Page 569 of 670
Veiligheidssysteem van uw auto
2
3
Voorstoel
(1) Voorwaartse/achterwaartse richting
(2) Rugleuningverstelling(3) Zittinghoogte (bestuurdersstoel)*(4) Lendesteun (bestuurdersstoel)*
(5) Stoelverwarming* / Stoelverkoeling
(stoel met luchtventilatie)*
(6) Hoofdsteun 2 e
zitrij
(7) Voorwaartse/achterwaartse richting
(8) Rugleuning verstellen en neerklappen
(9) Walk-in-stoel* (10) Hoofdsteun
(11) Armsteun
(12) Stoelverwarming* 3 e
zitrij*
(13) Neerklappen rugleuning (14) Hoofdsteun
* indien van toepassing
STOELEN
ODM032001
Handmatig
Elektrisch
Page 570 of 670

33
Veiligheidssysteem van uw auto
WAARSCHUWING -
Bestuurdersstoel
• Probeer de stoel nooit tijdens het rijden te verstellen. Hierdoor kunt
u de controle verliezen waardoor
een ongeluk met ernstig letsel of
schade het gevolg kan zijn.
Zorg ervoor dat de rugleuning altijd in de normale positie kanstaan.
Als de rugleuning vanwege
hinderlijk geplaatste voorwerpenof andere oorzaken niet goed
vergrendeld kan worden, kan ditbij een noodstop of aanrijding
ernstig letsel tot gevolg hebben.
Zet voor het wegrijden de rugleuning altijd rechtop en
plaats de heupgordel strak en zo
laag mogelijk over de heupen. In
deze positie bent u in geval vaneen aanrijding het beste
beschermd.
(Vervolg)
WAARSCHUWING-
Opklappen van de rugleuning
Zorg ervoor, indien u de rugleuning
weer rechtop zet, dat u deze
vasthoudt en rustig omhoog klapt.
Als u de rugleuning niet vasthoudt
tijdens het omhoog klappen, kan de
rugleuning terugschieten waardooru letsel kunt oplopen.
WAARSCHUWING -
Losliggende voorwerpen
Losliggende voorwerpen in de
voetenruimte van de bestuurder
kunnen de werking van de pedalen
nadelig beïnvloeden en mogelijk
een ongeval veroorzaken. Plaats
niets onder de voorstoelen.WAARSCHUWING -
Verantwoordelijkheid van
de bestuurder voorpassagier
Rijden met de rugleuning van een
stoel neergeklapt, kan bij eenaanrijding leiden tot ernstig letsel.
Als de rugleuning neergeklapt is,
kan de persoon op de
desbetreffende stoel bij een
aanrijding onder de gordel
doorglijden, waardoor de
onderbuik zwaar belast kan
worden. Hierdoor kan ernstig letsel
ontstaan. De bestuurder moet de
passagier erop wijzen tijdens hetrijden de rugleuning altijd zo
rechtop mogelijk te houden.
WAARSCHUWING
Gebruik geen zitkussen waardoor de wrijving tussen de stoel en de
passagier verminderd wordt. De
passagier kan bij een aanrijding of
een noodstop onder de gordel
doorglijden. Omdat de
veiligheidsgordel niet normaal kan
werken, kan ernstig letsel ontstaan.
Page 571 of 670

Veiligheidssysteem van uw auto
4
3
Afstellen van voorstoel - handmatig
(indien van toepassing)
Voorwaartse/achterwaartse richting
Verstel de stoel als volgt naar voren of naar achteren:
1. Houd de hendel voor de
langsverstelling aan de voorzijde van
de stoel omhooggetrokken.
2. Schuif de stoel in de gewenste positie.
3. Laat de hendel los en controleer of de stoel vergrendeld is.
Stel de stoel af voordat u gaat rijden en
controleer of de stoel goed vergrendeld
is door te proberen deze handmatig naar
voren of achteren te schuiven. Als de
stoel beweegt, dan is hij niet goed
vergrendeld.
C010102AUN
WAARSCHUWING
Controleer na het afstellen van de
stoel altijd of deze goed is
vergrendeld, door te proberen deze
naar voren of achteren te schuivenzonder de ontgrendelhendel te
gebruiken. Als de bestuurdersstoel
plotseling in beweging komt, kunt u
de controle over de auto verliezen.
WAARSCHUWING
Leg geen aansteker op de vloer of de stoel. Wanneer u de stoel
verstelt, kan er gas uit de
aansteker ontsnappen waardoorbrand kan ontstaan.
Let goed op dat er tijdens het verstellen van de stoel geen
handen of voorwerpen in het
mechanisme bekneld raken.
(Vervolg)
Ga zo ver van het stuurwiel afzitten als mogelijk is zonder dat
dit ten koste gaat van het
bedieningscomfort om onnodig
en wellicht ernstig letsel door de
airbag te voorkomen.
Geadviseerd wordt een minimale
afstand van 250 mm tussen uw
bovenlichaam en het stuurwiel.
ODM032002
Page 572 of 670

