Page 49 of 314

▷Het geopende glazen dak sluit tot de opge‐
heven positie. Het schuifpaneel blijft op zijn
plaats.▷Het opgetilde glazen dak wordt gesloten.
Het schuifpaneel blijft op zijn plaats.
Glazen dak en schuifpaneel
gescheiden openen/sluiten
▷Schakelaar tot het drukpunt
in de gewenste richting
schuiven en houden.
Schuifpaneel opent zolang
de schakelaar blijft inge‐
drukt. Het glazen dak gaat
pas open zodra het schuif‐
paneel volledig is geopend.
Het glazen dak sluit zolang
de schakelaar blijft inge‐
drukt. Het schuifpaneel sluit
pas zodra het glazen dak ge‐
sloten is of zich in de opge‐
heven positie bevindt.▷Schakelaar door het drukpunt heen in de
gewenste richting drukken.
Het schuifpaneel wordt automatisch geo‐
pend. Het glazen dak opent automatisch
zodra het schuifpaneel volledig is geopend.
Het glazen dak sluit automatisch. Het
schuifpaneel sluit automatisch zodra het
glazen dak gesloten is of zich in de opge‐
heven positie bevindt.
Naar boven drukken op de schakelaar
stopt de beweging.
Glazen dak en schuifpaneel
gemeenschappelijk openen/sluiten
Schakelaar tweemaal kort na
elkaar door het drukpunt heen in
de gewenste richting schuiven.
Glazen dak en schuifpaneel be‐
wegen zich gelijktijdig. Naar bo‐
ven drukken op de schakelaar stopt de bewe‐
ging.▷Zie ook: Comfortopenen, zie pagina 36, en
comfortsluiten, zie pagina 37, via de af‐
standsbediening.▷Zie ook: sluiten via de comforttoegang, zie
pagina 42.
Comfortpositie
Wordt het glazen dak door de automaat niet
geheel geopend, dan wordt de comfortstand
bereikt. In deze stand is het windgeluid in het
interieur het geringst.
Desgewenst de beweging vervolgens voort‐
zetten met de schakelaar.
Na het uitschakelen van het contact Het glazen dak kan bij uitgeschakeld contact
nog ca. 1 minuut lang worden bediend.
Inklembeveiliging
Overtreft bij het sluiten van het glazen dak de
sluitkracht een bepaalde waarde, dan wordt
het sluiten vanaf ongeveer het midden van de
dakopening of bij het sluiten uit opgeheven po‐
sitie onderbroken. Het glazen dak opent zich
een stukje.
WAARSCHUWING
Bij de bediening van het glazen dak kun‐
nen lichaamsdelen worden ingeklemd. Er be‐
staat kans op letsel. Bij het openen en sluiten
erop letten dat het bewegingsgebied van het
glazen dak vrij is.◀
Sluiten zonder inklembescherming uit
geopende positie
Bij gevaar van buitenaf als volgt te werk gaan:
1.Schakelaar door het drukpunt heen naar
voren schuiven en houden.
Inklembeveiliging wordt beperkt en het
glazen dak wordt een stukje geopend wan‐Seite 49Openen en sluitenBediening49
Online Edition for Part no. 01 40 2 969 785 - II/16
Page 50 of 314

neer de sluitkracht een bepaalde waarde
overschrijdt.2.Schakelaar opnieuw door het drukpunt
heen naar voren schuiven en ingedrukt
houden, tot het glazen dak zonder inklem‐
beveiliging sluit. Let erop dat het sluitbe‐
reik vrij is.
Sluiten zonder inklembescherming uit verhoogde positie
Bij gevaar van buiten de schakelaar door het
drukpunt heen naar voor schuiven en zo hou‐
den.
Het glazen dak sluit zonder inklembeveiliging.
Initialiseren na stroomonderbreking
Na een stroomonderbreking tijdens het ope‐
nen of sluiten is het glazen dak mogelijk
slechts beperkt te bedienen.
Systeem initialiseren Het systeem kan bij stilstaande auto of lo‐
pende motor geïnitialiseerd worden.
Bij de initialisatie sluit het glazen dak zonder
inklembeveiliging.
WAARSCHUWING
Bij de bediening van het glazen dak kun‐
nen lichaamsdelen worden ingeklemd. Er be‐
staat kans op letsel. Bij het openen en sluiten erop letten dat het bewegingsgebied van het
glazen dak vrij is.◀
Schakelaar naar boven drukken
en in die stand houden tot de
initialisatie afgerond is:
▷De initialisatie start 15 se‐
conden en wordt beëindigd
wanneer het glazen dak en
het schuifpaneel geheel zijn
gesloten.▷Het glazen dak sluit zonder inklembeveili‐
ging.Seite 50BedieningOpenen en sluiten50
Online Edition for Part no. 01 40 2 969 785 - II/16
Page 51 of 314

