Page 81 of 498

79
3
3-1. BEDIENING
BEDIENING
De meeste instellingen van het op dat
moment gebruikte bestuurdersprofiel
kunnen worden geëxporteerd.
De exportfunctie kan nuttig zijn om een
back-up te maken van persoonlijke
instellingen en deze later weer te kun-
nen oproepen, bijvoorbeeld voordat de
auto naar de werkplaats wordt
gebracht. Bestuurdersprofielen waar-
van een back-up is gemaakt kunnen
worden overgebracht naar een andere
auto.
Via Toyota Supra Command:
1
“My Vehicle” (mijn auto)
2 “Driver profiles” (bestuurdersprofie-
len)
3 Selecteer een bestuurdersprofiel.
Het met dit symbool gemarkeerde
bestuurdersprofiel kan worden geëxpor-
teerd.
4 “Export driver profile” (bestuurders-
profiel exporteren)
5 Selecteer een medium waarop het
geëxporteerde bestuurdersprofiel
moet worden opgeslagen.
• “USB device” (USB-apparaat)
Selecteer indien nodig het USB-opslagme-
dium, zie Blz. 83.
De bestaande instellingen van het op
dat moment gebruikte bestuurderspro-
fiel worden overschreven door de
instellingen van het geïmporteerde
bestuurdersprofiel. Via Toyota Supra Command:
1
“My Vehicle” (mijn auto)
2 “Driver profiles” (bestuurdersprofie-
len)
3 Selecteer het bestuurdersprofiel dat
mag worden overschreven.
Het met dit symbool gemarkeerde
bestuurdersprofiel kan worden overschre-
ven.
4 “Import driver profile” (importeer
bestuurdersprofiel)
5 Selecteer het medium waarvandaan
het bestuurdersprofiel moet worden
geïmporteerd.
• USB-opslagmedium: “USB device” (USB-apparaat)
Selecteer indien nodig het USB-opslagme-
dium.
6 Selecteer het te importeren bestuur-
dersprofiel.
Het is niet altijd mogelijk om een
afstandsbediening aan alleen een
bestuurder toe te wijzen. Dat kan in de
volgende situaties het geval zijn:
• De voorpassagier ontgrendelt de auto met zijn afstandsbediening ter-
wijl iemand anders de bestuurder is.
• De bestuurder ontgrendelt de auto via het Smart entry-systeem met
startknop en heeft meerdere
afstandsbedieningen bij zich.
• Als er van bestuurder wordt gewis-
seld zonder dat de auto wordt ver-
grendeld en ontgrendeld.
• Als zich meerdere afstandsbedienin-
gen in het detectiegebied rondom de
auto bevinden.
Een bestuurdersprofiel exporteren
Een bestuurdersprofiel importeren
Beperkingen van het systeem
Supra_OM_General_OM9A066E_1_2111.book Page
79 Friday, September 24, 2021 10:31 AM
Page 82 of 498

803-1. BEDIENING
Dit hoofdstuk beschrijft alle standaard,
landspecifieke en speciale uitrusting
die beschikbaar is voor de modelserie.
Er kan dan ook uitrusting worden
beschreven die niet in uw auto aanwe-
zig is, bijvoorbeeld vanwege de gese-
lecteerde speciale uitrusting of de lan-
denspecificatie. Dit geldt ook voor func-
ties en systemen met betrekking tot
veiligheid. Houd u bij het gebruik van
de bijbehorende functies en systemen
aan de desbetreffende wet- en regelge-
ving.
Er zijn in de auto verschillende vormen
van connectiviteit beschikbaar voor het
gebruik van mobiele apparaten. Het te
selecteren type connectiviteit is afhan-
kelijk van het mobiele apparaat en de
functie die u wilt gebruiken.
In het volgende overzicht ziet u de
mogelijke functies en de daarvoor
beschikbare typen connectiviteit. De
beschikbaarheid van functies is afhan-
kelijk van het mobiele apparaat.Het gebruik van de volgende typen
connectiviteit vereist een eenmalige
koppeling met de auto:
•Bluetooth.
• Apple CarPlay.
• Screen Mirroring.
De gekoppelde apparaten worden ver-
volgens automatisch herkend en ver-
bonden met de auto.
