Page 33 of 276

32WEGWIJS IN UW AUTO
Dagverlichting (DRL – Smart Daytime Light)
Met deze functie kunt u de dagverlichting in- of uitscha-
kelen.
Ga voor het in- of uitschakelen van deze functie als volgt
te werk:
– druk kort op de knop SET; op het display verschijnt een
submenu;
– druk kort op de knop SET; op het display knippert On
of Off, afhankelijk van de instelling;
– druk op de knop + of – om de keuze uit te voeren;
– druk kort op de knop SET om terug te keren naar het
scherm van het submenu of houd de knop even ingedrukt
om terug te keren naar het scherm van het hoofdmenu
zonder op te slaan;
– druk nogmaals lang op de knop SET om terug te keren
naar het beginscherm of het hoofdmenu, afhankelijk van
waar u zich in het menu bevindt.
Menu verlaten
Laatste functie waarmee de instellingen uit het menu-
scherm worden afgesloten. Druk kort op de knop SET om
terug te keren naar het beginscherm zonder op te slaan.
Als u de knop
Ôindrukt, wordt teruggekeerd naar de eer-
ste menuoptie (Beep Snelheid).STORINGSMELDINGEN OP HET DISPLAY
BELANGRIJK De storingsmeldingen die op het display
verschijnen, zijn onderverdeeld in twee categorieën: ern-
stige storingen en minder ernstige storingen.
De meldingen voor ernstige storingen worden langdurig
„cyclisch” herhaald.
De meldingen voor minder ernstige storingen worden ge-
durende een kortere tijd „cyclisch” herhaald.
U kunt de weergavecyclus van beide categorieën onder-
breken door op de knop SET te drukken. Het lampje (of
het symbool op het display) blijft branden totdat de sto-
ring is verholpen.
Achterklep niet goed gesloten (rood)
Het symbool (voor bepaalde uitvoeringen/mark -
ten) gaat op het display branden als de achter-
klep niet goed gesloten is. Op het display verschijnt
de bijbehorende melding.
R
Motorkap niet goed gesloten (rood)
Het symbool (voor bepaalde uitvoeringen/mark -
ten) gaat op het display branden als de motor-
kap niet goed gesloten is. Op het display ver-
schijnt de bijbehorende melding.
S
001-142 Delta NL 3ed Allin. 4ed 20-04-2010 16:46 Pagina 32
Page 34 of 276

WEGWIJS IN UW AUTO33
1
Kans op gladheid
Als de buitentemperatuur gelijk is aan of lager
wordt dan 3 °C, dan knippert de temperatuur-
aanduiding en verschijnt het symbool
❄op het
display om aan te geven dat er kans op gladheid bestaat.
Op het display verschijnt de bijbehorende melding.Adaptieve verlichting niet beschikbaar
Op het display verschijnt de bijbehorende mel-
ding als de functie Adaptieve verlichting niet
beschikbaar is.
Wendt u tot het Lancia Servicenetwerk. Storing buitenverlichting (geel)
Het symbool op het display gaat branden bij
een storing in de remlichten.
Op het display verschijnt de bijbehorende melding.
W
❄
Rijstrookbewaking ingeschakeld
Op het display verschijnt de bijbehorende mel-
ding als de functie voor rijstrookbewaking
wordt ingeschakeld.
ef
Stuurkoerscorrectie niet beschikbaar
(DST – Dynamic Steering Torque)
Op het display verschijnt de bijbehorende mel-
ding als er een storing is in de stuurkoerscorrectie.
Wendt u tot het Lancia Servicenetwerk.
è
Onderhoudsinterval verstreken
Op het display verschijnt de bijbehorende mel-
ding om aan te geven dat het interval voor een
onderhoudsbeurt van het geprogrammeerd on-
derhoud is verstreken.
Snelheidslimiet overschreden
Op het display verschijnt de bijbehorende melding als de
ingestelde limiet wordt overschreden (voor Arabische lan-
den is de snelheidslimiet 120 km/h). Het symbool op het
display toont de ingestelde snelheidslimiet.
õ
001-142 Delta NL 3ed Allin. 4ed 20-04-2010 16:46 Pagina 33
Page 35 of 276