InstellenUitrusting van de auto
In dit hoofdstuk worden alle standaard, lands‐
pecifieke en speciale uitrustingen beschreven
die in de modelserie aangeboden worden. Er
worden daarom ook uitrustingen beschreven
die in een auto, bijv. vanwege de landspeci‐
fieke of gekozen speciale uitrusting niet be‐
schikbaar zijn. Dat geldt ook voor veiligheidsre‐
levante functies en systemen. Bij gebruik van
deze functies en systemen moeten de in het
land geldende voorschriften worden nage‐
leefd.
Veilig zitten Voorwaarde voor ontspannen rijden zonder
vermoeid te raken is een zitpositie die aan de
behoeften van de inzittenden is aangepast.
De zitpositie speelt bij een ongeval een be‐
langrijke rol in combinatie met de:▷Veiligheidsgordels, zie pagina 58.▷Hoofdsteunen, zie pagina 60.▷Airbags.
Voorstoelen
Aanwijzingen WAARSCHUWING
Door het instellen van de stoel tijdens het
rijden kunnen onverwachte stoelbewegingen
optreden. U kunt de controle over de auto ver‐
liezen. Er bestaat gevaar voor ongevallen. De
stoel aan bestuurderszijde alleen instellen als
de auto stilstaat.◀
WAARSCHUWING
Als de rugleuning van de stoel te ver naar
achteren is gekanteld, is de beschermende
werking van de veiligheidsgordel niet meer ge‐
waarborgd. Bij een ongeval bestaat het gevaar
onder de veiligheidsgordel door te schieten. Er
bestaat kans op letsel of levensgevaar. De
stoel instellen voordat u gaat rijden. De rugleu‐
ning zo rechtop mogelijk plaatsen en tijdens
het rijden niet verstellen.◀
WAARSCHUWING
Bij het bewegen van de stoelen bestaat
inklemgevaar. Er bestaat kans op letsel of
schade. Voor het instellen erop letten dat het
bewegingsgebied van de stoel vrij is.◀
Gedeeltelijk elektrisch instelbare
stoelen
Overzicht1Langsrichting2Hoogte, helling3Rugleuning4LendensteunSeite 51InstellenBediening51
Online Edition for Part no. 01 40 2 969 785 - II/16
Page 52 of 314
Zittinghoek
De schakelaar naar boven of onder kantelen.Langsrichting
Aan de hendel trekken en stoel in de gewenste
richting schuiven.
Na de hendel te hebben losgelaten, de stoel
licht voor- of achteruit bewegen zodat deze
juist aangrijpt.
Hoogte
De schakelaar naar boven of onder drukken.
Rugleuninghoek
De schakelaar naar voren of achteren kantelen.
Elektrisch verstelbare stoelen
Overzicht
1Stoel-, spiegel- en stuurkolomgeheugen2Schoudersteun3Rugleuningbreedte4Lendensteun5Rugleuning, hoofdsteun6Langsrichting, hoogte, kanteling7Bovenbeensteun
Algemeen
De stoelinstelling voor de bestuurdersstoel
wordt voor het momenteel gebruikte profiel
opgeslagen. Bij het ontgrendelen van de auto
via de afstandsbediening wordt de positie au‐
tomatisch opgeroepen, als de functie hiervoor
is geactiveerd.
Seite 52BedieningInstellen52
Online Edition for Part no. 01 40 2 969 785 - II/16
Page 53 of 314
Langsrichting
De schakelaar naar voren of achteren drukken.
Hoogte
De schakelaar naar boven of onder drukken. Zittinghoek
De schakelaar naar boven of onder kantelen.
Rugleuninghoek
De schakelaar naar voren of achteren kantelen.
Bovenbeensteun
Multifunctionele stoel
De schakelaar naar voren of achteren drukken.
Sportstoel
Aan de hendel aan de voorzijde van de stoel
trekken en bovenbeensteun instellen.
Lendensteun De welving van de rugleuning kan dusdanig
worden gewijzigd, dat de onderrug (lende)
Seite 53InstellenBediening53
Online Edition for Part no. 01 40 2 969 785 - II/16
Page 54 of 314

