Page 193 of 384

191
DS3_nl_Chap10_info-pratiques_ed01-2014
Brandstof voor
benzinemotoren
Auto's met benzinemotoren kunnen rijden
op biobrandstoffen van het type e1 0 (deze
bevatten 10% ethanol) die voldoen aan de
eu
ropese richtlijnen en 228 en en 15376.
br
andstoffen van het type e
8
5 (deze bevatten
tot 85% ethanol) zijn uitsluitend geschikt voor
auto's die speciaal bestemd zijn voor dit type
brandstof (
bi
oFlex-auto's). De kwaliteit van de
ethanol moet voldoen aan de
e
u
ropese richtlijn
e
n
15
293.
Brandstof voor
dieselmotoren
Auto's met dieselmotoren kunnen rijden
op biobrandstoffen die aan de huidige en
toekomstige e
u
ropese richtlijnen voldoen
(diesel die voldoet aan de richtlijn
en 590
gemengd met biobrandstof die voldoet aan de
richtlijn
en 14214) en die aan de pomp getankt
kunnen worden (met een gehalte aan methyl-
estervetzuren van 0
tot 7%).
Het gebruik van biobrandstof
b
3
0 is mogelijk
bij bepaalde dieselmotoren op voor waarde dat
de bijzondere onderhoudsvoorschriften, zoals
vermeld in het garantie- en onderhoudsboekje,
strikt worden nageleefd.
r
a
adpleeg het
CI
t
ro
Ën-
netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats.
Het gebruik van elk ander type (bio)brandstof
(zuivere of verdunde plantaardige of dierlijke
olie, stookolie ...) is nadrukkelijk verboden
(kans op schade aan de motor en het
brandstofcircuit).
Voor de DS3
r
A
CI
nG a
dviseert
CI
t
ro
Ën
u voor een optimale werking
van de motor met klem om loodvrije
benzine
ron
9
8
te tanken (raadpleeg
de sticker op de brandstoftankklep).
Praktische informatie
Page 194 of 384

DS3_nl_Chap10_info-pratiques_ed01-2014
* Volgens land van bestemming.
Vulpistoolrestrictie (diesel)*Dit mechanisme is aangebracht in auto's met een dieselmotor, waardoor het onmogelijk is om benzine te tanken. Hiermee wordt schade aan motoren,
ontstaan door het tanken van de verkeerde brandstof, voorkomen.
Deze voorziening, die in de tankopening is ingebouwd, is zichtbaar zodra u de brandstoftankdop ver wijdert.
Werking
Wanneer u bij een dieseluitvoering een
benzinetankpistool in de tankopening plaatst,
wordt dit tegengehouden door een klep,
waardoor het vergrendeld blijft en er dus niet
getankt kan worden.
Probeer in dat geval niet toch te tanken
maar kies een dieseltankpistool.Het vullen van de brandstoftank met
behulp van een jerrycan is wel mogelijk.
Houd de tuit van de jerrycan recht,
druk deze niet tegen de klep van de
vulpistoolrestrictie en giet voorzichtig
om ervoor te zorgen dat de brandstof
netjes in de vulopening stroomt.
Reizen naar het buitenland
omdat de tankpistolen voor het tanken
van Diesel per land kunnen verschillen,
kan de aanwezigheid van een
tankbeveiliging op de auto er toe leiden
dat tanken niet mogelijk is.
Wij adviseren u daarom voordat u naar
het buitenland afreist bij het CI
t
ro
Ën-
n
etwerk te informeren of uw auto
geschikt is om in het desbetreffende
land te kunnen tanken.
Page 195 of 384

193
DS3_nl_Chap10_info-pratiques_ed01-2014
brandstoftank leeg (diesel)Als een auto met een HDi-motor is stilgevallen door een lege brandstoftank, moet het brandstofsysteem ontlucht worden.
Het ontluchtingssysteem bestaat uit een handopvoerpomp en een transparante slang onder de motorkap.
F
Vul de brandstoftank met minimaal 5 liter diesel.F open de motorkap.
F V er wijder de afdekkap van de motor voor
toegang tot de opvoerpomp (afhankelijk
van de uitvoering).
F
b
e
dien de handopvoerpomp tot deze
zwaarder gaat (de eerste keer kan
zwaar gaan) en u de brandstof door
de transparante slang met de groene
aansluiting ziet stromen.
F
S
tart de motor tot deze aanslaat.
F
b
r
eng de afdekkap van de motor aan
(afhankelijk van de uitvoering).
F
S
luit de motorkap.BlueHDi-motoren
F Vul de brandstoftank met minimaal 5 liter
diesel.
F
Z
et het contact aan (zonder de motor te
st a r te n).
F
W
acht ongeveer 6 seconden en zet het
contact af.
F
H
erhaal de handelingen 10
keer.
F
b
e
dien de startmotor om de motor te
starten.
Als de motor niet direct aanslaat,
beëindig dan uw startpogingen.
bedien de opvoerpomp nogmaals en probeer
de motor vervolgens opnieuw te starten.
Praktische informatie
Page 196 of 384

