Page 65 of 384

63
C5_nl_Chap02_ouverture_ed01-2015
Antiklemvoorziening
Als het zonnescherm bij het sluiten een
obstakel tegenkomt, stopt het en schuift het
weer gedeeltelijk open.
u
moet de antiklemvoorziening uiterlijk binnen
vijf seconden nadat het zonnescherm is
gestopt resetten:
F
d
ruk op de toets B tot het zonnescherm
volledig gesloten is (het scherm sluit in
stappen van enkele centimeters).
na h
et opnieuw aansluiten van de accu of als
er een storing optreedt in het zonnescherm
tijdens de beweging of meteen na het stoppen
ervan, moet u de antiklemvoorziening als volgt
resetten:
F
zet
toets B in de tweede stand (volledig
sluiten),
F
w
acht tot het zonnescherm volledig
gesloten is,
F
d
ruk ten minste drie seconden op toets B .
Wanneer het zonnescherm spontaan open
schuift tijdens het sluiten, dient u, meteen na
het stoppen van het zonnescherm, als volgt te
werk te gaan:
F
D
ruk op de toets B tot het zonnescherm
volledig sluit.
Let op, de antiklemfunctie werkt niet tijdens
deze handelingen. Laat, wanneer er tijdens het bedienen
van het zonnescherm iets klem komt
te zitten, het scherm de andere kant
op schuiven. Druk hiervoor op de
desbetreffende toets.
Als u het zonnescherm bedient, dient
u erop te letten dat niemand het sluiten
belemmert.
De bestuurder dient erop toe te zien dat
de inzittenden het zonnescherm correct
bedienen.
Let op kinderen tijdens het bedienen
van het zonnescherm.
2
toegang tot de auto
Page 66 of 384

64
C5_nl_Chap03_ergo-et-confort_ed01-2015
Vo or stoelen
Met de hand te bedienen
functies
1. Hoofdsteun in hoogte verstellen en kantelen
t
rek
de hoofdsteun omhoog om deze
hoger te stellen.
o
m d
e hoofdsteun lager te zetten drukt u op
de ontgrendeling A en duwt u de hoofdsteun
omlaag. Het instelling is correct wanneer de
bovenkant van de hoofdsteun op dezelfde
hoogte zit als de bovenkant van uw hoofd.
De hoofdsteunen zijn ook kantelbaar.
D
ruk op de ontgrendeling A en trek
de hoofdsteun omhoog om deze te
ver wijderen. Het verstellen van de
rugleuning kan noodzakelijk zijn.
2.
K
antelen van de rugleuning
Z
et met de daarvoor bestemde bediening
de rugleuning in de gewenste hellingshoek.
3.
I
nstellen van de zithoogte
b
e
weeg de hendel net zo lang omhoog of
omlaag tot de gewenste instelling is bereikt.
4.
V
erstellen van de stoel in lengterichting
L
icht de bedieningsstang op en schuif de
stoel in de gewenste stand.
5.
L
endensteun verstellen
Z
et met de daarvoor bestemde bediening
de lendensteun in de gewenste positie.
6.
B
ediening stoelverwarming
D
e stoelver warming werkt alleen als de
motor draait.
De zitting, de rugleuning en de hoofdsteun van de stoel kunnen versteld worden, om een zo comfortabel mogelijke rijpositie te verkrijgen.
ri
jd, in verband met uw eigen
veiligheid, niet met verwijderde
hoofdsteunen; zorg dat deze geplaatst
en correct afgesteld zijn. Zorg er bij het verstellen van de stoel
naar achteren voor dat het schuiven
van de stoel niet wordt verhinderd door
personen of hinderlijke voorwerpen
op de vloer achter de stoel om
te voorkomen dat de stoel wordt
geblokkeerd.
o
nd
erbreek het schuiven
van de stoel meteen als dit het geval is.
ergonomie en comfort
Page 67 of 384

65
C5_nl_Chap03_ergo-et-confort_ed01-2015
Elektrisch verstellen
Zet, om de stoelen elektrisch te verstellen, het
contact aan of start de motor als de eco-mode
is ingeschakeld.
De stoel kan ook ter wijl het contact is afgezet
na het openen van een van de voorportieren
gedurende enige tijd versteld worden.
1.
Z
itting in hoogte verstellen, kantelen en
in lengterichting verstellen
L
icht de schakelaar aan de voorzijde op of
druk deze neer om het zitgedeelte van de
stoel te kantelen.
L
icht de schakelaar aan de achterzijde op
of druk deze neer om het zitgedeelte te
verhogen of te verlagen.
b
e
weeg de schakelaar naar voren of naar
achteren om de stoel naar voren of naar
achteren te bewegen.
2.
K
antelen van de rugleuning
b
e
weeg de schakelaar naar voren of
naar achteren om de hellingshoek van de
rugleuning in te stellen.
3.
B
ovenste gedeelte van de rugleuning
kantelen
b
e
weeg de schakelaar naar voren of naar
achteren om de hellingshoek van het
bovenste gedeelte van de rugleuning in te
stellen. Zorg er bij het verstellen van de stoel
naar achteren voor dat het schuiven
van de stoel niet wordt verhinderd door
personen of hinderlijke voorwerpen
op de vloer achter de stoel om
te voorkomen dat de stoel wordt
geblokkeerd.
o
nd
erbreek het schuiven
van de stoel meteen als dit het geval is.
be
dien de schakelaar:
-
n
a
ar voren of naar achteren voor meer of
minder steun in de lendenen.
-
o
m
hoog of omlaag om de drukzone van
de lendensteun omhoog of omlaag te
bewegen.
4.
L
endensteun verstellen
D
it systeem biedt de mogelijkheid om
onafhankelijk van elkaar de hoogte en de
diepte van de lendensteun in te stellen.
3
ergonomie en comfort
Page 68 of 384

