Page 41 of 384

39
DS3_nl_Chap01_controle-de-marche_ed01-2014
bij uitvoeringen met een elektrische
motorolieniveaumeter wordt na het aanzetten
van het contact eerst de onderhoudsindicator
weergegeven en vervolgens gedurende enkele
seconden het motorolieniveau.
Motorolieniveaumeter*
een controle van het olieniveau is alleen
betrouwbaar als de auto op een vlakke,
horizontale ondergrond staat en de motor
minstens 30 minuten niet heeft gedraaid.
Olieniveau correct
Te weinig olie
Als de aanduiding " O I L" knippert in
combinatie met het verklikkerlampje Service,
een geluidssignaal en een melding, is het
motorolieniveau te laag.
Controleer het olieniveau met de peilstok. Als
blijkt dat het olieniveau te laag is, moet olie
worden bijgevuld om te voorkomen dat ernstige
motorschade ontstaat.
Zie de rubriek "Controle van de niveaus".
Storing in de
motorolieniveaumeter
Als de aanduiding "OIL - -" knippert, duidt dit
o p een storing in de motorolieniveaumeter.
ra
adpleeg het CI
t
ro
Ën-
netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats.
bi
j een storing in de elektrische
motorolieniveaumeter wordt het
motorolieniveau niet meer gecontroleerd.
Zolang het systeem defect is, moet u het
motorolieniveau met de peilstok in de
motorruimte meten.
Zie de rubriek "Controle van de niveaus".
* Volgens uitvoering.
Controle tijdens het rijden
Page 42 of 384
DS3_nl_Chap01_controle-de-marche_ed01-2014
De kilometerteller en dagteller worden
gedurende 30 seconden weergegeven bij het
afzetten van het contact, bij het openen van het
bestuurdersportier en bij het vergrendelen en
ontgrendelen van de auto.
Kilometerteller en dagteller
Kilometerteller
Deze teller geeft de totale kilometerstand van
de auto aan.
Voor reizen in het buitenland kan
de eenheid van de afstand worden
aangepast: de snelheid moet namelijk
worden weergegeven in de officiële
eenheid van het land (km of mijl). De
eenheid kan bij stilstaande auto worden
gewijzigd via het configuratiemenu van
het display.
Dagteller
Deze teller geeft het aantal gereden kilometers
weer sinds de bestuurder de teller op 0
heeft
gezet.
F
D
ruk bij aangezet contact op de knop tot de
dagteller op 0
staat.
Page 43 of 384

41
DS3_nl_Chap01_controle-de-marche_ed01-2014
Black-panelfunctie
Met dit systeem kan de verlichting van
bepaalde displays worden uitgeschakeld voor
een rustiger beeld tijdens nachtelijke ritten.
op
het instrumentenpaneel blijft uitsluitend
de wagensnelheid en de informatie van
de snelheidsregelaar/-begrenzer (indien
ingeschakeld) verlicht.
De black-panelfunctie wordt uitgeschakeld
als er een waarschuwingsmelding wordt
doorgegeven en bij het wijzigen van functies of
instellingen.Inschakelen
F Druk als de verlichting brandt meerdere keren op de linkerknop van het
instrumentenpaneel om de lichtsterkte
van de dashboardverlichting geleidelijk te
verminderen.
F
D
ruk nogmaals op de knop om de
lichtsterkte tot het minimumniveau te
beperken en de sfeerverlichting uit te
schakelen.
F
D
ruk nogmaals op de knop om de
black-panelfunctie in te schakelen.
u
kunt de lichtsterkte van de
dashboardverlichting handmatig aanpassen
aan het licht van de omgeving.
Dimmer dashboardverlichting
Actief
Als de verlichting van de auto is ingeschakeld:
F d ruk op de knop om de sterkte van de
dashboardverlichting te variëren,
F
l
aat de knop los zodra de gewenste
lichtsterkte is bereikt.
Inactief
De dashboardverlichting kan niet worden ingesteld
als de verlichting van de auto is uitgeschakeld of, bij
auto's met verlichting overdag, in de dagstand staat.
Controle tijdens het rijden
Page 44 of 384
DS3_nl_Chap01_controle-de-marche_ed01-2014
boordcomputer
Monochroom display A
Weergave van de informatie
F Druk herhaaldelijk op de toets op het uiteinde van de ruitenwisserschakelaar
om de verschillende informatie van de
boordcomputer weer te geven. De boordcomputer kan de volgende informatie
weergeven:
-
actieradius,
-
m
omenteel brandstofverbruik,
-
d
e teller van het Stop & Start-systeem,
- af gelegde afstand,
-
g
emiddeld brandstofverbruik,-
g
emiddelde snelheid.
F
D
ruk nogmaals op de toets om terug te
keren naar de oorspronkelijke weergave.
De boordcomputer geeft actuele informatie over het rijden (actieradius, brandstofverbruik...).
Op 0 stellen
F Druk langer dan 2
seconden op de toets
om de afgelegde afstand, het gemiddelde
brandstofverbruik en de gemiddelde
snelheid op 0
te zetten.
Page 45 of 384

