65
C5_nl_Chap03_ergo-et-confort_ed01-2015
Elektrisch verstellen
Zet, om de stoelen elektrisch te verstellen, het
contact aan of start de motor als de eco-mode
is ingeschakeld.
De stoel kan ook ter wijl het contact is afgezet
na het openen van een van de voorportieren
gedurende enige tijd versteld worden.
1.
Z
itting in hoogte verstellen, kantelen en
in lengterichting verstellen
L
icht de schakelaar aan de voorzijde op of
druk deze neer om het zitgedeelte van de
stoel te kantelen.
L
icht de schakelaar aan de achterzijde op
of druk deze neer om het zitgedeelte te
verhogen of te verlagen.
b
e
weeg de schakelaar naar voren of naar
achteren om de stoel naar voren of naar
achteren te bewegen.
2.
K
antelen van de rugleuning
b
e
weeg de schakelaar naar voren of
naar achteren om de hellingshoek van de
rugleuning in te stellen.
3.
B
ovenste gedeelte van de rugleuning
kantelen
b
e
weeg de schakelaar naar voren of naar
achteren om de hellingshoek van het
bovenste gedeelte van de rugleuning in te
stellen. Zorg er bij het verstellen van de stoel
naar achteren voor dat het schuiven
van de stoel niet wordt verhinderd door
personen of hinderlijke voorwerpen
op de vloer achter de stoel om
te voorkomen dat de stoel wordt
geblokkeerd.
o
nd
erbreek het schuiven
van de stoel meteen als dit het geval is.
be
dien de schakelaar:
-
n
a
ar voren of naar achteren voor meer of
minder steun in de lendenen.
-
o
m
hoog of omlaag om de drukzone van
de lendensteun omhoog of omlaag te
bewegen.
4.
L
endensteun verstellen
D
it systeem biedt de mogelijkheid om
onafhankelijk van elkaar de hoogte en de
diepte van de lendensteun in te stellen.
3
ergonomie en comfort
83
C5_nl_Chap03_ergo-et-confort_ed01-2015
Kaartleeslampjes
F Druk bij aangezet contact op de desbetreffende schakelaar.
Kaartleeslampjes achter
(Tourer met glazen
panoramadak)
Met de sleutel in het contactslot of met
aangezet contact:
F
D
ruk op de desbetreffende schakelaar 1 .
Het desbetreffende kaartleeslampje gaat
gedurende tien minuten branden.
De kaartleeslampjes achter gaan branden:
- als de sleutel uit het contactslot wordt gehaald,
- als de auto wordt ontgrendeld.
De lampjes gaan geleidelijk uit:
-
a
ls de auto wordt vergrendeld,
-
a
ls het contact wordt aangezet.
Plafonniers
1. Plafonnier vóór
2. K aartleeslampjes
Plafonnier vóór
Plafonnier achter
1. Plafonnier achter
2. Kaartleeslampjes In deze stand gaat de
interieurverlichting geleidelijk branden:
Permanent uit.
Permanent aan.
-
a
ls de auto wordt ontgrendeld,
-
b
ij het openen van een portier,
-
a
ls de sleutel uit het contact wordt ver wijderd,
-
a
ls op de ontgrendelingsknop van de
afstandsbediening wordt gedrukt om de
auto te lokaliseren.
De interieurverlichting gaat geleidelijk uit:
-
a
ls de auto wordt vergrendeld,
-
a
ls het contact wordt aangezet,
-
3
0 seconden na het sluiten van het laatste
portier.
Als de interieurverlichting permanent is
ingeschakeld, blijft deze gedurende een
bepaalde tijd branden:
-
bij afgezet contact: ongeveer 10 minuten,
-
i n de eco-mode: ongeveer 30 seconden,
- bij draaiende motor: onbeperkt.
3
ergonomie en comfort
97
C5_nl_Chap04_conduite_ed01-2015
Diefstalbeveiliging
Elektronische startblokkering
In de sleutel is een chip aangebracht die over
een specifieke code beschikt. om t e kunnen
starten, moet bij het aanzetten van het contact
de code van de sleutel worden herkend door de
startblokkering.
bi
j een storing in het systeem wordt u
gewaarschuwd door dit verklikkerlampje
in combinatie met een geluidssignaal
en een melding op het display.
De auto kan dan niet gestart worden.
ra
adpleeg zo snel mogelijk het CI
t
ro
Ën-
n
etwerk.
starten - afzetten van de motor
bewaar de sticker die u bij de aflevering
van uw auto samen met de sleutels is
overhandigd zorgvuldig op een plaats
buiten de auto.
Contactslot
Het contactslot heeft 3 standen:
- stand 1
(Stop): sleutel in het contactslot
steken en uit het contactslot verwijderen,
stuurslot vergrendeld,
-
stand 2
(Contact): stuurslot ontgrendeld,
aanzetten van het contact, voorgloeien
dieselmotor, draaien van de motor,
-
stand 3
(Star ten).
