Page 33 of 384

31
DS3_nl_Chap01_controle-de-marche_ed01-2014
Airbagstijdelijk. Het lampje brandt gedurende enkele
seconden en dooft als het contact
wordt aangezet. Het lampje moet doven zodra de motor wordt gestart.ra
adpleeg het CIt roËn- netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats als dit niet het geval is.
permanent.
er i
s een storing in een van de airbags
of de pyrotechnische gordelspanners. Laat dit controleren door het CI
t
ro
Ën-
netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats.
Controlelampje
brandtOorzaak Acties / Opmerkingen
Veiligheidsgordel
niet vastgemaakt
of losgemaakt
permanent, en knippert
vervolgens in combinatie
met een in volume
toenemend geluidssignaal.De bestuurder en/of de voorpassagier
heeft zijn veiligheidsgordel niet
vastgemaakt of losgemaakt.tr ek aan de gordel en klik de gesp vast in de gesphouder.
Stuurbekrachtigingpermanent.er i
s een storing met betrekking tot de
stuurbekrachtiging.ri jd voorzichtig en met lage snelheid.
Laat het systeem nakijken door het CIt roËn- netwerk
of een gekwalificeerde werkplaats.
Controle tijdens het rijden
Page 34 of 384
DS3_nl_Chap01_controle-de-marche_ed01-2014
ControlelampjebrandtOorzaak Acties / Opmerkingen
Bandenspanning
te laag permanent, in
combinatie met een
geluidssignaal en een
melding. De bandenspanning van een of
meerdere wielen is te laag.
Controleer zo snel mogelijk de bandenspanning.
De controle dient bij voorkeur bij koude banden te
worden uitgevoerd.
el
ke keer nadat u een of meer banden op spanning
hebt gebracht en na het verwisselen van een of meer
wielen, moet u het systeem resetten.
ra
adpleeg voor meer informatie de rubriek
"Detectie te lage bandenspanning"
+
knippert en brandt
vervolgens permanent,
in combinatie met het
verklikkerlampje Service.er zit een storing in de functie: de
bandenspanning wordt niet meer
gecontroleerd. Controleer zo snel mogelijk de bandenspanning.
Laat het systeem controleren door het CIt
roËn-
n
etwerk of door een gekwalificeerde werkplaats.
Page 35 of 384

33
DS3_nl_Chap01_controle-de-marche_ed01-2014
ControlelampjebrandtOorzaak Acties / Opmerkingen
additief AdBlue
®
(BlueHDi-diesel)permanent zodra het contact
is aangezet, in combinatie
met een geluidssignaal en
een melding van het aantal
kilometers dat u nog kunt
rijden.De actieradius ligt tussen de 600 en
2 400 km. Laat het Adbl
ue®-reservoir snel bijvullen: neem
contact op met het CIt roËn- netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats of vul zelf het reservoir bij.
ra
adpleeg daarvoor de desbetreffende rubriek.
+
knippert, in combinatie
met het branden van het
verklikkerlampje S
e
r
V
IC
e
,
een geluidssignaal en een
melding van het aantal
kilometers dat u nog kunt
rijden.De actieradius ligt tussen de 0 en
6 00 km. Laat het Adbl
ue®-reservoir zo snel mogelijk bijvullen
om storingen te voorkomen : neem contact op
met het CI
t
ro
Ën-
netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats of vul zelf het reservoir bij.
r
a
adpleeg
daarvoor de desbetreffende rubriek.
knippert, in combinatie
met het branden van
het verklikkerlampje
S
e
r
V
IC
e, e
en
geluidssignaal en een
melding dat starten
niet is toegestaan. Het Ad
blu
e
®-reservoir is leeg:
het starten van de motor wordt
geblokkeerd door het wettelijk
verplichte startblokkeringssysteem.om d e motor te kunnen starten moet
u het Adbl ue®-
reservoir (laten) bijvullen: neem contact op met het
CI
t
ro
Ën-
netwerk of een gekwalificeerde werkplaats
of vul zelf het reservoir bij.
r
a
adpleeg daarvoor de
desbetreffende rubriek.
u
moet het reservoir bijvullen met minimaal 3,8
liter
Ad
blu
e
®.
Controle tijdens het rijden
Page 36 of 384

