Page 121 of 498

119
3
3-1. BEDIENING
BEDIENING
De binnenspiegel wordt automatisch
gedimd.
De functie wordt geregeld door fotocel-
len:
• In het spiegelglas.
• Aan de achterkant van de spiegel.
• Houd de fotocellen schoon.
• Plaats geen objecten in het gebied
tussen de binnenspiegel en de voor-
ruit. 1
Klap de hendel helemaal naar
beneden.
2 Pak het stuurwiel met beide handen
vast en verstel het in de lengterich-
ting en hoogte ten opzichte van de
positie van de stoel.
3 Duw de hendel weer omhoog.
De geheugenfunctie kan de volgende
instellingen opslaan en oproepen,
indien gewenst:
• Stoelpositie.
• Stand buitenspiegels.
• Hoogte head-up display.
Aan elk bestuurdersprofiel, zie Blz. 76,
kunnen twee geheugenposities wor-
den toegewezen met verschillende
instellingen.
De volgende instellingen worden niet
opgeslagen:
• Breedte rugleuning.
• Lendensteun.
Binnenspiegel, automatisch
dimmen
Algemeen
Overzicht
Voorwaarden voor werking
Stuurwiel
Veiligheidsaanwijzing
WAARSCHUWING
Door het stuurwiel tijdens het rijden te ver-
stellen kan het onverwacht bewegen. U
kunt de controle over de auto verliezen. Er
bestaat een kans op ongevallen. Verstel
het stuurwiel alleen als de auto stilstaat.
Handmatig verstellen stuurwiel
Geheugenfunctie
Principe
Algemeen
Supra_OM_General_OM9A066E_1_2111.book Page 119 Friday, September 24, 2021 10:31 AM
Page 122 of 498

1203-1. BEDIENING
De geheugentoetsen bevinden zich op
de bestuurdersstoel.
1Stel de gewenste positie in.
2 Druk op de toets. De letters
op de toets worden verlicht.
3 Druk op de gewenste toets (1 of 2)
als de letters worden verlicht. Er
klinkt een signaal. Druk op de gewenste toets (1 of 2).
De opgeslagen positie wordt automa-
tisch opgeroepen.
De procedure wordt geannuleerd als u
op een stoelverstellingsknop of nog-
maals op één van de geheugentoetsen
drukt.
Na het wegrijden wordt na korte tijd de
verstelmogelijkheid van de positie van
de bestuurdersstoel uitgeschakeld.
*: indien aanwezig
Druk eenmaal op de
toets voor elk temperatuurniveau.
Het hoogste niveau is geselecteerd als
de drie leds branden.
Veiligheidsaanwijzingen
WAARSCHUWING
Door de geheugenfunctie tijdens het rijden
te gebruiken kunnen de stoel en het stuur-
wiel onverwacht bewegen. U kunt de con-
trole over de auto verliezen. Er bestaat
een kans op ongevallen. Roep de geheu-
genfunctie alleen op als de auto stilstaat.
WAARSCHUWING
Er bestaat een kans op beknelling als de
stoelen worden verschoven. Er bestaat
een kans op letsel of schade. Zorg er vóór
het verstellen voor dat er geen obstakels
aanwezig zijn in het gebied waarin de stoel
beweegt.
Overzicht
Opslaan
Oproepen
Stoelverwarming*
Overzicht
Stoelverwarming
Inschakelen
Supra_OM_General_OM9A066E_1_2111.book Page
120 Friday, September 24, 2021 10:31 AM
Page 123 of 498

121
3
3-1. BEDIENING
BEDIENING
Houd de toets inge-
drukt totdat de leds niet meer branden. Dit hoofdstuk beschrijft alle standaard,
landspecifieke en speciale uitrusting
die beschikbaar is voor de modelserie.
Daardoor worden mogelijk uitrusting en
functies beschreven die niet in uw auto
aanwezig zijn, bijvoorbeeld als gevolg
van de geselecteerde optionele uitrus-
ting of de landenspecificatie. Dit geldt
ook voor functies en systemen met
betrekking tot veiligheid. Houd u bij het
gebruik van de bijbehorende functies
en systemen aan de desbetreffende
wet- en regelgeving.
