Page 217 of 276

216ONDERHOUD EN ZORG
GEPROGRAMMEERD ONDERHOUD
Doelmatig onderhoud is een beslissende factor voor een
lange levensduur, de beste prestaties en een zo zuinig mo-
gelijk gebruik van de auto.
Om dit te realiseren heeft Lancia een reeks controle- en
onderhoudsbeurten samengesteld die iedere 30.000 km
(benzine-uitvoeringen) en iedere 35.000 km (dieseluit-
voeringen) moet worden uitgevoerd.
Onthoud echter dat het geprogrammeerd onderhoud niet
volledig toereikend is om de auto in optimale staat te hou-
den: zowel in de beginperiode voor de servicebeurt
bij 30.000/35.000 kilometer als daarna, tussen twee ser-
vicebeurten in, moet regelmatig wat aandacht aan de au-
to worden geschonken. Controleer bijvoorbeeld regelma-
tig de bandenspanning en de vloeistofniveaus en vul de-
ze laatste zo nodig bij.
BELANGRIJK De servicebeurten van het Geprogram-
meerd Onderhoud zijn door de fabrikant voorgeschreven.
Het niet uitvoeren van deze servicebeurten kan het ver-
vallen van de garantie tot gevolg hebben.De werkzaamheden van het Geprogrammeerd Onderhoud
kunnen door het Lancia Servicenetwerk tegen vaste ta-
rieftijden worden uitgevoerd.
Eventuele reparaties die nodig blijken tijdens het uitvoe-
ren van de diverse inspecties en controles van het gepro-
grammeerd onderhoud, worden uitsluitend na toestem-
ming van de klant uitgevoerd.
BELANGRIJK Het is raadzaam eventuele kleine defec-
ten onmiddellijk door het Lancia Servicenetwerk te laten
verhelpen en daarmee niet te wachten tot de volgende ser-
vicebeurt.
Als de auto vaak wordt gebruikt voor het trekken van aan-
hangers, moeten er kortere intervallen worden aangehou-
den voor de werkzaamheden van het geprogrammeerd on-
derhoud.
215-242 Delta NL 3ed Allin. 4ed 20-04-2010 16:55 Pagina 216
Page 218 of 276

ONDERHOUD EN ZORG217
5
30 60 90 120 150 180
●●● ●●●
●●● ●●●
●●● ●●●
●●● ●●●
●●● ●●●
●●● ●●●
●●● ●●●
●●● ●●●
●●● ●●●
●●● ●●●
●●
●●
GEPROGRAMMEERD ONDERHOUDSSCHEMA
Benzine-uitvoeringen
× 1000 km
Banden op conditie en slijtage controleren en bandenspanning eventueel herstellen
Werking verlichting (koplamp- en achterlichtunits, richtingaanwijzers,
waarschuwingsknipperlichten, bagageruimte, interieur,
waarschuwings-/controlelampjes enz.) controleren
Werking ruitenwissers/-sproeiers voor/achter controleren
Stand wisserbladen voor/achter controleren en wisserbladen op slijtage controleren
Remblokken voor (schijfremmen) op conditie en slijtage controleren
en werking waarschuwingslampje voor versleten remblokken controleren
Remblokken achter (schijfremmen) op conditie en slijtage controleren
Visueel de conditie controleren van: buitenzijde carrosserie,
bodemplaatbescherming, uitlaat, brandstof- en remleidingen, rubber delen
(stofkappen, hoezen enz.), en rubber slangen van het rem- en brandstofsysteem
Vergrendelmechanismen van de motorkap en achterklep
op vervuiling controleren en mechanismen smeren
Vloeistofniveaus controleren en eventueel bijvullen (remsysteem, hydraulische
koppelingbediening, ruitensproeiers, accu, motorkoelsysteem enz.)
Handrem controleren en eventueel afstellen
Conditie van aandrijfriemen voor hulporganen visueel controleren
Conditie van getande distributieriem visueel controleren
215-242 Delta NL 3ed Allin. 4ed 20-04-2010 16:55 Pagina 217
Page 219 of 276

