Page 417 of 670
4165
Kenmerken van uw auto
Airconditioning
Druk op de toets A/C om de
airconditioning in te schakelen (het
controlelampje gaat branden).
Druk nogmaals op de toets om de
airconditioning uit te schakelen.
Stand OFF (1een 2ezitrij)
Druk op toets OFF om de airconditioning
uit te schakelen. Het is in dat geval nogsteeds mogelijk om de luchtcirculatie en
de luchttoevoer met de toetsen te
bedienen, zolang het contact in standON staat.
Selectie informatieschermverwarmings- en ventilatiesysteem (Type C,D)
Druk op de toets voor de selectie van het
informatiescherm voor het verwarmings-
en ventilatiesysteem om de informatie
over het systeem weer te geven op het
scherm.
ODM042295
ODM042297
ODMECL2016
Page 418 of 670

Kenmerken van uw auto
166
4
Airconditioning 3 e
zitrij
(indien van toepassing) Airconditioningsysteem 3 e
zitrij
inschakelen
1. Druk op de toets ON/OFF voor de airconditioning van de 3 e
zitrij. Deze
bevindt zich op het bedieningspaneel
van het verwarmings- en
ventilatiesysteem vóór. Stel de
aanjagersnelheid in op de gewenste
snelheid met de aanjagertoets voor de3 e
zitrij. (Het controlelampje op de
toets ON/OFF gaat branden.) 2. Om het airconditioningsysteem van de
3e
zitrij uit te schakelen, druk u op de
toets ON/OFF voor de airconditioning
van de 3 e
zitrij. Deze bevindt zich op
het bedieningspaneel van het
verwarmings- en ventilatiesysteem
vóór. Of u stelt de aanjagersnelheid inop de stand OFF met de
aanjagertoets van de 3 e
zitrij.
(controlelampje op de toets ON / OFF
gaat niet branden.) Werking systeem
Ventilatie
1. Zet de luchtcirculatietoets in stand
() .
2. Schakel de stand BUITENLUCHT in met de luchttoevoertoets.
3. Stel de temperatuur in op de gewenste waarde.
4. Zet de aanjager op de gewenste snelheid.
Verwarmen
1. Zet de luchtcirculatietoets in stand() .
2. Schakel de stand BUITENLUCHT in met de luchttoevoertoets.
3. Stel de temperatuur in op de gewenste waarde.
4. Zet de aanjager op de gewenste snelheid.
5. Als u de uitstromende lucht gedroogd wil hebben, kunt u het
airconditioningssysteem aanzetten
(indien van toepassing).
Schakel de stand ( ) of ( ) in wanneer de voorruit beslaat.
ODM042296
Page 419 of 670

4167
Kenmerken van uw auto
Tips voor het gebruik
Om te voorkomen dat stof ofonaangename geuren in het interieur
van de auto terechtkomen, kan de
schakelaar voor de luchttoevoer
tijdelijk in de stand RECIRCULATIE
worden gezet. Selecteer de stand
BUITENLUCHT weer zodra de bron
van irritatie gepasseerd is om weer
frisse lucht toe te laten tot het interieur.
Frisse lucht is beter voor de fysieke
gesteldheid van de bestuurder en
bovendien aangenamer.
De lucht voor het verwarmings- en ventilatiesysteem wordt aangevoerd
via de roosters in de paravan onder de
voorruit. Zorg er daarom voor dat deze
roosters niet geblokkeerd zijn door
bladeren, sneeuw of andere objecten.
Voorkom dat de voorruit beslaat door de stand BUITENLUCHT teselecteren, de aanjager in de
gewenste stand te zetten, de
airconditioning in te schakelen en de
gewenste temperatuur in te stellen.Airconditioning
(indien van toepassing)
HYUNDAI-airconditioningssystemen zijn
gevuld met milieuvriendelijk
koudemiddel*.
1. Start de motor. Druk op toets A/C.
2. Zet de luchtcirculatieknop in stand () .
3. Schakel de stand BUITENLUCHT of RECIRCULATIE in met de toets
luchttoevoer.
4. Stel de aanjagersnelheid en de temperatuur bij om een maximaal
comfort te bereiken.
*: Het aircosysteem in uw auto is gevuld met koudemiddel van het type R-134a
of R- 1234yf, in overeenstemming met
de wetgeving in uw land ten tijde van
de productie. Welk koudemiddel er in
uw auto wordt gebruikt kunt u zien op
een label aan de binnenzijde van de
motorkap. Zie hoofdstuk 8 voor meer
informatie over de locatie van het
koudemiddellabel.
OPMERKING
Onderhoud aan de aircondi-
tioning dient alleen te worden
uitgevoerd door geautoriseerd personeel om een juiste enveilige werking te garanderen.
Onderhoud aan het koudemiddel- systeem dient te wordenuitgevoerd in een goedge-ventileerde omgeving.
De verdamper van de airconditioning (koelspiraal) mag
nooit worden gerepareerd ofworden vervangen door eengebruikt exemplaar en nieuwe vervangende MAC-verdampers
moeten conform SAE-norm J2842zijn gekeurd en gemerkt.
Page 420 of 670
Kenmerken van uw auto
168
4
✽✽
AANWIJZING
Page 421 of 670
4169
Kenmerken van uw auto
Interieurfilter
Het interieurfilter, dat achter het
dashboardkastje is gemonteerd, filtert de
lucht die via het verwarmings- enairconditioningssysteem naar het
interieur wordt gevoerd. Als het filter in de
loop van de tijd verstopt raakt door stof
en andere verontreinigingen, neemt de
luchttoevoer via de uitstroomopeningen
af en kan de voorruit aan de binnenzijdebeslaan, ook al is de stand
BUITENLUCHT gekozen. Als dat het
geval is, adviseren we u het interieurfilter
te laten vervangen door een officiële
HYUNDAI-dealer.✽✽AANWIJZING
Page 422 of 670