DS3_nl_Chap01_controle-de-marche_ed01-2014
Controlelampjebrandt Oorzaak Acties / Opmerkingen
+
+
SCR-
emissieregelsysteem
(BlueHDi-diesel)permanent zodra het contact is
aangezet, in combinatie met het
branden van het verklikkerlampje
S
e
r
V
IC
e en
het verklikkerlampje
zelfdiagnose motor, een
geluidssignaal en een melding
met betrekking tot een storing in
het emissieregelsysteem.er is een storing in het SCr-
e missieregelsysteem. Deze waarschuwing verdwijnt zodra de
uitstoot van uitlaatgassen weer aan de
normen voldoet.
knippert zodra het contact
is aangezet, in combinatie
met het branden van het
verklikkerlampje S
e
r
V
IC
e
en het verklikkerlampje
zelfdiagnose motor, een
geluidssignaal en een
melding met betrekking tot de
actieradius. De actieradius ligt tussen de 0
en
11 0 0
k m .
ra
adpleeg zo snel mogelijk het CI tro
Ën-
n
etwerk of een gekwalificeerde werkplaats
om storingen te voorkomen .
knippert zodra het contact
is aangezet, in combinatie
met het branden van het
verklikkerlampje S
e
r
V
IC
e
en het verklikkerlampje
zelfdiagnose motor, een
geluidssignaal en een melding
dat starten niet is toegestaan.
u
hebt de toegestane actieradius
overschreden: het starten van de
motor wordt geblokkeerd door het
startblokkeringssysteem.
ne
em verplicht contact op met het
CI
t
ro
Ën-
netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats om de motor weer te kunnen
starten.
Page 37 of 384
35
DS3_nl_Chap01_controle-de-marche_ed01-2014
Als bij draaiende motor de wijzer zich bevindt in:
- zone A, is de temperatuur in orde,
-
zone B, is de temperatuur te hoog. De
waarschuwingslampjes STOP en het
koelvloeistoftemperatuurlampje 1
gaan
rood branden in combinatie met een
geluidssignaal en een melding op het
multifunctionele display.
Stop zo snel mogelijk op een veilige plaats.
Wacht enkele minuten voordat u de motor afzet.
ra
adpleeg het CI
t
ro
Ën-
netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats.
Koelvloeistoftemperatuurmeter
De temperatuur en de druk in het koelcircuit
beginnen na enkele minuten rijden te stijgen.
om k
oelvloeistof bij te vullen:
F
w
acht tot de motor is afgekoeld,
F
d
raai de dop twee omwentelingen los om
de druk te laten dalen,
F
v
erwijder vervolgens de dop,
F
v
ul bij tot aan het merkteken "MA XI".
Controle tijdens het rijden
Page 38 of 384

DS3_nl_Chap01_controle-de-marche_ed01-2014
De onderhoudsindicator geeft aan hoeveel
kilometer u nog ver wijderd bent van de
eerstvolgende onderhoudsbeurt volgens het
onderhoudsschema van de fabrikant.
Onderhoudsindicator
De afstand tot de eerstvolgende
beurt is 1000 tot 3000 km
Als het contact wordt aangezet, gaat
gedurende 5
seconden de onderhoudssleutel
branden. De kilometerteller geeft de
resterende kilometers tot de eerstvolgende
onderhoudsbeurt aan.
Voorbeeld: de afstand tot de eerstvolgende
onderhoudsbeurt bedraagt 2800
km.
Als het contact wordt aangezet, geeft
het display gedurende 5
seconden het
volgende aan :
5
seconden na het aanzetten van het contact,
verdwijnt de sleutel ; de teller geeft de
kilometerstand aan.
bij de blueHDi-uitvoeringen met
dieselmotor heeft de mate van vervuiling
van de motorolie ook invloed op de
berekening (volgens land van bestemming).
Deze termijn wordt berekend op basis van de
laatste reset van de onderhoudsindicator en is
afhankelijk van het aantal afgelegde kilometers en
de verstreken tijd sinds de laatste onderhoudsbeurt.
De afstand tot de eerstvolgende
beurt is meer dan 3000
km
Als het contact wordt aangezet, verschijnt er
geen onderhoudsinformatie op het display.
Page 39 of 384

