Page 217 of 384

215
DS3_nl_Chap10_info-pratiques_ed01-2014
een lamp vervangen
De koplampunits zijn voorzien van glas
van polycarbonaat met een speciale
vernislaag:
F
r
einig de koplampen nooit met
een droge of schurende doek en
gebruik geen oplosmiddelen,
F
g
ebruik een spons met zeepwater
of een pH-neutraal product,
F
w
anneer u met een
hogedrukreiniger hardnekkig vuil
probeert te verwijderen, houd
de straal dan nooit langdurig op
de koplampen, de achterlichten
en de randen ervan gericht, om
beschadiging van de vernislaag en
de afdichtrubbers te voorkomen.
Halogeenkoplampen
1. Richtingaanwijzers (PY21W amberkleurig).
2.
P
arkeerlichten (W5W).
3.
G
rootlicht (H1-55W).
4.
D
imlicht (H7-55W).
5.
M
istlampen (PSX24W).
6.
L
ED-dagrijverlichting (diodes).
bi
j het vervangen van lampen moet de
verlichting minstens enkele minuten
uitgeschakeld zijn (risico van ernstige
verbranding).
F
r
a
ak de lamp niet met de
vingers aan, maar gebruik een
niet-pluizende doek.
In verband met het behoud van de
kwaliteit van de koplampen mogen
uitsluitend anti-
uV
-lampen worden
gebruikt.
Vervang een kapotte lamp altijd
door een nieuwe lamp met dezelfde
specificaties.
Praktische informatie
Page 218 of 384
DS3_nl_Chap10_info-pratiques_ed01-2014
Lamp van richtingaanwijzer
vervangen
Wanneer het controlelampje van de
richtingaanwijzer (rechts of links) met
een hogere frequentie dan normaal
knippert, duidt dit op een defecte lamp
aan de desbetreffende zijde.
F
D
raai de lamphouder een kwart
omwenteling en verwijder het geheel.
F
t
r
ek de lamp uit de lamphouder en vervang
de lamp.
Voer het monteren in de omgekeerde volgorde uit.
Lampen dimlicht vervangen
F trek aan de borglip om de beschermkap te verwijderen.
F
n
e
em de stekker van de lamp los.
F
D
ruk de veren uit elkaar om de lamp te
kunnen verwijderen.
F
t
r
ek de lamp uit de lamphouder en vervang
de lamp.
Voer het monteren uit in de omgekeerde
volgorde.
De amberkleurige lampen, zoals die
van de richtingaanwijzers, moeten
worden vervangen door lampen met
dezelfde kleur en specificaties.
Sluit bij het monteren uiterst zorgvuldig
de beschermkap om ervoor te zorgen
dat de lampunit goed wordt afgedicht.
Page 219 of 384
217
DS3_nl_Chap10_info-pratiques_ed01-2014
Lampen grootlicht vervangen Lampen parkeerlicht vervangen
F trek aan de borglip om de beschermkap te verwijderen.
F
n
e
em de stekker van de lamp los.
F
D
ruk de veren uit elkaar om de lamp te
kunnen verwijderen.
F
t
r
ek de lamp uit de lamphouder en vervang
de lamp.
Voer het monteren uit in de omgekeerde
volgorde. F
tr ek aan de borglip om de beschermkap te
verwijderen.
F
t
r
ek aan de lamphouder ter wijl u aan beide
kanten op de beide borglippen drukt.
F
t
r
ek de lamp uit de lamphouder en vervang
de lamp.
Voer het monteren uit in de omgekeerde
volgorde.
LED*-/xenonkoplampen
* LeD: Light-emitting Diodes. 1.
R
ichtingaanwijzers (LED).
2.
P
arkeerlichten (LED).
3.
D
imlicht (xenon).
4.
G
rootlicht (LED/xenon).
5.
D
agrijverlichting (LED).
6.
M
istlampen (PSX24W).
ne
em voor het vervangen van dit type lampen
(L
eD
/xenon) contact op met het CI
t
ro
Ën-
n
etwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
Praktische informatie
Page 220 of 384

