745
Onderhoud
Te resetten onderdelen
Te resetten onderdelen nadat de accu is
ontladen of na het weer aansluiten van
de accukabels.
Automatische ruitbediening (zie hoofdstuk 4)
Schuif-/kanteldak (zie hoofdstuk 4)
Boordcomputer (zie hoofdstuk 4)
Verwarmings- en ventilatiesysteem (zie hoofdstuk 4)
Klok (zie hoofdstuk 4)
Audio (zie hoofdstuk 4)(Vervolg)
Neem de acculader in de onderstaande volgorde los.
1. Zet de hoofdschakelaar van de acculader uit.
2. Neem de klem los van de minpool.
3. Neem de klem los van de pluspool. Schakel vóór het
uitvoeren van
onderhoudswerkzaamheden
aan de accu of het laden van de
accu alle elektrische verbruikers
uit en zet de motor af.
Neem de minkabel van de accu altijd eerst los en sluit de
minkabel van de accu altijd alslaatste weer aan.WAARSCHUWING -
Laden van de accu
Neem bij het laden van de accu de
volgende voorzorgsmaatregelen in
acht:
De accu moet uit de auto worden verwijderd en in een goed
geventileerde ruimte geplaatst
worden.
Houd sigaretten, vonken en open vuur uit de buurt van de accu.
Houd de accu tijdens het laden in de gaten; beëindig het laden of
wijzig de laadstroom wanneer het
elektrolyt in de cellen begint te
borrelen of de temperatuur van
het elektrolyt hoger dan 49°C
(120°F) wordt.
Draag een veiligheidsbril wanneer u de accu tijdens het
opladen controleert.
(Vervolg)
Onderhoud
60
7
Zekeringschakelaar
Zet de zekeringschakelaar altijd AAN. Als
u de toets UIT zet, moeten sommige
onderdelen, zoals het audiosysteem en
de digitale klok, worden gereset en werkt
de afstandsbediening (of Smart Key)mogelijk niet meer goed.
Vervangen zekering motorruimte
1. Zet het contact in stand LOCK (of
OFF) en alle andere schakelaars uit.
2. Verwijder het deksel van de zekeringkast door de lippen in te
drukken en het deksel omhoog te
trekken. 3. Controleer de verwijderde zekering;
vervangen indien deze is doorgebrand.
Gebruik de zekeringtrekker in de
zekeringkast in de motorruimte om de
zekering te verwijderen of te plaatsen.
4. Plaats een nieuwe zekering met dezelfde stroomsterkte en controleer
of de zekering goed vastzit.
Bij loszitten adviseren we u contact op
te nemen met een officiële HYUNDAI-
dealer.
OPMERKING
Zet de zekeringschakelaar altijd
AAN tijdens het rijden.
ODM072019
ODM072027
ODM072028
Alleen dieselmotorOPMERKING
Plaats het deksel op de juistemanier nadat de zekeringkast in de motorruimte gecontroleerd is.Wanneer dit niet het geval is,
kunnen elektrische storingen ten gevolge van binnendringend vochtoptreden.
