Page 49 of 276

48WEGWIJS IN UW AUTO
HOOFDSTEUNEN
VOOR fig. 19
De hoofdsteunen zijn in hoogte verstelbaar; ga voor het
verstellen als volgt te werk:
❍Omhoog verplaatsen: trek de hoofdsteun omhoog tot-
dat deze hoorbaar vergrendelt.
❍Omlaag verplaatsen: druk op de knop A en duw de
hoofdsteun omlaag.
fig. 19L0E0011m
In hoogte verstelbare hoofdsteunen:
❍Omhoog verplaatsen: druk op de knop C en trek de
hoofdsteun omhoog totdat deze hoorbaar vergrendelt.
❍Omlaag verplaatsen: druk op de knop C en duw de
hoofdsteun omlaag.
BELANGRIJK Als de zitplaatsen achter gebruikt worden,
moeten de hoofdsteunen altijd volledig zijn uitgetrokken.
Alle afstellingen mogen uitsluitend bij een
stilstaande auto worden uitgevoerd. De
hoofdsteunen moeten zo worden ingesteld dat
ze het hoofd ondersteunen en niet de nek. Alleen in
deze positie bieden ze bescherming. Voor een opti-
male bescherming moet de rugleuning zo zijn in-
gesteld dat u rechtop zit en dat uw hoofd zich zo
dicht mogelijk bij de hoofdsteun bevindt.
ACHTER fig. 19
(voor bepaalde uitvoeringen/markten)
Afhankelijk van de uitvoering zijn er vaste of in hoogte
verstelbare hoofdsteunen.
001-142 Delta NL 3ed Allin. 4ed 20-04-2010 16:47 Pagina 48
Page 50 of 276
WEGWIJS IN UW AUTO49
1
STUURWIEL
Het stuurwiel kan zowel in lengterichting als in hoogte
worden versteld.
Ga voor het verstellen als volgt te werk: trek de hendel
fig. 20 omhoog in stand 1, plaats het stuur in de gewens-
te stand en vergrendel daarna het stuur door de hendel
in stand 2 te plaatsen.
SPIEGELS
BINNENSPIEGEL fig. 21
De binnenspiegel is voorzien van een beveiligingsmecha-
nisme, waardoor de spiegel bij een krachtig contact met
een inzittende losschiet.
Met het hendeltje A kan de spiegel in twee standen wor-
den gezet: normale of anti-verblindingsstand.
ELEKTRONISCH DIMBARE BINNENSPIEGEL
(voor bepaalde uitvoeringen/markten)
Enkele uitvoeringen zijn voorzien van een elektronisch
dimbare binnenspiegel met automatische anti-verblin-
dingsfunctie.
Verstel het stuurwiel alleen als de auto stil-
staat en de motor is afgezet.
fig. 21L0E0013mfig. 20L0E0012m
001-142 Delta NL 3ed Allin. 4ed 20-04-2010 16:47 Pagina 49
Page 51 of 276
50WEGWIJS IN UW AUTO
Als u de achteruit inschakelt, wordt de spiegel altijd in-
gesteld op daggebruik.
BUITENSPIEGELS fig. 22
Ga voor het verstellen van de buitenspiegels als volgt te
werk:
❍kies met de schakelaar B welke spiegel u wilt verstel-
len;
❍met de knop A kunt u de spiegel in 4 richtingen ver-
stellen.Buitenspiegels inklappen fig. 23
Indien noodzakelijk (bijv. bij nauwe doorgangen) kan de
spiegel van geopende stand 1 in gesloten stand 2 worden
geklapt.
Op enkele uitvoeringen kunnen de buitenspiegels elek-
trisch worden ingeklapt met de betreffende knop.
fig. 22L0E0014mfig. 23L0E0015m
Als u rijdt, moeten de spiegels altijd in
stand 1 staan. De buitenspiegels zijn bol,
waardoor de afstandswaarneming iets wordt
beïnvloed.
001-142 Delta NL 3ed Allin. 4ed 20-04-2010 16:47 Pagina 50
Page 52 of 276
WEGWIJS IN UW AUTO51
1
KLIMAATREGELING
LUCHTROOSTERS fig. 24
1. Luchtroosters voor ontwasemen of ontdooien voorruit – 2. Verstelbare en regelbare luchtroosters in het midden –
3. Verstelbare en regelbare luchtroosters aan de zijkant – 4. Vaste luchtroosters voor zijruiten – 5. Luchtroosters on-
der – 6. Verstelbare en regelbare luchtroosters achter.
L0E0016mfig. 24
001-142 Delta NL 3ed Allin. 4ed 20-04-2010 16:47 Pagina 51
Page 53 of 276
52WEGWIJS IN UW AUTO
HANDBEDIENDE AIRCONDITIONING
L0E0017mfig. 25
BEDIENINGSKNOPPEN fig. 25
A. Draaiknop voor luchttemperatuur (rood-warm /
blauw-koud)
B. Draaiknop voor regeling aanjagersnelheid
C. Draaiknop voor luchtverdeling
μgericht op het lichaam en naar de zijruiten∑gericht op het lichaam, naar de zijruiten en de
beenruimten
∂alleen gericht naar de beenruimten
∏gericht naar de beenruimten en de voorruit
-alleen gericht naar de voorruit.
001-142 Delta NL 3ed Allin. 4ed 20-04-2010 16:47 Pagina 52
Page 54 of 276

