Page 393 of 670
4141
Kenmerken van uw auto
✽✽AANWIJZING
Wanneer de verlichting wordt
ingeschakeld door op het lampglas (1) te
drukken, zal zelfs wanneer de
schakelaar (3) in stand OFF staat deverlichting niet doven.Interieurverlichting
Druk op de toets om het lampje aan of uit
te schakelen. Verlichting make-upspiegel
Druk op de toets om het lampje in of uit
te schakelen.
: Het lampje wordt ingeschakeld
wanneer deze toets wordt
ingedrukt.
: Het lampje wordt uitgeschakeld wanneer deze toets wordt
ingedrukt.
OXM049133
ODM042341
■
Type B ODM042260
■
Type A
Page 394 of 670
Kenmerken van uw auto
142
4
Bagageruimteverlichting
De verlichting blijft altijd aan.
De bagageruimteverlichting
gaat branden zodra de
achterklep geopend wordt.
De verlichting blijft altijd uit. Verlichting dashboardkastje
De verlichting in het dashboardkastje
gaat branden als de lichtschakelaar in de
stand parkeerverlichting of koplampen
staat en het dashboardkastje wordtgeopend.WAARSCHUWING
- Verlichting make-upspiegel
Zet de schakelaar altijd in stand uit
als de verlichting van de make-
upspiegel niet wordt gebruikt. Alsde zonneklep wordt teruggeklaptterwijl het lampje nog brandt, kan de accu ontladen raken en de
zonneklep beschadigd worden.
OXM049136ODM042262
Page 395 of 670
4143
Kenmerken van uw auto
Instapverlichting
(indien van toepassing)
De instapverlichting gaat branden zodra
het portier geopend wordt om het in- en
uitstappen te vergemakkelijken. Deze
verlichting waarschuwt tevens
achteropkomend verkeer dat het portieris geopend.
ODM042261
Page 396 of 670

Kenmerken van uw auto
144
4
WELCOME-SYSTEEM (INDIEN VAN TOEPASSING)
Welkomstfunctie koplampen
Als de koplampen aan zijn
(lichtschakelaar in stand koplampen of
AUTO) en alle portieren (en de
achterklep) gesloten en vergrendeld
worden, zullen de koplampen, parkeer-
lichten en achterlichten gedurende 15
seconden branden als aan een van de
onderstaande voorwaarden voldaan
wordt.
- Wanneer op de ontgrendeltoets van de afstandsbediening gedrukt wordt.
- Wanneer op de ontgrendeltoets van de Smart Key gedrukt wordt.
Als u nu op de vergrendeltoets van de
afstandsbediening of Smart Key drukt,
dooft de verlichting direct. Interieurverlichting
Als de schakelaar voor de interieur-
verlichting in de stand DOOR staat en
alle portieren (en de achterklep) gesloten
en vergrendeld worden, zal de interieur-
verlichting in de volgende gevallen
gedurende 30 seconden branden.
- Wanneer op de ontgrendeltoets van de afstandsbediening gedrukt wordt.
- Wanneer op de ontgrendeltoets van de Smart Key gedrukt wordt.
- Als de toets op de portiergreep aan de buitenzijde wordt ingedrukt.
Als u op dit moment op de vergrendel
-knop voor de portieren drukt, wordt de
verlichting direct uitgeschakeld. Uitstapverlichting
(indien van toepassing)
Wanneer alle portieren zijn gesloten en
vergrendeld, gaat de uitstapverlichting
15 seconden branden bij het uitvoeren
van de volgende handelingen.
- Wanneer op de ontgrendeltoets van de afstandsbediening gedrukt wordt.
- Wanneer op de ontgrendeltoets van de Smart Key gedrukt wordt.
- Wanneer de toets op de portiergreep aan de buitenzijde wordt ingedrukt.
- Wanneer u de auto nadert en de Smart Key bij u draagt.
Als u op dat moment op de vergrendel-
knop voor de portieren drukt, wordt de
verlichting direct uitgeschakeld.
✽✽ AANWIJZING
De uitstapverlichting werkt niet als de
schakelaar voor het inklappen van debuitenspiegels in de stand "ingeklapt"staat.
Page 397 of 670
4145
Kenmerken van uw auto
✽✽AANWIJZING
Zie "Voorruit ontdooien en ontwasemen" in dit hoofdstuk als ucondens en ijs van de voorruit wilt
verwijderen.
Achterruitverwarming
De achterruitverwarming ontdoet de
achterruit van rijp, condens en ijs als de
motor is gestart. Druk op de toets in de middenconsole
om de achterruitverwarming in te
schakelen. Het controlelampje in de
toets gaat branden wanneer de
achterruit-verwarming ingeschakeld is.
Druk de toets opnieuw in om de achterruitverwarming uit te schakelen.
✽✽ AANWIJZING
Page 398 of 670
Kenmerken van uw auto
146
4
HANDBEDIEND VERWARMINGS- EN VENTILATIESYSTEEM (INDIEN VAN TOEPASSING)
ODM042273/ODM042274/OXM049141
1. Aanjagerknop
2. Luchtcirculatietoets
3. Luchttoevoertoets
4. Toets A/C*
5. Temperatuurregeltoets
6. Toets voorruitontwaseming
7. Toets achterruitverwarming
8. Keuzetoets MAX A/C
9. Toets airconditioning 3e zitrij*
10. Knop aanjagersnelheid
airconditioning 3e zitrij*
*: indien van toepassing
■■ Type A ■■
Type B
■■ Bediening airconditioning 3 e
zitrij (alleen type B)
Page 399 of 670