DS3_nl_Chap10_info-pratiques_ed01-2014
u kunt deze unit bestellen bij
h et CIt roËn- netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats.
Voor vragen over het vervangen
van deze lampen kunt u terecht
bij het CI
t
ro
Ën-
netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats.Mistlampen vóór vervangen
F Via de opening onder de voorbumper kunt u de mistlampen vóór bereiken.
F
n
e
em de zwarte stekker van de
lamphouder los door aan de bovenkant op
de borglip te drukken.
F
V
er wijder de lamphouder door op de twee
klemmen te drukken (boven en onder).
F
V
ervang de unit.
Voer het monteren uit in de omgekeerde
volgorde.
Geïntegreerde zijknipperlichten
vervangen
F Steek ter hoogte van het midden van het
zijknipperlicht een schroevendraaier tussen het
zijknipperlicht en de voet van de buitenspiegel.
F Wip het zijknipperlicht met de schroevendraaier los.
F
n
e
em de stekker van het zijknipperlicht los.
F
V
ervang de zijknipperlichtunit.
Voer het monteren uit in de omgekeerde volgorde.
ee
n nieuwe zijknipperlichtunit is
verkrijgbaar bij het CI
t
ro
Ën-
netwerk
of een gekwalificeerde werkplaats.
Page 221 of 384
219
DS3_nl_Chap10_info-pratiques_ed01-2014
LED van dagrijverlichting
vervangen
neem voor het vervangen van dit type lamp
met LeD’s contact op met het CIt roËn-
n
etwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
Praktische informatie
Page 222 of 384
DS3_nl_Chap10_info-pratiques_ed01-2014
1. Remlicht/parkeerlicht (P21/5W).
2. Parkeerlichten (P5W).
3.
R
ichtingaanwijzers (PY21W,
amberkleurig) .
4.
Mi
stachterlicht links (PR21W, rood)
A
chteruitrijlicht rechts (P21W).
Achterlichten
rode of amberkleurige lampen,
zoals de richtingaanwijzers of het
mistachterlicht, moeten vervangen
worden door lampen met dezelfde
specificaties en kleur.
Lampen vervangen
F open de achterklep.
F V er wijder het luikje in de bekleding aan de
desbetreffende zijkant.
F
D
raai de vlindermoer voor de bevestiging
van de lampunit los.
F
n
e
em de stekker van de lampunit los.
F
V
er wijder voorzichtig de lampunit door er in
een rechte beweging aan te trekken. F
M aak de vier borglippen los en ver wijder
de lamphouder.
F
D
raai de lamp een kwart omwenteling en
vervang de lamp.
Voer het monteren uit in de omgekeerde
volgorde.
Zorg ervoor dat de lampunit in de geleiders
komt door de lampunit goed in de lengteas van
de auto te houden.
Page 223 of 384

221
DS3_nl_Chap10_info-pratiques_ed01-2014
Vervangen van de lamp van de
richtingaanwijzers (4) en van het
mistachterlicht of achteruitrijlicht (5)
F Draai de lamp een kwart omwenteling om hem te verwijderen en vervang de lamp.
Vervangen van de parkeerlichten
en remlichten met leds
raadpleeg als deze ledverlichting moet worden
vervangen het CIt roËn- netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats.
3D achterlichten
Toegang tot de lampen
F open het kofferdeksel.
F V er wijder het luikje in de bekleding aan de
desbetreffende zijkant.
F
D
raai de vlindermoer voor de bevestiging
van de lampunit los.
F
n
e
em de stekker van de lampunit los.
F
V
er wijder voorzichtig de lampunit door
hem in een rechte beweging naar buiten te
trekken.
Voer het monteren uit in de omgekeerde volgorde.
Zorg ervoor dat de lampunit in de geleiders
komt door de lampunit goed in de lengteas van
de auto te houden.
1.
3
D parkeerlicht met leds.
2. R
emlicht/parkeerlicht met leds.
3. C
ontourlicht met leds.
4.
R
ichtingaanwijzer (PY21W,
amberkleurig) .
5.
Mi
stachterlicht links (H21W, rood)
A
chteruitrijlicht rechts (H21W).
ro
de of amberkleurige lampen,
zoals de richtingaanwijzers of het
mistachterlicht, moeten vervangen
worden door lampen met dezelfde
specificaties en kleur.
Praktische informatie
Page 224 of 384

DS3_nl_Chap10_info-pratiques_ed01-2014
Lamp derde remlicht vervangen
(4 lampen W5W)
F open de achterklep.
F
V erwijder de twee afsluitdoppen A op het
binnenpaneel van de achterklep.
F
D
ruk in een rechte beweging
tegen de lampunit en gebruik twee
schroevendraaiers als hefboom om de unit
via de buitenzijde te verwijderen.
F
n
e
em de stekker van de lampunit en indien
nodig de slang van de ruitensproeier los.
F
D
raai de lamphouder van de defecte lamp
een kwart omwenteling.
F
t
r
ek aan de lamp en vervang deze.
Voer het monteren uit in de omgekeerde volgorde.
Lamp derde remlicht vervangen
(LED's)
raadpleeg het CIt roËn- netwerk of
een gekwalificeerde werkplaats om dit type
L
eD
-verlichting te vervangen.
Lampen kentekenplaatverlichting
vervangen (W5W)
F Steek een kleine schroevendraaier in een van de buitenste gaten van het lampglas.
F
D
uw de schroevendraaier naar buiten om
het lampglas los te maken.
F
V
erwijder het lampglas.
F
t
r
ek de lamp uit de houder en vervang de
lamp.