763
Onderhoud
Naam zekeringSymboolStroomsterktezekeringBeveiligd onderdeel
A/BAG IND10AInstrumentenpaneel
A/BAG10AAirbagmodule, module klimaatregeling
MODULE 57.5A
Regensensor, schuif-/kanteldak, Smart Key-module, BCM, parkeerhulpsysteem,
airconditioning, invertermodule, relaiskast interieur (relais bochtverlichting links/rechts,
aanjagerrelais achter), stoelverwarming achter links/rechts,
controlemodule stoelklimaatregeling bestuurder/passagier,
stoelverwarmingsmodule bestuurder/passagier
MODULE 17.5ASchakelaar sportmodus, sleutelsolenoid, consoleschakelaar links/rechts,
schakelaar console voor, schakelaar ruitbediening achter links/rechts
REAR FOG LAMP10ARelaiskast interieur (relais mistachterlicht)
MEMORY 210ABCM, bandenspanningscontrolemodule, IMS-module bestuurder, module bestuurders-
/passagiersportier, automatische verlichting en lichtsensor, diagnosestekker,
module klimaatregeling, instrumentenpaneel
SMART KEY 27.5ASmart Key-module, startblokkeringsmodule
MODULE 310A
BCM, instrumentenpaneel, bandenspanningscontrolemodule, intelligente
parkeerhulpmodule, elektrochromatische spiegel, Lane Departure Warning-module,
stuurhoeksensor, module klimaatregeling, audiosysteem, hoofdunit A/V- en
navigatiesysteem, 4WD motor-ECU, positie-indicator, sensor parkeerhup achter
links/rechts, stoelverwarming achter links/rechts, controlemodule stoelklimaatregeling
bestuurder/passagier, verwarmingsmodule stoel bestuurder/passagier,
IMS module bestuurderszijde, consoleschakelaar links/rechts, schakelaar
achterconsole, parkeerhulpsensor links/rechts achter (midden),
deurmodule bestuurders-/passagierszijde, module elektrisch bedienbare parkeerrem
SMART KEY 410AStart/stoptoets, startblokkeringsmodule
Onderhoud
64
7
Naam zekeringSymboolStroomsterkte
zekeringBeveiligd onderdeel
INTERIOR LAMP15ABagageruimteverlichting, verlichting make-upspiegel links/rechts,
verlichting dakconsole, middelste interieurverlichting, leeslamp links/rechts
MULTI MEDIA15AAudiosysteem, hoofdunit A/V- en navigatiesysteem, digitale klok
MDPS7.5AMDPS-unit
HANDLE HTD15AStuurwielschakelaar
MEMORY 110ARF-ontvanger, schakelaar contactslotverlichting en waarschuwingsschakelaar portier
START7.5AZonder startblokkering en Smart Key: relaiskast interieur (relais alarmsysteem)
Met startblokkering/Smart Key: motor-ECU/PCM, transmissiestandschakelaar,
Smart Key-module, zekering- en relaiskast motorruimte (relais 2)
MODULE 210A
Adaptieve koplampmodule, stuurwielkussenschakelaar,
module actieve motorkapverhoging, gloeirelais (diesel), multifunctionele servicestekker,
koplamp links/rechts, servo koplamphoogteregeling links/rechts,
module automatische koplamphoogteregeling, remlichtschakelaar,
waarschuwingssensor brandstoffilter (diesel), zekeringkast diesel (relais 1) (diesel)
CORNERING LAMP 10ARelaiskast interieur (relais bochtverlichting links/rechts)
SUNROOF 220ASchuif-/kanteldak
S/HEATER RR15AStoelverwarming links/rechts
IGN20AZekering- en relaiskast motorruimte (zekering - F35, F36, F37, F38)
Onderhoud
66
7
Naam zekeringSymboolStroomsterkte
zekeringBeveiligd onderdeel
P/WDW LH25AModule elektrisch bedienbare ruit met klembeveiliging bestuurder/passagier,
module bestuurders-/passagiersportier, schakelaar ruitbediening rechts achter,
module elektrisch bedienbare ruit met klembeveiliging rechts achter
FUEL LID15ASchakelaar tankdopklep
SMART KEY 37.5ASmart Key-module
STOP LP15AElektronische module remsignaal
P/SEAT PASS20ASchakelaar handmatige verstelling passagiersstoel
AMP30AAMP
MODULE 410AAudiosysteem, hoofdunit A/V- en navigatiesysteem, parkeerhulpsysteem, digitale klok,
BCM, verlichting dakconsole, voeding versterker, schakelaar elektrisch verstelbare
buitenspiegel, zekering- en relaiskast motorruimte (relais 1)
DR LOCK20ARelais vergrendelen/ontgrendelen portier, relais achterklep,
relaiskast interieur (deadlock-relais)
P/SEAT DRV30AIMS-module bestuurder, schakelaar handmatige verstelling bestuurdersstoel,
schakelaar lendesteun bestuurdersstoel
55
Rijden met uw auto
WAARSCHUWING
Alle inzittenden moeten tijdens het
rijden de veiligheidsgordel op de
juiste manier dragen. Zie
“Veiligheidsgordels” in hoofdstuk 3
voor informatie over het juiste
gebruik van de veiligheidsgordels.
WAARSCHUWING
Controleer altijd de omgeving rond
de auto op de aanwezigheid van
anderen, in het bijzonder kinderen,
alvorens u de transmissie in stand
D (Drive) of R (Reverse) zet.
WAARSCHUWING
- Rijden onder invloed van alcohol of drugs
Rijden onder invloed is gevaarlijk.