Stand Contact
In deze stand werkt de elektrische uitrusting
van de auto en kan externe apparatuur worden
opgeladen.
Hang geen zware voor werpen aan de
sleutel of de afstandsbediening: dit kan
namelijk storingen aan het contactslot
veroorzaken.
bo
vendien kunnen deze voorwerpen
bij het activeren van de airbag vóór
ernstige verwondingen veroorzaken.
Deze elektronische startblokkering blokkeert
het motormanagementsysteem zodra het
contact wordt afgezet en voorkomt zo het
starten van de motor bij een inbraak.
Als het laadniveau van de accu een bepaalde
minimale grenswaarde heeft bereikt,
schakelt het systeem over op de eco-mode:
de elektrische voeding wordt automatisch
uitgeschakeld zodat de accu voldoende
opgeladen blijft.
4
rijden
99
C5_nl_Chap04_conduite_ed01-2015
Geef niet nog even gas tijdens het
afzetten van de motor. Dat kan ernstige
schade aan de turbocompressor(en)
veroorzaken.
Auto’s met
turbocompressor
Laat de motor, alvorens deze af te zetten,
altijd enkele seconden stationair draaien om
het toerental van de turbocompressor te laten
terugvallen tot de normale waarde.Eco-mode
na het afzetten van de motor (stand 1- Stop)
kunt u nog gedurende maximaal dertig minuten
gebruikmaken van een aantal functies,
zoals het audio- en telematicasysteem, de
ruitenwissers, het dimlicht en de plafonniers.
Afzetten van de motor
F breng de auto tot stilstand.
F D raai, ter wijl de motor stationair draait, de
sleutel in de stand 1 .
F
V
er wijder de sleutel uit het contactslot.
F
D
raai om het stuurslot te vergrendelen aan
het stuur wiel tot het blokkeert.
Als u de auto verlaat, neem dan de
sleutel mee en vergrendel de auto. Zet de voor wielen in de rechtuitstand
alvorens de motor af te zetten.Dit
vergemakkelijkt het ontgrendelen van
het stuurslot.
Zet nooit het contact af voordat de auto
volledig tot stilstand is gekomen. Als
de motor wordt afgezet, worden ook de
rembekrachtiging en de stuurbekrachtiging
uitgeschakeld: u zou dan de controle over
de auto kunnen verliezen.
ra
adpleeg voor meer informatie
de rubriek "Praktische informatie",
paragraaf "
ec
o-mode".
F
C
ontroleer of de handrem correct is
aangetrokken, met name als de auto op
een helling staat.
Sleutel vergeten
Als de sleutel nog in het contactslot zit en
in de stand 1 (Stop) staat, wordt bij het
openen van het bestuurdersportier een
waarschuwingsmelding weergegeven in
combinatie met een geluidssignaal.
Als de sleutel onbedoeld in de stand
2
(Contact) van het contactslot blijft
staan, zal het contact na een uur
automatisch worden afgezet.
Draai de sleutel in de stand 1
(Stop)
en vervolgens opnieuw in de stand
2
(Contact) om het contact weer aan
te zetten.
4
rijden
213
C5_nl_Chap08_information_ed01-2015
eco-mode
De eco-mode bepaalt de maximale
gebruiksduur van een aantal functies om te
voorkomen dat de accu ontladen raakt.
na
dat de motor is afgezet, kunt u een
aantal elektrische functies zoals het audio-
en telematicasysteem, de ruitenwissers,
dimlichten, plafonniers, ... nog in totaal
maximaal 40
minuten gebruiken.Inschakelen van de
eco-mode
Vervolgens geeft een melding op het display
van het instrumentenpaneel aan dat de eco-
mode is ingeschakeld en worden de actieve
functies in de ruststand gezet.Als u op het moment dat de eco-mode
wordt ingeschakeld aan het telefoneren
bent, kan het gesprek nog gedurende
ongeveer 10
minuten worden
voortgezet via de handsfree set van uw
autoradio.
Uitschakelen van de
eco-mode
De functies worden automatisch weer
ingeschakeld als de motor gestart wordt.
st
art om de functies direct weer te kunnen
gebruiken de motor en laat deze draaien:
-
m
inder dan tien minuten om de functies
ongeveer vijf minuten te kunnen gebruiken,
-
m
eer dan tien minuten om de functies
ongeveer dertig minuten te kunnen
gebruiken.
ne
em de tijd die nodig is voor het starten van
de motor in acht om een juiste lading van de
accu te garanderen.
Vermijd het herhaaldelijk en continu starten van
de motor om de accu bij te laden.
Als de accu ontladen is, kan de motor
niet gestart worden (zie de rubriek
"Ac cu").