Connectiviteit
Uitrusting
Principe
Algemeen
FunctieType
connectiviteit
Bellen via het handsfree-
systeem.
Bedienen van telefoon-
functies via Toyota Supra
Command.
De agendafuncties van de
smartphone gebruiken.
Bluetooth.
Muziek vanaf een smart-
phone of audiospeler
afspelen.Bluetooth of
USB.
Compatibele apps bedie-
nen via Toyota Supra
Command.Bluetooth of
USB.
USB-opslagmedium:
Exporteren en importeren
van bestuurdersprofielen.
Importeren en exporteren
van opgeslagen routes.
Muziek afspelen.
USB.
Video's vanaf een smartp-
hone of USB-apparaat
afspelen.
USB.
Apple CarPlay-apps
bedienen via Toyota Supra
Command en via spraak-
commando's.
Bluetooth en
WLAN.
Screen Mirroring: het
scherm van de smartp-
hone weergeven op het
regeldisplay.
WLAN.
Supra_OM_General_OM9A066E_1_2111.book Page
80 Friday, September 24, 2021 10:31 AM
Page 83 of 498

81
3
3-1. BEDIENING
BEDIENING
• Het apparaat is compatibel met
Bluetooth.
• Het apparaat is ingeschakeld.
• Bluetooth is zowel bij het apparaat als bij de auto ingeschakeld, zie
Blz. 81.
• Mogelijk moeten er vooraf bepaalde Bluetooth-instellingen op het appa-
raat worden gewijzigd, zoals de
zichtbaarheid van het apparaat.
Raadpleeg de handleiding van het
apparaat.
Via Toyota Supra Command:
1 “My Vehicle” (mijn auto)
2 “System settings” (systeeminstellin-
gen)
3 “Mobile devices” (mobiele appara-
ten)
4 “Settings” (instellingen)
5 “Bluetooth” Om alle ondersteunde functies van een
mobiele telefoon te kunnen gebruiken,
moeten de volgende functies zijn geac-
tiveerd voordat de mobiele telefoon aan
de auto wordt gekoppeld.
Via Toyota Supra Command:
1
“My Vehicle” (mijn auto)
2 “System settings” (systeeminstellin-
gen)
3 “Mobile devices” (mobiele appara-
ten)
4 “Settings” (instellingen)
5 Selecteer de gewenste instelling.
• “Office” (agenda)
Activeer deze functie voor de overdracht van
SMS-berichten, e-mails, de agenda, taken,
memo's en herinneringen naar de auto. Aan
de overdracht van alle gegevens naar de
auto kunnen kosten zijn verbonden.
• “Contact pictures” (foto's contacten)
Activeer deze functie om foto's bij de contac-
ten weer te geven.
6 Kantel de controller naar links.
Via Toyota Supra Command:
1 “My Vehicle” (mijn auto)
2 “System settings” (systeeminstellin-
gen)
3 “Mobile devices” (mobiele appara-
ten)
4 “Connect new device” (verbind
nieuw apparaat)
Veiligheidsaanwijzing
WAARSCHUWING
Het bedienen van geïntegreerde informa-
tiesystemen en communicatieapparatuur
tijdens een rit kan u afleiden van het ver-
keer. U kunt de controle over de auto ver-
liezen. Er bestaat een kans op ongevallen.
Gebruik de systemen of apparatuur alleen
als de verkeerssituatie dit toelaat. Stop
indien nodig en bedien de systemen of
apparatuur terwijl de auto stilstaat.
Bluetooth-verbinding
Voorwaarden voor werking
Bluetooth inschakelen
Telefoonfuncties
inschakelen/uitschakelen
Het mobiele apparaat koppelen
aan de auto
Supra_OM_General_OM9A066E_1_2111.book Page 81 Friday, September 24, 2021 10:31 AM
Page 84 of 498

823-1. BEDIENING
5Selecteer de volgende functies:
• “Telephone” (telefoon)
• “Bluetooth audio”
• “Apps”
• “Apple CarPlay”
• “Screen Mirroring”
De Bluetooth-naam van de auto wordt weer-
gegeven op het regeldisplay.
6 Zoek op het mobiele apparaat naar
Bluetooth-apparaten in de omge-
ving.
De Bluetooth-naam van de auto wordt weer-
gegeven op het scherm van het mobiele
apparaat.
