Page 201 of 384

199
DS3_nl_Chap10_info-pratiques_ed01-2014
bewaar Adblue® buiten het bereik van
kinderen, in de originele flacon.
Als het Ad
bl
ue
® niet in de originele flacon
wordt bewaard, verliest het zijn zuiverheid. Verdun het additief nooit met water.
Giet nooit additief in de brandstoftank.
Vul nooit Adblu
e® bij vanuit een
vulsysteem dat is bedoeld voor
vrachtwagens.
Het Ad
blu
e
®-reservoir moet bij elke periodieke
onderhoudscontrole worden gevuld door het
CI
t
ro
Ën-
netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats.
Vanwege de inhoud van het reservoir kan
het echter noodzakelijk zijn om het reservoir
tussentijds bij te vullen, zeker als u hier door
een waarschuwing (verklikkerlampjes en
melding) op wordt geattendeerd.
Dit kunt u laten uitvoeren door het CI
t
ro
Ën-
n
etwerk of door een gekwalificeerde
werkplaats.
Als u zelf het reservoir wilt bijvullen, lees dan
eerst aandachtig de volgende waarschuwingen.
Bijvullen van het additief AdBlue®
Gebruiksvoorschriften
Gebruik uitsluitend additief Adblu e® dat aan de
norm ISo
22241
voldoet.
De verpakking in flacons met een
antidruppelsysteem vergemakkelijkt het bijvullen.
De flacons met een inhoud van 1,89
liter
(1/2
gallon) zijn verkrijgbaar bij het CI
t
ro
Ën-
n
etwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
Het additief Adblu
e® is een oplossing op
ureumbasis. Deze vloeistof is onontvlambaar,
kleurloos en geurloos (indien koel bewaard).
Als het additief in contact komt met de huid,
moet u de huid wassen met kraanwater en met
zeep. Als additief in de ogen komt, spoel de
ogen dan onmiddellijk en grondig gedurende
ten minste 15
minuten met kraanwater of met
een oogspoelmiddel.
r
a
adpleeg een arts bij
een branderig gevoel of blijvende irritatie.
Als additief Ad
bl
ue wordt ingeslikt, spoel
de mond dan met schoon water en drink
vervolgens een ruime hoeveelheid water.
on
der bepaalde omstandigheden (bijvoorbeeld
bij een hoge omgevingstemperatuur) kan het
risico van het vrijkomen van ammoniakdampen
niet worden uitgesloten: adem deze niet in.
Deze ammoniakdampen werken irriterend op
de slijmvliezen (ogen, neus en keel).
Praktische informatie
Page 202 of 384

DS3_nl_Chap10_info-pratiques_ed01-2014
bewaar de flacons Adblue® niet in uw
auto.
Ad
blu
e
® bevriest bij temperaturen lager dan
ongeveer -11°C en verliest zijn kwaliteit bij
temperaturen vanaf 25°C. Het is raadzaam
de flacons koel en buiten direct zonlicht te
bewaren.
ond
er deze omstandigheden is het additief ten
minste één jaar houdbaar.
Additief dat bevroren is geweest, kan
weer worden gebruikt nadat het bij
kamertemperatuur volledig is ontdooid.
Voorschriften voor opslag
Controleer voor het bijvullen of de auto op een
vlakke en horizontale ondergrond staat.
Controleer 's winters of de
omgevingstemperatuur van de auto hoger
is dan -11°C. Als het kouder is, bevriest het
Ad
blu
e
® waardoor u het niet in het reservoir
kunt gieten. Laat uw auto enkele uren op een
warmere plaats staan en vul vervolgens het
reservoir bij.
Procedure voor bijvullen
F Zet het contact af en ver wijder de sleutel.
F t
i
l voor toegang tot het Ad
bl
ue
®-reservoir
de vloerbekleding van de bagageruimte op
en verwijder vervolgens het reservewiel of
de opbergbak (volgens uitvoering).
F
D
raai de zwarte dop een kwart
omwenteling linksom zonder er druk op uit
te oefenen en trek hem omhoog om hem te
verwijderen.
F
D
raai de blauwe dop een zesde
omwenteling linksom.
F
t
r
ek de knop omhoog om hem te
verwijderen.
Page 203 of 384

