Page 609 of 670

Veiligheidssysteem van uw auto
42
3
Gebruiken van een kinderzitje
Voor kleine kinderen en baby's is het
gebruik van een kinderzitje wettelijk
voorgeschreven. Dit kinderzitje moet de
juiste maat hebben voor het kind en dient
volgens de gebruiksaanwijzing van de
fabrikant te worden geplaatst. Wij adviseren u het kinderzitje uit
veiligheidsoverwegingen op de
zitplaatsen achter te gebruiken.Bevestigen van een kinderzitje met
een driepuntsgordel
Volg voor het installeren van een
kinderzitje op de buitenste of middelste
zitplaats van de achterbank de volgendestappen:
1. Plaats het baby- of kinderzitje op de achterbank en laat de
veiligheidsgordel om of door het zitje
lopen, afhankelijk van de instructies
van de fabrikant van het zitje. Zorg
ervoor dat de gordel niet verdraaid zit.
WAARSCHUWING -
Plaatsen van het kinderzitje
Lees voor u het kinderzitje installeert eerst de handleiding
van de fabrikant.
Als de veiligheidsgordel niet functioneert zoals in dit deel
beschreven staat, adviseren we u
het systeem te laten controleren
door een officiële HYUNDAI-
dealer.
Wanneer u de aanwijzingen in dit instructieboekje en de instructies
bij het kinderzitje niet opvolgt,
neemt de kans op en de ernst van
letsel bij een aanrijding toe.
E2MS103005
WAARSCHUWING
Plaats nooit een kinderzitje waarbij
het kind met het gezicht naar
achteren gericht zit op de stoel van
de voorpassagier. Wanneer de
geactiveerde airbag het zitje met
een grote kracht raakt, kan het kindernstig letsel oplopen.
CRS09
ODM032059
Kinderzitjes waarin het kind met het gezicht naar achteren
wordt vervoerd
Kinderzitjes waarin het kind met het gezicht naar voren wordt
vervoerd
Page 610 of 670
343
Veiligheidssysteem van uw auto
2. Zet de gesp vast in de gordelsluiting.Controleer of een klikkend geluid
hoorbaar is.
Plaats de ontgrendelknop zo dat deze
in geval van nood gemakkelijk
bereikbaar is.
3. Maak de gordel vast en zorg ervoor dat de gordel overal goed aansluit.Controleer na het installeren of het
kinderzitje goed vastzit door het in alle
richtingen te bewegen. Als de gordel strakker moet, beweeg dan
meer band richting de blokkeerautomaat.
Wanneer u de gordel losmaakt zodat die
ingetrokken wordt, gaat de
blokkeerautomaat automatisch terug
naar de stand waarin hij normaal
blokkeert in een noodsituatie.
OEN036104OEN036101
Page 611 of 670
Veiligheidssysteem van uw auto
44
3
Geschiktheid kinderzitje voor gebruik van de veiligheidsgorde - Europa
Gebruik een veiligheidssysteem voor kinderen dat officieel is goedgekeurd en dat voor uw kinderen geschikt is. Raadpleeg de
volgende tabel bij het gebruik van kinderstoelen.
U : Geschikt voor "universele" categorie veiligheidssystemen goedgekeurd voor
gebruik in deze gewichtsklasse
U* : Geschikt voor "universele" categorie veiligheidssystemen goedgekeurd voor gebruik in deze gewichtsklasse, maar stoel 2 e
zitrij moet in de voorste stand
worden gezet Leeftijdsgroep
Zitplaats
Voorpassagier 2e
Buitenste 2 e
Middelste 3
e
Buitenste
(indien van
toepassing)
0 : Tot 10 kg (0 ~ 9 maanden) UUUU
*
0 + : Tot 13 kg (0 ~ 2 jaar) UUUU
*
I : 9 kg tot 18 kg (9 maanden ~ 4 jaar) UUUU
*
II : 15 kg tot 25 kg U U U U*
II & III : 22 kg tot 36 kg U U U U*
Page 612 of 670