37
DS3_nl_Chap01_controle-de-marche_ed01-2014
De afstand tot de eerstvolgende
beurt is minder dan 1000 km
Voorbeeld: de afstand tot de eerstvolgende
onderhoudsbeurt bedraagt 900 km.
Als het contact wordt aangezet, geeft het display
gedurende 5
seconden het volgende aan:
5
seconden na het aanzetten van het contact
treedt de kilometerteller weer in werking en
blijft de sleutel branden om aan te geven
dat er binnenkort onderhoudswerkzaamheden
uitgevoerd moeten worden. 5
seconden na het aanzetten van het contact
treedt de kilometerteller weer in werking en
blijft de sleutel branden .
De afstand tot de eerstvolgende
beurt is overschreden
Als het contact wordt aangezet, gaat gedurende
5
seconden de sleutel knipperen om aan te
geven dat de onderhoudswerkzaamheden zo
spoedig mogelijk uitgevoerd moeten worden.
Voorbeeld: u hebt de afstand tot de eerstvolgende
onderhoudsbeurt met 300 km overschreden.
Als het contact wordt aangezet, geeft het display
gedurende 5 seconden het volgende aan:
bi
j de b
l
ueHDi-uitvoeringen met
dieselmotor wordt deze waarschuwing,
zodra het contact is aangezet,
gecombineerd met het permanent
branden van het verklikkerlampje Service.bij de berekening van de resterende
hoeveelheid af te leggen kilometers kan
ook de factor tijd worden meegewogen,
afhankelijk van de rijgewoontes van de
bestuurder.
De sleutel kan dus ook gaan branden
als het interval in tijd sinds de laatste
onderhoudsbeurt, zoals vermeld in
het garantie- en onderhoudsboekje, is
overschreden.
bi
j de b
l
ueHDi-uitvoeringen met
dieselmotor kan de sleutel ook eerder
gaan branden, afhankelijk van de
kwaliteit van de motorolie (volgens land
van bestemming).
De afname van de kwaliteit van
de motorolie is afhankelijk van de
rijomstandigheden van de auto.
Controle tijdens het rijden
Page 40 of 384
DS3_nl_Chap01_controle-de-marche_ed01-2014
Op 0 zetten van de
o nderhoudsindicator
De onderhoudsindicator moet na elke
onderhoudsbeurt op 0
gezet worden.
Voer dit als volgt uit:
F
zet
het contact af,
F
d
ruk op de resetknop van de dagteller en
houd deze ingedrukt,
F
z
et het contact aan; de kilometerteller
begint terug te tellen,
F
l
aat de knop los als het display "=0"
aangeeft; de sleutel verdwijnt. Als u na deze handeling de accu wilt
loskoppelen, vergrendel dan de auto
en wacht minimaal 5
minuten. Het op
0
zetten van de onderhoudsindicator
zal anders niet worden opgeslagen.
Opnieuw weergeven van de
onderhoudsinformatie
u kunt op elk moment de onderhoudsinformatie
w eergeven.
F
D
ruk op de knop voor nulstelling van de
dagteller.
D
e onderhoudsinformatie wordt enkele
seconden weergegeven en verdwijnt
vervolgens weer.