Page 17 of 384

15
C5_nl_Chap01_controle-de-marche_ed01-2015
Menu "Keuze taal"
Via dit menu kunt u de taal van het display en
de spraaksynthese kiezen.
Menu "Keuze eenheden"
Met dit menu kunt u het metrieke of
Angelsaksische meetstelsel instellen.
Met het hoofdmenu kunnen bepaalde
functies van de auto* en het display van het
instrumentenpaneel geprogrammeerd worden:
Het display van het instrumentenpaneel A bevindt
zich in het midden van het instrumentenpaneel.
-
A
ls de auto stilstaat, kan het hoofdmenu
van het display van het instrumentenpaneel
worden weergegeven door kort op de linker
rolknop B van het stuur wiel te drukken.
-
W
anneer tijdens het rijden om het
weergeven van het hoofdmenu wordt
verzocht, wordt de melding " Actie niet
mogelijk tijdens het rijden " op het display
van het instrumentenpaneel weergegeven.
Menu "Parameters auto"*
Via dit menu kunt u bepaalde functies
configureren. Ze zijn in categorieën ingedeeld:
-
"to
egang tot de auto".
-
"Verlichting".
-
"
ri
jhulpsystemen".
Hoofdmenu
* uitsluitend bij auto's met Autoradio.
1
Controle tijdens het rijden
Page 18 of 384

16
C5_nl_Chap01_controle-de-marche_ed01-2015
Toegang tot de auto
Via dit menu kunt u:
F d e instapfunctie voor de bestuurder
activeren of deactiveren; zie de rubriek
"
erg
onomie en comfort".
F
h
et gelijktijdig ontgrendelen van
alle portieren of uitsluitend het
bestuurdersportier selecteren; zie de
rubriek "
to
egang tot de auto".
F
d
e automatische werking van de
elektrische parkeerrem** activeren of
deactiveren; zie de rubriek "
rij
den".
Verlichting
Vanuit dit menu kunt u:
F h et automatisch inschakelen van de
dagrijverlichting** activeren of deactiveren.
F
d
e automatische follow me home-
verlichting activeren of deactiveren en de
tijdsduur ervan instellen.
F
d
e meedraaiende koplampen activeren of
deactiveren.
Rijhulpsystemen
Vanuit dit menu kunt u:
F d e aan het inschakelen van de
achteruitrijversnelling gekoppelde werking
van de buitenspiegels activeren of
deactiveren.
Zie voor meer informatie de rubriek
"Zicht". Zie voor meer informatie de rubriek
"Zicht".
** Volgens land van bestemming.
Controle tijdens het rijden
Page 19 of 384

17
C5_nl_Chap01_controle-de-marche_ed01-2015
De boordcomputer geeft actuele informatie over het rijden (actieradius, brandstofverbruik...).
Op het display van het instrumentenpaneel
Weergave van de informatie
F Draai aan de linker rolknop A van het stuur wiel om achtereenvolgens
de verschillende standen van de
boordcomputer weer te geven:
boordcomputer
- De actuele informatie wordt bij B op het instrumentenpaneel weergegeven, met:
● de
actieradius,
● het
brandstofverbruik op dat moment,
● de
digitale weergave van de
w
agensnelheid of het aantal seconden
dat de motor is gestopt door het
st
op & s
t
art-systeem.
-
t
r
aject " 1" wordt bij C op het
instrumentenpaneel weergegeven, met:
● de
afgelegde afstand,
● het
gemiddelde brandstofverbruik,
● de
gemiddelde snelheid,
voor het eerste traject.
-
t
r
aject " 2" wordt bij C op het
instrumentenpaneel weergegeven, met:
● de
afgelegde afstand,
● het
gemiddelde brandstofverbruik,
● de
gemiddelde snelheid,
voor het tweede traject.
Traject op nul zetten
F Druk de linker rolknop van het stuur wiel langer dan twee seconden in zodra het
gewenste traject wordt aangegeven.
De trajecten " 1" en " 2" zijn onafhankelijk en
hebben dezelfde eigenschappen.
Het traject " 1" kan bijvoorbeeld gebruikt worden
voor een dagelijks verbruik en traject " 2" voor
een maandelijks verbruik.
1
Controle tijdens het rijden
Page 20 of 384
18
C5_nl_Chap01_controle-de-marche_ed01-2015
Op het touchscreen
Weergave van de informatie
F Druk op de toets MENU.-
A
ctuele informatie:
● actieradius,
● huidig brandstofverbruik,
● de teller van het Stop & Start-
systeem.
- t
r
aject
"1":
● gemiddeld
b
randstofverbruik,
● afgelegde afstand,
● gemiddelde snelheid,
v
oor het eerste traject.
- tr aject
"2":
● gemiddeld b randstofverbruik,
● afgelegde
afstand,
● gemiddelde
snelheid,
v
oor het tweede traject.
Traject resetten
F Druk op de toets voor het resetten zodra het gewenste traject wordt weergegeven.
tra
ject "1" kan bijvoorbeeld gebruikt worden
voor een dagelijks verbruik en traject "2" voor
een maandelijks verbruik. De trajecten "1" en "2" zijn onafhankelijk en
hebben dezelfde eigenschappen.
F
selecteer " Rijden " o m de
verschillende functies weer te geven.
F selecteer de gewenste functie met uw vinger.
Controle tijdens het rijden
Page 21 of 384

