De aanbevolen instelling voor maxi-
maal comfort voor de meeste mensen
is 22 °C; dit kan echter variëren.
OPMERKING:
De temperatuurinstelling kan teallen tijde worden veranderd
zonder de automatische werking
te beïnvloeden.
Wanneer de regelknop aircondi- tioning wordt ingedrukt terwijl
de AUTO modus is ingeschakeld,
knippert de LED in de regel-
knop driemaal waarna deze
dooft. Dit geeft aan dat het sys-
teem zich in de AUTO modus be-
vindt en het verzoek om de air-
conditioning in te schakelen niet
nodig is. Als het lijkt of de airco minder
goed werkt dan verwacht, con-
troleer dan of de voorzijde van
de condensor vóór in de radi-
ateur is verstopt door vuil of in-
secten. Maak schoon door voor-
zichtig water te spuiten vanaf de
achterzijde van de radiator en
door de condensor heen.
Aanjagerschakelaar
Draai voor volledig
automatische wer-
king of voor auto-
matische werking
van de aanjager de
knop in de stand
AUTO. In de hand-
matige modus zijn er zeven aanjager-
standen die afzonderlijk kunnen wor-
den geselecteerd. In de stand OFF
(uit) schakelt de aanjager uit. Handmatige bediening
Dit systeem is een complete aanvul-
ling van handmatig bediende func-
ties, die bestaat uit Aanjager voorkeur
automatisch, Modus voorkeur auto-
matisch of Aanjager en modus voor-
keur automatisch. Dit houdt in dat de
bediener de instelling van de aanjager,
de modus of beide kan onderdrukken.
Er is een aantal handmatige aanjager-
snelheden beschikbaar voor wanneer
de modus AUTO niet gewenst is. Door
aan de aanjagerschakelaar (aan de
linkerzijde) te draaien, kan een vast
aanjagertoerental worden ingesteld.
OPMERKING:
Raadpleeg voor meer informatie
de tabel Bediening van de automa-
tische temperatuurregeling op de
volgende pagina.
139
MOTORCOMPARTIMENT — 2,4-LITER BENZINE1 — Reservoir koelvloeistof6 — Luchtfilter
2 — Reservoir stuurbekrachtigingsvloeistof 7 — Vulopening motorolie
3 — Reservoir remvloeistof 8 — Radiatordop koelvloeistof
4 — Stroomverdeelkast (zekeringen) 9 — Peilstok motorolie
5 — Geïntegreerde voedingsmodule (zekeringen) 10 — Reservoir ruitensproeiervloeistof
199
per maand te controleren. Als de koel-
vloeistof (antivries) moet worden bij-
gevuld, doet u dit via de vulopening
van het koelvloeistofreservoir. Vul
nooit te veel vloeistof bij.
Belangrijk
OPMERKING:
Wanneer u na enkele kilometers
de auto tot stilstand brengt, ziet u
mogelijk waterdamp opstijgen
vanuit de voorzijde van het motor-
compartiment. Dit is meestal het
gevolg van een hoge luchtvochtig-
heid, of van regen of sneeuw die op
de radiator is achtergebleven en
verdampt wanneer de thermo-
staatklep opengaat, zodat er hete
koelvloeistof (antivries) in de radi-
ator kan stromen.
Wanneer bij een inspectie van het mo-
torcompartiment blijkt dat de radi-
ateur en de slangen geen defecten ver-
tonen, kunt u gerust met de auto gaan
rijden. De damp zal snel verdwijnen.
Vul niet te veel vloeistof bij in hetkoelvloeistofreservoir.
Controleer het vriespunt van de koelvloeistof (antivries) in de radi- ateur en in het koelvloeistofreser-
voir. Als de koelvloeistof (antivries)
moet worden bijgevuld, moet ook
de inhoud van het expansiereser-
voir worden beschermd tegen be-
vriezing.
Als u regelmatig koelvloeistof (an- tivries) moet bijvullen of het vloei-
stofpeil in het koelvloeistofreservoir
niet daalt wanneer de motor af-
koelt, moet het koelsysteem door
middel van een druktest op lekkage
worden gecontroleerd.