218ONDERHOUD EN ZORG
30 60 90 120 150 180
●●● ●●●
●●
●●● ●●●
●
●
●●● ●●●
●●●
●●● ●●●
●●●
●●● ●●●× 1000 km
Uitlaatgasemissie controleren
Benzinedamp-opvangsysteem controleren
Motormanagementsysteem controleren (m.b.v. diagnosestekker)
Aandrijfriem(en) voor hulporganen vervangen
Getande distributieriem vervangen (*)
Bougies vervangen
Luchtfilterelement vervangen
Motorolie en oliefilter vervangen (of om de 24 maanden)(**)
Remvloeistof vervangen (of om de 24 maanden)
Pollenfilter vervangen (of om de 15 maanden)
(*) Ongeacht de kilometerstand moet de distributieriem bij zware bedrijfsomstandigheden (koude klimaten, gebruik in stadsverkeer,
langdurig stationair draaien) om de 4 jaar worden vervangen of in ieder geval om de 5 jaar.
(**) Als de auto overwegend in stadsverkeer gebruikt wordt en in elk geval als de auto jaarlijks minder dan 10.000 km rijdt, dan
moet de motorolie en het oliefilter iedere 12 maanden worden vervangen.
Om de juiste werking te garanderen en om ernstige schade aan de motor te voorkomen, is voor de uitvoeringen 1.4 Turbo Jet het
volgende van fundamenteel belang:
– gebruik uitsluitend het merk en type bougies dat specifiek voor de Turbo Jet-motor is voorgeschreven (zie de paragraaf „Motor”);
– houdt u strikt aan het vervangingsinterval van de bougies dat in het Geprogrammeerd Onderhoudsschema staat aangegeven;
– het is raadzaam u hiervoor tot het Lancia Servicenetwerk te wenden.
215-242 Delta NL 3ed Allin. 4ed 20-04-2010 16:55 Pagina 218
Page 220 of 276

ONDERHOUD EN ZORG219
5
35 70 105 140 175
●● ● ● ●
●● ● ● ●
●● ● ● ●
●● ● ● ●
●● ● ● ●
●● ● ● ●
●● ● ● ●
●● ● ● ●
●● ● ● ●
●● ● ● ●
●●
●● ● ● ●
●●
Dieseluitvoeringen
× 1000 km
Banden op conditie en slijtage controleren en bandenspanning eventueel herstellen
Werking verlichting (koplamp- en achterlichtunits, richtingaanwijzers,
waarschuwingsknipperlichten, bagageruimte, interieur,
waarschuwings-/controlelampjes enz.) controleren
Werking ruitenwissers/-sproeiers voor/achter controleren
Stand wisserbladen voor/achter controleren en wisserbladen op slijtage controleren
Remblokken voor (schijfremmen) op conditie en slijtage controleren
en werking waarschuwingslampje voor versleten remblokken controleren
Remblokken achter (schijfremmen) op conditie en slijtage controleren
Visueel de conditie controleren van: buitenzijde carrosserie, bodemplaatbescherming,
uitlaat, brandstof- en remleidingen, rubber delen (stofkappen, hoezen enz.),
en rubber slangen van het rem- en brandstofsysteem
Vergrendelmechanismen van de motorkap en achterklep
op vervuiling controleren en mechanismen smeren
Vloeistofniveaus controleren en eventueel bijvullen (remsysteem, hydraulische
koppelingbediening, ruitensproeiers, accu, motorkoelsysteem enz.)
Handrem controleren en eventueel afstellen
Spanning van aandrijfriemen voor hulporganen controleren en eventueel afstellen
(behalve uitvoeringen met automatische riemspanners)
Uitlaatgasemissie/roetuitstoot controleren
Conditie van aandrijfriemen voor hulporganen visueel controleren
215-242 Delta NL 3ed Allin. 4ed 20-04-2010 16:55 Pagina 219
Page 221 of 276