Selecteer de Bluetooth-naam van de auto.
7Afhankelijk van het mobiele appa-
raat wordt een controlenummer
weergegeven of moet u zelf het
controlenummer invoeren.
• Vergelijk het controlenummer dat op het regeldisplay wordt weergegeven
met het controlenummer op het
scherm van het apparaat.
Bevestig het controlenummer op het appa-
raat en op het regeldisplay.
• Voer hetzelfde controlenummer in op het apparaat en via Toyota Supra
Command en bevestig vervolgens.
Het apparaat is verbonden en wordt weerge-
geven in de apparatenlijst, zie Blz. 85
Er kunnen zich gevallen voordoen
waarin het mobiele apparaat niet functi-
oneert zoals verwacht, hoewel aan alle
voorwaarden is voldaan en alle nood-
zakelijke stappen in de juiste volgorde
zijn uitgevoerd. Desalniettemin functio-
neert het mobiele apparaat niet zoals
verwacht. In dergelijke gevallen kan de volgende
uitleg hulp bieden:
Waarom kan de mobiele telefoon niet
worden gekoppeld of verbonden?
• Er zijn te veel Bluetooth-apparaten
gekoppeld aan de mobiele telefoon
of de auto.
Verwijder in de auto de Bluetooth-koppelin-
gen met andere apparaten.
Verwijder alle bekende Bluetooth-koppelin-
gen uit de apparatenlijst op de mobiele tele-
foon en laat deze vervolgens naar nieuwe
apparaten zoeken.
• De mobiele telefoon bevindt zich in de energiebesparingsmodus of de
batterij is bijna leeg.
Laad de mobiele telefoon op.
Waarom reageert de mobiele telefoon
niet meer?
• De applicaties op de mobiele tele-foon werken niet meer.
Schakel de mobiele telefoon uit en weer in.
• Omgevingstemperatuur te hoog of te laag om de mobiele telefoon te
bedienen.
Stel de mobiele telefoon niet bloot aan
extreme omgevingsomstandigheden.
Waarom kunnen telefoonfuncties niet
via Toyota Supra Command worden
gebruikt?
• De mobiele telefoon is mogelijk niet correct geconfigureerd (bijvoorbeeld
als een Bluetooth-audioapparaat).
Maak verbinding met de mobiele telefoon via
de functie “Telephone” (telefoon) of “Additio-
nal telephone” (extra telefoon).
Waarom worden telefoonboekcontac-
ten helemaal niet, niet allemaal of
slechts gedeeltelijk weergegeven?
• De overdracht van de telefoonboek-
contacten is nog niet voltooid.
Veelgestelde vragen
Supra_OM_General_OM9A066E_1_2111.book Page
82 Friday, September 24, 2021 10:31 AM
Page 85 of 498

83
3
3-1. BEDIENING
BEDIENING
• Onder bepaalde omstandigheden
worden alleen de in de mobiele tele-
foon of op de simkaart opgeslagen
telefoonboekcontacten overgedra-
gen.
• Mogelijk kunnen telefoonboekcon- tacten met speciale karakters niet
worden weergegeven.
• De overdracht van contacten van sociale netwerken is misschien niet
mogelijk.
• Het aantal telefoonboekcontacten dat moet worden opgeslagen, is te
hoog.
• Het datavolume van het contact is te groot, bijvoorbeeld vanwege opge-
slagen informatie zoals memo's.
Verklein het datavolume van het contact.
• Een mobiele telefoon kan alleen als audiobron of als telefoon worden
gekoppeld.
Configureer de mobiele telefoon en koppel
deze met de functie “Telephone” (telefoon)
of “Additional telephone” (extra telefoon).
Hoe kan de kwaliteit van de telefoon-
verbinding worden verbeterd?
• Pas de sterkte van het Bluetooth-
signaal op de mobiele telefoon aan;
de procedure varieert per mobiele
telefoon.
• Pas het volume van de microfoon en de luidspreker afzonderlijk aan in de
geluidsinstellingen.
Neem als alle punten in de lijst zijn
gecontroleerd en de gewenste functie
niet kan worden uitgevoerd contact op
met de klantenservice, een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur
of een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige. Op de USB-aansluiting kunnen mobiele
apparaten met een USB-stekker wor-
den aangesloten.