43
DS3_nl_Chap01_controle-de-marche_ed01-2014
Monochroom display C
Weergave van de informatie
F Druk herhaaldelijk op de toets op het uiteinde van de ruitenwisserschakelaar
om de verschillende standen van de
boordcomputer weer te geven: -
D
e momentele informatie:
● actieradius,
● momenteel
br
andstofverbruik,
● nog af te leggen afstand
o
f de teller van het Stop &
Start-systeem.
-
H
et traject "1"
:
● afgelegde afstand,
● gemiddeld
br
andstofverbruik,
● gemiddelde snelheid
v
oor het eerste traject.
-
H
et traject "2"
:
● afgelegde afstand,
● gemiddeld
br
andstofverbruik,
● gemiddelde snelheid
v
oor het tweede traject.
F D ruk nogmaals op de toets om terug te
keren naar het vorige scherm.
Kleurendisplay 16 x 9 (eMyWay)
Traject op nul zetten
F Druk de knop op het uiteinde van de ruitenwisserschakelaar langer dan
2
seconden in zodra het gewenste traject
wordt aangegeven.
De trajecten "1" en "2" zijn onafhankelijk en
hebben dezelfde eigenschappen.
tra
ject "1" kan bijvoorbeeld gebruikt worden
voor een dagelijks verbruik en traject "2" voor
een maandelijks verbruik.
Controle tijdens het rijden
Page 46 of 384

DS3_nl_Chap01_controle-de-marche_ed01-2014
Enkele definities...
Actieradius
(km of miles)
Momenteel
verbruik
(l/100 km, km/l of mpg)
Stop & Start-teller
(minuten/seconden of uren/
minuten)
Deze waarde kan variëren door een
gewijzigde rijstijl of het rijden op een
helling, waardoor het momentele
brandstofverbruik aanzienlijk kan
wijzigen.
ra
adpleeg het CI
t
ro
Ën-
netwerk of
een gekwalificeerde werkplaats als
tijdens het rijden de streepjes continu
worden weergegeven.
Als de actieradius minder dan 30
km bedraagt,
verschijnen streepjes op het display.
n
a h
et
tanken van minimaal 5
liter brandstof wordt de
actieradius opnieuw berekend en weergegeven
als deze meer dan 100
km bedraagt.
Nog af te leggen
afstand
(km of mijlen)
De actieradius geeft aan hoeveel kilometer u
nog met de resterende hoeveelheid brandstof
kunt rijden, berekend op basis van het
gemiddelde verbruik over de laatste afgelegde
kilometers.
Dit is het gemiddelde brandstofverbruik over de
laatste seconden.
Dit is de nog af te leggen afstand tot de
eindbestemming. Deze afstand kan door de
gebruiker worden ingevoerd.
Als de afstand niet wordt ingevoerd,
verschijnen er streepjes in plaats van cijfers.
Als uw auto is uitgerust met Stop & Start,
registreert een teller hoelang de
S
t
o
P
-stand tijdens een traject is geactiveerd.
De teller wordt, elke keer als u het contact met
de sleutel aanzet, weer op nul gezet.
Afgelegde afstand
(km of miles)
Deze afstand wordt berekend sinds de laatste
nulstelling van de boordcomputer.
Gemiddelde snelheid
(km/h of mph)
Dit is de gemiddelde snelheid sinds de laatste
nulstelling van de boordcomputer (contact aan).
Gemiddeld verbruik
(l/100 km, km/l of mpg)
D
it is het gemiddelde verbruik sinds de laatste
nulstelling van de boordcomputer. Deze functie wordt alleen weergegeven
bij snelheden vanaf 30
km/h.
Page 47 of 384
45
DS3_nl_Chap01_controle-de-marche_ed01-2014
Controle tijdens het rijden
Page 48 of 384
DS3_nl_Chap02_ecrans-multifonction_ed01-2014
Multifunctionele displays
In dit hoofdstuk kunt u lezen hoe u via de ergonomische menu's op uw
multifunctionele display instellingen kunt wijzigen of gegevens kunt
aflezen.