Uitschakelen
Veilig ver voeren van
kinderen
Uitrusting
Als er kinderen in de auto
aanwezig zijn
WAARSCHUWING
Zorg dat in de auto aanwezige kinderen
een veiligheidsgordel dragen.
Laat kinderen niet in de armen of op de
schoot van een inzittende meerijden. Bij
plotseling remmen of een aanrijding kan
het kind zijn hoofd stoten tegen het dash-
board of de voorruit of zelfs uit de auto
geslingerd worden.
Supra_OM_General_OM9A066E_1_2111.book Page
121 Friday, September 24, 2021 10:31 AM
Page 124 of 498

1223-1. BEDIENING
WAARSCHUWING
De veiligheidsgordels zijn ontworpen om
personen met een gemiddelde lengte en
een gemiddeld gewicht voor een volwas-
sene te beschermen. Een kind dat 150 cm
of kleiner is moet plaatsnemen in een
baby- of kinderzitje met de juiste afmetin-
gen, zoals een origineel Toyota baby- of
kinderzitje. Laat een kind niet meerijden in
de auto terwijl het niet is vastgezet. Dit is
extreem gevaarlijk.
WAARSCHUWING
Laat een kind nooit alleen in de auto ach-
ter.
Wanneer u de auto parkeert, zet dan het
contact UIT, neem het kind met u mee als
u de auto verlaat en vergrendel de portie-
ren. Het achterlaten van een kind in de
auto, zelfs gedurende korte tijd, kan
extreem gevaarlijk zijn om de volgende
redenen:
●Wanneer de auto in direct zonlicht
geparkeerd staat, kan de temperatuur in
de auto hoger worden dan 50°C, zelfs in
de winter. In zo'n situatie kunnen inzit-
tenden uitgedroogd of oververhit raken.
●Als een schakelaar per ongeluk wordt
bediend, kan dat tot letsel leiden.
●Laat kinderen de portieren niet openen
of sluiten. Let er bij het sluiten van een
portier op dat de handen en voeten van
het kind niet bekneld raken.
●Laat een kind zijn hoofd of ledematen
niet door de ruitopening steken en zorg
ervoor dat het zich buiten het bereik van
de ruit bevindt voordat u de schakelaar
voor de ruitbediening bedient.
Belangrijke overwegingen
Veiligheidsaanwijzingen
WAARSCHUWING
Alleen in de auto achtergelaten kinderen
of huisdieren kunnen de auto in beweging
brengen en daardoor zichzelf en andere
weggebruikers in gevaar brengen, bijvoor-
beeld door de volgende acties:
●Indrukken van de startknop.
●Deactiveren van de parkeerrem.
●Openen en sluiten van de portieren of
ruiten.
●In stand N zetten van de selectiehendel.
●Bedienen van functies van de auto.
Dat kan leiden tot een ongeval en letsel.
Laat nooit kinderen of huisdieren alleen in
de auto achter. Neem bij het verlaten van
de auto de afstandsbediening mee en ver-
grendel de auto.
WAARSCHUWING
Hete auto's kunnen fatale gevolgen heb-
ben, met name voor kinderen en huisdie-
ren. Er bestaat een risico op (dodelijk) let-
sel. Laat nooit iemand alleen in de auto
achter, vooral kinderen en huisdieren niet.
WAARSCHUWING
Baby- of kinderzitjes en hun onderdelen
kunnen erg heet worden wanneer ze wor-
den blootgesteld aan direct zonlicht. Wan-
neer u in contact komt met hete onderde-
len, kunt u brandwonden oplopen. Er
bestaat een risico op letsel. Stel het baby-
of kinderzitje niet bloot aan direct zonlicht.
Dek het baby- of kinderzitje indien nodig
af. Mogelijk moet u het baby- of kinderzitje
eerst laten afkoelen voordat u het kind erin
plaatst. Laat kinderen niet alleen in de
auto achter.