8
Praktische informatie
253
C5_nl_Chap11b_sMeGplus_ed01-2015
7 inch touchscreen
GPS-navigatie - Multimedia-autoradio - Bluetooth®-telefoon
Inhoudba
sisfuncties 254
s
tuurkolomschakelaars
256
Menu's
257
na
vigatie
2
58
na
vigatie - routebegeleiding
2
66
Verkeer
270
ra
dio, media
2
72
ra
dio
278
Digitale radio (DA
b,
Digital Audio
br
oadcasting)
280
Media
282
Instellingen
286
Internet
294
Internetbrowser
2
95
MirrorLink
tM 298
tel
efoon
300
Veelgestelde vragen
3
08
Dit systeem is zodanig gecodeerd dat het uitsluitend in uw auto
functioneert.
om
veiligheidsredenen mag de bestuurder handelingen
die zijn volledige aandacht vragen uitsluitend uitvoeren bij
stilstaande auto.
Als de melding "eco-mode" wordt weergegeven, wordt
het systeem spoedig uitgeschakeld. Zie de rubriek over
de eco-mode.
.
Audio en telematica
313
C5_nl_Chap11b_sMeGplus_ed01-2015
VR A AGANTWOORD OPLOSSING
er i
s een verschil in
geluidskwaliteit tussen
de verschillende
geluidsbronnen. Voor een optimaal luistergenot kunt u de audio-instellingen
(Volume, Hoge tonen, Lage tonen,
o
m
geving, Loudness) voor
elke geluidsbron afzonderlijk instellen. Hierdoor kunnen bij
het selecteren van een andere geluidsbron verschillen in de
geluidskwaliteit hoorbaar zijn. Controleer of de audio-instellingen (Volume,
Lage tonen, Hoge tonen,
o
m
geving,
Loudness) zijn afgestemd op de verschillende
geluidsbronnen. Het is raadzaam de
audiofuncties (Lage tonen, Hoge tonen,
b
a
lans
V-A,
b
a
lans L-
r) i
n de middelste stand te zetten,
de klankkleur "Lineair" te selecteren en de
functie Loudness
u
It
te zetten als de radio is
geselecteerd.
na h
et afzetten van de
motor wordt het systeem na
enkele minuten automatisch
uitgeschakeld.
Als de motor is afgezet, blijft het systeem nog werken zolang de laadtoestand
van de accu dat toestaat.
Het automatisch uitschakelen duidt erop dat de eco-mode van het systeem is
geactiveerd om te voorkomen dat de accu van de auto ontladen raakt.start de motor om de accu op te laden.
.
Audio en telematica
324
C5_nl_Chap11c_rD45_ed01-2015
telefoon
Koppelen van een Bluetooth®-telefoon
Display C
(Afhankelijk van model en uitvoering)
Het koppelen van de bluetooth-telefoon
aan het bl uetooth-systeem van uw
autoradio mag om veiligheidsredenen
en vanwege het feit dat deze handeling
de volledige aandacht van de
bestuurder vraagt, uitsluitend worden
uitgevoerd bij stilstaande auto en met
aangezet contact.
ra
adpleeg de site www.citroen.nl voor meer
informatie (compatibiliteit, extra informatie, ...).
Activeer de functie
b
l
uetooth van uw telefoon
en zorg ervoor dat deze "zichtbaar is voor
iedereen" (configuratie van de telefoon).
Druk op de toets MENU .ki es in het menu:
- " Bluetooth : telefoon - audio"
-
"
Bluetooth configuratie"
-
"
Zoeken via Bluetooth"
er w
ordt een venster weergegeven met de
melding dat het systeem bezig is met zoeken.
De beschikbare functies zijn afhankelijk
van het netwerk, de simkaart en
de compatibiliteit van de gebruikte
bl
uetooth-apparatuur.
ra
adpleeg de gebruiksaanwijzing van
uw telefoon of neem contact op met uw
provider voor meer informatie over de
beschikbare functies.
* Als uw telefoon volledig compatibel is. De eerste vier herkende telefoons worden in dit
venster weergegeven.
Met het menu "Telefoon" krijgt u onder
andere toegang tot de volgende functies:
"Index"*, "
Logboek van oproepen ",
"
Raadplegen koppelingen ".se lecteer in de lijst de te koppelen telefoon. u
kunt slechts één telefoon per keer koppelen.
op h
et scherm wordt een toetsenbord
weergegeven: voer een code van minimaal
4
cijfers in.
b
evestig met OK.
op h
et scherm wordt de geselecteerde telefoon
weergegeven. Voer, om de koppeling te
accepteren, in de telefoon dezelfde code in en
bevestig vervolgens met OK.
Mocht de koppeling niet gelukt zijn dan kunt
u het, een onbeperkt aantal keren, nogmaals
proberen.
op h
et scherm verschijnt de melding dat de
koppeling is geslaagd.
De toegestane automatische verbinding
wordt geactiveerd nadat de telefoon is
geconfigureerd.
Het adresboek en het logboek gesprekken zijn
na de synchronisatie beschikbaar.
Audio en telematica