220ONDERHOUD EN ZORG
35 70 105 140 175
●● ● ● ●
●
●
●●
●●
●● ● ● ●
●●
●● ● ● ●× 1000 km
Motormanagementsysteem controleren (m.b.v. diagnosestekker)
Aandrijfriemen voor hulporganen vervangen
Getande distributieriem vervangen (*)
Brandstoffilter vervangen
Luchtfilterelement vervangen
Motorolie en oliefilter vervangen (uitvoeringen zonder DPF) (of om de 24 maanden)
Motorolie en oliefilter vervangen (uitvoeringen met DPF)(**)
Remvloeistof vervangen (of om de 24 maanden)
Pollenfilter vervangen (of om de 15 maanden)
(*) Ongeacht de kilometerstand moet de distributieriem bij zware bedrijfsomstandigheden (koude klimaten, gebruik in stadsver-
keer, langdurig stationair draaien) om de 4 jaar worden vervangen of in ieder geval om de 5 jaar.
(**) De motorolie en het oliefilter moeten worden vervangen bij een brandend waarschuwingslampje op het instrumentenpaneel
(zie het hoofdstuk “Lampjes en berichten”) of in ieder geval om de 2 jaar.
Als de auto vooral in stadsverkeer wordt gebruikt, moeten de motorolie en het motorfilter elke 12 maanden worden vervangen.
215-242 Delta NL 3ed Allin. 4ed 20-04-2010 16:55 Pagina 220
Page 222 of 276

ONDERHOUD EN ZORG221
5
PERIODIEKE CONTROLES
Iedere 1.000 km of voor een lange reis controleren en even-
tueel bijvullen:
❍niveau van de motorkoelvloeistof;
❍niveau van de remvloeistof;
❍niveau van de ruitensproeiervloeistof;
❍conditie en spanning van de banden;
❍werking verlichting (koplamp-/achterlichtunits, rich-
tingaanwijzers, waarschuwingsknipperlichten enz.);
❍werking ruitenwissers/-sproeiers voor/achter en
stand/slijtage wisserbladen voor/achter.
Iedere 3.000 km controleren en eventueel bijvullen: mo-
torolieniveau.
Gebruik bij voorkeur producten van PETRONAS LU-
BRICANTS omdat die speciaal zijn afgestemd op de Lan-
cia-modellen (zie de „Vullingstabel” in hoofdstuk „6”).
ZWAAR GEBRUIK VAN DE AUTO
Als de auto overwegend onder zware bedrijfsomstandig-
heden rijdt, zoals:
❍trekken van aanhangers of caravans;
❍rijden op stoffige wegen;
❍veel korte ritten (minder dan 7-8 km) en bij buiten-
temperaturen onder nul;
❍veel langdurig stationair draaiende motor of lange rit-
ten bij lage snelheden (bijv. bij huis-aan-huis bezor-
ging) of als de auto lang stilstaat;
❍in de stad.
215-242 Delta NL 3ed Allin. 4ed 20-04-2010 16:55 Pagina 221
Page 223 of 276

222ONDERHOUD EN ZORG
Is het noodzakelijk de volgende controles vaker uit te voe-
ren, dan in het Geprogrammeerd Onderhoudsschema staat
aangegeven:
❍remblokken voor (schijfremmen) op conditie en slij-
tage controleren;
❍vergrendelmechanismen van de motorkap en achterklep
op vervuiling controleren en mechanismen smeren;
❍visueel de conditie controleren van: motor, versnel-
lingsbak, aandrijfassen, uitlaat, brandstof- en rem-
leidingen, rubber delen (stofkappen, hoezen enz.) en
rubber slangen van rem- en brandstofsysteem;❍acculading en niveau van het elektrolyt in de accu con-
troleren (zie paragraaf „Accu – Acculading en niveau
elektrolyt controleren” in dit hoofdstuk);
❍conditie van aandrijfriemen voor hulporganen visu-
eel controleren;
❍pollenfilter controleren en eventueel vervangen; dit is
vooral raadzaam als een beperking in de capaciteit van
de ventilatie wordt geconstateerd;
❍luchtfilter controleren en eventueel vervangen.
215-242 Delta NL 3ed Allin. 4ed 20-04-2010 16:55 Pagina 222
Page 224 of 276
ONDERHOUD EN ZORG223
5
NIVEAUS CONTROLEREN –Uitvoering 1.4 Turbo Jet
fig. 1L0E0092m
215-242 Delta NL 3ed Allin. 4ed 20-04-2010 16:55 Pagina 223