Supra_OM_General_OM9A066E_1_2111.book Page 122 Friday, September 24, 2021 10:31 AM
Page 125 of 498

123
3
3-1. BEDIENING
BEDIENING
Zorg er bij het gebruik van een baby- of
kinderzitje op de voorpassagiersstoel
voor dat de airbag voor en de side air-
bag aan de passagierszijde zijn uitge-
schakeld. Voorpassagiersairbags kun-
nen alleen worden uitgeschakeld met
de schakelaar voor het in- en uitscha-
kelen van de voorpassagiersairbags,
zie Blz. 203.
Voor elke leeftijd en gewichtsklasse zijn
er geschikte baby- en kinderzitjes ver-
krijgbaar bij een erkende Toyota-dealer
of hersteller/reparateur of een andere
naar behoren gekwalificeerde en uitge-
ruste deskundige.
Houd u bij het selecteren, plaatsen en
gebruiken van een baby- of kinderzitje
aan de gebruiks- en veiligheidsinstruc-
ties van de fabrikant van het zitje.
WAARSCHUWING
Kinderen kleiner dan 150 cm kunnen de
veiligheidsgordel niet op de juiste manier
dragen zonder gebruik te maken van een
baby- of kinderzitje. De veiligheidsgordels
bieden mogelijk beperkte of zelfs helemaal
geen bescherming als ze niet op de juiste
manier worden gedragen. Het niet op de
juiste manier dragen van een veiligheids-
gordel kan tot extra le
tsel leiden, bijvoor-
beeld bij een ongeval of remmen en uit-
wijkmanoeuvres. Er bestaat een risico op
(dodelijk) letsel. Kinderen kleiner dan 150
cm moeten worden vastgezet in een
geschikt baby- of kinderzitje.
Niet voor Australië/
Nieuw-Zeeland: Kinderen op de
voorpassagiersstoel
Algemeen
Veiligheidsaanwijzing
WAARSCHUWING
Ingeschakelde voorpa ssagiersairbags die
worden opgeblazen, kunnen een kind in
een baby- of kinderzitje verwonden. Er
bestaat een risico op letsel. Zorg ervoor
dat de voorpassagiersairbags zijn uitge-
schakeld en dat het controlelampje passa-
giersairbag OFF brandt.
WAARSCHUWING
Kinderen kleiner dan 150 cm kunnen de
veiligheidsgordel niet op de juiste manier
dragen zonder gebruik te maken van een
baby- of kinderzitje. De veiligheidsgordels
bieden mogelijk beperkte of zelfs helemaal
geen bescherming als ze niet op de juiste
manier worden gedragen. Het niet op de
juiste manier dragen van een veiligheids-
gordel kan tot extra letsel leiden, bijvoor-
beeld bij een ongeval of remmen en uit-
wijkmanoeuvres. Er bestaat een kans op
(dodelijk) letsel. Kinderen kleiner dan 150
cm moeten worden vastgezet in een
geschikt baby- of kinderzitje.
Plaatsen van baby- en
kinderzitjes
Algemeen
Supra_OM_General_OM9A066E_1_2111.book Page 123 Friday, September 24, 2021 10:31 AM
Page 126 of 498

1243-1. BEDIENING
Neem de volgende waarschuwing in
acht omdat uw auto is uitgerust met
een airbag vóór voor de voorpassa-
giersstoel die niet kan worden uitge-
schakeld:Zorg er vóór het plaatsen van een
baby- of kinderzitje op de voorpassa-
giersstoel voor dat de airbag voor en de
side airbag aan de passagierszijde zijn
uitgeschakeld. Plaats geen baby- of
kinderzitje als de airbag niet kan wor-
den uitgeschakeld.
Uitschakelen van de voorpassagiersair-
bags met de schakelaar voor het in- en
uitschakelen van de voorpassagiersair-
bags, zie Blz. 203.