Zorg altijd voor een concentratie van minimaal 50% motorkoelvloei-
stof (antivries) en gedistilleerd wa-
ter, voor optimale corrosiebescher-
ming van de aluminium onderdelen
van uw motor.
Zorg ervoor dat de overloopslangen van de radiateur en het koelvloei-
stofreservoir niet geknikt of geblok-
keerd zijn.
Houd de voorzijde van de radiateur schoon. Als uw auto is uitgerust met
airconditioning, houd dan de voor-
zijde van de condensor schoon. Vervang nooit de thermostaat door
een zomer- of wintertype. Wanneer
vervanging noodzakelijk is, mag
UITSLUITEND het voorgeschre-
ven type thermostaat worden inge-
bouwd. Andere modellen kunnen
onvoldoende koelprestaties leveren
en een hoger brandstofverbruik en
hogere emissiewaarden teweeg-
brengen.
REMSYSTEEM
Om altijd optimale remprestaties te
waarborgen, moeten alle onderdelen
van het remsysteem regelmatig wor-
den gecontroleerd. Raadpleeg het
hoofdstuk "Onderhoudsschema"
voor de juiste onderhoudsintervallen.
WAARSCHUWING!Rijden met uw voet op het rempedaal
is gevaarlijk en kan leiden tot een
aanrijding. Rijden met uw voet op het
rempedaal veroorzaakt abnormaal
hoge remtemperaturen, verhoogt de
slijtage van de remvoering en kan
leiden tot schade aan het remsys-
teem. U beschikt dan in noodgevallen
niet over het volledige remvermogen.
211
Klokje instellen . . . . . . . . . . . 137
Kniebescherming . . . . . . . . . . . 33
Knipperlichten . . . . . . . . . . . 182Richtingaanwijzers
. . 52,103,224
Waarschuwings-
knipperlichten . . . . . . . . . . 182
Knipperlichten,
richtingaanwijzers . . . 52,103,224
Koelmiddel . . . . . . . . . . . . . . 204
Koelsysteem . . . . . . . . . . . . . 208 Belangrijke punten . . . . . . . 211
Controle . . . . . . . . . . . . . . 210
Inhoud
koelvloeistofreservoir . . . . . 225
Keuze van de koelvloeistof
(antivries) . . . . . . . 209,225,226
Koelvloeistof bijvullen
(antivries) . . . . . . . . . . . . . 209
Koelvloeistofpeil . . . . . 208,210
Oude koelvloeistof
verwijderen . . . . . . . . . . . . 210
Radiatordop . . . . . . . . . . . . 210
Vloeistof laten aflopen en
nieuw bijvullen . . . . . . . . . 209
Vuldop expansievat . . . . . . . 210
Koelvloeistof (antivries)
toevoegen . . . . . . . . . . . . . . . 209
Koelvloeistofdop
(Radiatorvuldop) . . . . . . . . . . 210 Kofferdeksel . . . . . . . . . . . . 22,23
Kofferdeksel, elektrische
ontgrendeling . . . . . . . . . . . . . 22
Kofferdeksel,
noodontgrendeling . . . . . . . . . . 23
Kofferdekselslot
Ontgrendeling, Noodgevallen . . 23
Kompas . . . . . . . . . . . . . . . . 131
Kompas kalibreren . . . . . . . . . 132
Kompas, afwijkingen . . . . . . . 132
Kompasafwijkingen . . . . . . . . 132
Koolstofmonoxide,
waarschuwing . . . . . . . . . . . . . 50
Koplampen . . . . . . . . . . . 100,223
Automatisch . . . . . . . . . . . 101
Grootlicht . . . . . . . . . . . . . 128
Grootlichtschakelaar/
dimmerschakelaar
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 103
Inschakelen met
ruitenwissers . . . . . . . . 101,107
Inschakelvertraging . . . . . . 101
Lampen vervangen . . . . . . . 223
Passeersignaal . . . . . . . . . . 103
Reiniging . . . . . . . . . . . . . . 216
Schakelaar . . . . . . . . . . . . . 100
Uitschakelvertraging . . . . . . 101
