schakelen)
"Hoofdmenu" (als u naar het hoofdmenu wilt schakelen)
Radio FM
Als u wilt schakelen naar FM-
ontvangst, zegt u "FM" of "radio
FM". In deze modus kunt u de vol-
gende opdrachten inspreken:
"Frequentie nr." (als u de frequen- tie wilt wijzigen)
"Volgende zender" (als u de vol- gende zender wilt kiezen)
"Vorige zender" (als u de vorige zender wilt kiezen)
"Menu radio" (als u naar het radi- omenu wilt schakelen)
"Hoofdmenu" (als u naar het hoofdmenu wilt schakelen)
Disc
Als u wilt overschakelen naar de disc-
modus, zegt u "disc". In deze modus
kunt u de volgende opdrachten in-
spreken:
"Nummer" (#) (als u een ander nummer wilt kiezen)
92
PERSOONLIJKE INSTELLINGEN (DOORDE KLANT TE PROGRAMMEREN
FUNCTIES) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 135
AUDIOSYSTEMEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 137
ANALOGE KLOK INSTELLEN . . . . . . . . . . . . . . 137
STUURBEDIENING VOOR AUDIO . . . . . . . . . . . 137 BEDIENING VAN DE RADIO . . . . . . . . . . . . . 137
CD-SPELER . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 138
WERKING VAN DE RADIO EN MOBIELE TELEFOONS . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 138
KLIMAATREGELING . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 138 AUTOMATISCHETEMPERATUURREGELING . . . . . . . . . . . . . . 138
AANWIJZINGEN VOOR BEDIENING . . . . . . . 142
116
28. Controlelampje grootlichtDit lampje geeft aan dat het
grootlicht is ingeschakeld.
Trek de richtingaanwijzerhen-
del naar het stuurwiel om het dimlicht
in te schakelen.
29. Scherm elektronisch
voertuiginformatiecentrum (EVIC)
Dit display toont de EVIC-berichten
wanneer de betreffende omstandighe-
den van kracht zijn. Raadpleeg het
hoofdstuk "Elektronisch voertuigin-
formatiecentrum (EVIC)" voor meer
informatie hierover.
30. Controlelampje mistachterlicht Dit lampje gaat branden wan-
neer de mistachterlichten zijn
ingeschakeld.
ELEKTRONISCH
VOERTUIGINFORMATIE-
CENTRUM (EVIC)
Het elektronische voertuiginformatie-
centrum (EVIC) heeft een interactief
scherm dat zich in de instrumenten-
groep bevindt. Het EVIC bestaat uit de volgende on-
derdelen:
Kompas (N, S, E, W, NE, NW, SE,
SW)
Average Fuel Economy (Gemiddeld brandstofverbruik)
Bereik tot lege tank
Bandenspanningscontrolesysteem
Elapsed Time (Verstreken tijd)
Display Units (maateenheden)
Systeemwaarschuwingen (portier open, enz.)
Persoonlijke instellingen (door de klant te programmeren functies)
Weergave buitentemperatuur (°F of °C) Weergave audiomodus – 12 vor-
keuzestations of cd-titel en
-nummer tijdens afspelen
Met dit systeem kan de bestuurder
informatie selecteren door op de vol-
gende knoppen op het stuur te druk-
ken:
Knop MENU Druk de knop MENU kort
in om alle functies van het
EVIC hoofdmenu weer te
geven. Wanneer de laatste
functie in het hoofdmenu is bereikt,
gaat het EVIC naar de eerste functie
in het hoofdmenu wanneer opnieuw
kort op de knop MENU wordt ge-
drukt. Druk kort op de knop MENU
om terug te keren naar het hoofd-
menu vanuit een submenu.
Elektronisch
voertuiginformatiecentrum (EVIC)
Stuurwielknoppen voor EVIC
128
OMLAAG-knopDruk kort op de OMLAAG-
knop om de verschillende
ritfuncties of persoonlijke
instellingen op het scherm
te laten weergeven.
Kompasknop
Druk kort op de kompas-
knop om het kompas, de
buitentemperatuur en de
audio-info (bij ingescha-
kelde radio) weer te laten geven, wan-
neer het huidige scherm niet het kom-
pas, de buitentemperatuur en de
audio-info weergeeft.
Selectieknop
Druk kort op selectieknop
om een keuze te bevestigen.
Met de selectieknop kunnen
ook diverse ritfuncties wor-
den gereset.
