Page 489 of 670
Kenmerken van uw auto
46
4
Flex-stuurwiel
(indien van toepassing)
Het flex-stuurwiel regelt de stuurkracht
afhankelijk van de voorkeur van de
bestuurder of de rijomstandigheden.
U kunt de gewenste stuurmodus
selecteren door de stuurmodustoets in te
drukken. Wanneer de stuurmodustoets wordt
ingedrukt, verschijnt de geselecteerde
stuurmodus op het LCD-display.
Als de stuurmodustoets binnen 4
seconden opnieuw wordt ingedrukt,
verandert de stuurmodus zoals
aangegeven in bovenstaandeafbeeldingen.
Als de stuurmodustoets niet binnen
ongeveer 4 seconden opnieuw wordt
ingedrukt, keert het LCD-display terug
naar het vorige scherm.
ODM042039
■
Type A
■ Type B
ODMEDR2139HO
■
Type C
ODM042040
ODM042044
Page 490 of 670
447
Kenmerken van uw auto
Normale modus
De normale modus biedt een middel-matige stuurbekrachtiging.
Comfortmodus
De benodigde stuurkracht wordt minder.
De comfortmodus wordt gewoonlijk
toegepast in stadsverkeer of bij het
parkeren.
De comfortmodus kan tevens lichamelijk
zwakke mensen helpen bij het rijden.
Sportmodus
De benodigde stuurkracht wordt hoger.
De sportmodus wordt gewoonlijk
toegepast op de snelweg.
ODM042045/ODMEDR2136HO
■
Type A
■ Type B
ODM042041■Type C
ODM042046/ODMEDR2137HO
■
Type A
■ Type B
ODM042042■Type C
ODM042047/ODMEDR2138HO
■
Type A
■ Type B
ODM042043■Type C
Page 491 of 670
Kenmerken van uw auto
48
4
OPMERKING
Voor uw veiligheid zal de
weergave op het LCD-display wel
veranderen, maar zal debenodigde stuurkracht nietmeteen veranderen wanneer u tijdens het draaien aan het stuur
op de stuurmodustoets drukt. Nahet draaien aan het stuur zal debenodigde stuurkracht automa-
tisch overeenkomstig degeselecteerd modus wordengewijzigd.
Wees voorzichtig bij het wijzigen van de stuurmodus tijdens het
rijden.
Wanneer de elektrische stuurbekrachtiging niet goedwerkt, zal ook het flex-stuurwiel niet werken.
Page 492 of 670

449
Kenmerken van uw auto
Binnenspiegel
Stel de binnenspiegel zo af dat u in het
midden van de spiegel het midden van
de achterruit ziet. Stel de spiegel af
voordat u gaat rijden.Binnenspiegel met dag-/nachtstand(indien van toepassing)
Stel de spiegel af voordat u wegrijdt en
deze in de dag stand staat.
Trek de hendel onder aan de spiegel naar u toe om de spiegel in de
nachtstand te zetten om verblinding door
de koplampen van achteropkomend
verkeer te voorkomen.
Houd er rekening mee dat het beeld in de spiegel in de nachtstand minder duidelijkis dan in de dagstand.
Elektrochromatische binnenspiegel(ECM - Electric chromic mirror) (indien van toepassing)
De elektrochromatische binnenspiegel
voorkomt automatisch verblinding door
achteropkomend verkeer. De sensor in
de spiegel registreert de lichtinval en
absorbeert de weerspiegelingen van de
koplampen van achteropkomende auto's.
Zodra de motor draait, worden de lichtreflecties automatisch gedimd.
Als de selectiehendel in de R (achteruit)
stand wordt gezet, wordt debinnenspiegel in de helderste stand
gezet om het uitzicht naar achteren zo
duidelijk mogelijk te maken.
SPIEGELS
WAARSCHUWING
- Zicht naar achteren
Zorg er indien mogelijk voor dat het
uitzicht door de achterruit niet
belemmerd wordt.