66
C5_nl_Chap03_ergo-et-confort_ed01-2015
Hoofdsteun in hoogte verstellen
en kantelen (elektrisch
verstelbare stoelen)
F trek het gedeelte B naar buiten of duw het in om de hoofdsteun te kantelen tot aan de
gewenste positie.
F
t
rek
de hoofdsteun omhoog om deze
hoger te stellen.
F
o
m d
e hoofdsteun lager te zetten drukt
u op de ontgrendeling C en duwt u de
hoofdsteun omlaag.
F
D
ruk op de ontgrendeling C en trek de
hoofdsteun omhoog om deze in zijn geheel
te verwijderen.
Bediening
stoelverwarming
bij draaiende motor zijn de voorstoelen apart
regelbaar.
F Met de corresponderende draaiknop aan
de buitenzijde van beide voorstoelen kan
de stoelverwarming ingeschakeld worden
en kan een verwarmingsstand worden
geselecteerd
:
0 : uit.
1
: Laag.
2
: Gemiddeld.
3
: Hoog. Deze functie zorgt voor een massage ter
hoogte van de lendenen van de bestuurder. De
functie werkt alleen bij draaiende motor.
F
D
ruk op de knop A.
Het controlelampje gaat branden en de
massagefunctie wordt voor een tijdsduur van
1
uur ingeschakeld. Gedurende deze tijdsduur
wordt de massage in cycli van 6
minuten
uitgevoerd (4
minuten massage worden
gevolgd door 2
minuten rust). Het systeem
voert in totaal 10
cycli uit.
na 1
uur wordt de functie uitgeschakeld. Het
controlelampje gaat uit.
Massagefunctie
Uitschakelen
u kunt de massagefunctie op elk gewenst
m oment uitschakelen door op de knop A te
drukken.
ergonomie en comfort
Page 69 of 384

67
C5_nl_Chap03_ergo-et-confort_ed01-2015
Opslaan van zitposities in
het geheugen
Dit systeem slaat de instellingen van de
bestuurdersstoel op. er k unnen twee standen
worden opgeslagen.
Gebruik hiervoor de toetsen op het portier aan
bestuurderszijde.
ti
jdens het opslaan van de zitposities van de
bestuurdersstoel worden de instellingen van de
airconditioning eveneens opgeslagen.
Opslaan van een zitpositie
Met de toetsen M / 1
/ 2
F Zet het contact aan.
F Z et uw stoel in de gewenste stand.
F
D
ruk op de toets M en vervolgens binnen
vier seconden op de toets 1
of 2.
e
e
n geluidssignaal geeft aan dat de
zitpositie is opgeslagen.
Het opslaan van een andere stand annuleert de
vorige in het geheugen opgeslagen stand.
In-/uitstapfunctie
De instapfunctie vergemakkelijkt het in- en
uitstappen.
Zo schuift de bestuurdersstoel automatisch
naar achteren bij het afzetten van het contact
of bij het openen van het bestuurdersportier;
de stoel blijft in deze stand staan tot u weer
instapt.
bi
j aanzetten van het contact schuift de stoel
weer naar voren in de geprogrammeerde
stand.
Zorg ervoor dat het verplaatsen van de stoel
niet gehinderd wordt door voor werpen of
personen.
Deze functie is standaard uitgeschakeld.
u
kunt deze functie activeren of uitschakelen
via het configuratiemenu van de auto.
Voor het instellen van de
airconditioning, raadpleeg de rubriek
"Airconditioning".Voor uw veiligheid: probeer niet een
stand op te slaan tijdens het rijden.
Oproepen van een opgeslagen zitpositie
Contact aan of draaiende motor
F Druk kort op de toets 1
of 2 om de
desbetreffende zitpositie op te roepen.
ee
n geluidssignaal geeft aan dat de
opgeslagen zitpositie is ingenomen.
Als bij aangezet contact een opgeslagen stand
een aantal keer achter elkaar is opgeroepen,
zal om het ontladen van de accu te voorkomen
de functie worden uitgeschakeld totdat de
motor wordt gestart.
3
ergonomie en comfort
Page 70 of 384
68
C5_nl_Chap03_ergo-et-confort_ed01-2015
stuurwielverstelling
F Verstel eerst de bestuurdersstoel in een voor u optimale stand.
F
Z
org dat de auto stilstaat en beweeg
de hendel A omlaag om het stuur wiel te
ontgrendelen.
F
V
erstel het stuur wiel in hoogte en diepte.
F
b
e
weeg de hendel omhoog om het
stuurwiel te vergrendelen.
Het stuur wiel kan in hoogte en diepte worden versteld voor een optimale zithouding van de
bestuurder.
Verstellen
Voer deze handelingen om
veiligheidsredenen uitsluitend uit bij
stilstaande auto.
Wanneer u na de vergrendeling stevig
op het stuur drukt, kunt u een zachte
klik waarnemen.
ergonomie en comfort
Page 71 of 384

