Page 97 of 276
96WEGWIJS IN UW AUTO
fig. 64L0E0222m
001-142 Delta NL 3ed Allin. 4ed 20-04-2010 16:47 Pagina 96
Page 98 of 276
WEGWIJS IN UW AUTO97
1
fig. 65L0E0053m
MOTORKAP
OPENEN fig. 65
Ga als volgt te werk:
❍trek de hendel A in de richting van de pijl;
❍bedien het hendeltje B zoals is aangegeven in de figuur;
❍til de motorkap op en trek gelijktijdig de steunstang C
uit de klem; steek vervolgens het uiteinde van de stang
in de grote opening D in de motorkap en druk de stang
in de veilige stand (kleine opening) zoals is afgebeeld
in de figuur.
Als de steunstang verkeerd geplaatst wordt,
kan de motorkap onverwacht dichtvallen.
Voer deze handelingen alleen uit als de au-
to stilstaat.
Controleer of de armen van de ruitenwissers
tegen de ruit aanstaan voordat u de motor-
kap optilt.
001-142 Delta NL 3ed Allin. 4ed 20-04-2010 16:47 Pagina 97
Page 99 of 276

98WEGWIJS IN UW AUTO
Wees voorzichtig als u werkzaamheden in de
motorruimte moet verrichten en de motor nog
warm is, om brandwonden te voorkomen.
Kom niet met uw handen in de buurt van de elek-
troventilateur: de elektroventilateur kan, ook bij uit-
geschakeld contact, onverwacht inschakelen. Wacht
tot de motor is afgekoeld.
Pas op met sjaals, dassen of loszittende kle-
dingstukken omdat ook deze door de bewe-
gende onderdelen kunnen worden gegrepen.
Sluiten fig. 65
Ga als volgt te werk:
❍Houd de motorkap met een hand omhoog, trek met de
andere hand de stang C uit de zitting D en plaats de
steunstang terug in de klem;
❍Laat de motorkap tot op ongeveer 20 cm van de mo-
torruimte zakken, laat de motorkap vallen en contro-
leer of de motorkap goed is gesloten door deze op te
tillen. De motorkap mag niet alleen door de beveiliging
vergrendeld zijn. Druk in dit laatste geval de motor-
kap niet dicht, maar til hem opnieuw op en herhaal de
handeling.
Om veiligheidsredenen moet de motorkap tij-
dens het rijden altijd goed gesloten zijn. Con-
troleer daarom altijd of de motorkap goed
vergrendeld is. Als u tijdens het rijden merkt dat de
motorkap niet goed is vergrendeld, stop dan on-
middellijk en sluit de motorkap op de juiste wijze.
001-142 Delta NL 3ed Allin. 4ed 20-04-2010 16:47 Pagina 98
Page 100 of 276
WEGWIJS IN UW AUTO99
1
IMPERIAAL/SKIDRAGER
BEVESTIGINGSPUNTEN
De bevestigingspunten bevinden zich op de in fig. 66 aan-
gegeven plaatsen en zijn uitsluitend bereikbaar bij geo-
pende portieren.
In het Lancia Lineaccessori-programma is een imperi-
aal/skidrager opgenomen die speciaal voor de achterklep
is ontwikkeld.
BELANGRIJK U dient zich strikt aan de montagevoor-
schriften te houden die bij de set zijn geleverd. De mon-
tage moet altijd door deskundige personen worden uit-
gevoerd.
fig. 66L0E0111m
Houdt u strikt aan de wettelijke bepalingen
betreffende de maximale afmetingen.
Verdeel de lading gelijkmatig en houd tijdens
de rit rekening met een verhoogde zijwindge-
voeligheid.
Het maximum laadvermogen van de auto mag
nooit overschreden worden (zie hoofdstuk „6”).
001-142 Delta NL 3ed Allin. 4ed 20-04-2010 16:47 Pagina 99
Page 101 of 276

100WEGWIJS IN UW AUTO
KOPLAMPEN
KOPLAMPEN AFSTELLEN
Goed afgestelde koplampen zijn belangrijk voor het com-
fort en de veiligheid van uzelf en de overige weggebrui-
kers. Bovendien zijn er wettelijke voorschriften met be-
trekking tot de koplampafstelling.
Voor optimaal zicht en zichtbaarheid moeten de koplam-
pen op de juiste wijze zijn afgesteld.
Wendt u voor controle of afstelling tot het Lancia Servi-
cenetwerk.
Controleer de afstelling van de koplampen telkens als het
gewicht of de plaats van de lading wijzigt.
KOPLAMPVERSTELLING fig. 67
De auto is uitgerust met een elektrische koplampverstel-
ling, die werkt met de contactsleutel in stand MAR en in-
geschakeld dimlicht.
Als de auto beladen is, helt hij achterover. Het gevolg is
dat de lichtbundel meer naar boven schijnt.
In dit geval moeten de koplampen worden versteld met de
knoppen A en B.
Het display toont de stand gedurende de koplampver-
stelling.Correcte standen op basis van de beladingsgraad
Stand 0 – een of twee personen op de voorstoelen.
Stand 1 – vijf personen.
Stand 2 – vijf personen + bagage.
Stand 3 – bestuurder + maximale lading in de bagage-
ruimte.
MISTLAMPEN VOOR AFSTELLEN
(voor bepaalde uitvoeringen/markten)
Wendt u voor controle of afstelling tot het Lancia Servi-
cenetwerk.
fig. 67L0E0054m
001-142 Delta NL 3ed Allin. 4ed 20-04-2010 16:47 Pagina 100
Page 102 of 276

