Page 6 of 384
DS3_nl_Chap00a_sommaire_ed01-2014
VEILIGHEID
RIJDEN VEILIG VERVOEREN
VAN KINDEREN
174 kinderzitjes
17 7
u
it
schakelen van de airbag
vóór aan passagierszijde
184
IS o
F
IX-kinderzitjes
14 8 ri
chtingaanwijzers
14 8
Alarmknipperlichten
14 9
C
laxon
14 9
u
rgence-oproep of
Assistance-oproep
15 0 bandenspanningscontrolesysteem
15 4 Hulpsystemen bij het remmen
155
Stabiliteitscontrolesystemen
157
A
ctive City b
r
ake
162
V
eiligheidsgordels
165
Airbags
132
Lichtschakelaar
137
L
eD
-dagrijverlichting
138
k
o
plampen verstellen
139
ru
itenwisserschakelaar
14 3
Plafonnier
14 4
Sfeerverlichting
14 4 V
erlichting bagageruimte
106
P
arkeerrem
107
H
andgeschakelde
6-versnellingsbak
108
e
l
ektronisch gestuurde
versnellingsbak
113
A
utomatische transmissie
117 op
schakelindicator
118 S
top & Start-systeem
121
H
ill Start Assist
122
Snelheidsbegrenzer
124
Sn
elheidsregelaar
126
P
arkeerhulp achter
128
Achteruitrijcamera
008009006007 ZICHT
Page 14 of 384
DS3_nl_Chap00b_vue-ensemble_ed01-2014
Cockpit
1. Contact-/stuurslot.
2. St uurkolomschakelaar autoradio.
3.
S
chakelaar ruitenwissers/ruitensproeiers/
boordcomputer.
4.
Pa r f u m e u r.
5.
S
chakelaar centrale vergrendeling.
6.
M
ultifunctioneel display.
7.
S
chakelaar alarmknipperlichten.
8.
M
iddelste verstelbare en afsluitbare
ventilatieroosters.
9.
Zonnesensor.
M
iddelste luidspreker hifi-audiosysteem.
10.
A
irbag passagier.
11.
V
erstelbaar en afsluitbaar
zijventilatierooster.
12.
D
ashboardkastje / u
i
tschakeling
passagiersairbag.
13.
Handrem.
14.
M
iddenarmsteun met opbergvakken.
15.
b
o
venste en onderste opbergvakken.
16.
A
utoradio of eMyWay.
17.
b
e
dieningspaneel verwarming/
airconditioning.
Page 25 of 384

23
DS3_nl_Chap01_controle-de-marche_ed01-2014
Controlelampjes ingeschakelde functies
De volgende controlelampjes geven aan dat de desbetreffende functie is ingeschakeld.Controlelampje brandtOorzaak Acties / Opmerkingen
Richtingaanwijzer
links knippert, met
geluidssignaal. Als u de lichtschakelaar omlaag
beweegt.
Richtingaanwijzer
rechts knippert, met
geluidssignaal. Als u de lichtschakelaar omhoog
beweegt.
Parkeerlichten permanent. De lichtschakelaar staat in de stand
"Parkeerlichten".
Dimlicht permanent. De lichtschakelaar staat in de stand
" D imlic ht ".
Grootlicht permanent. Als u de lichtschakelaar naar u toe
trekt.
tr
ek aan de lichtschakelaar om terug te schakelen
naar dimlicht.
Mistlampen vóór permanent. De mistlampen vóór zijn ingeschakeld
met de ring van de lichtschakelaar. Draai de ring van de lichtschakelaar twee standen naar
achteren om de mistlampen vóór uit te schakelen.
Mistachterlichten permanent. De mistachterlichten zijn
ingeschakeld. Draai de ring naar achteren om de mistachterlichten uit
te schakelen.
Alarmknipperlichtenknippert, met
geluidssignaal.De schakelaar voor de
alarmknipperlichten op het
dashboard is ingedrukt. De richtingaanwijzers links en rechts en de
bijbehorende verklikkerlampjes knipperen
tegelijkertijd.
Controle tijdens het rijden
Page 148 of 384
Veiligheid
Dit hoofdstuk gaat over de richtingaanwijzers, de alarmknipperlichten
en de claxon, die dienen om andere weggebruikers te waarschuwen,
de u rgence- en Assistance-oproepen bij ongelukken en pech, de
verschillende remhulp- en stabiliteitscontrolesystemen voor een perfecte
controle over uw auto, en over de veiligheidsgordels en airbags die het
risico op letsel bij een aanrijding beperken.
Page 150 of 384

