Page 97 of 670
Onderhoud
86
7
Lamp richtingaanwijzer opzij
vervangen
Als de lamp niet brandt, adviseren we u contact op te nemen met een officiële
HYUNDAI-dealer. Lamp achterlichtunit vervangen
(1) Rem-/achterlicht
(2) Achterlicht
(3) Richtingaanwijzer achter
(4) AchteruitrijlichtLampen buitenzijde
Richtingaanwijzers achter en
remlicht/achterlicht
1. Zet de motor uit.
2. Open de achterklep.
3. Draai de bevestigingsschroeven van
de lichtunit los met een
kruiskopschroevendraaier.
4. Verwijder de achterlichtunit uit de carrosserie.ODM072031
ODM072034
ODM072033
ODMEMC2007
■Type A
■Type B
Page 98 of 670
787
Onderhoud
5. Verwijder de fitting uit de lichtunit doordeze linksom te draaien tot de nokjes
van de fitting in lijn liggen met de
uitsparingen van de lichtunit.
6. Verwijder de lamp uit de fitting door de lamp in te drukken en de lamp linksom
te draaien tot de nokjes ervan in lijn
liggen met de uitsparingen van de
fitting. Neem de lamp los uit de fitting. 7. Plaats een nieuwe lamp in de fitting en
draai de lamp tot hij vastzit.
8. Plaats de fitting in de lichtunit door de nokjes op de fitting in lijn te brengen
met de uitsparingen in de lichtunit.
Duw de fitting in de unit en draai defitting rechtsom.
9. Plaats de lichtunit in de carrosserie.
Lampen binnenzijde
1. Zet de motor uit.
2. Open de achterklep.
3. Verwijder het deksel met een platte schroevendraaier.
ODM072035
ODMEMC2010
■
Type A
■ Type B
ODM072036
Page 99 of 670

Onderhoud
88
7
Achterlicht/achteruitrijlicht (type met gloeilamp)
4. Verwijder de fitting uit de lichtunit door
deze linksom te draaien tot de nokjes
van de fitting in lijn liggen met de
uitsparingen van de lichtunit.
5. Neem de lamp los uit de fitting.
6. Steek een nieuwe lamp in de fitting. 7. Plaats de fitting in de lichtunit door de
nokjes op de fitting in lijn te brengen
met de uitsparingen in de lichtunit en
de fitting rechtsom te draaien.
8. Plaats de lichtunit in de carrosserie.
Mistachterlicht
1. Verwijder de fitting uit de unit door deze linksom te draaien tot de nokjes
van de fitting in lijn liggen met de
uitsparingen van de unit.
2. Verwijder de lamp uit de fitting door de lamp in te drukken en de lamp linksom
te draaien tot de nokjes ervan in lijn
liggen met de uitsparingen van de
fitting. Neem de lamp los uit de fitting.
3. Steek een nieuwe lamp in de fitting.
ODM072037
ODMEMC2011
■ Type A
■Type B
AAAAcccchhhhtttteeeerrrruuuuiiiittttrrrriiiijjjjlllliiiicccchhhhtttt
ODMEMC2012
Page 100 of 670
789
Onderhoud
Gloeilamp derde remlicht
vervangen
1. Open de achterklep.
2. Verwijder de middelste afdekking vande achterklepbekleding voorzichtig.
3. Neem de stekker los. 4. Draai de bevestigingsmoeren los en
verwijder de spoiler. 5. Verwijder het derde remlicht (A) nadat
de moeren en de ruitensproeier (B) zijn
losgedraaid.
6. Plaats een nieuwe lamp in de omgekeerde volgorde van het
verwijderen.
ODMEMC2018
ODMEMC2019
ODMEMC2022ODMEMC2021
B
A
Page 101 of 670
Onderhoud
90
7
Lamp kentekenplaatverlichting
vervangen
1. Draai de bevestigingsschroeven van
de lens los met een
kruiskopschroevendraaier.
2. Verwijder de lens.
3. Trek de lamp naar buiten.
4. Plaats een nieuwe lamp.
5. Plaats de lens en draai de bevestigingsschroeven goed vast. Vervangen lamp instapverlichting
(indien van toepassing)
Als de lamp niet brandt, adviseren we u contact op te nemen met een officiële
HYUNDAI-dealer.
ODM042261ODM072039
Page 102 of 670
791
Onderhoud
Lamp interieurverlichting
vervangen
1. Wrik de lens met een platteschroevendraaier voorzichtig los uit het
huis van de interieurverlichting.
2. Trek de lamp naar buiten.
3. Steek een nieuwe lamp in de fitting.
4. Breng de lipjes van de lens in lijn met de uitsparingen in het huis van de
interieurverlichting en klik de lens vast.
WAARSCHUWING
Controleer, voordat u de lamp gaat
vervangen, of toets OFF is
ingedrukt om te voorkomen dat u
zich brandt of een schok krijgt.
OPMERKING
Zorg dat de lens, het lipje van de lens en de kunststof behuizing niet vuil worden of beschadigd raken.
■ Kaartleeslampje vóór
OXM079044/ODM072041/ODM072043
■Lamp dashboardkastje (indien van toepassing)
■Bagageruimteverlichting (indien van toepassing)
■Verlichting zonneklep■ Interieurverlichting
ODM072040/ODM072042/ODM072052
Page 103 of 670