WEGWIJS IN UW AUTO101
1
KOPLAMPAFSTELLING IN HET BUITENLAND
De dimlichten zijn afgesteld voor gebruik in het land waar-
in de auto is verkocht. In die landen waarin aan de an-
dere zijde van de weg wordt gereden, moet om het tege-
moetkomende verkeer niet te verblinden, een gedeelte van
de koplampen worden afgeplakt overeenkomstig de wet-
geving van het land waarin u rijdt.
ADAPTIEVE VERLICHTING
(AFS – Adaptive Xenon Light)
Dit systeem past de lichtbundel van de xenonlampen con-
tinu en automatisch aan de rij-omstandigheden aan bij
richtingveranderingen en in bochten. Het systeem richt de
lichtbundel zo dat de weg optimaal verlicht wordt en houdt
daarbij rekening met de snelheid van de auto, de scherp-
te van de bocht en de snelheid van de stuurbeweging.Systeem in-/uitschakelen fig. 68
De adaptieve verlichting schakelt automatisch in bij het
starten van de auto. In dat geval blijft het lampje (geel)
op de knop A gedoofd.
Als u op de knop A drukt, worden de adaptieve lichten
(indien ingeschakeld) uitgeschakeld en gaat het lampje op
de knop A constant branden. De adaptieve verlichting op-
nieuw inschakelen: druk opnieuw op de knop A (lampje
op de knop gedoofd).
Bij een storing in het systeem knippert het lampje
fop
het instrumentenpaneel of verschijnt het symbool
fen
een bijbehorende melding op het display (voor bepaalde
uitvoeringen/markten).
fig. 68L0E0055m
001-142 Delta NL 3ed Allin. 4ed 20-04-2010 16:47 Pagina 101
Page 103 of 276

102WEGWIJS IN UW AUTO
DST-SYSTEEM
(Dynamic Steering Torque)
Dit systeem is in de ESP-regeleenheid geïntegreerd en ad-
viseert via de elektrische stuurbekrachtiging over vereis-
te stuurcorrecties tijdens het rijden. Het systeem oefent
een kracht uit op het stuurwiel waardoor het veiligheids-
gevoel wordt vergroot, omdat het helpt de auto onder con-
trole te houden en het de correcties van het ESP 2-systeem
minder ingrijpend en minder waarneembaar maakt.
Storingsmelding
Bij een storing in het systeem wordt het automatisch uit-
geschakeld en gaat lampje èop het instrumentenpaneel
continu branden. Bovendien verschijnt er een melding op
het display. Wendt u in dat geval tot het Lancia Service-
netwerk.
SPORT-FUNCTIE
(voor bepaalde uitvoeringen/markten)
De auto kan zijn uitgerust met een keuzesysteem voor twee
soorten rijstijlen: normaal en sportief.
Als u op de SPORT-knop fig. 69 drukt, wordt de sport-
functie ingeschakeld. Hierdoor reageert de motor sneller
op gaspedaalbewegingen en is meer kracht nodig voor het
draaien van het stuur voor een optimaal stuurgevoel.
fig. 69L0E0058m
001-142 Delta NL 3ed Allin. 4ed 20-04-2010 16:47 Pagina 102
Page 104 of 276

WEGWIJS IN UW AUTO103
1
Als de functie is ingeschakeld, wordt op het display van
het instrumentenpaneel het opschrift „S” verlicht. Druk
nogmaals op de knop om deze functie uit te schakelen en
de instelling voor normaal rijden te herstellen.
BELANGRIJK Als u de SPORT-knop indrukt, wordt de
functie na ongeveer 5 seconden ingeschakeld.
BELANGRIJK De benodigde stuurkracht kan toenemen
bij langdurige parkeermanoeuvres; dit is een normaal ver-
schijnsel om oververhitting van de motor voor de stuur-
bekrachtiging te voorkomen. In deze situatie zijn er geen
reparaties vereist. Als u de auto een volgende keer weer
gebruikt, zal de stuurbekrachtiging weer normaal werken.Het is streng verboden om de-/montage-
werkzaamheden uit te voeren, waarvoor wij-
zigingen in de stuurinrichting of de stuur-
kolom vereist zijn (bijv. bij montage van een
diefstalbeveiliging). Hierdoor kunnen de prestaties
van het systeem, de garantie en de veiligheid in ge-
vaar worden gebracht en voldoet de auto niet meer
aan de typegoedkeuring.
Zet altijd de motor uit en verwijder de con-
tactsleutel uit het contactslot, waardoor het
stuurwiel wordt vergrendeld, voordat er on-
derhoudswerkzaamheden worden uitgevoerd, voor-
al als de auto met de wielen los van de grond staat.
Als dit niet mogelijk is (als de sleutel in stand MAR
moet staan of de motor moet draaien), moet de
hoofdzekering van de elektrische stuurbekrachti-
ging worden verwijderd.
Bij enkele uitvoeringen kan de SPORT-func-
tie niet worden ingeschakeld als de CITY-
functie ingeschakeld is.
Om de SPORT-functie te kunnen inschakelen moet
eerst de CITY-functie worden uitgeschakeld en om-
gekeerd, omdat de kenmerken van deze twee func-
ties tegenstrijdig zijn.
001-142 Delta NL 3ed Allin. 4ed 20-04-2010 16:47 Pagina 103