18
C5_nl_Chap01_controle-de-marche_ed01-2015
Op het touchscreen
Weergave van de informatie
F Druk op de toets MENU.-
A
ctuele informatie:
● actieradius,
● huidig brandstofverbruik,
● de teller van het Stop & Start-
systeem.
- t
r
aject
"1":
● gemiddeld
b
randstofverbruik,
● afgelegde afstand,
● gemiddelde snelheid,
v
oor het eerste traject.
- tr aject
"2":
● gemiddeld b randstofverbruik,
● afgelegde
afstand,
● gemiddelde
snelheid,
v
oor het tweede traject.
Traject resetten
F Druk op de toets voor het resetten zodra het gewenste traject wordt weergegeven.
tra
ject "1" kan bijvoorbeeld gebruikt worden
voor een dagelijks verbruik en traject "2" voor
een maandelijks verbruik. De trajecten "1" en "2" zijn onafhankelijk en
hebben dezelfde eigenschappen.
F
selecteer " Rijden " o m de
verschillende functies weer te geven.
F selecteer de gewenste functie met uw vinger.
Controle tijdens het rijden
19
C5_nl_Chap01_controle-de-marche_ed01-2015
Enkele definities...
Actieradius
(km of mijl)
De actieradius geeft aan
hoeveel kilometer u nog met
de resterende hoeveelheid
brandstof kunt rijden (berekend
op basis van het gemiddelde
verbruik over de laatste
afgelegde kilometers).
Momenteel verbruik
(l/100 km, km/l of mpg)berekend over de laatste seconden.
Gemiddeld verbruik
(l/100 km, km/l of mpg)berekend sinds de laatste nulstelling
van de trajectgegevens.
Gemiddelde snelheid
(km/h of mph)be rekend sinds de
laatste nulstelling van de
trajectgegevens.
Als de actieradius minder dan 30
km bedraagt,
verschijnen streepjes op het display.
n
a h
et
tanken van minimaal 5
liter brandstof wordt de
actieradius opnieuw berekend en weergegeven
als deze meer dan 100
km bedraagt.
Stop & Start-teller
(minuten/seconden of
uren/minuten)
Als uw auto is uitgerust met
st
op & s
t
art, registreert een
teller hoelang de
sto
P
-stand
tijdens een traject is geactiveerd.
De teller wordt, elke keer als
u het contact met de sleutel
aanzet, weer op nul gezet.
Deze functie wordt alleen weergegeven
bij snelheden vanaf 30
km/h.
Deze waarde kan variëren door een
gewijzigde rijstijl of het rijden op een
helling, waardoor het momentele
brandstofverbruik aanzienlijk kan wijzigen.
ra
adpleeg het CI
t
ro
Ën-
netwerk of
een gekwalificeerde werkplaats als
tijdens het rijden de streepjes continu
worden weergegeven.
Afgelegde afstand
(km of miles)be rekend sinds de
laatste nulstelling van de
trajectgegevens.
Dit verbruik zal de eerste 3000
km
hoger zijn dan de theoretische
waarden die door CI
t
ro
Ën
worden
aangegeven.
1
Controle tijdens het rijden
35
C5_nl_Chap01_controle-de-marche_ed01-2015
ControlelampjebrandtOorzaak Acties / Opmerkingen
Voorgloeien
dieselmotor permanent.
Het contactslot staat in de tweede
stand (Contact). Wacht met starten tot het controlelampje is gedoofd.
De wachttijd is afhankelijk van de
weersomstandigheden.
Parkeerrem permanent. De parkeerrem is aangetrokken. Zet de parkeerrem vrij zodat het controlelampje
uitgaat; trap het rempedaal in.
Houd u aan de veiligheidsvoorschriften.
ra
adpleeg de desbetreffende rubriek voor meer
informatie over de parkeerrem.
knippert.
De parkeerrem is niet goed
aangetrokken of vrijgezet.
Airbag
voorpassagie rpermanent.
De schakelaar in het dashboardkastje
staat in de stand "ON".
De passagiersairbag is ingeschakeld.
Plaats in dit geval geen kinderzitje
met de "rug in de rijrichting". Zet de schakelaar in de stand "
OFF" om de
passagiersairbag uit te schakelen.
u
kunt nu een kinderzitje plaatsen met de "rug in de
rijrichting", behalve in het geval van een storing in de
airbags.
Stop & Star t permanent.
Het stop & st art-systeem heeft de motor
in de stoP -stand gezet (verkeerslicht,
stopbord, opstopping, enz.).Het lampje gaat uit en de motor wordt automatisch
gestart (s
tAr t- stand) als u wilt wegrijden.
knippert enkele
seconden en gaat
dan uit. De
sto
P
-stand is nu niet
beschikbaar.
of
De motor wordt automatisch in de
stAr
t
-
stand gezet.
ra
adpleeg voor meer informatie over de
bijzonderheden van de
sto
P
- en st
Ar
t
-
stand de
rubriek "
s
top & s
t
art".