Verstelling . . . . . . . . . . . . . 104
Vervangen . . . . . . . . . . . . . 223 Waarschuwingssignaal
ingeschakelde lichten . . . . . 101
Krukkastontluchting . . . . . . . . 16
Laden van het voertuig . . 178,179
Lage
bandenspanningsysteem . . . . . 171
Lampje elektronische
snelheidsregeling . . . . . . . . . . 123
Lampjes . . . . . . . . . . . . . . 52,100 Accubesparing . . . . . . . . . . 105
Airbag . . . . . . . . . 36,39,51,120
Automatische koplampen . . 101
Bandenspannings-
controle . . . . . . . . . . . 125,171
Boordspanning . . . . . . . . . . 119
Buitenverlichting . . . . . . . . . 52
Diefstalalarm
(beveiliging) . . . . . . . . . . . 124
Dimschakelaar,
koplamp . . . . . . . . . . . 100,103
Elektronisch
Stabiliteitsprogramma
(ESP) . . . . . . . . . . . . . . . . 165
Grootlicht . . . . . . . . . . . . . 103
Grootlicht/dimmer . . . . . . . 103
Indicatielampje grootlicht . . 128
Instapverlichting . . . . . . . . . 16
Instrumentenpaneel . . . . . . 100
241
Multifunctionele
bedieningshendel . . . . . . . . . . 100
Muntenhouder . . . . . . . . . . . . 113
Noodgevallen, wat te doenSlepen . . . . . . . . . . . . . . . . 193
Starten met startkabels . . . . 189
Noodontgrendeling
kofferdeksel . . . . . . . . . . . . . . 23
Noodontgrendeling
kofferdekselslot . . . . . . . . . . . . 23
Octaangehalte van benzine
(brandstof) . . . . . . . . . . . 175,226
Olie, motor . . . . . . . . . . . 201,226
Aanbevolen . . . . . . . . . . . . 225
Additieven . . . . . . . . . . . . . 202
Controleren . . . . . . . . . . . . 201
Filter . . . . . . . . . . . . . 202,226
Filter verwijderen . . . . . . . . 202
Interval
olieverversing . . . . 123,130,201
Peilstok . . . . . . . . . . . . . . . 201
Synthetische . . . . . . . . . . . 202
Verwijderen . . . . . . . . . . . . 202
Viscositeit . . . . . . . . . . . . . 225
Vulhoeveelheid . . . . . . . . . . 225
Oliefilter, Keuze . . . . . . . . . . . 202
Oliefilter, Vervangen . . . . . . . 202 Onderhoud van de auto . . . . . 214
Onderhoud van de lak . . . . . . 214
Onderhoud van de wielen en
wielversiering . . . . . . . . . . . . 215
Onderhoud, algemeen . . . . . . 200
Onderhoud, werkwijze . . . . . . 200
Onderhoudsschema . . . . . . . . 232
Onderhoudsvrije accu . . . . . . . 203
Onderste bevestigingspunten
en -banden voor kinderzitjes
(LATCH-systeem) . . . . . . . . 45,46
Ongelode benzine . . . . . . . . . . 175
Ontgrendeling van de
bagageruimte . . . . . . . . . . . . . 22
Ontgrendeling, motorkap . . . . . 99
Ontwarringsprocedure,
autogordel . . . . . . . . . . . . . . . 28
Openen van de motorkap . . . . . 99
Opname, gebeurtenisgegevens . . 40
Opnieuw instellen
controlelampje olie
verversen . . . . . . . . . . . . 123,130
Opslag van het voertuig . . 143,222
Over uw remmen . . . . . . . . . . 160
Oververhitting van de motor . . 182
Parkeerrem, handrem . . . . . . 160
Passeersignaal . . . . . . . . . . . . 103
Peilstokken
Automatische transmissie . . 214
Motorolie . . . . . . . . . . . . . . 201
Stuurbekrachtiging . . . . . . . 159
Persoonlijke instellingen . . . . . 135
Portierontgrendeling met
afstandsbediening (sedan) . . . . 17
Portiersloten . . . . . . . . . . . . . . 19
Portiersloten, automatisch . . . . 19
Programmeerbare
