Page 193 of 384

191
C5_nl_Chap08_information_ed01-2015
Als uw auto is uitgerust met een
reservewiel met een afwijkende maat, is
het niet toegestaan sneller dan 80 km/h
te rijden als dit wiel is gemonteerd .
De wielbouten zijn specifiek voor elk
type wiel.
Informeer bij het CI
t
ro
Ën-
netwerk of
bij een gekwalificeerde werkplaats naar
de juiste wielbouten als u andere velgen
wilt monteren.
no
teer het nummer dat op de kop van
de antidiefstaldop is ingegraveerd.
Dit nummer heeft u nodig om in
voorkomende gevallen een nieuwe,
passende anti-diefstaldop te bestellen.
F
D
raai de slotbout vast met de wielsleutel
1
voorzien van de antidiefstaldop (volgens
uitvoering).
F
D
raai de overige wielbouten vast met
alleen de wielsleutel 1 .
F
M
onteer de doppen op de bouten (volgens
uitvoering).
F
b
e
rg het gereedschap op in de houder.
F
Z
et de auto in de normale rijstand.
F
b
r
eng de band zo snel mogelijk op de
juiste spanning en laat het wiel balanceren.Detectie te lage bandenspanning
Het reservewiel (noodreservewiel of
wiel met stalen velg) is niet voorzien
van een bandenspanningssensor.
Laat de lekke band altijd repareren door
het CI
t
ro
Ën-
netwerk of door een
gekwalificeerde werkplaats.
8
Praktische informatie
Page 194 of 384

192
C5_nl_Chap08_information_ed01-2015
Sneeuwkettingen
onder winterse omstandigheden verbeteren sneeuwkettingen de tractie en het remgedrag van de auto.
ui
tsluitend de voor wielen mogen van
sneeuwkettingen worden voorzien.
ee
n noodreservewiel mag niet worden
voorzien van een sneeuwketting.
Houd u altijd aan de ter plekke
geldende regelgeving over het gebruik
van sneeuwkettingen en de maximaal
toegestane snelheid.
ri
jd niet met sneeuwkettingen op een
sneeuwvrij gemaakte weg om schade
aan de banden en het wegdek te
voorkomen. Als uw auto is voorzien van
lichtmetalen velgen, controleer dan of
de ketting en de bevestigingen de velg
niet raken.
Montagetips
F Als u onder weg sneeuwkettingen moet monteren, zet de auto dan langs de kant
van de weg stil op een vlakke ondergrond.
F
t
r
ek de handrem aan en plaats eventueel
wielblokken voor of achter de wielen om te
voorkomen dat de auto wegglijdt.
F
M
onteer de sneeuwkettingen, volg daarbij
de aanwijzingen van de fabrikant.
F
r
i
jd langzaam weg en rijd een klein stukje
met een snelheid van maximaal 50
km/h.
F
Z
et de auto stil en controleer of de
kettingen correct gespannen zijn.
Gebruik uitsluitend kettingen die geschikt zijn
voor het type velg van uw auto:
Maat van de af
fabriek gemonteerde banden
ke
nmerken van de kettingen
225/60
V16 Maximale afmeting
van de schakels: 9
mm
225/55
W17
245/45
W18
ni
et geschikt voor
de montage van
sneeuwkettingen
24 5 /4 0
Y19
ne
em voor meer informatie over
sneeuwkettingen contact op met het
CI
t
ro
Ën-
netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats. Het is bijzonder raadzaam voor vertrek
het monteren van de sneeuwkettingen
te oefenen; doe dit op een vlakke en
droge ondergrond.
Praktische informatie
Page 195 of 384

193
C5_nl_Chap08_information_ed01-2015
Lamp vervangen
Lichten voor
Uitvoering met xenonlampen (D1S)
1. Bi-xenonlampen (dimlicht/grootlicht):
D1 s
2. Ho
ekverlichting: HP19
3.
D
agrijverlichting / parkeerlichten: leds
ra
adpleeg het CI
t
ro
Ën-
netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats voor het onderhoud
aan de koplampunits en het vervangen van de
lampen HP19
en D1
s
en de leds.
Elektrocutiegevaar
Het vervangen van xenonlampen moet door
het CIt roËn- netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats worden uitgevoerd.
Als een van beide D1s- lampen defect
is, verdient het aanbeveling om beide
lampen gelijktijdig te vervangen.
De koplampunits zijn voorzien van glas
van polycarbonaat met een speciale
vernislaag:
F
r
einig de koplampen nooit met
een droge of schurende doek en
gebruik geen oplosmiddelen,
F
g
ebruik een spons met zeepwater
of een pH-neutraal product,
F
w
anneer u met een
hogedrukreiniger hardnekkig vuil
probeert te verwijderen, houd
de straal dan nooit langdurig op
de koplampen, de achterlichten
en de randen ervan gericht, om
beschadiging van de vernislaag en
de afdichtrubbers te voorkomen.
bi
j het vervangen van lampen moet de
verlichting minstens enkele minuten
uitgeschakeld zijn (risico van ernstige
verbranding).
F
r
a
ak de lamp niet met de vingers
aan, maar gebruik een niet-
pluizende doek.
In verband met het behoud van de kwaliteit
van de koplampen mogen uitsluitend anti-
uV
-lampen worden gebruikt.
Vervang een kapotte lamp altijd
door een nieuwe lamp met dezelfde
specificaties.
8
Praktische informatie
Page 196 of 384
194
C5_nl_Chap08_information_ed01-2015
Dimlicht
F Verwijder het beschermkapje B.
F D ruk de stekker met duim en wijsvinger
samen en trek hem los.
F
V
er wijder de lamp uit de twee metalen
beugels.
F
n
e
em de lamp uit.
F
P
laats de nieuwe lamp door er lichte druk
op uit te oefenen in de lengterichting.
F
s
l
uit de stekker weer aan en zorg dat deze
goed aangedrukt is.
F
P
laats het beschermkapje B terug.
Grootlicht
F Verwijder het beschermkapje A .
F M aak de klemveer vrij.
F
V
er wijder de defecte lamp en let op dat
de nieuwe lamp in de juiste richting wordt
geplaatst.
F
P
laats de klemveer terug.
F
P
laats het beschermkapje A terug.
Uitvoering met halogeenlampen
1. Grootlicht: H1
2. D imlicht: H7
3.
B
ochtverlichting: H7
4.
D
agrijverlichting / parkeerlichten: leds
Voor het onderhoud van de koplampunits en
het vervangen van de leds, raadpleeg het
CI
t
ro
Ën-
netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats.
Praktische informatie
Page 197 of 384

