Page 145 of 276

144VEILIGHEID
VEILIGHEIDSGORDELS
GEBRUIK VAN DE VEILIGHEIDSGORDELS fig. 1
Ga goed rechtop zitten, steun tegen de rugleuning en leg
dan de gordel om.
Maak de gordels vast door de gesp A in de sluiting B te
drukken, totdat hij hoorbaar blokkeert. Als tijdens het uit-
trekken van de gordel de rolautomaat blokkeert, laat dan
de gordel een stukje teruglopen en trek de gordel vervol-
gens weer geleidelijk uit.
Voor het losmaken van de gordel moet u op de knop C
drukken. Begeleid de gordel tijdens het teruglopen om te
voorkomen dat de gordelband draait. Via de rolautomaat
wordt de lengte van de gordel automatisch aangepast aan
het postuur van de drager, waarbij voldoende bewegings-
ruimte overblijft.Als de auto op een steile helling staat, kan de rolautomaat
blokkeren; dit is een normaal verschijnsel. Bovendien blok-
keert de oprolautomaat als u de gordel snel uittrekt. Hij
blokkeert ook bij hard remmen, botsingen en bij hoge snel-
heden in bochten. De achterbank is voorzien van drie-
punts-veiligheidsgordels met rolautomaat.
Druk tijdens het rijden niet op de knop C.
Bedenk dat achterpassagiers die geen gordel
dragen tijdens een ernstig ongeval, niet alleen
zelf aan gevaar worden blootgesteld maar
ook gevaar opleveren voor de inzittenden voor.
fig. 1L0E0061m
143-164 Delta NL 3ed Allin. 4ed 20-04-2010 16:50 Pagina 144
Page 146 of 276

VEILIGHEID145
2
De veiligheidsgordels achter moeten worden omgelegd zo-
als is aangegeven in het afgebeelde schema in fig. 2.
BELANGRIJK Plaats de veiligheidsgordels op de juiste
wijze terug als de achterbank weer in de normale ge-
bruiksstand wordt gezet, zodat ze altijd direct klaar voor
gebruik zijn.
BELANGRIJK Als door een beweging van de achterbank
de veiligheidsgordel van de middelste zitplaats achter tij-
delijk blokkeert, dan kunt u de normale situatie herstel-
len door de achterbank naar de achterkant van de auto
te verschuiven.
fig. 2L0E0062m
SBR-SYSTEEM
De auto is uitgerust met het SBR-systeem (Seat Belt Re-
minder), dat de bestuurder en de passagier voor op de vol-
gende wijze waarschuwt als de veiligheidsgordel niet is
omgelegd.
❍de eerste 6 seconden gaat lampje
en klinkt er een ononderbroken akoestisch signaal;
❍de daaropvolgende 96 seconden knippert het lampje
Voor permanente uitschakeling dient u zich tot het Lan-
cia servicenetwerk te wenden.
Het SBR-systeem kan ook via het setup-menu van het dis-
play weer worden geactiveerd.
143-164 Delta NL 3ed Allin. 4ed 20-04-2010 16:50 Pagina 145
Page 147 of 276

146VEILIGHEID
GORDELSPANNERS
Voor een nog effectievere bescherming zijn de veilig-
heidsgordels van de auto voorzien van gordelspanners. Dit
systeem trekt bij een heftige botsing de gordel enige cen-
timeters aan. Op deze wijze worden de inzittenden veel
beter op hun plaats gehouden en wordt de voorwaartse
beweging beperkt. Het blokkeren van de veiligheidsgor-
del geeft aan dat de gordelspanner in werking is geweest;
de gordel wordt niet meer opgerold, ook niet als hij wordt
begeleid.
Deze auto is bovendien uitgerust met een tweede gordel-
spanner (ter hoogte van de dorpel). Een ingekorte meta-
len kabel geeft aan dat het systeem in werking is getreden.
BELANGRIJK Voor een maximale bescherming door de
gordelspanner moet de veiligheidsgordel zo worden om-
gelegd dat hij goed aansluit op borst en bekken.
Tijdens de werking van de gordelspanner kan er een beet-
je rook ontsnappen. Deze rook is niet schadelijk en duidt
niet op brand. De gordelspanner behoeft geen enkel on-
derhoud of smering. Elke verandering van de oorspron-
kelijke staat zal de doelmatigheid verminderen. Als de gor-
delspanner door extreme natuurlijke omstandigheden
(bijv. overstromingen en vloedgolven) met water en mod-
der in contact is geweest, dan moet de spanner worden
vervangen.
De gordelspanner werkt slechts eenmaal. Als
de gordelspanners hebben gewerkt, moet
u zich tot het Lancia Servicenetwerk wen-
den om ze te laten vervangen. De geldigheid van het
systeem staat vermeld op een plaatje dat zich op
de portierstijl bevindt: laat voor het verstrijken van
deze termijn het systeem door het Lancia Service-
netwerk vervangen.
Werkzaamheden waarbij stoten, sterke tril-
lingen of verhitting (maximaal 100°C gedu-
rende ten hoogste 6 uur) optreden, kunnen de
gordelspanners beschadigen of activeren: bij die om-
standigheden horen niet trillingen die voortgebracht
worden door een slecht wegdek of door contacten met
kleine obstakels zoals trottoirbanden. Wendt u altijd
tot het Lancia Servicenetwerk.
143-164 Delta NL 3ed Allin. 4ed 20-04-2010 16:50 Pagina 146
Page 148 of 276