1
Controle tijdens het rijden
97
C5_nl_Chap04_conduite_ed01-2015
Diefstalbeveiliging
Elektronische startblokkering
In de sleutel is een chip aangebracht die over
een specifieke code beschikt. om t e kunnen
starten, moet bij het aanzetten van het contact
de code van de sleutel worden herkend door de
startblokkering.
bi
j een storing in het systeem wordt u
gewaarschuwd door dit verklikkerlampje
in combinatie met een geluidssignaal
en een melding op het display.
De auto kan dan niet gestart worden.
ra
adpleeg zo snel mogelijk het CI
t
ro
Ën-
n
etwerk.
starten - afzetten van de motor
bewaar de sticker die u bij de aflevering
van uw auto samen met de sleutels is
overhandigd zorgvuldig op een plaats
buiten de auto.
Contactslot
Het contactslot heeft 3 standen:
- stand 1
(Stop): sleutel in het contactslot
steken en uit het contactslot verwijderen,
stuurslot vergrendeld,
-
stand 2
(Contact): stuurslot ontgrendeld,
aanzetten van het contact, voorgloeien
dieselmotor, draaien van de motor,
-
stand 3
(Star ten).
Stand Contact
In deze stand werkt de elektrische uitrusting
van de auto en kan externe apparatuur worden
opgeladen.
Hang geen zware voor werpen aan de
sleutel of de afstandsbediening: dit kan
namelijk storingen aan het contactslot
veroorzaken.
bo
vendien kunnen deze voorwerpen
bij het activeren van de airbag vóór
ernstige verwondingen veroorzaken.
Deze elektronische startblokkering blokkeert
het motormanagementsysteem zodra het
contact wordt afgezet en voorkomt zo het
starten van de motor bij een inbraak.
Als het laadniveau van de accu een bepaalde
minimale grenswaarde heeft bereikt,
schakelt het systeem over op de eco-mode:
de elektrische voeding wordt automatisch
uitgeschakeld zodat de accu voldoende
opgeladen blijft.
4
rijden
107
C5_nl_Chap04_conduite_ed01-2015
T O E S TA N DGEVOLGEN
4 Weergave van de meldingen "Storing parkeerrem"
en "Storing Hill Start Assist" en het branden van de
volgende verklikkerlampjes:
en/of knipperen -
D
e automatische bediening is uitgeschakeld.
-
D
e Hill s
t
art Assist is niet beschikbaar.
om
de elektrische parkeerrem te bedienen:
F
b
e
veilig de auto tegen wegrollen en zet het contact af.
F
t
r
ek minimaal 5 seconden aan de hendel of totdat de parkeerrem wordt
bediend.
F
Z
et het contact aan en controleer of de controlelampjes van de elektrische
parkeerrem gaan branden.
-
H
et bedienen duurt langer dan normaal.
-
A
ls het verklikkerlampje (!) knippert of als de controlelampjes niet gaan
branden met het contact aan, werkt deze methode niet. Laat dit controleren
door het CI
t
ro
Ën-
netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
om d
e elektrische parkeerrem vrij te zetten:
F
Z
et het contact aan.
F
H
oud de hendel gedurende circa 3
seconden ingedrukt.
5 Weergave van de melding "
Storing bediening
parkeerrem - automatische stand geactiveerd" en
branden van de volgende verklikkerlampjes:
en/of knipperen -
A
lleen de functies van het automatisch bedienen bij het afzetten van de motor
en het automatisch vrijzetten bij het wegrijden zijn beschikbaar.
-
H
et handmatig bedienen/vrijzetten van de elektrische parkeerrem is niet
mogelijk en de dynamische noodremfunctie is niet beschikbaar.
6 Weergave van de melding "
Storing parkeerrem" en
het branden van het volgende verklikkerlampje:
knipperen -
A
ls de parkeerrem wordt bediend, kan niet worden gegarandeerd dat deze
wordt aangetrokken.
-
D
e functie parkeerrem is op dit moment niet beschikbaar.
Als dit het geval is:
F
W
acht ongeveer 3 minuten.
F
P
robeer, als na 3 minuten het verklikkerlampje nog knippert, de parkeerrem
te resetten door ofwel hendel A in te drukken en los te laten ter wijl u het
rempedaal intrapt, ofwel door langdurig aan hendel A te trekken.
7
st
oring accu -
A
ls het laadstroomlampje gaat branden moet u de auto direct stoppen (rekening
houdend met het overige verkeer) en tegen wegrollen beveiligen.
-
b
e
dien de elektrische parkeerrem alvorens de motor af te zetten.
4
rijden
115
C5_nl_Chap04_conduite_ed01-2015
stop & start
Werking
- bij een handgeschakelde versnellingsbak, bij snelheden beneden
20
km/h bij uitvoeringen met b
l
ueHDi
dieselmotor, bij stilstaande auto, wanneer
u de versnellingsbak in zijn vrij zet en de
koppeling loslaat,
-
b
ij een automatische transmissie,
bij stilstaande auto, wanneer u op
het rempedaal trapt of wanneer u de
selectiehendel in de stand N zet.