wordt ondersteund. Voor een rechte zithou‐
ding worden de bovenste bekkenrand en de
wervelkolom ondersteund.▷Schakelaar voor/achter in‐
drukken:
Welving wordt versterkt/
verzwakt.▷Schakelaar boven/onder in‐
drukken:
Welving wordt naar boven/
onder verschoven.
Rugleuningbreedte
Breedte van de rugleuning tus‐sen de zijkussens aanpassen,
om de zijdelingse steun te ver‐
beteren.
Om het in- en uitstappen te vergemakkelijken
opent zich de rugleuningbreedte tijdelijk volle‐
dig.
Schoudersteun
Hiermee wordt de rug ook bij de schouders
ondersteund:
▷Leidt tot een ontspannen zitpositie.▷Ontlast de schouderspieren.Stoelverwarming vóór
Overzicht
Stoelverwarming
Inschakelen Toets afhankelijk van de temperatuur‐
stand eenmaal indrukken.
Hoogste temperatuur bij drie brandende
LED's.
Wordt de rit binnen ca. 15 minuten voortgezet,
dan wordt de stoelverwarming automatisch
geactiveerd met de laatst ingestelde tempera‐
tuur.
Als ECO PRO geactiveerd is, wordt de verwar‐
mingscapaciteit verlaagd.
Uitschakelen Toets ingedrukt houden, tot de LED's
doven.
Temperatuurverdeling Verwarming van zitting en rugleuning kan af‐
zonderlijk worden ingesteld.
Via iDrive:
1."Klimaatbediening"2."Stoelverwarming voorin"3.Gewenste stoel selecteren.4.Controller draaien om de temperatuurver‐
deling in te stellen.Seite 54BedieningInstellen54
Online Edition for Part no. 01 40 2 969 785 - II/16
Page 55 of 314

Actieve stoelventilatie vóór
Principe Via geïntegreerde ventilators worden de zit‐
vlakken en leuningen gekoeld.
De ventilatie dient voor afkoelen, bijv. bij ver‐
warmde auto of voor het duurzaam koelen bij
hoge temperaturen.
Overzicht
Actieve stoelventilatie
Inschakelen Toets afhankelijk van ventilatiestand
eenmaal indrukken.
Hoogste stand bij drie brandende LED's.
Na korte tijd wordt automatisch een stand te‐
ruggeschakeld om onderkoeling te voorko‐
men.
Uitschakelen Toets ingedrukt houden, tot de LED's
doven.
Stoelen achterin
Tweede zitrij
Aanwijzingen WAARSCHUWING
Bij het neerklappen van de middenarm‐
steun achterin bestaat inklemgevaar. Er be‐
staat kans op letsel. Bij het neerklappen erop
letten dat het bewegingsgebied van de mid‐
denarmsteun vrij is.◀
WAARSCHUWING
Door het instellen van de stoel tijdens het
rijden kunnen onverwachte stoelbewegingen
optreden. U kunt de controle over de auto ver‐
liezen. Er bestaat gevaar voor ongevallen. De
stoel aan bestuurderszijde alleen instellen als
de auto stilstaat.◀
WAARSCHUWING
Bij het terugklappen van de tweede zitrij
bestaat inklemgevaar. Er bestaat kans op letsel
of schade. Voor het terugklappen van de
tweede zitrij erop letten dat het bewegingsge‐
bied van de stoelen vrij is.◀
WAARSCHUWING
Stoelen van de tweede zitrij zijn in omge‐
klapte toestand niet vergrendeld en kunnen
daardoor bewegen. Er bestaat kans op letsel of
schade. Alleen bij het vervoeren van lading de
stoelen van de tweede zitrij omklappen. Bij het
rijden zonder lading voor het begin van de rit
de stoelen van de tweede zitrij terugklappen
en vergrendelen.◀Seite 55InstellenBediening55
Online Edition for Part no. 01 40 2 969 785 - II/16
Page 56 of 314

Langsrichting1.Aan de hendel trekken, pijl 1, en stoel in de
gewenste richting schuiven.2.Hendel loslaten en stoel licht vooruit of
achteruit bewegen, zodat hij vastklikt.
Rugleuninghoek
De rugleuninghoek kan in zes standen inge‐
steld worden.
Aan de hendel trekken en de rugleuning naar
behoefte be- of ontlasten.
Toegang tot derde zitrij
1.Eventueel het middelste gedeelte van de
tweede zitrij omhoogklappen. Bij een om‐
laaggeklapt middelste gedeelte is de com‐
fortinstap niet mogelijk.2.Aan de hendel trekken en stoel naar voren
klappen.
Wanneer de tweede zitrij niet vergrendeld is,
wordt een waarschuwingssymbool getoond op
het instrumentenpaneel.
Stoelverwarming achterin Overzicht
Stoelverwarming
Inschakelen Toets afhankelijk van de temperatuur‐
stand eenmaal indrukken.
Hoogste temperatuur bij drie brandende
LED's.
Wordt de rit binnen ca. 15 minuten voortgezet,
dan wordt de stoelverwarming automatisch
geactiveerd met de laatst ingestelde tempera‐
tuur.
Als ECO PRO geactiveerd is, wordt de verwar‐
mingscapaciteit verlaagd.
Seite 56BedieningInstellen56
Online Edition for Part no. 01 40 2 969 785 - II/16