DS3_nl_Chap10_info-pratiques_ed01-2014
Additief Adblue® en SCr-systeem
voor
b
l
ueHDi dieselmotoren
om het milieu zo min mogelijk te belasten en
om aan de nieuwe
eu ro 6 -norm te voldoen,
heeft CI
t
ro
Ën
ervoor gekozen zijn auto's
met dieselmotor te voorzien van een systeem
waarbij het roetfilter (FAP) wordt gecombineerd
met een SC
r-
systeem (Selective Catalytic
re
duction) voor de behandeling van de
uitlaatgassen zonder dat de prestaties
veranderen of het brandstofverbruik toeneemt.
SCR-systeem
Met behulp van het additief Adbl ue®, dat
ureum bevat, zet een katalysator tot 85%
van de stikstofoxides (
n
o
x
) om in stikstof en
water, stoffen die onschadelijk zijn voor de
gezondheid en het milieu. Het additief Ad
blu
e
® bevindt zich in een
specifiek reservoir onder de bagageruimte,
aan de achterzijde van de auto. Het reservoir
heeft een inhoud van 17
liter, goed voor een
actieradius van ongeveer 20.000
km voordat
een waarschuwingssysteem u meldt dat u
met de resterende hoeveelheid additief nog
maximaal 2400
km kunt rijden.
om e
rvoor te zorgen dat het SC
r-
systeem
goed blijft werken, wordt bij elke periodieke
onderhoudscontrole aan uw auto in het
CI
t
ro
Ën-
netwerk of bij een gekwalificeerde
werkplaats het reservoir van het additief
Ad
blu
e
® bijgevuld.
Als u ver wacht tussen twee periodieke
onderhoudscontroles meer dan 20.000
km te
rijden, raden wij u aan het reservoir tussentijds
te laten bijvullen door het CI
t
ro
Ën-
netwerk of
een gekwalificeerde werkplaats. Als het Ad
bl
ue
®-reservoir leeg is, zorgt
een wettelijk verplicht systeem ervoor
dat de motor niet opnieuw kan worden
gestart.
Als het SC
r-
systeem niet goed werkt,
stoot uw auto te veel schadelijke
stoffen uit, waardoor hij niet meer aan
de
e
u
ro 6-emissienorm voldoet.
ne
em bij een storing in het SC
r-
s
ysteem zo snel mogelijk contact
op met het CI
t
ro
Ën-
netwerk of
een gekwalificeerde werkplaats:
na 1100
km wordt een systeem
geactiveerd dat het opnieuw starten
van de motor blokkeert.
Page 197 of 384
195
DS3_nl_Chap10_info-pratiques_ed01-2014
Actieradiusindicatoren
Zodra het contact wordt aangezet en als de
reservevoorraad van het Adblue ®-reservoir
is aangesproken of een storing in het SCr-
s
ysteem is gesignaleerd, verschijnt een
indicator die aangeeft hoeveel kilometer u
nog ongeveer kunt rijden voordat het opnieuw
starten van de motor automatisch wordt
geblokkeerd.
Als gelijktijdig een storing wordt gesignaleerd
en het Ad
bl
ue
®-niveau laag is, wordt de
laagste actieradius weergegeven. Het wettelijk verplichte
startblokkeringssysteem wordt
automatisch geactiveerd zodra het
Ad
blu
e
®-reservoir leeg is.
Als de motor mogelijk niet opnieuw kan worden gestart door een te laag AdBlue®-niveau
Actieradius groter dan 2400 km
A ls het contact wordt aangezet, wordt er geen
informatie over de actieradius weergegeven op
het instrumentenpaneel.
Praktische informatie
Page 198 of 384