201
DS3_nl_Chap10_info-pratiques_ed01-2014
Belangrijk: als het Adbl ue®-
reservoir van uw auto helemaal leeg
is - dit wordt aangegeven door de
waarschuwingsmeldingen en u kunt in
dat geval de motor niet meer starten
- moet u het reservoir vullen met
minimaal 3,8
liter additief (twee flacons
van 1,89
liter). Spoel gemorst additief onmiddellijk
weg met koud water of veeg het weg
met een vochtige doek.
Als het additief is gekristalliseerd, verwijder
het dan met een spons en warm water.
belangrijk: als u additief hebt
bijgevuld nadat het reser voir leeg
is geraakt
, aangegeven door de
melding " Vul brandstof- additief bij:
Starten verboden", dient u ongeveer
5
minuten te wachten voordat u het
contact weer aanzet, zonder het
bestuurderspor tier te openen, de
auto te ontgrendelen en de sleutel in
het contactslot te steken .
Zet vervolgens het contact aan en start
na 10
seconden wachten de motor.
F
P
ak een flacon Ad
bl
ue
®. Controleer de
houdbaarheidsdatum en lees vervolgens
aandachtig de gebruiksaanwijzing op het
etiket voordat u de inhoud van de flacon in
het Ad
blu
e
®-reservoir van uw auto giet. Voer de lege Ad
bl
ue
®-flacons niet als
huisvuil af, maar deponeer ze in de
daartoe bestemde containers of breng
de flacons naar uw verkooppunt..
F
V
eeg nadat u de flacon leeg hebt gegoten
met behulp van een vochtige doek
eventuele vloeistofsporen van de rand van
de vulopening van het reservoir.
F
b
r
eng de blauwe dop aan op de vulopening
van het reservoir en draai de dop een
zesde omwenteling rechtsom tot hij stuit.
F
br
eng de zwarte dop aan en draai hem
een kwart omwenteling rechtsom zonder
er druk op uit te oefenen. Zorg ervoor dat
het merkteken op de dop in lijn staat met
merkteken op de steun.
F
L
eg het reservewiel en/of de opbergbak
(volgens uitvoering) terug op de bodem van
de bagageruimte.
F
P
laats de vloerbekleding van de
bagageruimte terug en sluit de achterklep.
Praktische informatie
Page 204 of 384

DS3_nl_Chap10_info-pratiques_ed01-2014
De sticker met snelheidslimiet moet in
het interieur, in het gezichtsveld van
de bestuurder, worden geplakt om u
te herinneren aan het feit dat de band
tijdelijk is gerepareerd.
Samenstelling van de set
1. 12V-compressor, met geïntegreerde manometer.
2.
F
lacon met afdichtmiddel, met
geïntegreerde slang.
3.
S
ticker met snelheidslimiet.
bandenreparatieset
De volledige set voor de reparatie van een
band bestaat uit een compressor en een flacon
met afdichtmiddel. Hiermee kunt u de band
tijdelijk repareren , zodat u de dichtstbijzijnde
garage kunt bereiken.
Met deze reparatieset kunnen de meeste lekke
banden worden gerepareerd, als het lek zich in
het loopvlak of de hiel van de band bevindt.Toegang tot de set
Deze set bevindt zich in de opbergbak onder de
vloerplaat van de bagageruimte.
De elektrische installatie van de auto
biedt de mogelijkheid een compressor
aan te sluiten en te gebruiken voor de
duur die nodig is om een gerepareerde
lekke band op spanning te brengen of om
een klein opblaasartikel op te blazen.
ri
jd na het repareren van een band met
de bandenreparatieset niet sneller dan
80
km/h.
Page 205 of 384
203
DS3_nl_Chap10_info-pratiques_ed01-2014
F Zet het contact af.
F P lak de sticker met de snelheidslimiet in
het interieur van de auto.
Reparatiemethode
Ver wijder niet het voor werp dat de
lekkage heeft veroorzaakt uit de band. F
r
o
l de slang uit die onder de compressor is
opgeborgen.
F
S
luit de slang van de compressor aan op
de flacon met afdichtmiddel.
F k
e
er de flacon met afdichtmiddel om en
bevestig deze aan de desbetreffende
uitsparing van de compressor. F
H
aal het dopje van het ventiel van de lekke
band en bewaar het op een schone plaats.
F
S
luit de slang van de flacon met
afdichtmiddel aan op het ventiel van de
lekke band en zet hem stevig vast.
Praktische informatie
Page 206 of 384