345
Veiligheidssysteem van uw auto
Monteren van een kinderzitje metbehulp van een systeem metbevestigingsbanden (indien van toepassing)
De haakhouders voor het kinderzitje
bevinden zich aan de achterzijde van de
rugleuningen van de achterstoelen. 1. Voer de band van het kinderzitje over
de rugleuning.
Voer bij voertuigen met verstelbare hoofdsteun de band onder de
hoofdsteun en tussen de stijlen van de
hoofdsteun door. Voer in andere
gevallen de band over de bovenkant
van de hoofdsteun.
2. Bevestig de band van het kinderzitje aan het bevestigingspunt en trek de
band strak om het zitje vast te zetten.
WAARSCHUWING -
Bevestigingsband
Monteer niet meer dan één kinderzitje aan de
bevestigingspunten. Het extra
gewicht kan ertoe leiden dat de
bevestigingspunten of -banden
afbreken, wat ernstig letsel kan
veroorzaken.
WAARSCHUWING
Een kind kan bij een aanrijding ernstig letsel oplopen als het
kinderzitje niet goed gemonteerd is
of als het kind niet goed vastgezet
is in het kinderzitje. Volg altijd de
aanwijzingen van de fabrikant voor
de montage en het gebruik van het
zitje.
ODM032036
ODM032037
Page 613 of 670

Veiligheidssysteem van uw auto
46
3
Monteren van een kinderzitje met
behulp van een ISOFIX-systeem en
een systeem met bevestigingsbanden(indien van toepassing)
ISOFIX is een gestandaardiseerde
methode voor het monteren vankinderzitjes die een einde maakt aan het
vastmaken van kinderzitjes met de
standaard veiligheidsgordel. Hierdoor is
een veel veiligere en meer betrouwbare
bevestiging mogelijk en verloopt
bovendien het installeren een stuk
eenvoudiger en sneller. Een ISOFIX-kinderzitje mag alleen
worden gebruikt als het specifiek is
goedgekeurd voor uw auto volgens deeisen die gesteld zijn in de Europese
norm ECE-R44. Aan de onderzijde van de rugleuningen
achter zijn ISOfix-labels aangebracht.
Deze symbolen geven de
bevestigingspunten voor baby- of
kinderzitjes aan, indien aanwezig.
WAARSCHUWING
-
Bevestigingspunten voor een kinderzitje
De bevestigingspunten zijn alleen berekend op de belasting
die er op wordt uitgeoefend door
een juist gemonteerd kinderzitje.
Ze mogen in geen geval worden
gebruikt voor de bevestiging van
veiligheidsgordels voor
volwassenen of voor de
bevestiging van anderecomponenten in de auto.
De band biedt misschien onvoldoende bescherming als hijaan een ander dan het speciaal
hiervoor bedoelde
bevestigingspunt is gemonteerd.
OXM039035
WAARSCHUWING -
Controle van een kinderzitje
Controleer of het kinderzitje goed
vastzit door te proberen het in
verschillende richtingen te duwen
en te trekken. Een niet goed
gemonteerd kinderzitje kan
kantelen, verdraaien, overhellen of
losraken, waardoor ernstig letselkan ontstaan.
ODMESA2004
Onderste bevestigingspunt
Aanduiding onderste bevestigingspunt
Page 614 of 670

347
Veiligheidssysteem van uw auto
Beide buitenste zitplaatsen achter zijn
uitgerust met ISOFIX-
bevestigingspunten en een bijbehorende
bevestiging voor de bovenste band op de
achterzijde van de rugleuning. De
ISOFIX-bevestigingspunten bevinden
zich tussen de zitting en de rugleuning
en zijn gemarkeerd met het ISOFIX-
pictogram.
Bij het bevestigen moeten CRS ISOFIX-
gespen in de ISOFIX-bevestigingspunten
van de auto worden geklikt (luister of u
een klik hoort en controleer mogelijkevisuele aanwijzingen op de CRS en
controleer extra door te trekken).CRS met universele goedkeuring tot
ECE-R44 moet aanvullend worden
bevestigd met een bovenste band die is
verbonden met het overeenkomstige
bevestigingspunt in de rugleuning.
Volg bij het installeren en gebruiken van een kinderzitje de installatiehandleiding
die bij het ISOFIX-zitje wordt geleverd.
WAARSCHUWING
Plaats het kinderzitje helemaal naar
achteren tegen de rugleuning met
de rugleuning rechtop.
ODM032038
WAARSCHUWING
Als een kinderzitje op de achterbank is geplaatst met
behulp van de ISOFIX-
bevestigingen, moeten alle
ongebruikte gordels op de
achterbank worden vastgemaakt
in de gordelsluitingen en moet de
gordel op de plaats van het
kinderzitje achter het zitje worden
vastgemaakt om ervoor te zorgen
dat de gordel buiten bereik van
het kind blijft. Bij losse gespen of
gordelsluitingen kan het kind in
het kinderzitje verstrikt raken enernstig letsel oplopen.
Plaats geen voorwerpen rond de onderste bevestigingspunten.
Controleer ook of de
veiligheidsgordel niet wordt
gehinderd door de onderste
bevestigingspunten.
Page 615 of 670