Overgang naar de STOP-stand
van de motor
Het verklikkerlampje "ECO" op het
instrumentenpaneel gaat branden en de motor
komt automatisch in een standby-stand:
Als uw auto is uitgerust met
een teller, wordt de duur van de
momenten dat de motor in de
s
to
P
-stand geschakeld wordt,
opgeteld en weergegeven.
e
l
ke
keer als u het contact opnieuw
aanzet met de sleutel.Bijzonderheden: STOP-stand niet
beschikbaar
In dat geval knippert het lampje
"ECO" enkele seconden en gaat
vervolgens uit.
Dit is volkomen normaal. De
sto
P
-stand wordt niet geactiveerd als:
-
d
e auto op een steile helling staat
(beklimming of afdaling),
-
he
t bestuurderportier geopend is,
-
de
veiligheidsgordel van de bestuurder
losgemaakt is,
-
d
e auto sinds de laatste start met de sleutel
niet sneller dan 10 km/h heeft gereden,
-
d
e elektrische parkeerrem wordt /is
aangetrokken,
-
d
e klimaatregeling in het interieur dat niet
toelaat,
-
d
e ruitontwaseming is ingeschakeld,
-
b
epaalde bijzondere omstandigheden
(laadtoestand accu, motortemperatuur,
rembekrachtiging, buitentemperatuur enz.)
dat niet toelaten.
Het
s
t
op &
s
t
art-systeem zet de motor tijdelijk af (
s
to
P
-stand) als u stopt (bij rood licht, opstoppingen enz.). De motor wordt automatisch gestart
(
s
t
Ar
t
-
stand) als u weer weg wilt rijden. Het starten gebeurt direct, snel en stil.
Het
s
t
op &
s
t
art-systeem zorgt voor een lager brandstofverbruik, minder uitstoot van schadelijke stoffen en een aangename rust in het interieur tijdens
het wachten.
Als de
sto
P
-stand geactiveerd is, blijven alle
andere componenten zoals de remmen en de
stuurbekrachtiging normaal functioneren.
ta
nk nooit als de motor in de
sto
P
-
stand staat; zet in dat geval altijd het
contact af met de sleutel.
4
rijden
117
C5_nl_Chap04_conduite_ed01-2015
Opnieuw inschakelen
Druk nogmaals op de schakelaar "ECO OFF".
Het systeem is dan opnieuw actief; het
controlelampje in de schakelaar gaat uit en er
wordt een melding weergegeven.
Het systeem wordt automatisch opnieuw
ingeschakeld zodra u het contact weer
aanzet met de sleutel.
Storingen
bij een storing in het systeem gaat het
controlelampje in de schakelaar "ECO OFF" eerst
knipperen en brandt vervolgens permanent.
Laat het systeem controleren door het
CI
t
ro
Ën-
netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats.
u
kunt deze functie op elk willekeurig moment
uitschakelen door de schakelaar "ECO OFF" in
te drukken.
Het controlelampje in de schakelaar
gaat branden en er wordt een melding
weergegeven.
Uitschakelen
Als u het systeem met de motor in de s toP -stand uitschakelt, dan wordt de
motor direct weer gestart. Als er in de
stoP -stand een storing
zou optreden, kan het zijn dat de
motor niet meer wil aanslaan of direct
afslaat. Alle controlelampjes op het
instrumentenpaneel gaan branden.
Afhankelijk van de uitvoering kan er ook
een waarschuwingsmelding worden
weergegeven waarin u wordt gevraagd
de selectiehendel in de stand N te
zetten en het rempedaal in te trappen.
Zet in dat geval het contact af en start
de auto met behulp van de sleutel.
4
rijden
259
C5_nl_Chap11b_sMeGplus_ed01-2015
Niveau 1Niveau 2 Niveau 3 Aanwijzingen
Navigatie
Instellingen Navigatie Bestemming innvoeren
Weergeven van de meest recente bestemmingen.
Berekenings criteria
sne
lste
De navigatiecriteria kiezen.
op d
e kaart wordt het aan de hand van de
criteria gekozen traject weergegeven.
k
or tste
ti
jd/afstand
e
cologisch
to
l
Veer boot
Verkeer
ex
act - Dichtb.
Zie route op de kaart De kaart weergeven en de routegeleiding starten.
b
evestigenDe opties opslaan.
Huidie locatie opslaan Het actuele adres opslaan.
De navigatie stoppen De navigatie-informatie uitschakelen.
Spraakweergave Het stemvolume en het opnoemen van
straatnamen instellen.
Route omleiden Afwijken van de oorspronkelijke route met een
bepaalde afstand.
Navigatie Weergeven als tekst.
Inzoomen.
u
itzoomen.
Weergeven op volledig scherm.
De kaart verplaatsen met de pijlen.
ka
art tweedimensionaal weergeven.
.
Audio en telematica