Veiligheidsaanwijzingen
WAARSCHUWING
Als baby- of kinderzitjes en hun bevesti-
gingssystemen bij een ongeval bescha-
digd zijn of aan extreme krachten zijn
blootgesteld, bieden ze mogelijk beperkte
bescherming of helemaal geen bescher-
ming meer. Een kind zit mogelijk niet goed
vast bij bijvoorbeeld een ongeval, remmen
of uitwijkmanoeuvres. Er bestaat een
risico op (dodelijk) letsel. Baby- of kinder-
zitjes die beschadigd zijn of aan extreme
krachten zijn blootgesteld, mogen niet
meer worden gebruikt. Als bevestigings-
systemen bij een ongeval beschadigd zijn
of aan extreme krachten zijn blootgesteld,
laat ze dan controleren en vervangen door
een erkende Toyota-dealer of hersteller/
reparateur of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
WAARSCHUWING
Als de stoel niet goed is afgesteld of het
zitje niet op de juiste manier is geplaatst,
biedt het zitje mogelijk beperkte of hele-
maal geen stabiliteit. Er bestaat een risico
op (dodelijk) letsel. Zorg ervoor dat het
baby- of kinderzitje stevig tegen de rugleu-
ning is geplaatst. Pas indien mogelijk de
hoek van de desbetreffende rugleuning
aan en stel de stoel op de juiste manier af.
Zorg ervoor dat de stoel en rugleuning
goed vergrendeld zijn. Stel de hoogte van
de hoofdsteunen indien mogelijk af of ver-
wijder ze.
Australië: Plaatsen van baby- en
kinderzitjes
Het wordt afgeraden om een
baby- of kinderzitje op de
voorpassagiersstoel te
gebruiken.
WAARSCHUWING
Let op!
Gebruik geen baby- of kinderzitje waarbij
het kind achteruit kijkt op de voorstoel.
Niet voor Australië en Taiwan:
Op de voorpassagiersstoel
Uitschakelen van airbags
WAARSCHUWING
Ingeschakelde voorpassagiersairbags die
worden opgeblazen, kunnen een kind in
een baby- of kinderzitje verwonden. Er
bestaat een risico op letsel. Zorg ervoor
dat de voorpassagiersairbags zijn uitge-
schakeld en dat het controlelampje passa-
giersairbag OFF brandt.
Tegen de rijrichting in geplaatst
baby- of kinderzitjes
WAARSCHUWING
Ingeschakelde voorpassagiersairbags die
worden opgeblazen, kunnen een kind in
een tegen de rijrichting in geplaatst baby-
of kinderzitje ernstig verwonden. Er
bestaat een risico op (dodelijk) letsel. Zorg
ervoor dat de voorpassagiersairbags zijn
uitgeschakeld en dat het controlelampje
passagiersairbag OFF brandt.
Supra_OM_General_OM9A066E_1_2111.book Page 124 Friday, September 24, 2021 10:31 AM
Page 127 of 498

125
3
3-1. BEDIENING
BEDIENING
Volg de instructies op de zonneklep
voor de voorpassagier.
Gebruik NOOIT een tegen de rijrichting
in geplaatst baby- of kinderzitje op een
stoel met een IN
GESCHAKELDE AIR-
BAG, omdat het KIND anders DODE-
LIJK of ERNSTIG LETSEL kan oplopen
als de airbag wordt geactiveerd.
Behalve ASEAN-landen, Zuid-Afrika,
Australië en Nieuw-Zeeland zonder
onderste ISOfix-bevestigingspunt en
aan/uit-schakelaar airbag: Schuif,
nadat u een universeel baby- of kinder-
zitje hebt geplaatst, de voorpassagiers-
stoel zo ver mogelijk naar achteren en
zet hem in de hoogste positie. Bij deze
stoelpositie en -hoogte wordt de gordel
het best geleid en wordt de beste
bescherming geboden bij een ongeval.
Als het bovenste bevestigingspunt van
de veiligheidsgordel zich boven de gor-
delgeleider van het zitje bevindt, schuif
de voorpassagiersstoel dan voorzichtig
naar voren totdat de best mogelijke
gordelgeleiding wordt bereikt. Met verstelbare breedte van de rugleu-
ning: Maak de rugleuning zo breed
mogelijk alvorens een baby- of kinder-
zitje op de voorpassagiersstoel te plaat-
sen. Wijzig de breedte van de rugleu-
ning vervolgens niet meer en roep geen
geheugenpositie op.