147
Kenmerken van uw auto
Verwarming en airconditioning
1. Start de motor.
2. Zet de luchtcirculatietoets in degewenste stand.
Voor een effectieve verwarming enkoeling:
- Verwarmen :
- Koelen :
3. Stel de temperatuur in op de gewenste waarde.
4. Schakel de stand BUITENLUCHT in met de luchttoevoertoets.
5. Zet de aanjager op de gewenste snelheid.
6. Als u de uitstromende lucht gekoeld wilt hebben, kunt u het
airconditioningssysteem aanzetten
(indien van toepassing).
ODMECL2001
❈
❈
uitstroomopeningen 2 e
en 3 e
zitrij (E, F, G, H)
(uitstroomopening G, H : indien van toepassing)
De luchtstroom van de uitstroomopeningen bij de 2 e
en 3 e
zitriij wordt geregeld door
de klimaatregeling voor en wordt afgeleverd via het interne luchtkanaal van de vloer.
(E, F, H)
De luchttoevoer via de uitstroomopeningen bij de 2 e
en 3 e
zitrij (E, F, H) kan minder
zijn dan via de ventilatieroosters in het dashboard, vanwege het langere luchtkanaal.
Sluit de uitstroomopeningen (F) bij koud weer. De luchtstroom via de uitstroomopeningen bij de 2 e
en 3 e
zitrij kan licht afkoelen wanneer de verwarming is
ingeschakeld. (Gebruik de uitstroomopeningen (F, G) bij de 2 e
en 3 e
zitrij voor koelen.)
4
Page 400 of 670

Kenmerken van uw auto
148
4
Toets luchtcirculatie
De luchtcirculatietoets regelt de circulatie
van de lucht door het ventilatiesysteem.
De lucht kan naar de voetenruimte, de uitstroomopeningen in het dashboard of
naar de voorruit stromen. Er worden zes
symbolen gebruikt om de standen. VENTILEREN, BI-LEVEL,
VERWARMEN, VERWARMEN /
ONTWASEMEN en ONTWASEMEN. Stand FACE (B, D, F)
De lucht stroomt naar de romp en naar
het hoofd. Daarnaast kan iedere
uitstroomopening versteld worden om de
richting van de luchtstroom te wijzigen.
Stand BI-LEVEL
(B, C, D, E, F, H)
De lucht stroomt naar het hoofd en naar
de voetenruimte. Stand FLOOR (A, C, D, E, H)
De meeste lucht stroomt naar de
voetenruimte en een klein gedeelte
stroomt naar de voorruit en de
zijruitontwaseming.
Stand FLOOR/DEFROST (A, C, D, E, H)
De meeste lucht stroomt naar de
voetenruimte en de voorruit en een kleingedeelte stroomt door de
zijruitontwaseming.
Stand DEFROST (A, D)
De meeste lucht stroomt naar de voorruiten een klein gedeelte stroomt door de
zijruitontwaseming.
ODMECL2002