SCHERM VAN
ELEKTRONISCH
VOERTUIGINFORMATIE-
CENTRUM (EVIC)
Onder bepaalde voorwaarden geeft
het EVIC de volgende berichten weer: Turn Signal On (richtaanwijzers
aan) (met een continu geluidssig-
naal nadat 1,5 km is afgelegd)
Left Front Turn Signal Light Out (richtingaanwijzer linksvoor de-
fect) (met één geluidssignaal)
Left Rear Turn Signal Light Out (richtingaanwijzer linksachter de-
fect) (met één geluidssignaal)
Right Front Turn Signal Light Out (richtingaanwijzer rechtsvoor de-
fect) (met één geluidssignaal)
Right Rear Turn Signal Light Out (richtingaanwijzer rechtsachter de-
fect) (met één geluidssignaal)
RKE (Remote Keyless Entry) Bat- tery Low (batterij van afstandsbe-
diening bijna leeg - met één ge-
luidssignaal)
Personal Settings Not Available – Vehicle Not in Park (persoonlijke
instellingen niet beschikbaar - auto
staat niet in PARK)
Personal Settings Not Avail – Vehi- cle in Motion (persoonlijke instel-
lingen niet beschikbaar - auto in
beweging) Door Ajar (portier open - met af-
beelding van geopende portier. Een
geluidssignaal klinkt wanneer de
auto in beweging is).
Doors Ajar (portieren open - met afbeelding van geopende portieren.
Een geluidssignaal klinkt wanneer
de auto in beweging is).
Trunk Open (bagageruimte open - met afbeelding van geopend koffer-
deksel en een geluidssignaal)
Lights On (verlichting aan)
Key in ignition (sleutel in contact- slot)
Remote Start Aborted — Door Ajar (starten met afstandsbediening af-
gebroken — portier open)
Remote Start Aborted — Hood Ajar (starten met afstandsbediening af-
gebroken — motorkap open)
Remote Start Aborted — Trunk Ajar (starten met afstandsbedie-
ning afgebroken — kofferklep
open)
Remote Start Aborted — Fuel Low (starten met afstandsbediening af-
gebroken — brandstofpeil te laag)
129
Remote Start Aborted — SystemFault (starten met afstandsbedie-
ning afgebroken — systeemstoring)
Convertible Top Not Secured (ca- brioletdak niet vastgezet) (met één
geluidssignaal)
Convertible Top Complete (cabrio- letdak voltooid) (met één geluids-
signaal)
Secure Cargo Shield (bagage- scherm vastzetten) (met één ge-
luidssignaal)
Speed Too High (snelheid te hoog) (met één geluidssignaal)
Convertible Top Malfunction (sto- ring in cabrioletdak) (met één ge-
luidssignaal)
Oil Change Required (olie verver- sen - met een geluidssignaal)
Low Tire (bandenspanning laag - met afbeelding van band(en) met te
lage spanning plus een geluidssig-
naal). Raadpleeg de paragraaf
"Bandenspanningscontrolesys-
teem" in het hoofdstuk "Starten en
rijden". Check TPM System (controleer
bandenspanningscontrolesysteem -
met een geluidssignaal). Raadpleeg
de paragraaf "Bandenspannings-
controlesysteem" in het hoofdstuk
"Starten en rijden"..
OLIEVERVERSING
VEREIST
Uw auto is uitgerust met een indicator
voor olieverversing. Na één geluidsig-
naal knippert het bericht "Olie ver-
versen" gedurende vijf seconden in
het EVIC-scherm om aan te geven dat
het tijd is voor de volgende oliebeurt.
De indicator voor olieverversing is ge-
baseerd op de belasting van de motor,
wat betekent dat de periodieke olie-
beurten afhankelijk zijn van uw per-
soonlijke rijstijl.
Als dit bericht niet wordt gereset, ver-
schijnt dit bericht telkens wanneer u
de contactschakelaar in de stand ON/
RUN zet.
EVIC HOOFDMENU
Druk eenmaal kort op de knop MENU
om een functie van het hoofdmenu te
kiezen. Na de laatste functie in de lijst
wordt de eerste functie in de lijst op- nieuw weergegeven. Het hoofdmenu
bevat de volgende functies:
Kompas, Buitentemperatuur,
Weergave van audio-informatie
(indien radio is ingeschakeld)
Average Fuel Economy (Gemiddeld brandstofverbruik)
Afstand tot lege tank
Weergave status bandenspanning
Elapsed Time (Verstreken tijd)
Keuze eenheden EVIC
Systeemstatus
Persoonlijke instellingen
OPMERKING:
Voor functies van het EVIC die
kunnen worden gereset (gemid-
deld brandstofverbruik en verstre-
ken tijd), geeft het EVIC een reset
aan met de afbeelding van een se-
lectieknop en het woord RESET
ernaast.
Wanneer de selectieknop wordt
ingedrukt, wordt de geselecteerde
functie gereset en verschijnt RE-
SET ALL naast de afbeelding van
de selectieknop. Door een tweede
130