VEILIGHEID147
2
TREKKRACHTBEGRENZERS
Om de veiligheid bij een ongeval te vergroten, zijn de op-
rolautomaten van de gordels voorzien van trekkrachtbe-
grenzers die tijdens een frontale aanrijding de piekbelas-
ting op de borst en schouders beperken.
ALGEMENE OPMERKINGEN OVER HET
GEBRUIK VAN VEILIGHEIDSGORDELS
De bestuurder is verplicht zich te houden aan de wette-
lijke voorschriften met betrekking tot het verplichte ge-
bruik van de veiligheidsgordels (en de inzittenden erop at-
tent te maken). Leg de veiligheidsgordel altijd om voor-
dat u vertrekt.
Ook zwangere vrouwen moeten een gordel dragen: ook
voor hen (zowel voor de aanstaande moeder als het kind)
is de kans op letsel bij een ernstig ongeval kleiner als ze
een gordel dragen. Uiteraard moeten zwangere vrouwen
het onderste deel van de gordel meer naar beneden om-
leggen, zodat de gordel over het bekken en onder de buik
langs loopt (zoals is aangegeven in fig. 3).
fig. 3L0E0063m
143-164 Delta NL 3ed Allin. 4ed 20-04-2010 16:50 Pagina 147
Page 149 of 276

148VEILIGHEID
BELANGRIJK De gordelband mag nooit gedraaid zijn.
Het diagonale gordelgedeelte moet via het midden van
de schouder schuin over de borst liggen. Het horizontale
gordelgedeelte moet over het bekken (zoals is aangegeven
in fig. 3) en niet over de buik liggen. Gebruik geen voor-
werpen (wasknijpers, klemmen enz.) die een goed aan-
sluiten van de gordel op het lichaam verhinderen.
BELANGRIJK Iedere gordel dient slechts ter bescherming
van een enkel persoon: gebruik de gordel niet voor een
kind dat bij een volwassene op schoot zit, waarbij de gor-
del beiden zou moeten beschermen. Plaats bovendien geen
enkel voorwerp tussen de gordel en het lichaam van een
inzittende.Voor maximale bescherming moet u de rug-
leuning rechtop zetten, tegen de leuning aan
gaan zitten en de gordel goed laten aanslui-
ten op borst en bekken. Draag altijd veiligheids-
gordels zowel voor als achter in de auto! Rijden zon-
der veiligheidsgordels vergroot het risico op ernstig
letsel of dodelijke afloop bij een ongeval.
Het is streng verboden onderdelen van de veilig-
heidsgordels of gordelspanners te demonteren of
open te maken. Werkzaamheden aan de veilig-
heidsgordels en gordelspanners moeten worden uit-
gevoerd door gekwalificeerd personeel. Wendt
u altijd tot het Lancia Servicenetwerk.
143-164 Delta NL 3ed Allin. 4ed 20-04-2010 16:50 Pagina 148
Page 150 of 276

VEILIGHEID149
2
Als de gordel aan een zware belasting wordt
blootgesteld (bijvoorbeeld tijdens een onge-
val), dan moet de gordel samen met de ver-
ankeringen, bevestigingspunten en de eventueel ge-
monteerde gordelspanners worden vervangen. Ook
als de schade niet zichtbaar is, dan kan de gordel
toch verzwakt zijn.HOE U DE VEILIGHEIDSGORDELS
IN OPTIMALE STAAT HOUDT
Voor het juiste onderhoud van de veiligheidsgordels moe-
ten de volgende aanwijzingen zorgvuldig worden opge-
volgd:
❍zorg dat de gordel goed uitgetrokken en niet gedraaid
is; controleer ook of de oprolautomaat zonder hape-
ringen werkt;
❍vervang de gordels na een ongeval, ook al zijn ze ogen-
schijnlijk niet beschadigd. Vervang de gordels ook als
de gordelspanners in werking zijn geweest;
❍u kunt de gordels met de hand wassen met water en
een neutrale zeep. Spoel ze uit en laat ze in de scha-
duw drogen. Gebruik geen bijtende, blekende of kleu-
rende middelen. Vermijd het gebruik van alle chemi-
sche producten die het weefsel van de gordel kunnen
aantasten;
❍voorkom dat vocht in de oprolautomaat komt: de wer-
king van de oprolautomaten is alleen gegarandeerd,
als ze niet nat zijn geweest;
❍vervang de gordels bij tekenen van slijtage of bescha-
digingen.
143-164 Delta NL 3ed Allin. 4ed 20-04-2010 16:50 Pagina 149
Page 151 of 276