34WEGWIJS IN UW AUTO
TRIPCOMPUTER
ALGEMEEN
Met de „Tripcomputer” kan, als de contactsleutel in stand
MAR staat, op het display informatie worden weergege-
ven over de werking van de auto. Deze functie bestaat
uit „Trip A” en „Trip B” die onafhankelijk van elkaar wer-
ken en betrekking hebben op de hele rit van de auto.
Beide functies kunnen op nul worden gezet (reset – be-
gin van een nieuwe rit). „Trip A” geeft informatie over:
– Autonomie (actieradius)
– Afgelegde afstand
– Gemiddeld verbruik
– Huidig verbruik
– Gemiddelde snelheid
– Reistijd.
– Trip A Reset
„Trip B” geeft informatie over:
– Afgelegde afstand B
– Gemiddeld verbruik B
– Gemiddelde snelheid B
– Reistijd B.
– Trip B ResetOpmerking De functie „Trip B” kan worden uitgescha-
keld (zie de paragraaf „Trip B inschakelen”). De gegevens
„Autonomie” en „Huidig verbruik” kunnen niet op nul
worden gezet.
Weergegeven gegevens
Autonomie
Geeft de afstand aan die nog gereden kan worden met de
brandstof in de brandstoftank. Op het display verschijnt
de indicatie „----” als:
– de actieradius kleiner is dan 50 km (of 30 mijl);
– de auto langere tijd met draaiende motor stilstaat.
BELANGRIJK De waarde van de actieradius kan door ver-
schillende factoren worden beïnvloed: rijstijl (zie de pa-
ragraaf „Rijstijl” in het hoofdstuk „Starten en rijden”),
type traject (snelwegen, stad, bergen enz.), gebruiksom-
standigheden van de auto (vervoerde lading, banden-
spanning enz.). Houd hier bij het plannen van een reis re-
kening mee.
Afgelegde afstand
Geeft de afstand aan die de auto heeft afgelegd vanaf het
begin van een nieuwe rit.
001-142 Delta NL 3ed Allin. 4ed 20-04-2010 16:46 Pagina 34
Page 36 of 276

WEGWIJS IN UW AUTO35
1
Gemiddeld verbruik
Geeft globaal het gemiddelde brandstofverbruik aan van-
af het begin van een nieuwe rit.
Huidig verbruik
Geeft doorlopend de wijziging in het brandstofverbruik
aan. Als de auto stilstaat met draaiende motor wordt
„----” op het display weergegeven.
Gemiddelde snelheid
Geeft de gemiddelde snelheid van de auto aan op basis
van de tijd die verstreken is vanaf het begin van een nieu-
we rit.
Reistijd
Geeft de verstreken tijd aan vanaf het begin van een nieu-
we rit.
Trip Reset
Hiermee worden de instellingen van de Tripcomputer ge-
reset.Bedieningsknop TRIP fig. 8
Met de knop TRIP, op de rechter hendel, krijgt u, als de
contactsleutel in stand MAR staat, toegang tot de hiervoor
beschreven gegevens en kunnen de gegevens op nul wor-
den gezet om een nieuwe rit te beginnen:
– kort indrukken voor weergave van de verschillende ge-
gevens;
– even ingedrukt houden voor het op nul zetten (reset)
en het beginnen van een nieuwe rit.
fig. 8L0E0007m
001-142 Delta NL 3ed Allin. 4ed 20-04-2010 16:46 Pagina 35
Page 37 of 276