DS3_nl_Chap10_info-pratiques_ed01-2014
Actieradius tussen 600 en 2400 km
Zodra het contact wordt aangezet, gaat het
verklikkerlampje
ure
A
branden in combinatie
met een geluidssignaal en een melding
(bijvoorbeeld "Vul brandstofadditief bij: Starten
geblokkeerd binnen 1500
km") die aangeeft
hoeveel kilometer of mijl u nog kunt rijden met
de resterende hoeveelheid additief.
ti
jdens het rijden wordt de melding elke
300
km weergegeven zolang er geen additief
is bijgevuld.
ne
em contact op met het CI
t
ro
Ën-
netwerk of
een gekwalificeerde werkplaats om het additief
Ad
blu
e
® te laten bijvullen.u
kunt het bijvullen ook zelf uitvoeren.
ra
adpleeg de rubriek "
bi
jvullen". Zodra het contact wordt aangezet, gaat het
verklikkerlampje S
e
r
V
IC
e b
randen en knippert
het verklikkerlampje ure
A i
n combinatie
met een geluidssignaal en een melding
(bijvoorbeeld "Vul brandstofadditief bij: Starten
geblokkeerd binnen 600 km") die aangeeft
hoeveel kilometer of mijl u nog kunt rijden met
de resterende hoeveelheid additief.
ti
jdens het rijden wordt de melding elke
30
seconden weergegeven zolang er geen
additief is bijgevuld.
ne
em contact op met het CI
t
ro
Ën-
netwerk of
een gekwalificeerde werkplaats om het additief
Adblu e ® te laten bijvullen.u
kunt het bijvullen ook zelf uitvoeren.
ra
adpleeg de rubriek "
bi
jvullen".
Als niet op tijd additief wordt bijgevuld, kan de
motor niet meer worden gestart. Actieradius tussen 0
en 600
km
Als het contact wordt aangezet, gaat het
verklikkerlampje S
e
r
V
IC
e b
randen en knippert
het verklikkerlampje ure
A i
n combinatie
met een geluidssignaal en de melding " Vul
brandstofadditief bij: Starten geblokkeerd".
Het Ad
bl
ue
®-reservoir is leeg: het wettelijk
verplichte startblokkeringssysteem voorkomt
dat de motor opnieuw wordt gestart.
Storing in verband met een te laag AdBlue® -niveau
om de motor weer opnieuw te kunnen
starten, raden wij u aan contact op te
nemen met het CI
t
ro
Ën-
netwerk of
een gekwalificeerde werkplaats om de
benodigde hoeveelheid additief te laten
bijvullen. Als u zelf additief bijvult, moet
het reservoir met minimaal 3,8
liter
Ad
blu
e
® worden gevuld.ra
adpleeg de rubriek "bi jvullen".
Page 199 of 384

197
DS3_nl_Chap10_info-pratiques_ed01-2014
Als een storing in het SCR-systeem wordt gesignaleerd
In het geval van een tijdelijke storing
stopt de waarschuwing zodra de
uitlaatgasemissiewaarden weer aan de
normen voldoen.
er w
ordt automatisch een
startblokkeringssysteem geactiveerd
als meer dan 1100
km is gereden
nadat de storing in het SC
r-
systeem
is gesignaleerd. Laat het systeem
zo snel mogelijk controleren door
het CI
t
ro
Ën-
netwerk of door een
gekwalificeerde werkplaats. Als een storing wordt gesignaleerd
Tijdens de geautoriseerde rijfase (tussen
1100 km en 0 km)
Zodra het contact wordt aangezet, gaan
de verklikkerlampjes ure
A
, S
e
r
V
IC
e
en
zelfdiagnose motor branden in combinatie
met een geluidssignaal en de melding
"Storing emissieregeling" om een storing in de
emissieregeling te signaleren. Als een storing in het SC
r-
systeem is
bevestigd (nadat 50 km is gereden ter wijl
de melding van de storing permanent wordt
weergegeven), gaan zodra het contact wordt
aangezet de verklikkerlampjes S
e
r
V
IC
e
en
zelfdiagnose motor branden en knippert het
verklikkerlampje ure
A i
n combinatie met een
geluidssignaal en een melding (bijvoorbeeld
"Storing emissieregeling: Starten geblokkeerd
binnen 300
km") die aangeeft hoeveel
kilometer of mijl u nog met de resterende
hoeveelheid additief kunt rijden.
ti
jdens het rijden wordt de melding elke
30
seconden weergegeven zolang de storing in
het SC
r-
systeem niet is verholpen.
neem zo snel mogelijk contact op met het CItroËn-
n etwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
Als u dit niet doet, kan de motor niet meer
worden gestart.
Praktische informatie
Page 200 of 384

DS3_nl_Chap10_info-pratiques_ed01-2014
Bevriezing van het additief
AdBlue®
Het additief Adblue® bevriest bij
temperaturen lager dan ongeveer -11°C.
Het SC
r-
systeem is voorzien van een
voorverwarmingssysteem voor het
Ad
blu
e
®-reservoir.
In uitzonderlijke gevallen (als de
omgevingstemperatuur van de auto
langdurig lager is dan -15°C), kan de
waarschuwing voor een storing in de
emissieregeling te maken hebben met
bevriezing van het Ad
bl
ue
® van uw auto.
Laat de auto enkele uren op een
warmere plaats staan tot het additief
weer vloeibaar is.
De waarschuwing van de
emissieregeling verdwijnt niet direct,
maar na enkele kilometers rijden.u hebt de limiet van de geautoriseerde rijfase
o verschreden: het startblokkerringssysteem
voorkomt dat de motor opnieuw wordt gestart.
elke keer dat het contact wordt aangezet, gaan de
verklikkerlampjes Se rV ICe en zelfdiagnose motor
branden en knippert het verklikkerlampje
ure
A
in
combinatie met een geluidssignaal en de melding
"Storing emissieregeling: Starten geblokkeerd". Starten geblokkeerd
om d
e motor weer te kunnen starten, is het
noodzakelijk dat u contact opneemt met het
CI
t
ro
Ën-
netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats.