Page 577 of 670

Veiligheidssysteem van uw auto
10
3
Hoofdsteun (Voorstoel)
De stoelen van de bestuurder en
voorpassagier zijn voor extra veiligheid
en comfort voorzien van een hoofdsteun.
De hoofdsteun biedt niet alleen comfort,
maar helpt tevens bij de bescherming
van hoofd en nek van de inzittenden bij
een aanrijding.Verstellen in
voorwaartse/achterwaartse richting (indien van toepassing)
De hoofdsteun kan in vier standen naar
voren worden gedrukt. Druk de
hoofdsteun vanuit de voorste positie
nogmaals naar voren om de hoofdsteun
naar achteren te plaatsen. Zorg ervoordat de hoofdsteun hoofd en nek goedondersteunt.
WAARSCHUWING
Voor een optimale bescherming in geval van een aanrijding moet
de hoofdsteun zo afgesteld zijn
dat het midden van de
hoofdsteun zich op dezelfde
hoogte bevindt als het
zwaartepunt van het hoofd van
de inzittende. Over het algemeen
bevindt het zwaartepunt van het
hoofd zich op dezelfde hoogte als
de bovenzijde van de ogen. Zorg
dat de hoofdsteun zich zo dicht
mogelijk bij uw hoofd bevindt.
Gebruik daarom geen kussen
waardoor het lichaam verder van
de rugleuning af komt.
Gebruik de auto niet als de hoofdsteunen zijn verwijderd
omdat dan in geval van eenaanrijding ernstig letsel kan
ontstaan. Een goed afgesteldehoofdsteun biedt een zo optimaal
mogelijke bescherming tegennekletsel.
Verstel de hoofdsteun van de bestuurder niet als de auto rijdt.
ODM032011
OHM038048N
Page 578 of 670
311
Veiligheidssysteem van uw auto
Afstellen van de hoogte
De hoofdsteun hoger afstellen:
1. Trek hem omhoog om hem in degewenste positie (1) te zetten.
De hoofdsteun lager afstellen:
1. Houd de ontgrendelknop (2) op de hoofdsteun ingedrukt.
2. Laat de hoofdsteun in de gewenste positie (3) zakken.
Verwijderen en plaatsen
Verwijderen van de hoofdsteun:
1. Zet de rugleuning rechtop.
2. Trek de hoofdsteun zo ver mogelijkomhoog.
3. Druk de ontgrendelknop (1) in terwijl u de hoofdsteun naar boven (2) trekt.
Plaatsen van de hoofdsteun:
1. Zet de rugleuning rechtop.
2. Stop de pennen van de hoofdsteun (3) in de gaten terwijl u de ontgrendelknop
(1) indrukt.
3. Stel de hoofdsteun vervolgens af op de gewenste hoogte.
WAARSCHUWING
Zorg dat de hoofdsteun wordt
vergrendeld nadat deze is versteld,zodat de inzittenden optimaal
beschermd zijn.
ODM032010ODM032012
Page 579 of 670
Veiligheidssysteem van uw auto
12
3
ODM032013
ODM032014
■ Type A
■Type BODM032015
ODM032016
■Type C
■Type D
Met de stoelverwarming kunnen de voorstoelen bij lage buitentemperaturen
verwarmd worden. De stoelverwarming kan worden ingeschakeld door op de
schakelaar te drukken voor de bestuurdersstoel en/of de stoel van de voorpassagierals het contact in stand ON staat.
Laat de schakelaars in stand UIT staan als de stoelverwarming niet gebruikt hoeft te
worden.
Stoelverwarming (indien van toepassing)
• Telkens als u op de schakelaar drukt,verandert de temperatuurinstelling
voor de stoel als volgt:
De standaardinstelling voor de stoelverwarming is UIT als het contact
in stand ON wordt gezet.
UIT HOOG( ) MIDDEN( ) LAAG( )
Page 580 of 670

313
Veiligheidssysteem van uw auto
✽✽AANWIJZING
Als de schakelaars voor de
stoelverwarming in stand AAN staan,schakelt de stoelverwarmingautomatisch aan of uit, afhankelijk van
de temperatuur van de stoel.Stoelverkoeling
(stoel met luchtventilatie)
(indien van toepassing)
De temperatuurinstelling van de stoel
verandert afhankelijk van de stand van
de schakelaar.
Als u de zitting wilt verwarmen, drukt u de schakelaar in (rood).
OPMERKING
- Stoelbeschadigingen
Gebruik voor het reinigen van de
stoelen geen organischoplosmiddel, zoals thinner,
alcohol of wasbenzine. Hierdoorkan de stoelverwarming en destoel zelf beschadigd worden.
Plaats geen isolerende materialen zoals dekens, kussensof hoezen op de stoel wanneer destoelverwarming is ingeschakeld. Dit kan leiden tot oververhitting.
Plaats geen zware of scherpe voorwerpen op stoelen die zijnvoorzien van stoelverwarming.Hierdoor kunnen de onderdelenvan de stoelverwarming
beschadigd raken.
WAARSCHUWING -
Verbranding door de stoelverwarming
Wees erg voorzichtig bij het
gebruik van de stoelverwarming
vanwege het gevaar voor
oververhitting, waardoor brand kan
ontstaan. De stoelverwarming kan
zelfs bij lage temperaturen
brandwonden veroorzaken, vooral
als de functie gedurende langere
tijd wordt g ebruikt. Vooral de
volgende categorieën personen
dienen erg voorzichtig te zijn:
1. Kinderen, ouderen, gehandicapten en ziekenhuispatiënten
2. Personen met een gevoelige huid
3. Vermoeide personen
4. Dronken personen
5. Personen die onder invloed zijn van medicijnen die het
reactievermogen verminderen ofslaap opwekken
ODM032017
ODM032018
■Type A
■Type B
Page 581 of 670