OPMERKING
Gebruik voor het reinigen van de spiegel een papieren doekje of vergelijkbaar materiaal dat vochtigis gemaakt met glasreiniger. Spuit
niet direct glasreiniger op despiegel. Hierdoor kan erglasreiniger in de spiegel komen.
WAARSCHUWING
Probeer de achteruitkijkspiegel niet
te verstellen tijdens het rijden.
Hierdoor kunt u de controle over de
auto verliezen waardoor een
ongeluk met ernstig letsel of
schade het gevolg kan zijn.
WAARSCHUWING
Wijzig de binnenspiegel niet en
monteer geen grotere spiegel.
Hierdoor kan tijdens een ongeval of
bij het activeren van de airbagletsel ontstaan.
ODM042048Dagstand
Nachtstand
Page 493 of 670

Kenmerken van uw auto
50
4
Bedienen van elektrische binnenspiegel:
Druk op de AAN/UIT-knop (1) om de
automatische dimfunctie in te
schakelen. Het spiegelcontrolelampje
zal gaan branden. Druk op de
AAN/UIT-knop (1) om de automatische
dimfunctie uit te schakelen. Hetspiegelcontrolelampje dooft.
De standaardinstelling voor de binnenspiegel is AAN als het contact instand ON staat.
Elektrochromatische binnenspiegel
(ECM - Electric chromic mirror) metkompas (indien van toepassing)
1. Lichtsensor
2. Controlelampje systeemstatus (LED)
3. Toets ECM ON/OFF
4. Toets kompas
5. Weergavegedeelte
Als de functie automatisch dimmen van
de binnenspiegel is ingeschakeld met de
toets ECM ON/OFF, wordt het
spiegelglas, afhankelijk van de
hoeveelheid licht die op het spiegelglas
valt, automatisch verduisterd. Als de
toets ECM ON/OFF nogmaals wordt
ingedrukt, wordt deze functie
uitgeschakeld. 1. Bediening van het kompas
Druk de toets van het kompas kort in, de
rijrichting van de auto wordt
weergegeven. Door de toets nogmaals
kort in te drukken wordt de weergave van
het kompas uitgeschakeld.
Weergave rijrichting
- E: Oost
- W: West
- S: Zuid
- N: Noord
bijv.) NE: Noordoost
2. Kalibratieprocedure
Houd de toets 6 tot max. 8 s ingedrukt.
Als het geheugen van het kompas gewist
is, verschijnt er een "C" in het display.
- Maak met een snelheid lager dan 8
km/h een rondje met de auto. Doe dit 2
keer of totdat het kompas een rijrichtingaangeeft.
- Zowel een rondje rechtsom als linksom is mogelijk. Als de kalibratie is voltooid,
geeft het kompas een rijrichting aan.
- Blijf rondjes rijden totdat het kompas een rijrichting aangeeft.
OMD040032
OMD042122L
■ Type A
■Type B
Achteruitrijscherm
Controlelampje Sensor
Controlelampje
ODMECO2003
Page 494 of 670
451
Kenmerken van uw auto
3. Instellen van de kompaszone
1. Zoek op de zonekaart uw actuelelocatie en het desbetreffende
zonenummer op.
2. Houd de toets 3 tot max. 5 s ingedrukt.Het actuele zonenummer verschijnt op
het display. 3. Druk op de toets totdat het nieuwe
zonenummer op het display wordt
weergegeven. Zodra u de toets loslaat,
toont het display binnen enkele
seconden een kompasrichting.
B520C01JM
EUROPA
B520C03JM
ASIA
B520C04JM
ZUID-AMERIKA
B520C05JM
AFRIKA
Page 495 of 670

Kenmerken van uw auto
52
4
4. Wijzigen instelling spiegelhoek
(indien van toepassing):
Aangezien de spiegel naar de
bestuurder is gericht, kan de
kompasweergave worden aangepast
afhankelijk van het feit of de auto is
voorzien van linkse of rechtse besturing.