Rijden onder invloed is debelangrijkste doodsoorzaak in het
verkeer. Zelfs een geringe
hoeveelheid alcohol zal het
reactie-, waarnemings- en
beoordelingsvermogen
verminderen. Rijden onder invloed
van drugs is minstens even
gevaarlijk als rijden onder invloed
van alcohol.
De kans op een ernstig ongeval is
vele malen groter als u gaat rijden
onder invloed van alcohol of drugs.
Ga niet rijden als u gedronken heeft
of drugs heeft gebruikt. Rijd ook
niet mee met een bestuurder die
onder invloed van alcohol of drugs
is. Bepaal van tevoren wie er rijdt ofneem een taxi.WAARSCHUWING
Wanneer u de auto wilt parkeren of stilzetten terwijl de motor
draait, zorg er dan voor dat u het
gaspedaal niet gedurende
langere tijd ingetrapt houdt.
Anders kan de motor of het
uitlaatsysteem oververhit rakenen brand ontstaan.
Wanneer u een noodstop maakt of als u het stuurwiel snel draait,
kunnen losse voorwerpen op de
vloer vallen en de bediening van
de pedalen hinderen, waardoor
een ongeval kan ontstaan. Berg
alle voorwerpen in de auto op dejuiste manier op.
Als u uw aandacht niet bij het rijden houdt, kunt u een ongeval
veroorzaken. Wees voorzichtig
met het bedienen van systemen
die u kunnen afleiden, zoals hetaudiosysteem of de verwarming.
Het is de verantwoordelijkheid
van de bestuurder om altijd veiligte rijden.
Rijden met uw auto
68
5
Het systeem signaleert de rijstrook met
de sensor op de voorruit en waarschuwt
u wanneer de auto de rijstrook verlaat. LANE DEPARTURE WARNING SYSTEM (LDWS) (INDIEN VAN TOEPASSING)
ODM052029
ODM052048
WAARSCHUWING
Het LDWS helpt de bestuurder niet bij het veranderen van
rijstrook. Het is de
verantwoordelijkheid van de
bestuurder om altijd de
verkeerssituatie te controleren.
Geef geen ruk aan het stuurwiel wanneer het LDWS u waarschuwt
dat de auto de rijstrook verlaat.
Als de sensor de rijstrook niet kan signaleren of als de
rijsnelheid niet hoger is dan 60
km/h, dan waarschuwt het LDWS
u niet, zelfs als de auto de
rijstrook verlaat.
Als de voorruit van uw auto getint glas heeft, als hij is voorzien vaneen coating of als er een
accessoire op is bevestigd,
functioneert het LDWS mogelijkniet goed.
Laat geen water of andere vloeistoffen op de LDWS-sensor
terechtkomen.
Verwijder de onderdelen van de sensor niet en stel de sensor niet
bloot aan krachtige schokken.
(Vervolg)(Vervolg)
Plaats geen voorwerpen op hetdashboard die lichtstralen reflecteren.
Controleer altijd de verkeerssituatie, omdat u de
waarschuwingszoemer mogelijk
niet hoort doordat het
audiosysteem is ingeschakeld of
door geluiden van buitenaf.
Kenmerken van uw auto
192
4
✽✽
AANWIJZING
Als u achteraf een HID-koplamp
monteert, treden er mogelijk storingenop in het audiosysteem en de
elektronische onderdelen van uw auto.Antenne
Dakantenne
Uw auto maakt gebruik van een
dakantenne om zowel AM- als FM-
signalen te ontvangen. Deze antenne
kan verwijderd worden. Draai de antenne
linksom om hem te verwijderen. Draai de
antenne rechtsom om deze te plaatsen.
AUDIOSYSTEEM
OPMERKING
• Verwijder de antenne door deze
linksom te draaien voordat u een
lage ruimte of automatische wasserette binnenrijdt. Wanneeru dit niet doet, kan de antennebeschadigd raken.
Bij het terugplaatsen van de antenne is het voor een goedeontvangst van belang dat de antenne goed wordt vastgedraaid
en dat de antenne rechtop staat, tenzij de auto geparkeerd is of erbagage op het roof rack aanwezig is.
Plaats geen bagage in de buurt van de antennevoet om deontvangst van signalen niet testoren.
OHM048154
■
Type A
■Type B