richtingaanwijzers
Gebruik de richtingaanwijzers om een
verandering van rijrichting of rijstrook aan te
geven.
F
L
inks: duw de hendel helemaal omlaag, tot
voorbij de weerstand.
F
r
e
chts: duw de hendel helemaal omhoog,
tot voorbij de weerstand.
Drie keer knipperen
F beweeg de schakelaar kort omhoog of omlaag, zonder deze door de
weerstand te drukken. De desbetreffende
richtingaanwijzers zullen drie keer
knipperen.
Alarmknipperlichten
Gebruik de alarmknipperlichten om het overige
verkeer te waarschuwen in het geval van file,
pech, slepen of een ongeval.
F
D
ruk deze knop in: de richtingaanwijzers
knipperen tegelijkertijd.
De alarmknipperlichten werken ook als het
contact is afgezet.
Automatisch inschakelen
van de alarmknipperlichten
bij een noodstop worden de
alarmknipperlichten, afhankelijk van de mate
van remvertraging, automatisch ingeschakeld.
Zodra er weer gas wordt gegeven gaan de
alarmknipperlichten uit.
F
u kunt de alarmknipperlichten echter ook
uitschakelen door de knop in te drukken.
Page 228 of 384
DS3_nl_Chap10_info-pratiques_ed01-2014
Zekering AmpèreFuncties
F8 20
AMultifunctioneel display, autoradio, autoradio/
navigatiesysteem, alarmcomputer, sirene inbraakalarm.
F9 30
A12V-aansluiting, voeding steun portable navigatiesysteem.
F10 15
AStuurkolomschakelaars.
F11 15
AContactslot, diagnose-aansluiting, computer automatische
versnellingsbak.
F12 15
A
re
gen-/lichtsensor, trekhaakmodule.
F13 5
AHoofdremlichtschakelaar, servicecentrale motor.
F14 15
AComputer parkeerhulp, airbagcomputer,
instrumentenpaneel, automatische airconditioning,
u
Sb bo
x, hifi-versterker.
F15 30
AVergrendeling.
F16 -
nie
t gebruikt.
F17 40
AAchterruit- en buitenspiegelverwarming.
SH -Shunt tijdens opslag.
Page 239 of 384

237
DS3_nl_Chap10_info-pratiques_ed01-2014
F Maak het klepje in de voorbumper los door op de onderkant ervan te drukken.
F
D
raai het sleepoog vast tot de aanslag.
F
b evestig de sleepstang.
F
Z
et de versnellingshendel in
de neutraalstand (stand N bij de
eG
S-versnellingsbak of automatische
versnellingsbak). F
M aak het klepje in de achterbumper los
door op de onderkant ervan te drukken.
F
D
raai het sleepoog vast tot de aanslag.
F
b evestig de sleepstang.
F
S
chakel de alarmknipperlichten van beide
auto's in.
F
r
i
jd voorzichtig weg en houd zowel
de snelheid als het af te leggen traject
beperkt.
Slepen van uw auto Slepen van een andere auto
Het niet opvolgen van dit advies
kan ertoe leiden dat bepaalde
onderdelen van het remsysteem of de
versnellingsbak beschadigd raken en
dat de rembekrachtiger na het starten
mogelijk niet meer werkt.
F
o
n
tgrendel de stuurinrichting door
de sleutel in het contact één stand te
verdraaien en zet de handrem vrij.
F
S
chakel de alarmknipperlichten van beide
auto's in.
F
r
i
jd voorzichtig weg en houd zowel
de snelheid als het af te leggen traject
beperkt.
Praktische informatie
Page 244 of 384

DS3_nl_Chap10_info-pratiques_ed01-2014
een ruime keuze aan accessoires en originele onderdelen wordt u aangeboden door het CItroËn- netwerk.
Deze accessoires en onderdelen zijn volledig aangepast aan uw auto, zijn voorzien van een artikelnummer en beschikken over de garantie van CIt roËn.
Accessoires
"Comfort":
zonneschermen, windschermen, koelbox,
asbak, parfumpatronen, kleerhanger aan
de hoofdsteun, middenarmsteun vóór, losse
make-upspiegel, leeslamp, parkeerhulp vóór
en achter…
"Transportmiddelen":
bagagebeschermbak, bagagehoeksteunen,
mat bagageruimte, bagagenet, daklastdragers,
fietsdragers, skidragers, dakkoffers, trekhaak,
bedrading trekhaak…
"Styling":
met hoogwaardig leder bekleed stuurwiel,
dashboardpanelen in kleur en met
koolstofvezel-look, versnellingspookknoppen
in kleur en van leder, aluminium voetsteun,
achterspoiler, lichtmetalen velgen,
wieldoppen in kleur, naafdoppen in kleur,
stylingstickers exterieur, exterieurstylingset met
chroomaccenten, set L
eD
-achterlichten...
*
o
m t
e voorkomen dat de mat onder de
pedalen schuift:
-
c
ontroleer of de mat goed op zijn plaats
ligt en goed is bevestigd,
-
l
eg nooit meerdere matten over elkaar.
"Veiligheid":
inbraakalarm, wielbouten met slot, car
tracking system, alcoholtest, verbanddoos,
gevarendriehoek, reflecterend veiligheidsvest,
kinderzitjes, sneeuwkettingen, sneeuwsokken,
brandblusser, veiligheidsriem voor huisdieren...
"Bescherming":
mattenset*, spatlappen, stoelhoezen,
beschermhoes carrosserie,
bumperbescherming...
bi
j montage van een trekhaak en
bedrading door een ander bedrijf dan
een dealer van het CI
t
ro
Ën-
netwerk,
moeten de voorschriften van de fabrikant
worden opgevolgd en moet de bedrading
aangesloten worden op de daarvoor
bestemde aansluitingen op de auto.