Veiligheidssysteem van uw auto
48
3
Vastzetten van het kinderzitje:
1. Om het kinderzitje vast te zetten in het
ISOFIX-bevestigingspunt dient u de
vergrendeling van het kinderzitje in het
ISOFIX-bevestigingspunt vast te
klikken. Controleer of een klikkend
geluid hoorbaar is.
2. Plaats de haak van de band in de haakhouder van het kinderzitje en trek
de band strak om het zitje vast te
zetten. (Zie de vorige bladzijde.)
WAARSCHUWING
Installeer geen kinderzitje in het midden van de achterbank met
behulp van de ISOFIX-
bevestigingen. De ISOFIX-
bevestigingen zijn alleen bedoeld
voor de buitenste zitplaatsen
links en rechts op de achterbank.Misbruik de ISOFIX-
bevestigingen niet door te
proberen een kinderzitje in het
midden van de achterbank temonteren.
Bij een ongeval zijn de ISOFIX-
bevestigingen voor een
kinderzitje dan mogelijk niet
sterk genoeg om het kinderzitjeop zijn plaats te houden in het
midden van de achterbank. De
bevestigingen kunnen danafbreken en ernstig letsel
veroorzaken.
(Vervolg)
OPMERKING
Zorg dat het materiaal van deveiligheidsgordel achter tijdens hetplaatsen niet beschadigd wordt ofbekneld raakt tussen de ISOfix-
bevestigingen.
(Vervolg)
Monteer niet meer dan één kinderzitje aan een van de
onderste bevestigingspunten.
Het extra gewicht kan ertoe
leiden dat de bevestigingspunten
of -banden afbreken, wat ernstig
letsel kan veroorzaken.
Bevestig het ISOFIX-kinderzitje of het voor ISOFIX geschikte
kinderzitje alleen aan de daarvoor
bestemde bevestigingspunten,
zoals aangegeven in deafbeelding.
Volg altijd de instructies voor installatie en gebruik van de
fabrikant van het kinderzitje.
Page 616 of 670

349
Veiligheidssysteem van uw auto
IUF = Geschikt voor ISOfix-bevestiging van naar voren gerichte,universele voor deze gewichtsgroep goedgekeurde
kinderzitjes.
X = ISOFIX bevestiging niet geschikt voor kinderzitje in deze gewichtsgroep en/of deze grootteklasse.
* Zowel ISO/R2 als ISO/R3 kan alleen op de voorste positie van de passagiersstoel geplaatst worden.
* Afmetingen en bevestigingspunten ISOfix-baby- of kinderzitje
A - ISO/F3 : Volledig baby-/kinderzitje waarbij het kind met het gezicht naar voren gericht zit (hoogte 720 mm)
B - ISO/F2 : Babyzitje waarbij het kind met het gezicht naar voren gericht zit (hoogte 650 mm) B1 - ISO/F2X : Babyzitje (versie 2) waarbij het kind met het
gezicht naar voren gericht zit (hoogte 650 mm)
C - ISO/R3 : Volledig baby-/kinderzitje waarbij het kind met het gezicht naar achteren gericht zit (hoogte 720 mm)
D - ISO/R2 : Babyzitje waarbij het kind met het gezicht naar achteren gericht zit
E - ISO/R1: Kinderzitje waarbij het kind met het gezicht naar achteren gericht zit
F - ISO/L1: Reiswieg waarbij het kind met het gezicht naar links gericht ligt
G - ISO/L2 : Reiswieg waarbij het kind met het gezicht naar rechts gericht ligt
Geschikte ISOFIX-bevestigingspunten voor een kinderzitje - Europa
Gewichtsgroep Afmetingen Bevestiging ISOfix-posities in auto
Voorpassagier 2
e
Buitenste 2
e
Middelste 3
e
Buitenste 3
e
Middelste Andere
plaatsen
Reiswieg F ISO/L1 ×
×××××
G ISO/L2 × ×××××
0: tot 10 kg E ISO/R1 × IUF ××××
0+: tot 13 kg E ISO/R1 × IUF
××××
D ISO/R2 × IUF ××××
C ISO/R3 × IUF ××××
I: 9 tot 18 kg D ISO/R2 × IUF
××××
C ISO/R3 × IUF ××××
BI SO /F 2× I UF××××
B1 ISO/F2X × IUF ××××
AI SO /F 3× I UF××××