WEGWIJS IN UW AUTO53
1
BELANGRIJK Het verdient aanbeveling om de luchtre-
circulatie in te schakelen in de file of in tunnels. Hiermee
wordt voorkomen dat vervuilde lucht het interieur be-
reikt. Het is niet raadzaam dit systeem langdurig te laten
werken, omdat anders, vooral als u met meerdere per-
sonen in de auto zit, de kans aanzienlijk toeneemt dat
de ruiten beslaan.
D. Drukknop voor in-/uitschakelen luchtrecirculatie
(lampje brandt bij ingeschakelde functie).
E Drukknop voor in-/uitschakelen aircocompressor
(lampje brandt bij ingeschakelde functie).
F Drukknop voor in-/uitschakelen achterruitverwarming.
Bij inschakeling gaat het lampje op de knop branden.
De functie is voorzien van een tijdschakeling om de
lading van de accu te behouden, waardoor de func-
tie na ongeveer 20 minuten automatisch wordt uit-
geschakeld.SNELLE ONTWASEMING/ONTDOOIING VAN DE
VOORRUIT EN DE ZIJRUITEN VOOR (MAX-DEF)
Ga als volgt te werk:
❍draai de knop A in het rode vlak;
❍draai de knop C in stand
Ú;
❍draai de knop D in stand -;
❍draai de knop B in stand 4 -(maximale aanjager-
snelheid).
BELANGRIJK De airconditioning kan goed gebruikt wor-
den om de ruiten sneller te ontwasemen, omdat de lucht
wordt ontvochtigd. Stel de bedieningsorganen in zoals hier-
voor beschreven en schakel de airconditioning in door de
knop B in te drukken; het lampje op de knop gaat branden.
ONDERHOUD VAN HET SYSTEEM
Schakel in de winter de airconditioning 1 keer per maand
gedurende 10 minuten in. Laat voor het zomerseizoen de
werking van de airconditioning door het Lancia Service-
netwerk controleren.
001-142 Delta NL 3ed Allin. 4ed 20-04-2010 16:47 Pagina 53
Page 55 of 276
54WEGWIJS IN UW AUTO
AUTOMATISCHE AIRCONDITIONING MET GESCHEIDEN REGELING
(voor bepaalde uitvoeringen/markten)
L0E0018mfig. 26
De auto is uitgerust met een airconditioning met geschei-
den luchttemperatuurregeling fig. 26 voor bestuurders-
en passagierszijde.Dit systeem is uitgerust met AQS (Air Quality System) dat
automatisch de luchtrecirculatie inschakelt als vervuilde
buitenlucht wordt gesignaleerd (bijvoorbeeld in een file
en in tunnels).
001-142 Delta NL 3ed Allin. 4ed 20-04-2010 16:47 Pagina 54
Page 56 of 276

WEGWIJS IN UW AUTO55
1
AIRCONDITIONING INSCHAKELEN
Het systeem kan op verschillende manieren worden in-
geschakeld, maar aangeraden wordt eerst de gewenste
temperaturen op het display in te stellen en daarna de
knop AUTO in te drukken.
Met de airconditioning kan de temperatuur voor de be-
stuurder en de passagier apart worden ingesteld. Het maxi-
male temperatuurverschil is 7 °C.
De aircocompressor schakelt alleen in als de buitentem-
peratuur hoger is dan 4 °C.
Bij lage buitentemperaturen raden wij u aan
om de recirculatiefunctie niet te gebruiken,
omdat hierdoor de ruiten sneller kunnen
beslaan.
Automatische werking van de airconditioning
(functie AUTO) A-fig. 26
Als u de knop AUTO indrukt, regelt het systeem auto-
matisch:
❍de hoeveelheid naar het interieur toegevoerde lucht;
❍de luchtverdeling in het interieur;
waarbij alle voorafgaande handmatige instellingen wor-
den opgeheven.
Tijdens de automatische werking van de airconditioning
verschijnt op het display de melding FULL AUTO.
Tijdens de automatische werking is het altijd mogelijk
de ingestelde temperaturen te veranderen en handmatig
een van de volgende handelingen uit te voeren:
❍regelen aanjagersnelheid;
❍instellen luchtverdeling;
❍in- en uitschakelen luchtrecirculatie en AQS-functie;
❍inschakelen aircocompressor.
001-142 Delta NL 3ed Allin. 4ed 20-04-2010 16:47 Pagina 55