elektronische onderdelen . . . . 135
Radiaalbanden . . . . . . . . . . . 168
Radiatorvuldop
(koelvloeistofdop) . . . . . . . . . 210
Radio (geluidssystemen) . . . . . 137
Radio, afstandsbediening . . . . 137
Radio, bediening . . . . . . . . . . 138
Reinigen Ruitenwisserbladen . . . . . . . 206
Wielen . . . . . . . . . . . . . . . . 215
Reinigen van
glasoppervlakken . . . . . . . . . . 216
Rem, handrem . . . . . . . . . . . . 160
Rem/versnellingsbak
vergrendeling . . . . . . . . . . . . 151
Remhulpsysteem . . . . . . . . . . 163
Remmen . . . . . . . . . . . . . . . . 211
Remsysteem . . . . . . . . . . . . . 211
243
Keuze van het
smeermiddel . . . . . . . . . . . 227
Versnellingshendel
onderdrukken . . . . . . . . . . . . 192
Versnellingskeuzehendel
onderdrukken . . . . . . . . . . . . 192
Vertraging (interval)
ruitenwissers . . . . . . . . . . . . . 106
Vertraging, koplichten . . . . . . 101
Vervangende onderdelen . . . . . 200
Vervangingslampjes . . . . . . . . 222
Vervoeren van dieren . . . . . . . . 49
Vloeistof voor ruitenwisser
bijvullen . . . . . . . . . . . . . . . . 206
Vloeistof voor
stuurbekrachtiging . . . . . . . . . 227
Vloeistof, rem . . . . . . . . . . . . 227
Vloeistoffen . . . . . . . . . . . . . . 226
Vloeistoffen, smeermiddelen en
originele onderdelen . . . . . . . . 226
Vloeistoffen,
vulhoeveelheden . . . . . . . . . . 225
Vloeistoflekkage . . . . . . . . . . . 52
Vloeistofpeil controleren Handgeschakelde
transmissie . . . . . . . . . . . . 214 Motorkoeling . . . . . . . . . . . 208
Motorolie . . . . . . . . . . . . . . 201
Remmen . . . . . . . . . . . 212,227
Stuurbekrachtiging . . . 159,227
Voertuig beladen . . . . . . . 178,179 Laadcapaciteit . . . . . . . . . . 179
Voertuig Identificatie Nummer
(VIN) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7
Voertuig wijzigingen/
veranderingen . . . . . . . . . . . . . . 7
Voorruitontdooiing . . . . . . 51,141
Vuldoppen Brandstof . . . . . . . . . . . . . 177
Motorolie . . . . . . . . . . . . . . 199
Radiator (koelsysteem) . . . . 210
Stuurbekrachtiging . . . . . . . 159
Vulhoeveelheden vloeistoffen . . 225
Vulopening brandstof . . . 119,177
Waarschuwingen en
voorzichtig . . . . . . . . . . . . . . . . 7
Waarschuwingen voor
gebruik . . . . . . . . . . . . . . . . . 200
Waarschuwingsknipperlicht . . 182
Waarschuwingslampje
oliedruk . . . . . . . . . . . . . . . . 120 Waarschuwingslampje,
veiligheidsgordel . . . . . . . . . . . 32
Waarschuwingslampjes
(Beschrijving
instrumentenpaneel) . . . . . . . 119
Waarschuwingssignaal
contactsleutel . . . . . . . . . . . . . 13
Waarschuwingssignaal lichten
aan . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 101
Wassen van de auto . . . . . . . . 215
Wassen van de wagen,
wasstraat . . . . . . . . . . . . . . . 215
Water
Rijden door . . . . . . . . . . . . 157
Wielen en wieldeksels . . . . . . . 215
Wijzigingen/veranderingen,
voertuig . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7
Windschot . . . . . . . . . . . . . . . . 63 Neerklapbaar . . . . . . . . . . . . 63
Zekeringen . . . . . . . . . . . . . . 219
Zijdelingse buitenspiegels . . . . . 69
Zijspiegels instellen . . . . . . . . . 69
Zwangere vrouwen en
veiligheidsgordels . . . . . . . . . . 32
246