36WEGWIJS IN UW AUTO
Nieuwe rit
Begint als een reset is uitgevoerd:
– „handmatig” door de gebruiker door het indrukken van
de betreffende knop;
– „automatisch” wanneer de „afgelegde afstand” de waar-
de 9.999,9 km bereikt of wanneer de „reistijd” de waar-
de 99.59 (99 uur en 59 minuten) bereikt;
– iedere keer als de accu losgekoppeld is geweest.
BELANGRIJK Als u het systeem op nul zet terwijl het
scherm van „Trip A” wordt weergegeven, dan worden al-
leen de gegevens van „Trip A” op nul gezet.
BELANGRIJK Als u het systeem op nul zet terwijl het
scherm van „Trip B” wordt weergegeven, dan worden al-
leen de gegevens van „Trip B” op nul gezet.
Procedure voor het begin van een rit
Voor het op nul zetten (reset) moet u, met de sleutel in stand
MAR, langer dan 2 seconden op de knop TRIP drukken.
Trip verlaten
De functie TRIP wordt automatisch verlaten nadat alle
functies zijn getoond of als de knop SET langer dan 1 se-
conde is ingedrukt.SYMBOLEN
Op of in de nabijheid van enkele onderdelen van uw au-
to zijn specifieke, gekleurde plaatjes aangebracht met
daarop symbolen die uw aandacht vragen en die voor-
zorgsmaatregelen aangeven die u in acht moet nemen als
u met het betreffende onderdeel te maken krijgt.
Onder de motorkap bevindt zich een plaatje met een kor-
te samenvatting van de symbolen.
001-142 Delta NL 3ed Allin. 4ed 20-04-2010 16:46 Pagina 36
Page 38 of 276

WEGWIJS IN UW AUTO37
1
LANCIA CODE
Voor een nog betere bescherming tegen diefstal is de au-
to uitgerust met een elektronische startblokkering. Het
systeem schakelt automatisch in als de contactsleutel wordt
uitgenomen.
In iedere sleutel zit een elektronische component gemon-
teerd die bij het starten van de motor een signaal ontvangt
via een speciale antenne die in het start-/contactslot is in-
gebouwd. Het signaal wordt bij het starten omgezet in een
gecodeerd signaal en vervolgens aan de regeleenheid van
de Lancia CODE gezonden, die, als de code wordt her-
kend, het starten van de motor mogelijk maakt.
WERKING
Als u bij het starten van de motor de sleutel in stand MAR
draait, dan stuurt het Lancia CODE-systeem een code
naar de regeleenheid van de motor die, als de code wordt
herkend, de blokkering van de functies opheft.
De code wordt alleen verzonden als de regeleenheid van
het systeem de door de sleutel verzonden code heeft
herkend.
Iedere keer als u de contactsleutel in de stand STOP zet,
schakelt de Lancia CODE de functies van de elektroni-
sche regeleenheid van de motor uit.
Als bij het starten de code niet wordt herkend, gaat op het
instrumentenpaneel het waarschuwingslampje Y(of het
symbool op het display) branden. Draai in dat geval de sleutel in stand STOP en vervol-
gens in stand MAR; als de motor geblokkeerd blijft, pro-
beer het dan opnieuw met de andere geleverde sleutels.
Als de motor nog niet aanslaat, wendt u dan tot het Lan-
cia Servicenetwerk.
BELANGRIJK Elke sleutel heeft een eigen code, die in
de regeleenheid van het systeem moet worden opgeslagen.
Voor het opslaan van nieuwe sleutels (maximaal acht)
moet u zich tot het Lancia Servicenetwerk wenden. Hier-
bij moeten alle in uw bezit zijnde sleutels, de CODE-card,
een identiteitsbewijs en het kentekenbewijs worden mee-
genomen. Als tijdens het opslaan van een nieuwe sleutel-
code de reeds opgeslagen sleutelcodes niet opnieuw wor-
den ingevoerd, worden ze uit het geheugen gewist, zodat
eventueel verloren of gestolen sleutels niet meer gebruikt
kunnen worden voor het starten van de motor.
Brandend lampje Y(of het symbool
op het display) tijdens het rijden
❍Als het lampje Y(of het symbool op het display) gaat
branden, betekent dit dat het systeem zichzelf con-
troleert (bijv. bij een vermindering van de spanning).
❍Als het lampje Y(of het symbool op het display) blijft
branden, wendt u dan tot het Lancia Servicenetwerk.
Bij krachtige stoten kunnen de elektronische
componenten in de sleutel beschadigd worden.
001-142 Delta NL 3ed Allin. 4ed 20-04-2010 16:46 Pagina 37
Page 39 of 276
38WEGWIJS IN UW AUTO
DE SLEUTELS
CODE CARD
(voor bepaalde uitvoeringen/markten)
Samen met de sleutels hebt u een CODE card fig. 9 ont-
vangen, die bij aanvraag van duplicaatsleutels aan het
Lancia Servicenetwerk moet worden overlegd.
BELANGRIJK Om schade aan de elektronische schake-
lingen in de sleutels te voorkomen, mogen de sleutels niet
aan directe zonnestraling worden blootgesteld.MECHANISCHE SLEUTEL
(voor bepaalde uitvoeringen/markten)
De sleutel is uitgerust met een metalen baard A-fig. 10
en dient voor:
❍het start-/contactslot;
❍de portiersloten.
fig. 9L0E0102mfig. 10L0E0103m
Als de auto wordt verkocht, moet de sleutel
en de CODE card overhandigd worden aan
de nieuwe eigenaar.
001-142 Delta NL 3ed Allin. 4ed 20-04-2010 16:46 Pagina 38
Page 40 of 276