35
Veiligheidssysteem van uw auto
Rugleuning
Stel de rugleuning als volgt af:
1. Leun iets naar voren en trek de hendelvan de rugleuning aan de zijkant van
de stoel naar boven.
2. Leun vervolgens voorzichtig achterover en verstel de rugleuning in
de gewenste positie.
3. Laat de hendel los en zorg ervoor dat de rugleuning vergrendeld is. (De
hendel MOET zijn oorspronkelijke
positie weer innemen om de
rugleuning te vergrendelen.)
Afstellen van de zittinghoogte
(bestuurdersstoel) (indien van toepassing)
Duw de hendel aan de zijkant van de zitting omhoog of omlaag om de hoogte
van de zitting te veranderen.
• Duw de hendel een aantal maal omlaag om de zitting lager af te stellen.
Trek de hendel een aantal maal omhoog om de zitting hoger af te stellen.
Lendensteun (bestuurdersstoel)
(indien van toepassing)
De lendensteun kan worden versteld met
de schakelaar aan de zijkant van destoel.
1. Druk op de voorzijde van de schakelaar voor meer steun en op de
achterzijde voor minder steun.
2. Laat de knop los zodra de gewenste stand is bereikt.
ODM032003
ODM032004ODM032005
Page 573 of 670

Veiligheidssysteem van uw auto
6
3
Afstellen van voorstoel
- elektrisch
(indien van toepassing)
De voorstoel kan worden afgesteld met
de bedieningsschakelaar aan de
buitenzijde van de zitting. Stel voor het
rijden de stoel af in de juiste stand zodathet stuurwiel, de pedalen en de
schakelaars op het dashboard
gemakkelijk bediend kunnen worden.Voorwaartse/achterwaartse richting
1. Druk de knop naar voren of naar
achteren om de stoel in de gewenste
stand te zetten.
2. Laat de knop los zodra de zitting in de gewenste stand staat.
WAARSCHUWING
De elektrisch verstelbare stoelen
kunnen bediend worden met hetcontact in stand LOCK.
Laat kinderen daarom nooit alleen
achter in de auto.
OPMERKING
Elektrisch verstelbare stoelen worden aangedreven door
elektromotoren. Laat deschakelaar los als de stoel juistafgesteld is. Anders kunnen de elektrische onderdelen
beschadigd raken.
Het verstellen van de stoelen kost behoorlijk veel stroom. Beperkdaarom het verstellen van de
stoelen tot een minimum zolangde motor niet loopt.
Bedien niet meerdere schakelaars tegelijkertijd. Anderskunnen de elektromotoren of
andere elektrische onderdelenbeschadigd raken.
ODM032006
Page 574 of 670

37
Veiligheidssysteem van uw auto
Rugleuning
1. Druk de knop naar voren of naarachteren om de rugleuning in de
gewenste stand te zetten.
2. Laat de knop los zodra de zitting in de gewenste stand staat.
Afstellen van de zittinghoogte
(bestuurdersstoel)
1. Druk het voorste deel van de knop naar boven of naar beneden om de
voorzijde van de zitting omhoog of
omlaag te verstellen. Beweeg het
achterste deel van de knop naar boven
of naar beneden om de achterzijde vande zitting omhoog of omlaag te
verstellen.
2. Laat de knop los zodra de zitting in de gewenste stand staat.
Lendesteun (bestuurdersstoel)
De lendesteun kan worden afgesteld
door op de schakelaar te drukken.
1. Druk op de voorzijde (1) van deschakelaar voor meer steun en op de
achterzijde (2) van de schakelaar voorminder steun.
2. Laat de schakelaar los zodra de steun in de gewenste stand staat.
3. Druk op het bovenste gedeelte (3) van de schakelaar om de steun omhoog te
bewegen en druk op het onderste
gedeelte (4) van de schakelaar om de
steun omlaag te bewegen.
4. Laat de schakelaar los zodra de steun in de gewenste stand staat.
ODM032007
ODM032008
ODM032009
Page 575 of 670