• Audioapparaten zoals MP3-spelers.
• USB-opslagapparatuur.
De gangbare bestandsformaten worden
ondersteund. De formaten FAT32 en exFAT
worden aanbevolen.
Een aangesloten USB-apparaat kan via
de USB-aansluiting worden opgeladen
als het apparaat dit ondersteunt. Houd
rekening met de maximale stroom-
sterkte voor het opladen via de USB-
aansluiting.
Het volgende is mogelijk bij USB-aan-
sluitingen die compatibel zijn met gege-
vensoverdracht:
• Exporteren en importeren van
bestuurdersprofielen, zie Blz. 76.
• Afspelen van muziekbestanden via USB audio.
• Videofilms bekijken via USB video.
• Importeren van routes.
Houd bij het aansluiten rekening met
het volgende:
• Steek de stekker niet geforceerd in de USB-aansluiting.
• Gebruik een flexibele adapterkabel.
• Bescherm het USB-apparaat tegen beschadiging.
• Vanwege de grote verscheidenheid van USB-apparaten die op de markt
verkrijgbaar zijn, is het mogelijk dat
bepaalde apparaten niet in de auto
werken.
USB-verbinding
Algemeen
Supra_OM_General_OM9A066E_1_2111.book Page 83 Friday, September 24, 2021 10:31 AM
Page 86 of 498

843-1. BEDIENING
• Stel de USB-apparaten niet bloot aan extreme omgevingsomstandig-
heden zoals hoge temperaturen.
Raadpleeg de gebruiksaanwijzing
van het apparaat.
• Vanwege de grote verscheidenheid van compressietechnieken kunnen
op het USB-apparaat opgeslagen
mediabestanden niet altijd correct
worden afgespeeld.
• Voor een correcte overdracht van de
opgeslagen gegevens dient een
USB-apparaat niet te worden opge-
laden via de accessoireaansluiting
van de auto terwijl het ook op de
USB-aansluiting is aangesloten.
• Voor het gebruik van bepaalde func-
ties van USB-apparaten zijn instellin-
gen op het USB-apparaat nodig. Zie
de gebruiksaanwijzing van het appa-
raat.
Ongeschikte USB-apparaten:
• USB-harddisks.
• USB-hubs.
• USB-geheugenkaartlezer met meer- dere ingangen.
• HFS-geformatteerde USB-appara- ten.
• Apparaten zoals ventilatoren of lam-
pen.
Een apparaat dat compatibel is met de
USB-aansluiting.
Het USB-apparaat wordt weergegeven
in de apparatenlijst, zie Blz. 86.
*: indien aanwezig
Met CarPlay kunnen bepaalde functies
van een compatibele Apple iPhone
worden bediend via Siri-spraakbedie-
ning en met behulp van Toyota Supra
Command.
• Compatibele iPhone.
iPhone 5 of hoger met iOS 7.1 of hoger.
• Bijbehorend contract mobiele provi- der.
• Bluetooth, WLAN en Siri-spraakbe- diening zijn geactiveerd op de
iPhone.
• Inschrijven voor de Toyota Supra Connect-service: voorbereiding
Apple CarPlay.
Via Toyota Supra Command:
1 “My Vehicle” (mijn auto)
2 “System settings” (systeeminstellin-
gen)
3 “Mobile devices” (mobiele appara-
ten)
4 “Settings” (instellingen)
5 Selecteer de volgende instellingen:
• “Bluetooth”
• “Apple CarPlay”
Voorwaarden voor werking
Een apparaat aansluiten
Voorbereiding Apple CarPlay*
Principe
Voorwaarden voor werking
Inschakelen van Bluetooth en
CarPlay
Supra_OM_General_OM9A066E_1_2111.book Page
84 Friday, September 24, 2021 10:31 AM
Page 87 of 498

85
3
3-1. BEDIENING
BEDIENING
Registreer de iPhone via Bluetooth in
de auto, zie Blz. 81.
Selecteer CarPlay als functie: “Apple
CarPlay”
De iPhone wordt verbonden met de
auto en wordt weergegeven in de appa-
ratenlijst, zie Blz. 86.
Zie de handleiding voor het navigatie-
systeem voor meer informatie.
