Page 89 of 384

87
DS3_nl_Chap04_confort_ed01-2014
De ver warming/ventilatie en airconditioning werken als de motor draait en bij auto’s met Stop & Start ook als de StoP -functie is geactiveerd.
1. Temperatuurregeling
F Draai de knop van blauw
(koel) naar rood (warm) om de
temperatuur naar behoefte in te
stellen.
2. Luchtopbrengstregeling
F Draai de knop in één van de
vijf standen om de gewenste
luchtopbrengst te verkrijgen.
F
W
anneer de knop van de
luchtopbrengstregeling in de stand
0
staat (uitschakeling van het
systeem), wordt het thermische
comfort niet meer geregeld.
e
r b
lijft
door de rijwind echter nog wel een
kleine luchtstroom gehandhaafd.
3. Luchtverdeling
Voorruit en zijruiten.
Voorruit, zijruiten en beenruimte.
be
enruimte.
Middelste ventilatieroosters en
zijventilatieroosters. De luchtstroom kan worden
gevarieerd door de knop in
een middenstand te zetten.
4. Toevoer van buitenlucht/luchtrecirculatie
De toevoer van buitenlucht voorkomt het
beslaan van de voorruit en zijruiten.
De recirculatiestand dient om de luchttoevoer
af te sluiten bij stank en stofoverlast.
Schakel zo snel mogelijk de toevoer van
buitenlucht weer in om te voorkomen dat de
luchtkwaliteit in het interieur achteruitgaat en
de ruiten beslaan.
Paneel met handmatige bediening
F
Sc
huif de bedieningsknop
naar links om de lucht in het
interieur te laten recirculeren.
F
Sc
huif de bedieningsknop
naar rechts om de toevoer
van buitenlucht weer in te
schakelen.
Comfort
Page 90 of 384

DS3_nl_Chap04_confort_ed01-2014
5. Airconditioning aan/uit
De airconditioning kan tijdens
alle seizoenen effectief gebruikt
worden, mits de ruiten zijn gesloten.
Paneel met elektrische bediening
F
D
ruk op de toets om de
lucht in het interieur te
laten recirculeren. Het
controlelampje gaat branden.
F
D
ruk nogmaals op de toets om de toevoer
van buitenlucht weer in te schakelen. Het
controlelampje gaat uit. Het systeem stelt u in staat:
-
d
e temperatuur in het interieur 's zomers te
verlagen,
-
i
n de winter bij temperaturen boven 3°C
beslagen ruiten snel te ontwasemen.Aan
F Druk op de toets "A /C " : het lampje van de
toets gaat branden.
Uit
F Druk nogmaals op de toets "A /C " : het
lampje van de toets gaat uit.
Door het uitschakelen van de airconditioning
kan hinder ontstaan (vocht, beslaan van ruiten). De airconditioning werkt niet als de
aanjagerknop 2
in de stand "0"
staat.
om d
e toevoer van koele lucht te
versnellen kunt u gedurende enkele
ogenblikken de recirculatie van de
interieurlucht inschakelen. Schakel
daarna weer over op de toevoer van
buitenlucht.
Page 91 of 384

89
DS3_nl_Chap04_confort_ed01-2014
ontwasemen - on tdooien voorruit en zijruiten
Met verwarmings-/
ventilatiesysteem
F Zet de knoppen van de luchttemperatuur
en de aanjagersnelheid in de met de
desbetreffende opdruk weergegeven
stand.
F
Z
et de knop van de luchttoevoer in de
stand “
to
evoer van buitenlucht”
(
knop naar rechts geschoven (handmatige
bediening) of controlelampje gedoofd
(elektrische bediening)).
F
Z
et de knop van de luchtverdeling in de
stand “Voorruit”. Deze opdruk op het bedieningspaneel geeft aan in welke stand de knoppen moeten staan om de voorruit en de zijruiten snel te ontwasemen
of te ontdooien.
Met handbediende
airconditioning
F Zet de knoppen van de luchttemperatuur
en de aanjagersnelheid in de met de
desbetreffende opdruk weergegeven
stand.
F
Z
et de knop van de luchttoevoer in de
stand “
to
evoer van buitenlucht”
(
knop naar rechts geschoven (handmatige
bediening) of controlelampje gedoofd
(elektrische bediening)).
F
Z
et de knop van de luchtverdeling in de
stand “Voorruit”.
F
S
chakel de airconditioning in door de toets
“A / C ” in te drukken; het desbetreffende
groene controlelampje gaat branden. Als bij auto’s met Stop & Start de
ontwaseming, de airconditioning en
de aanjager zijn ingeschakeld, is de
St
oP -stand niet beschikbaar.
Comfort
Page 92 of 384