69
C5_nl_Chap03_ergo-et-confort_ed01-2015
spiegels
De verstelbare buitenspiegels zorgen voor
het benodigde zicht naar achteren bij een
inhaalmanoeuvre of het parkeren van de
auto. De buitenspiegels kunnen ook worden
ingeklapt.
Verstellen
Zet het contact aan:
F z et de knop A naar links of rechts om de
desbetreffende spiegel te selecteren,
F
d
uw de knop B in de vier richtingen om de
spiegel af te stellen,
F
z
et de knop A weer in het midden.
Inklappen
F Van buitenaf: vergrendel de auto met de afstandsbediening of de sleutel.
F
V
anuit het interieur: trek bij aangezet
contact de schakelaar A naar achteren.
Als de buitenspiegels zijn ingeklapt met behulp
van de schakelaar A , worden ze niet automatisch
uitgeklapt als de auto wordt ontgrendeld.
t
rek
nogmaals de schakelaar A naar achteren om de
buitenspiegels uit te klappen.
Uitklappen
F Van buitenaf: ontgrendel de auto met de afstandsbediening of de sleutel.
F
V
anuit het interieur: trek bij aangezet
contact de schakelaar A naar achteren.
Als de spiegels handmatig van positie zijn
veranderd, kunt u door de schakelaar A
ingedrukt te houden de automatische bediening
weer inschakelen.
Buitenspiegels
De weergegeven objecten in de
buitenspiegels lijken verder af dan ze in
werkelijkheid zijn.
Hiermee moet rekening worden
gehouden om de afstand ten opzichte
van achteropkomend verkeer goed in te
schatten.
ui
t veiligheidsoverwegingen moeten de
spiegels zo zijn afgesteld dat de dode
hoek zo klein mogelijk is.
Het ontdooien/ontwasemen
van de buitenspiegels is
gekoppeld aan die van de
achterruitverwarming.Het automatisch in- en uitklappen
van de buitenspiegels kan worden
gedeactiveerd door het CI
t
ro
Ën-
n
etwerk of een gekwalificeerde
werkplaats.
Ontdooien/ontwasemen
Zie de paragraaf "Achterruitverwarming".
3
ergonomie en comfort
Page 72 of 384

70
C5_nl_Chap03_ergo-et-confort_ed01-2015
Automatisch dimmende binnenspiegel
Zodra de achteruitversnelling wordt
ingeschakeld, wordt de spiegel in de dagstand
gezet voor een maximaal zicht naar achteren. Dankzij een sensor die de hoeveelheid licht die
vanaf de achterzijde van de auto op de spiegel
valt, meet, gaat de binnenspiegel geleidelijk en
automatisch over van de dag- in de nachtstand.
De binnenspiegel is voorzien van een
nachtstand (antiverblindingsstand) waardoor
het spiegelglas automatisch donker wordt:
de bestuurder heeft hierdoor minder last van
de verlichting van achteropkomend verkeer,
zonneschijn enz....Auto's voorzien van elektrochromen
buitenspiegels hebben een aan/uit-schakelaar
gecombineerd met een controlelampje.
Aan
F Zet het contact aan en druk op de
schakelaar 1 .
Lampje 2
gaat branden en de spiegel wordt in
de automatische antiverblindingsstand gezet.
Uit
F Druk op schakelaar 1 .
Het lampje 2 gaat uit en de ongedimde stand
van de spiegel blijft gehandhaafd.
Binnenspiegel
Binnenspiegel met handbediende dag-/nachtstand
Verstellen
F stel de spiegel af als deze in de dagstand staat.
Dag-/nachtstand
F trek aan het hendeltje om de spiegel in de nachtstand te zetten.
F
D
uw het hendeltje naar voren om de
spiegel terug te zetten in de dagstand.
Verstelbare spiegel voor het zicht recht achter de auto.
De binnenspiegel is voorzien van een antiverblindingsstand waardoor de spiegel donkerder wordt en de bestuurder
minder hinder ondervindt van bijvoorbeeld de zon en van de koplampen van achteropkomend verkeer.
ergonomie en comfort