WEGWIJS IN UW AUTO39
1
fig. 11L0E0104m
SLEUTEL MET AFSTANDSBEDIENING fig. 11
De sleutel is uitgerust met een metalen baard A en dient voor:
❍het start-/contactslot;
❍de portiersloten.
Als u op de knop B drukt, wordt de metalen baard in-/uit-
geklapt.
Knop
Ëdient voor het op afstand ontgrendelen van de
portieren.
In dat geval wordt tijdelijk de plafondverlichting inge-
schakeld en gaan de richtingaanwijzers twee keer knip-
peren (voor bepaalde uitvoeringen/markten).
Druk langer dan 2 seconden op de knop
Ë: voor het ope-
nen van de ruiten.
Knop
Ádient voor het op afstand vergrendelen van de
portieren.In dat geval dooft de plafondverlichting en knipperen de
richtingaanwijzers één keer.
Druk langer dan 2 seconden op de knop
Á: voor het slui-
ten van de ruiten.
Als een of meer portieren niet goed gesloten zijn, wordt de
vergrendeling niet uitgevoerd.
Knop
Rdient voor het op afstand openen van de ach-
terklep.
Als de achterklep wordt geopend, knipperen de richting-
aanwijzers twee keer; bij het sluiten knipperen de rich-
tingaanwijzers één keer (alleen bij ingeschakeld diefsta-
lalarm, voor bepaalde uitvoeringen/markten).
Knop B dient voor het uitklappen van de metalen baard A.
Houd voor het inklappen van de metalen baard in de
handgreep de knop B ingedrukt en draai de baard in de
richting van de pijl tot de baard vastklikt. Laat hierna
de knop B los.
Als onbedoeld het vergrendelknopje Ávanuit
het interieur wordt ingedrukt en u de auto
verlaat, worden uitsluitend de gebruikte portieren
ontgrendeld; de achterklep blijft vergrendeld. Voor
het herstellen van de centrale portiervergrendeling
moet u de ver-/ontgrendelknopjes
Á/Ëopnieuw in-
drukken.
001-142 Delta NL 3ed Allin. 4ed 20-04-2010 16:46 Pagina 39