DS3_nl_Chap04_confort_ed01-2014
Automatische airconditioningDe airconditioning werkt bij draaiende motor en, bij auto’s met een Stop & Start-systeem, ook in de StoP -stand.
Automatische werking
1. Automatisch programma
Comfort
Druk op de toets “AU TO ” .
Het symbool “AU TO ” wordt
weergegeven.
Het is raadzaam deze stand te gebruiken:
het systeem regelt de temperatuur, de
luchtopbrengst, de luchtverdeling naar
de luchtroosters en de luchtrecirculatie
automatisch en optimaal aan de hand van de
door u ingestelde waarde.
Het systeem kan tijdens alle seizoenen effectief
gebruikt worden, mits de ruiten zijn gesloten. Met het oog op uw comfort worden
de instellingen van de airconditioning
de volgende keer dat de auto wordt
gestart, gehandhaafd.
om b
ij koude motor de toevoer van
koude lucht te beperken, wordt de
ventilatie geleidelijk op het optimale
niveau gebracht.
2. Temperatuurregeling
De op het display weergegeven waarde heeft
betrekking op een bepaald comfortniveau en
niet op de werkelijke temperatuur in graden
Celsius of Fahrenheit. Als de temperatuur in de auto bij
het instappen veel lager of hoger
is dan de ingestelde waarde, heeft
het geen zin om voor een optimale
temperatuur de ingestelde waarde te
wijzigen. Het systeem compenseert
automatisch en zo snel mogelijk het
temperatuurverschil.
Druk op de toetsen " 5" en " 6" om
deze waarde te wijzigen. Instelling
op ongeveer 21
biedt een optimaal
comfort. Desgewenst kunt u een
andere waarde instellen, waarbij
het raadzaam is deze niet lager dan
18
en niet hoger dan 24 in te stellen.
3. Automatisch programma Zicht
In sommige gevallen kan het
automatisch programma Comfort niet
toereikend blijken om de voorruit en
zijruiten snel condens- en ijsvrij te
maken (vocht, veel inzittenden, vorst...).
ki
es dan het automatisch programma Zicht.
Het controlelampje in de toets 3
gaat branden.
Het systeem regelt automatisch de
airconditioning en de luchtopbrengst en zorgt
voor een optimale luchttoevoer naar de voorruit
en zijruiten. De luchtrecirculatie 5
wordt door
het systeem automatisch uitgeschakeld.
Druk nogmaals op de toets 3
of op “AU TO ”
om
dit programma af te sluiten. Het controlelampje
in de toets gaat uit en het symbool “AU TO ”
wordt weergegeven.
bi
j auto’s met een Stop & Start-
systeem geldt dat zolang de
voorruitontwaseming in werking is, de
S
t
o
P
-functie niet beschikbaar is.
Page 93 of 384

91
DS3_nl_Chap04_confort_ed01-2014
Het is mogelijk één of meer functies van de
airconditioning handmatig in te stellen, terwijl de
overige functies automatisch worden geregeld.
Het symbool “AU TO ” gaat uit.
bi
j het indrukken van de toets “AU TO ” zal het
systeem weer volledig automatisch functioneren.
Handmatig instellen
4. Airconditioning
AAN/UIT
om het interieur maximaal te koelen of
te ver warmen kunnen de minimale en
maximale waarden (14
en 28) worden
overschreden.
F
D
ruk op de blauwe toets 2 tot
“LO” wordt weergegeven of op
de rode toets 2
tot “HI” wordt
weergegeven.
bi
j het indrukken van deze
toets wordt de airconditioning
uitgeschakeld.
Door de airconditioning uit te schakelen
kunnen onaangename verschijnselen optreden
(vochtigheid, beslagen ruiten).
Druk de toets nogmaals in om de automatische
werking van de airconditioning te hervatten.
Het symbool “A / C ” wordt weergegeven.
5. Toevoer van buitenlucht/
luchtrecirculatie
bij het indrukken van deze toets
wordt de lucht in het interieur
gerecirculeerd. Het symbool 5
van de
luchtrecirculatie wordt weergegeven.
Deze stand dient om de toevoer van buitenlucht
bij stank en rook af te sluiten.
Druk op de toets “AU TO ” om de automatische
toevoer van buitenlucht te hervatten. Het
symbool van de luchtrecirculatie 5
gaat uit.
Gebruik de luchtrecirculatie alleen als
dit echt nodig is, omdat hierdoor de
ruiten sneller beslaan en de kwaliteit
van de interieurlucht verslechtert.
In de handbediende stand kunnen
onaangename verschijnselen optreden
(temperatuur, vocht, stank, beslagen
ruiten) en is het comfort niet optimaal.
Comfort
Page 94 of 384