195
C5_nl_Chap08_information_ed01-2015
Bochtverlichting
F Verwijder het beschermkapje C.
F D ruk de stekker met duim en wijsvinger
samen en trek hem los.
F
V
er wijder de lamp uit de twee metalen
beugels.
F
n
e
em de lamp uit.
F
P
laats de nieuwe lamp door er lichte druk
op uit te oefenen in de lengterichting.
F
s
l
uit de stekker weer aan en zorg dat deze
goed aangedrukt is.
F
P
laats het beschermkapje C terug.
Richtingaanwijzer
Lamp: HP24
F V er wijder de bevestigingsbout uit de kap A
met behulp van torx-gereedschap, kantel
de kap en ver wijder deze.
F
V
erwijder de bevestigingsbout van lampunit
B met behulp van torx-gereedschap en trek
de lampunit uit de bumper.
F
M
aak de lamp C los door op de stangetjes
1
en 2 te drukken.
F
M
aak de stekker los (trek eraan en
duw tegelijkertijd met een platte
schroevendraaier op de grijze lip).
F
V
ervang de lamp. F
s
l
uit de stekker aan (druk de grijze
lip goed in).
F
P
laats de lichtunit terug in de bumper.
F
s
c
hroef de lichtunit vast.
F
P
laats het afdekkapje met behulp van de
geleiders en schroef het vast.
8
Praktische informatie
Page 198 of 384
196
C5_nl_Chap08_information_ed01-2015
Zijknipperlicht
Het zijknipperlicht kan niet opengemaakt
worden.
Vervang het complete zijknipperlicht als de
lamp defect is.
ra
adpleeg het CI
t
ro
Ën-
netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats.
Mistlampen
Lamp: H8
F V erwijder de bevestigingsbout van het
afdekkapje A met behulp van torx-
gereedschap, kantel dit kapje en ver wijder
het vervolgens.
F
V
erwijder de bevestigingsbout van lampunit
B met behulp van torx-gereedschap en trek
de lampunit uit de bumper. F
ne em stekker D los.
F
V
er wijder de lamp door deze een kwart
omwenteling te draaien.
F
V
ervang de lamp.
F
s
l
uit stekker D aan.
F
P
laats de lichtunit terug in de bumper.
F
s
c
hroef de lichtunit vast.
F
P
laats het afdekkapje met behulp van de
geleiders en schroef het vast. Zorg er bij het monteren voor dat
de elektrische kabels niet beklemd
raken.
Praktische informatie
Page 199 of 384
197
C5_nl_Chap08_information_ed01-2015
Verlichting achter (Sedan)
Ga na welke lamp defect is.
1. Rem- en parkeerlichten: P21W/5 W
2.
P
arkeerlichten:
r 5W
3.
A
chteruitrijlamp: H21W
4.
Mi
stachterlichten: H21W
5.
R
ichtingaanwijzers: PY21WVervangen van een achterlicht op de achterklep
F Zet de fitting H weer op zijn plaats.
F
C ontroleer of de fitting H met de twee
klemmen E bevestigd is.
F
s
l
uit stekker G aan.
F
P
laats de bekleding F weer terug en
bevestig deze met de 3
klemmen.
F
op
en de achterklep.
F
V
erwijder, met een platte schroevendraaier,
de 3
klemmen waarmee de bekleding bij
het achterlicht bevestigd is.
F
V
erwijder gedeeltelijk de bekleding F .
F
n
e
em de stekker G los.
F
k
l
ik de fitting H los.
F
V
ervang de defecte lamp.
8
Praktische informatie
Page 200 of 384
198
C5_nl_Chap08_information_ed01-2015
Vervangen van een achterlicht op
F Ver wijder de klep van de zijbekleding van de bagageruimte A .
tr ek deze klep eerst
naar de binnenzijde van de bagageruimte
en vervolgens omhoog.
F
M
aak de stekker B los.
F
D
raai de 2 bevestigingen C los.
F
H
aal de lichtunit uit de houder. F
M
aak de fitting D los.
F
V
ervang de defecte lamp.
F
P
laats de fitting D terug.
F b
r
eng de lichtunit terug op zijn plaats.
F s
c
hroef de 2 bevestigingen C vast.
F s
l
uit de stekker B aan.
F
P
laats de zijbekleding A van de
bagageruimte terug.de carrosserie
Draai bij auto's die zijn uitgerust met een
hifi-versterker aan de rechterzijde de bout een
kwart omwenteling los en trek vervolgens de
zijbekleding A van de bagageruimte omhoog.
u
kunt de wielsleutel gebruiken om de
bevestigingen C los of vast te draaien.
Praktische informatie