Er kunnen zich gevallen voordoen
waarin het mobiele apparaat niet functi-
oneert zoals verwacht, hoewel aan alle
voorwaarden is voldaan en alle nood-
zakelijke stappen in de juiste volgorde
zijn uitgevoerd. Desalniettemin functio-
neert het mobiele apparaat niet zoals
verwacht.
In dergelijke gevallen kan de volgende
uitleg hulp bieden:
De iPhone is al gekoppeld met Apple
CarPlay. Als een nieuwe verbinding
wordt gemaakt, kan CarPlay niet meer
worden geselecteerd.
• Wis de desbetreffende iPhone uit de
apparatenlijst.
• Wis op de iPhone de auto uit de lijst van opgeslagen Bluetooth- en
WLAN-verbindingen.
• Koppel de iPhone als een nieuw apparaat.
Neem als alle beschreven stappen zijn
uitgevoerd en de gewenste functie nog steeds niet beschikbaar is contact op
met de klantenservice, een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur
of een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige.
Met Screen Mirroring kan het scherm
van de smartphone worden weergeven
op het regeldisplay.
• Een smartphone die compatibel is
met Screen Mirroring.
• Screen Mirroring is ingeschakeld op de smartphone.
• WLAN is ingeschakeld in de auto.
Via Toyota Supra Command:
1 “My Vehicle” (mijn auto)
2 “System settings” (systeeminstellin-
gen)
3 “Mobile devices” (mobiele appara-
ten)
4 “Settings” (instellingen)
5 “Vehicle WiFi” (wifi van auto)
Via Toyota Supra Command:
1 “My Vehicle” (mijn auto)
2 “System settings” (systeeminstellin-
gen)
Registreren van iPhone met
CarPlay
Bediening
Veelgestelde vragen
Screen Mirroring
Algemeen
Voorwaarden voor werking
WLAN inschakelen
De smartphone met Screen
Mirroring registreren
Supra_OM_General_OM9A066E_1_2111.book Page
85 Friday, September 24, 2021 10:31 AM
Page 88 of 498

863-1. BEDIENING
3“Mobile devices” (mobiele appara-
ten)
4 “Connect new device” (verbind
nieuw apparaat)
5 “Screen Mirroring”
De WLAN-naam van de auto wordt weerge-
geven op het regeldisplay.
6Zoek op de smartphone naar
WLAN-apparaten in de omgeving.
De WLAN-naam van de auto wordt weerge-
geven op het scherm van het apparaat.
Selecteer de WLAN-naam van de auto.
7Bevestig de verbinding via Toyota
Supra Command.
Het apparaat is verbonden en wordt
weergegeven in de apparatenlijst, zie
Blz. 86
• Na een eenmalige registratie worden apparaten automatisch gedetecteerd
en wordt er automa tisch verbinding
mee gemaakt als de standby-modus
wordt ingeschakeld.
• De op de simkaart of in de mobiele telefoon opgeslagen gegevens wor-
den na de detectie naar de auto
overgedragen.
• Bij bepaalde apparaten kunnen spe-
cifieke instellingen noodzakelijk zijn,
zoals een autorisatie. Raadpleeg de
handleiding van het apparaat.
In de apparatenlijst worden alle gere-
gistreerde of met de auto verbonden
apparaten weergegeven. Via Toyota Supra Command:
1
“My Vehicle” (mijn auto)
2 “System settings” (systeeminstellin-
gen)
3 “Mobile devices” (mobiele appara-
ten)
Een symbool geeft aan voor welke
functie een apparaat wordt gebruikt.
Het is mogelijk om functies op een
geregistreerd of ve rbonden apparaat te
activeren of deactiveren.
Via Toyota Supra Command:
1 “My Vehicle” (mijn auto)
2 “System settings” (systeeminstellin-
gen)
3 “Mobile devices” (mobiele appara-
ten)
4 Selecteer het gewenste apparaat.
5 Selecteer de gewenste instelling.
Mobiele apparaten beheren
Algemeen
Apparatenlijst weergeven
SymboolFunctie
“Telephone” (telefoon)
“Additional telephone” (extra
telefoon)
“Bluetooth audio”
“Apps”
“Apple CarPlay”
“Screen Mirroring”
Het apparaat configureren
Supra_OM_General_OM9A066E_1_2111.book Page 86 Friday, September 24, 2021 10:31 AM