DS3_nl_Chap04_confort_ed01-2014
6. Regeling luchtverdeling
Druk deze toets herhaaldelijk in om
de luchtstroom te verdelen naar:
-
d
e voorruit en zijruiten
(ontwasemen of ontdooien).
-
d
e voorruit, de zijruiten en de
ventilatieroosters,
-
d
e voorruit, de zijruiten, de
ventilatieroosters en de beenruimte,
-
d
e voorruit, de zijruiten en de beenruimte,
-
d
e beenruimte,
-
d
e ventilatieroosters en de beenruimte,
-
d
e ventilatieroosters. Het is raadzaam om niet langdurig
met uitgeschakelde airconditioning
te rijden (kans op beslagen ruiten en
verminderde luchtkwaliteit).
De luchtopbrengst kan vergroot worden
door op de toets met de “ventilator
met gevulde schoepen” te drukken.
7. Regeling luchtopbrengst
Het symbool van de luchtopbrengst, de
ventilator, wordt afhankelijk van de ingestelde
waarde geleidelijk voller.
Druk op de toets met de
“ventilator met lege schoepen”
om de luchtopbrengst te verminderen.
Uitschakelen van het systeem
Druk op de toets met de “ventilator met
lege schoepen” van de luchtopbrengst 7
t ot
het symbool van de ventilator verdwenen is.
Hierdoor worden alle functies van het systeem
uitgeschakeld.
Het thermische comfort wordt niet meer
geregeld.
e
e
n zwakke luchtstroom,
veroorzaakt door de verplaatsing van de auto,
blijft voelbaar.
Druk nogmaals op de toets met de
“ventilator met gevulde schoepen” van
de luchtopbrengst 7
of op “AU TO ” om het
systeem weer met de laatstingestelde waarden
in te schakelen.
Page 95 of 384

93
DS3_nl_Chap04_confort_ed01-2014
ontwaseming - on tdooiing achterruit
De achterruitverwarming kan worden ingeschakeld met de toets op het bedieningspaneel van de verwarming of airconditioning.
Aan
De ontwaseming - ver warming van de
achterruit werkt uitsluitend bij draaiende motor.
F
D
ruk op deze toets om de achterruit
en de buitenspiegels (afhankelijk van
de uitvoering) te ontwasemen. Het
controlelampje van de toets gaat branden.
Uit
De achterruitverwarming wordt automatisch
uitgeschakeld om onnodig stroomverbruik te
voorkomen.
F
u kunt de achterruitver warming ook eerder
uitschakelen door nogmaals op de toets te
drukken. Het controlelampje van de toets
gaat uit.
F
S
chakel, zodra de omstandigheden
het toelaten, de achterruit- en
buitenspiegelverwarming uit omdat
een geringer stroomverbruik
leidt tot een verlaging van het
brandstofverbruik.
Als de motor wordt afgezet voordat
de achterruitverwarming automatisch
wordt uitgeschakeld, wordt de
achterruitverwarming weer ingeschakeld
als de motor weer wordt gestart.
Comfort
Page 96 of 384

DS3_nl_Chap04_confort_ed01-2014
ParfumeurDe par fumeur zorgt voor een aangename geur in de auto en kan met een draaiknop naar wens worden ingesteld. Het geurelement is in verschillende
geuren leverbaar.
De regelknop is geïntegreerd in het dashboard.
Met behulp van deze knop kunt u de sterkte
van de geur instellen.
F
D
raai de knop naar rechts om de geur in de
auto te verspreiden.
F
D
raai de knop naar links om de par fumeur
af te sluiten.
Regelknop
Het geurelement kan zeer eenvoudig worden
vervangen. Vervang, als u de par fumeur voor
het eerst gebruikt, het afdekkapje door een
geurelement.
u
kunt het geurelement op elk moment
ver wisselen en buiten de auto bewaren, dankzij
de houder waarmee het element kan worden
afgesloten als het reeds is gebruikt.
bi
j het CI
t
ro
Ën-
netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats zijn verschillende
geuren leverbaar.
Houd de middelste ventilatieroosters
geopend.
De geursterkte is mede afhankelijk van
de instellingen van de ventilatie en de
airconditioning.
Geurelement
Gooi het originele element niet weg: dit
moet worden gebruikt om het systeem
af te sluiten als de geurelementen niet
worden gebruikt.
Draai de knop voor een langere
levensduur van het geurelement
volledig naar links zodra de sterkte van
de geur in het interieur voldoende is.
Voer om veiligheidsredenen
handelingen met het geurelement
uitsluitend uit bij stilstaande auto.
Haal geurelementen niet uit elkaar.
Probeer noch de par fumeur noch de
geurelementen bij te vullen.
Vermijd elk contact met de huid en met
de ogen.
Houd de geurelementen buiten het
bereik van kinderen en huisdieren.