Veiligheidssysteem van uw auto
8
3
Geheugen bestuurdersstoel
(indien van toepassing, elektrisch
verstelbare stoel) De bestuurdersstoel heeft een
geheugen, waarin de stand van de stoel
en van de buitenspiegel met een druk op
de knop kunnen worden opgeslagen of
opgeroepen. Verschillende personen
kunnen zodoende elk hun eigen
voorkeursinstelling bewaren. Als de
accukabels worden losgenomen, wordt
het geheugen van de bestuurdersstoel
gewist. De voorkeursposities dienen in
dat geval opnieuw te wordenopgeslagen.Opslaan van stoelposities met
toetsen in het portier
Opslaan van posities bestuurdersstoel
1. Zet de selectiehendel in stand P of N (bij een automatische transmissie) of
de versnellingspook in de vrijstand (bij
een handgeschakelde transmissie)
terwijl de toets ENGINE START/STOPAAN is of het contact in stand ONstaat.
2. Verstel de bestuurdersstoel en de buitenspiegel naar de voor de
bestuurder meest comfortabele
positie.
3. Druk op toets SET op het bedienings- paneel. Het systeem geeft één piepje.
4. Druk binnen 5 seconden na het indrukken van toets SET op één van
de geheugentoetsen (1 of 2). Het
systeem geeft met twee piepjes aandat de instellingen met succes zijnopgeslagen.
ODM042335
WAARSCHUWING
Bedien het geheugen van de
bestuurdersstoel nooit tijdens hetrijden.
Hierdoor kunt u de controle
verliezen waardoor een ongeluk
met ernstig letsel of schade het
gevolg kan zijn.
Page 576 of 670

39
Veiligheidssysteem van uw auto
Posities instellen vanuit geheugen
1. Zet de selectiehendel in stand P of N(bij een automatische transmissie) of
de versnellingspook in de vrijstand (bij
een handgeschakelde transmissie)
terwijl de toets ENGINE START/STOPAAN is of het contact in stand ONstaat.
2. Druk op de gewenste geheugentoets (1 of 2) om de instellingen op te
roepen. Het systeem geeft één piepje
en de bestuurdersstoel wordt automa
-tisch in de opgeslagen positie gezet.
Als tijdens het uitvoeren van de instellingen uit het geheugen de
schakelaar voor het verstellen van de
bestuurdersstoel wordt bediend, wordt
het instellen vanuit het geheugen
afgebroken en wordt de stoel in de
richting waarin de schakelaar wordt
bediend, bewogen.
Instapfunctie (indien van toepassing)
Het systeem beweegt de bestuurders-stoel als volgt automatisch:
Zonder Smart Key-systeem - De bestuurdersstoel beweegt naarachteren als de contactsleutel uit het
contactslot wordt verwijderd en het
bestuurdersportier wordt geopend.
- De bestuurdersstoel beweegt naar voren als de contactsleutel in het
contactslot gestoken wordt.
Met Smart Key-systeem - De bestuurdersstoel beweegt naarachteren als de toets ENGINE
START/STOP UIT wordt gezet en het
bestuurdersportier wordt geopend.
- De bestuurdersstoel beweegt naar voren als de toets ENGINE
START/STOP in stand ACC of
START wordt gezet.
U kunt deze functie activeren of
deactiveren. Zie "Gebruikersinstell" in dithoofdstuk 4.WAARSCHUWING
Ga voorzichtig te werk als u
posities instelt vanuit het geheugen
als u in de auto zit. Duw de
schakelaar voor het verstellen van
de stoel onmiddellijk in de
gewenste richting als de stoel te
ver in een bepaalde richting
beweegt.