19
C5_nl_Chap01_controle-de-marche_ed01-2015
Enkele definities...
Actieradius
(km of mijl)
De actieradius geeft aan
hoeveel kilometer u nog met
de resterende hoeveelheid
brandstof kunt rijden (berekend
op basis van het gemiddelde
verbruik over de laatste
afgelegde kilometers).
Momenteel verbruik
(l/100 km, km/l of mpg)berekend over de laatste seconden.
Gemiddeld verbruik
(l/100 km, km/l of mpg)berekend sinds de laatste nulstelling
van de trajectgegevens.
Gemiddelde snelheid
(km/h of mph)be rekend sinds de
laatste nulstelling van de
trajectgegevens.
Als de actieradius minder dan 30
km bedraagt,
verschijnen streepjes op het display.
n
a h
et
tanken van minimaal 5
liter brandstof wordt de
actieradius opnieuw berekend en weergegeven
als deze meer dan 100
km bedraagt.
Stop & Start-teller
(minuten/seconden of
uren/minuten)
Als uw auto is uitgerust met
st
op & s
t
art, registreert een
teller hoelang de
sto
P
-stand
tijdens een traject is geactiveerd.
De teller wordt, elke keer als
u het contact met de sleutel
aanzet, weer op nul gezet.
Deze functie wordt alleen weergegeven
bij snelheden vanaf 30
km/h.
Deze waarde kan variëren door een
gewijzigde rijstijl of het rijden op een
helling, waardoor het momentele
brandstofverbruik aanzienlijk kan wijzigen.
ra
adpleeg het CI
t
ro
Ën-
netwerk of
een gekwalificeerde werkplaats als
tijdens het rijden de streepjes continu
worden weergegeven.
Afgelegde afstand
(km of miles)be rekend sinds de
laatste nulstelling van de
trajectgegevens.
Dit verbruik zal de eerste 3000
km
hoger zijn dan de theoretische
waarden die door CI
t
ro
Ën
worden
aangegeven.
1
Controle tijdens het rijden
Page 22 of 384

20
C5_nl_Chap01_controle-de-marche_ed01-2015
Terug naar de
standaardweergave
van het display van het
instrumentenpaneel
Door meerdere keren aan de linker rolknop
op het stuur wiel te draaien, kunt u terugkeren
naar de standaardweergave van het display
van het instrumentenpaneel (weergave van de
wagensnelheid). Hierbij wordt eerst het scherm
met de navigatie-informatie weergegeven
en vervolgens het scherm met alleen de
kilometerteller en, in het onderste gedeelte,
de dagteller.
u
kunt ook kiezen voor weergave van de
navigatie-informatie op het display van het
instrumentenpaneel door aan de linker rolknop
op het stuurwiel te draaien. Met deze functie kan het
waarschuwingenlogboek worden weergegeven.
F
D
ruk op de toets A.
De volgende meldingen verschijnen
achtereenvolgens op het display van het
instrumentenpaneel:
-
o
v
erzicht van de spanning van de banden.
-
ond
erhoudsindicator.
-
e
v
entuele waarschuwingsmeldingen.
Functie Check
Weergave van navigatie-
informatie op het display
van het instrumentenpaneel
Controle tijdens het rijden
Page 23 of 384