Volg de instructies op de zonneklep
voor de voorpassagier.
Stoelpositie en -hoogte
Breedte rugleuning
Taiwan: Op de
voorpassagiersstoel
Algemeen
WAARSCHUWING
Let op: Volg de instructies op de zonne-
klep voor de voorpassagier. Volgens de
verkeersveiligheidsvoor schriften moeten
kinderen op de achterstoelen worden ver-
voerd. Het is ten strengste verboden voor
baby's en (kleine) kinderen om op de voor-
passagiersstoel te worden vervoerd. Let
op: Deze bepaling is van toepassing op
voertuigen die zijn bestemd voor verkoop
in Taiwan.
Supra_OM_General_OM9A066E_1_2111.book Page 125 Friday, September 24, 2021 10:31 AM
Page 128 of 498

1263-1. BEDIENING
Zorg er vóór het plaatsen van een
baby- of kinderzitje op de voorpassa-
giersstoel voor dat de airbag voor en de
side airbag aan de passagierszijde zijn
uitgeschakeld.
Uitschakelen van de voorpassagiersair-
bags met de schakelaar voor het in- en
uitschakelen van de voorpassagiersair-
bags, zie Blz. 203.
Schuif, nadat u een universeel baby- of
kinderzitje hebt geplaatst, de voorpas-
sagiersstoel zo ver mogelijk naar achte-
ren en zet hem in een middelhoge posi-
tie. Bij deze stoelpositie en -hoogte
wordt de gordel het best geleid en
wordt de beste bescherming geboden
bij een ongeval.Als het bovenste bevestigingspunt van
de veiligheidsgordel zich boven de gor-
delgeleider van het zitje bevindt, schuif
de voorpassagiersstoel dan voorzichtig
naar voren totdat de best mogelijke
gordelgeleiding wordt bereikt.
Met verstelbare breedte van de rugleu-
ning: Maak de rugleuning zo breed
mogelijk alvorens een baby- of kinder-
zitje op de voorpassagiersstoel te plaat-
sen. Wijzig de breedte van de rugleu-
ning vervolgens niet meer en roep geen
geheugenpositie op.
Opmerking voor Australië: ISOFIX-
baby- of kinderzitjes zijn ten tijde van
het drukken niet toegestaan voor
gebruik op de weg in Australië. Omdat
echter een wijziging van de desbetref-
fende regelgeving in de toekomst wordt
verwacht, worden ook voor Australië
onderste ISOfix-bevestigingen toege-
past in overeenstemming met de toe-
passelijke ADR's.
Houd u bij het selecteren, plaatsen en
gebruiken van een ISOfix-baby- of kin-
derzitje aan de gebruiks- en veiligheids-
instructies van de fabrikant van het
zitje.
Uitschakelen van airbags
WAARSCHUWING
Ingeschakelde voorpa
ssagiersairbags die
worden opgeblazen, kunnen een kind in
een baby- of kinderzitje verwonden. Er
bestaat een kans op letsel. Zorg ervoor dat
de voorpassagiersairbags zijn uitgescha-
keld en dat het controlelampje passagier-
sairbag OFF brandt.
Tegen de rijrichting in geplaatste
baby- en kinderzitjes
WAARSCHUWING
Ingeschakelde voorpa ssagiersairbags die
worden opgeblazen, kunnen een kind in
een tegen de rijrichting in geplaatst baby-
of kinderzitje ernstig verwonden. Er
bestaat een kans op (dodelijk) letsel. Zorg
ervoor dat de voorpassagiersairbags zijn
uitgeschakeld en dat het controlelampje
passagiersairbag OFF brandt.
Stoelpositie en -hoogte
Breedte rugleuning
ISOfix-bevestigingen baby- of
kinderzitje
Algemeen
Supra_OM_General_OM9A066E_1_2111.book Page 126 Friday, September 24, 2021 10:31 AM