150VEILIGHEID
KINDEREN VEILIG VERVOEREN
Voor optimale bescherming bij een ongeval moeten alle
inzittenden zittend reizen en beschermd worden door
goedgekeurde veiligheidssystemen.
Dit geldt met name voor kinderen.
Dit is een wettelijk voorschrift volgens richtlijn 2003/20/EU
in alle lidstaten van de Europese Unie.
Het hoofd van kleine kinderen is in verhouding met de rest
van het lichaam groter en zwaarder dan dat van volwas-
senen, terwijl spieren en botstructuur nog niet volledig zijn
ontwikkeld.
Daarom moeten kleine kinderen door andere systemen be-
schermd worden dan door de veiligheidsgordels.
De resultaten van het onderzoek over de optimale be-
scherming van kleine kinderen zijn verwerkt in de Euro-
pese ECE/R44-voorschriften die wettelijk verplicht zijn.
De systemen zijn onderverdeeld in vijf groepen:
Groep 0 – gewicht tot aan 10 kg
Groep 0+ – gewicht tot aan 13 kg
Groep 1 gewicht: 9-18 kg
Groep 2 gewicht: 15-25 kg
Groep 3 gewicht: 22-36 kg
ZEER GEVAARLIJK: Monteer absoluut geen
kinderzitje achterstevoren op de passagiers-
stoel voor als de frontairbag aan passa-
gierszijde is ingeschakeld. Als bij een onge-
val de airbag in werking treedt (opblaast),
kan dit ernstig letsel en zelfs de dood tot gevolg heb-
ben. Wij raden u aan kinderen altijd op de zit-
plaatsen achter te vervoeren, omdat die plaatsen bij
een ongeval de meeste bescherming bieden. Kinder-
zitjes mogen beslist nooit op de voorstoel gemon-
teerd worden bij auto’s die zijn uitgerust met een
airbag aan passagierszijde. Als bij een ongeval de
airbag in werking treedt (opblaast), kan dit ern-
stig letsel en zelfs de dood tot gevolg hebben, onge-
acht de zwaarte van het ongeluk. Als er geen ande-
re mogelijkheid is, kunnen kinderen op de voorstoel
aan passagierszijde worden vervoerd bij auto’s die
zijn uitgerust met een uitschakelbare frontairbag
aan passagierszijde. In dit geval moet u er absoluut
zeker van zijn dat de airbag is uitgeschakeld door
te controleren of het waarschuwingslampje
“op het
instrumentenpaneel brandt (zie „Frontairbag aan
passagierszijde” in de paragraaf „Frontairbags”).
Bovendien moet de passagiersstoel zo ver mogelijk
naar achteren zijn geschoven om te voorkomen dat
het kinderzitje eventueel in aanraking komt met het
dashboard.
143-164 Delta NL 3ed Allin. 4ed 20-04-2010 16:50 Pagina 150
Page 152 of 276

VEILIGHEID151
2
Alle systemen moeten zijn voorzien van de typegoedkeu-
ring en van een goed vastgehecht plaatje met het contro-
lemerk, dat absoluut niet mag worden verwijderd.
Kinderen met een lengte van meer dan 1,50 m worden, met
betrekking tot de veiligheidssystemen, gelijkgesteld met
volwassenen en moeten dan ook normaal de veiligheids-
gordels omleggen. In het Lancia Lineaccessori-program-
ma zijn kinderzitjes opgenomen voor elke gewichtsgroep.
Deze zijn speciaal ontworpen en ontwikkeld voor de Lan-
cia-modellen.
GROEP 0 en 0+
Kinderen tot 13 kg moeten in babyzitjes worden vervoerd
die achterstevoren zijn geplaatst, waardoor het achter-
hoofd wordt gesteund en bij plotseling remmen de nek niet
wordt belast.
Het babyzitje moet op zijn plaats worden gehouden door
de veiligheidsgordel van de auto, zoals is aangegeven in
fig. 4, en het kind moet op zijn beurt worden beschermd
door de gordel van het wiegje zelf.
GROEP 1
Kinderen met een gewicht tussen 9 en 18 kg moeten met
het gezicht naar voren worden vervoerd in kinderzitjes.
fig. 4L0E0272m
143-164 Delta NL 3ed Allin. 4ed 20-04-2010 16:50 Pagina 151