21
C5_nl_Chap01_controle-de-marche_ed01-2015
Motorolietemperatuurmeter
onder normale weersomstandigheden worden
alleen de blokjes in zone 1 weergegeven.
ond
er zware gebruiksomstandigheden kunnen
ook de blokjes in zone 2
worden weergegeven.
Matig in dat geval uw snelheid, zet indien nodig
de motor af en controleer de niveaus
(zie de desbetreffende rubriek).
Koelvloeistoftemperatuurmeter
onder normale omstandigheden worden alleen
de blokjes in zone 1 weergegeven.
on
der zware omstandigheden kunnen ook
de blokjes in zone 2
worden weergegeven
en kunnen het waarschuwingslampje
koelvloeistoftemperatuur A en het
waarschuwingslampje STOP op het
instrumentenpaneel gaan branden. Stop in
dat geval onmiddellijk. Zet het contact af.
De koelventilator kan nog enige tijd blijven
draaien.
ra
adpleeg het CI
t
ro
Ën-
netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats.
Wanneer het lampje SERVICE gaat branden,
controleer dan de vloeistofniveaus
(zie de desbetreffende rubriek). Wanneer de auto op een horizontale en vlakke
ondergrond staat, geeft het controlelampje
minimumbrandstofniveau aan dat u het
reserveniveau hebt bereikt.
er v
erschijnt een waarschuwingsmelding op
het display van het instrumentenpaneel.
Brandstofmeter
Meters
1
Controle tijdens het rijden
Page 24 of 384

22
C5_nl_Chap01_controle-de-marche_ed01-2015
De afstand tot de eerstvolgende
beurt is meer dan 3000 km
Als het contact wordt aangezet, verschijnt er
geen onderhoudsinformatie op het display van
het instrumentenpaneel.
De afstand tot de eerstvolgende
beurt is 1000 tot 3000 km
Als het contact wordt aangezet, gaat
gedurende enkele seconden de
onderhoudssleutel branden.
e
en
melding
op het display van het instrumentenpaneel
geeft de resterende kilometers of tijd tot de
eerstvolgende onderhoudsbeurt aan.
Voorbeeld: de afstand tot de eerstvolgende
onderhoudsbeurt bedraagt 2800
km.
Als het contact wordt aangezet, geeft het
display van het instrumentenpaneel tijdelijk het
volgende aan:
De afstand tot de eerstvolgende
beurt is minder dan 1000 km
Voorbeeld: de afstand tot de eerstvolgende
onderhoudsbeurt bedraagt 900 km.
Als het contact wordt aangezet, geeft het
display van het instrumentenpaneel gedurende
enkele seconden het volgende aan:
na
dat de melding is verdwenen, blijft de
sleutel branden naast de kilometerteller
om aan te geven dat er binnenkort
onderhoudswerkzaamheden uitgevoerd
moeten worden.
Onderhoudsindicator
De onderhoudsindicator geeft aan hoeveel
kilometer u nog ver wijderd bent van de
eerstvolgende onderhoudsbeurt volgens het
onderhoudsschema van de fabrikant.
Deze afstand wordt berekend vanaf de laatste
nulstelling van de onderhoudsindicator, op
basis van het aantal afgelegde kilometers
en de verstreken tijd sinds de laatste
onderhoudsbeurt.
en
kele seconden na het aanzetten van het
contact verdwijnt de sleutel .
bi
j de b
l
ueHDi-uitvoeringen met
dieselmotor (volgens land van
bestemming) heeft de mate van
vervuiling van de motorolie ook invloed
op de berekening.
Controle tijdens het rijden