Veiligheidssysteem van uw auto
14
3
Als u de zitting wilt koelen, drukt u de
schakelaar in (blauw).
Telkens als u op de toets drukt, verandert de luchtcirculatie als volgt:
De standaardinstelling voor de stoelverwarming (met luchtventilatie) is
UIT als het contact in stand ON wordt
gezet. Opbergvak in rugleuning
In de rugleuning van beide voorstoelen
bevindt zich een opbergvak.
WAARSCHUWING
-
Opbergvakken rugleuning
Plaats geen zware of scherpe
voorwerpen in de opbergvakken.
Bij een ongeval kunnen ze uit de
opbergvakken geslingerd worden
en inzittenden verwonden.
UIT HOOG( ) MIDDEN( ) LAAG( )
OPMERKING
- Stoelbeschadigingen
Gebruik voor het reinigen van de
stoelen geen organisch
oplosmiddel, zoals thinner,alcohol of wasbenzine. Hierdoorkan de stoelverwarming en de stoel zelf beschadigd worden.
Plaats geen isolerende materialen zoals dekens, kussensof hoezen op de stoel wanneer destoelverwarming is ingeschakeld.
Dit kan leiden tot oververhitting.
Plaats geen zware of scherpe voorwerpen op stoelen die zijnvoorzien van stoelverwarming. Hierdoor kunnen de onderdelen
van de stoelverwarmingbeschadigd raken.
OCM030052
Page 582 of 670

315
Veiligheidssysteem van uw auto
Afstellen van de achterbank
Voorwaartse/achterwaartse richting(2ezitrij)
Verstel de stoel als volgt naar voren of naar achteren:
1. Houd de hendel voor de langsverstelling aan de voorzijde van
de stoel omhooggetrokken.
2. Schuif de stoel in de gewenste positie.
3. Laat de hendel los en controleer of de stoel vergrendeld is.
Stel de stoel af voordat u gaat rijden en
controleer of de stoel goed vergrendeld
is door te proberen deze handmatig naar
voren of achteren te schuiven. Als de
stoel beweegt, dan is hij niet goed
vergrendeld.
Rugleuningverstelling (2ezitrij)
Stel de rugleuning als volgt af:
1. Trek de hendel van de rugleuningverstelling omhoog.
2. Houd de hendel omhooggetrokken en verstel de rugleuning in de gewenste
positie.
3. Laat de hendel los en zorg dat de rugleuning in die positie vergrendeld is.
(De hendel MOET zijn oorspronkelijke
positie weer innemen om de
rugleuning te vergrendelen.)
Walk-in-stoel
(stoel 2ezitrij, indien van toepassing)
Bereiken van de 3 e
zitrij:
1. Leid de veiligheidsgordel door de geleider. Trek, nadat de
veiligheidsgordel is vastgemaakt, de
band strak door hem omhoog te
bewegen.
ODM032019
ODM032020ODM032027
ODM032021
Page 583 of 670

Veiligheidssysteem van uw auto
16
3
2. Trek de walk-in-hendel (1) op de
rugleuning van de 2 e
zitrij omhoog.
3. De rugleuning van de 2 e
zitrij klapt
naar beneden en de stoel wordt
helemaal naar voren geschoven. Schuif na het in- of uitstappen de stoel
van de 2 e
zitrij weer helemaal naar
achteren en klap de rugleuning
omhoog tot hij vastklikt. Controleer of
de stoel vergrendeld is.Neerklapbare achterbank
De rugleuning achter kan worden
opgeklapt om het vervoer van langere
voorwerpen mogelijk te maken of de
bagageruimte te vergroten.
ODM032055
WAARSCHUWING
Gebruik de walk-in-functie niet als de auto rijdt of als er mensen op de
2e zitrij zitten omdat hierdoor de
stoel plotseling in beweging kan
komen, waardoor de passagierletsel kan oplopen.
WAARSCHUWING
Het doel van de opklapbare
rugleuning is het vervoer van
langere voorwerpen mogelijk te
maken waarvoor anders geenruimte is. Laat nooit iemand op een
neergeklapte rugleuning zitten als
de auto rijdt omdat dat geen veiligepositie is en omdat dan de
veiligheidsgordels niet gebruikt
kunnen worden. Hierdoor kan bijeen aanrijding of een noodstop
ernstig letsel ontstaan. Voorwerpen
die op de neergeklapte rugleuning
vervoerd worden mogen niet boven
de bovenzijde van de voorstoelen
uitsteken. Als dat wel het geval iskan de lading bij een noodstop naar
voren schuiven en letsel of schade
veroorzaken.
Page 584 of 670
317
Veiligheidssysteem van uw auto
Neerklappen van de rugleuning achter:
1. Steek de gesp van deveiligheidsgordel achter in de opening
tussen de rugleuning en de zitting enplaats de gordel in de geleider om
beschadiging te voorkomen.
2. Zet de rugleuning zoveel mogelijk rechtop en schuif indien nodig de
voorste stoel naar voren.
3. Zet de hoofdsteunen achter in de laagste positie.■2e
zitrij
ODM032034/OXM039030/ODM032027/ODM032035
■3e
zitrij