Kenmerken van uw auto
170
4
De symbolen en specificaties op de
koudemiddelsticker hebben de volgende
betekenis:
1. Type koudemiddel
2. Hoeveelheid koudemiddel
3. Type compressorolie
Welk koudemiddel er in uw auto wordt
gebruikt kunt u zien op een sticker in de
motorruimte.
Zie hoofdstuk 8 voor meer informatie
over de locatie van het
koudemiddellabel. Hoeveelheid koudemiddel en
compressorolie controleren
Als er te weinig koudemiddel in het
systeem zit, neemt de koelcapaciteit van
de airconditioning af. Een teveel aan
koudemiddel heeft ook nadelige effecten
op de werking van de airconditioning.
Daarom adviseren we u het systeem te laten controleren door een officiële
HYUNDAI-dealer als het systeem niet
normaal werkt.
*: Het aircosysteem in uw auto is gevuldmet koudemiddel van het type R-134a
of R- 1234yf, in overeenstemming met
de wetgeving in uw land ten tijde van
de productie.
WAARSCHUWING
- Auto's met R-1234yf*
Omdat het koudemiddel
licht ontvlambaar is en
onder zeer hoge druk
staat, mag onderhoudaan het aircondi
-tioningssysteem alleen
worden uitgevoerd door
geschoolde en
gecertificeerde technici.
Het is belangrijk dat het juiste type
en de juiste hoeveelheid olie en
koudemiddel worden gebruikt.
Anders kan schade aan de auto en
persoonlijk letsel ontstaan.
WAARSCHUWING - Auto's met R-134a*
Omdat het koudemiddel
onder zeer hoge druk
staat, mag onderhoud
aan het aircondi-tioningssysteem alleen
worden uitgevoerd door
geschoolde en gecertificeerde
technici. Het is belangrijk dat het
juiste type en de juiste hoeveelheid
olie en koudemiddel worden
gebruikt.
Anders kan schade aan de auto en
persoonlijk letsel ontstaan.
Page 423 of 670

4171
Kenmerken van uw auto
Draai de temperatuurknop volledignaar rechts (maximaal verwarmen) en
zet de aanjagerknop op de hoogstesnelheid om maximaal te ontdooien.
Zet de knop voor de luchtcirculatie in stand VERWARMEN/ONTWASEMEN,
wanneer tijdens het ontdooien of
ontwasemen warme lucht in de
voetenruimte gewenst wordt.
Verwijder voor het rijden alle sneeuw en ijs van de voorruit, de achterruit, de
buitenspiegels en alle zijruiten.
Verwijder alle sneeuw en ijs van de motorkap en van de
luchtaanvoeropening in het
paravanrooster om de werking van de
kachel en het ventilatiesysteem te
verbeteren en de kans op het beslaan
van de voorruit te verminderen.
Verwarmings- en ventilatiesysteem, handbediend Verwarmings- en
ventilatiesysteem, handbediend
Binnenzijde voorruit ontwasemen
1. Stel de gewenste temperatuur in.
2. Stel de voorste aanjager in op de
gewenste snelheid.
3. Kies stand ( ) of ( ).
4. De stand BUITENLUCHT wordt automatisch geselecteerd. Als deze
stand ( ) geselecteerd is, zal ook de
airconditioning automatisch wordengeselecteerd.
Als de airconditioning en de stand
BUITENLUCHT niet automatisch worden
ingeschakeld, druk dan op de
desbetreffende toetsen.
VOORRUIT ONTDOOIEN EN ONTWASEMEN
WAARSCHUWING -
Voorruitverwarming
Gebruik de standen ( ) of ( )
niet in combinatie met koelen bij
een extreem hoge
luchtvochtigheid. Door het
temperatuurverschil tussen de
buitenlucht en de voorruit, kan de
voorruit plotseling beslaan,
waardoor het zicht wegvalt. Zet in
dat geval de modusselectie in de
stand ( ) en de aanjager op de
laagste stand.
ODM042298
Page 424 of 670
Kenmerken van uw auto
172
4
Buitenzijde voorruit ontdooien
1. Stel de temperatuur in op maximaal.
2. Zet de aanjager in de hoogste stand.
3. Kies stand ( ).
4. Het systeem schakelt de toevoer van
buitenlucht en de airconditioning automatisch in. Automatisch verwarmings- en ventilatiesysteem
Binnenzijde voorruit ontwasemen
1. Stel de gewenste temperatuur in.
2. Zet de aanjagerknop in de gewenste
stand.
3. Druk op de toets voorruitontwaseming () .
4. Op basis van de omgevingstemperatuur zal de
airconditioning automatisch worden
ingeschakeld en zullen de stand
BUITENLUCHT en een hogere
aanjagersnelheid worden gekozen. Als de airconditioning, de stand
BUITENLUCHT en de hogereaanjagersnelheid niet automatisch
worden ingeschakeld, druk dan op de
desbetreffende knoppen.
Als stand ( ) geselecteerd wordt,
wordt de aanjagersnelheid automatisch
verhoogd.
ODM042299
ODM042300