Aanpassen aan linkse besturing "L" of
rechtse besturing "R":
1. Houd de toets langer dan 9 s ingedrukt.
2. Laat de toets los en kies tussen "L" en "R".
✽✽ AANWIJZING
Als deze procedure wordt uitgevoerd,
moet het kompas opnieuw gekalibreerdworden.
3. Rijd twee volledige rondjes met een rijsnelheid lager dan 8 km/h om het
kompas opnieuw te kalibreren. Buitenspiegel
Stel de spiegels af voordat u gaat rijden.
Uw auto is uitgerust met zowel een linker
als een rechter buitenspiegel. De
spiegels kunnen elektrisch versteld
worden met de schakelaar. De spiegels
kunnen worden ingeklapt ombeschadigingen in een automatische
wasserette of bij het rijden door een
smalle straat te voorkomen.
WAARSCHUWING
- Buitenspiegel
De buitenspiegel is convergerend. Objecten in de
spiegel zijn daardoor dichterbij
dan ze lijken.
Gebruik bij het veranderen van rijstrook daarom uw binnen-
spiegel of kijk opzij om dewerkelijke afstand tot het
achteropkomende verkeer vast testellen
OPMERKING
1. Plaats geen accessoires
(bijvoorbeeld een skidrager of
antenne) op de auto die metmagneten bevestigd moetenworden. Deze beïnvloeden de
werking van het kompas.
2. Als het kompas snel na het herhaaldelijk afstellen afwijkt vande juiste weergave, adviseren wiju het te laten nakijken door een
officiële HYUNDAI-dealer.
3. In tunnels of op steile hellingen kan het zijn dat het kompas nietde juiste richting aangeeft. (Hetkompas geeft weer de juiste
richting aan als de auto op eenplaats rijdt waar het aardmagnetisch veld stabiel is.)
4. Gebruik voor het reinigen van de spiegel een papieren doekje of
vergelijkbaar materiaal datvochtig is gemaakt metglasreiniger. Spuit niet direct glasreiniger op de spiegel, anders
kan er glasreiniger in de spiegelkomen.
Page 496 of 670

453
Kenmerken van uw auto
Afstellen
Elektrisch
Met behulp van de schakelaar kunt u de
linker en rechter buitenspiegel elektrisch
verstellen. Zet de keuzeschakelaar (1) inde stand R (rechts) of L (links)
afhankelijk van de spiegel die u wilt
verstellen. Druk vervolgens op het
desbetreffende deel van de
bedieningsschakelaar om de spiegel
naar boven of naar beneden, naar links
of rechts te verstellen.
Zet de schakelaar na het verstellen terug
in het midden om te voorkomen dat de
spiegel onbedoeld wordt versteld.
OPMERKING
Gebruik geen krabber om despiegel ijsvrij te maken; hierdoor
kan het spiegelglas beschadigdraken. Forceer een bevroren spiegelniet tijdens het verstellen. Verwijder ijs met een ruitontdooier of met een
spons of zachte doek en heet water.
OPMERKING
Forceer de buitenspiegel niet alsdeze vastgevroren is. Spuit de
buitenspiegel indien nodig in metruitontdooier (gebruik geenkoelvloeistof) of zet de auto op een warme plaats om het ijs te laten
smelten.
WAARSCHUWING
Klap de buitenspiegels niet in en
verstel ze ook niet tijdens het
rijden. Hierdoor kunt u de controle
over de auto verliezen waardoor
een ongeluk met ernstig letsel of
schade het gevolg kan zijn.
OPMERKING
De spiegels stoppen hun beweging als de maximale
stelhoek bereikt is. De stelmotor blijft echter draaien zolang deschakelaar ingedrukt blijft. Houdde schakelaar niet langer
ingedrukt dan nodig om tevoorkomen dat de stelmotor beschadigd wordt.
Probeer de spiegels nooit met de hand te verstellen. Op die manierkan er schade ontstaan.
ODM042052