DS3_nl_Chap10_info-pratiques_ed01-2014
Als na vijf tot zeven minuten de
gewenste bandenspanning niet is
bereikt, is de band niet te repareren
met de bandenreparatieset; neem
contact op met het CI
t
ro
Ën-
netwerk
of een gekwalificeerde werkplaats om u
verder te helpen.
F
C
ontroleer of de schakelaar van de
compressor in de stand " O" staat.
F
r
o
l de elektrische kabel, die onder de
compressor is opgeborgen, volledig uit.
F
S
luit de stekker van de compressor aan op
de 12V-aansluiting van de auto.
F
Z
et het contact aan. F
S
chakel de compressor in door de
schakelaar in de stand " I" te zetten tot de
bandenspanning is opgelopen tot 2,0
bar.
Het afdichtmiddel wordt onder druk in de
band gespoten; maak de slang niet los van
het ventiel tijdens deze handeling (kans op
spatten). Let op: het afdichtmiddel is schadelijk
(ethyleenglycol, colofonium...) bij
inname en irriterend voor de ogen.
Houd het middel buiten het bereik van
kinderen.
De uiterste gebruiksdatum van het
middel is op de flacon vermeld.
Gooi de flacon na gebruik niet weg,
maar lever deze in bij het CI
t
ro
Ën-
n
etwerk of een officieel inzamelpunt.
Vergeet niet om bij het CI
t
ro
Ën-
n
etwerk of een gekwalificeerde
werkplaats een nieuwe flacon met
afdichtmiddel te kopen.
Page 207 of 384

205
DS3_nl_Chap10_info-pratiques_ed01-2014
F Zet de schakelaar in de stand "O".
F V erwijder de set.
F
M
aak direct een rit van ongeveer vijf
kilometer met matige snelheid (tussen
20
en 60 km/h), zodat het afdichtmiddel het
lek kan dichten.
F
Z
et de auto stil en controleer de reparatie
en de bandenspanning met de set.
Controle / aanpassen bandenspanning
u kunt de compressor, zonder inspuiting
v an het afdichtmiddel, ook gebruiken om de
bandenspanning te controleren of de banden
op spanning te brengen.
F
V
er wijder het dopje van het ventiel van de
band en bewaar het op een schone plaats.
F
r
o
l de slang uit die onder de compressor is
opgeborgen.
F
S
luit de slang aan op het ventiel en zet
hem stevig vast. F
C ontroleer of de schakelaar van de
compressor in de stand " O" staat.
F
r
o
l de elektrische kabel, die onder de
compressor is opgeborgen, volledig uit.
F
S
luit de stekker van de compressor aan op
de 12V-aansluiting van de auto.
F
Z
et het contact aan.
Praktische informatie
Page 208 of 384
DS3_nl_Chap10_info-pratiques_ed01-2014
F Schakel de compressor in door de schakelaar in de stand " I" te zetten en
breng de band op de spanning die is
aangegeven op de bandenspanningssticker
van de auto.
o
m
de bandenspanning te verlagen:
druk op de zwarte knop op de slang van
de compressor, bij de aansluiting op het
ventiel.
F
Z
et, zodra de gewenste spanning is
bereikt, de schakelaar in de stand " O".
F
V
er wijder de set en berg deze op.
Controlesysteem
bandenspanning
Het verklikkerlampje voor te lage
bandenspanning zal na het repareren
van een wiel blijven branden tot het
systeem is gereset.
ra
adpleeg voor meer
informatie de rubriek
"
ban
denspanningscontrolesysteem".
Als de spanning van een of meer
banden is aangepast, moet
het controlesysteem van de
bandenspanning worden gereset.
Zie de rubriek
"
ban
denspanningscontrole".