Onderhoud
92
7
ONDERHOUD EXTERIEUR
Exterieur, onderhoud
Onderhoud exterieur - Algemeen
Het is van groot belang bij gebruik van chemische reinigingsmiddelen of polish
de aanwijzingen op het etiket van het
desbetreffende product op te volgen.
Lees de waarschuwingen en
opmerkingen op het etiket.
Onderhoud van de lak
Wassen
Was uw auto minimaal eenmaal per
maand grondig met lauw of koud water
om de lak tegen roest en veroudering te
beschermen.
Was, nadat u op een stoffige of
modderige weg gereden heeft, de auto
zo snel mogelijk. Besteed hierbij de
nodige zorg aan het verwijderen van
opeengehoopt zout, vuil of modder.
Controleer of de afvoeropeningen aan de
onderzijde van de portieren en de
dorpels open en schoon blijven.
Insecten, teer, sap van bomen,
uitwerpselen van vogels, industrieel vuil
en dergelijke kunnen de lak van uw auto
aantasten als ze niet direct verwijderd
worden.
Zelfs bij het direct verwijderen kan blijken
dat water alleen niet toereikend is.
Gebruik in dat geval een speciale
autoshampoo.
Spoel de auto na het wassen grondig af
met lauw of koud water. Laat deshampoo niet op de lak opdrogen.
WAARSCHUWING -
Natte remmen
Test na het wassen de remmen van
uw auto bij lage snelheid om te
controleren of de remwerking door
binnengedrongen water beïnvloed
is. Droog de remmen door het
rempedaal bij lage snelheid licht inte trappen wanneer de
remprestaties verminderd zijn.
OPMERKING
Gebruik geen agressieve reinigingsmiddelen,
oplosmiddelen of te heet water en was de auto niet in de volle zon ofwanneer de carrosserie warm is.
Wees voorzichtig bij het schoonmaken van de zijruiten,vooral bij gebruik van eenhogedrukreiniger. Er kan namelijk water door de ruiten het interieur
binnendringen.
Reinig kunststof onderdelen en lichting niet met chemischeoplosmiddelen of sterke reinigingsmiddelen, om
beschadiging ervan tevoorkomen.
Page 104 of 670

793
Onderhoud
In de was zetten
Zet de auto in de was wanneer het water
niet langer druppels op de lak vormt.
Was en droog de auto altijd eerst voordat
u hem in de was zet. Gebruik een goede
kwaliteit vaste of vloeibare was en volg
de aanwijzingen van de fabrikant. Zet de
sierlijsten in de was om deze te
beschermen en hun glans te latenbehouden.
Het verwijderen van olie, teer en
dergelijke stoffen met een
vlekkenverwijderaar verwijdert
gewoonlijk ook de was van de lak. Zet
deze delen daarom na het verwijderen
van de verontreiniging opnieuw in de
was.OPMERKING
Als u stof of vuil met een drogedoek wegveegt, komen er
krassen op de lak.
Gebruik geen staalwol, schuurmiddelen of sterkalkalische of bijtende
oplosmiddelen op onderdelen die verchroomd zijn of op onderdelendie vervaardigd zijn van geanodiseerd aluminium. Het
gebruik van deze middelen kan de beschermlaag aantastenwaardoor verkleuring of glansverlies kan optreden.
OPMERKING
Water in de motorruimte, inclusief water onder hoge druk, kanstoringen veroorzaken in de
elektrische circuits.
Zorg ervoor dat water en andere vloeistoffen nooit in contact komenmet elektrische/elektronischecomponenten in de auto omdat ze
dan beschadigd kunnen raken.
OJB037800