Page 49 of 262
48WEGWIJS IN UW AUTO
MECHANISCHE SLEUTEL
De metalen sleutel A-fig.14 dient voor:
❍het start-/contactslot;
❍de sloten van de portieren;
❍het ont-/vergrendelen van de tankdop.
fig. 14A0J0211mfig. 15A0J0072m
Druk knop B-fig. 15 alleen in als de sleutel ver ge-noeg van het lichaam (speciaal de ogen) en vanvoorwerpen die snel beschadigen (bijvoorbeeld
kledingstukken) is verwijderd. Laat de sleutel nooit on- beheerd achter om te voorkomen dat anderen, met na-me kinderen, de sleutel kunnen gebruiken en per onge-luk op de knop drukken.
SLEUTEL MET AFSTANDSBEDIENING
(voor bepaalde uitvoeringen/markten)
De metalen sleutel A-fig.15 dient voor:
❍het start-/contactslot;
❍de sloten van de portieren;
❍het ont-/vergrendelen van de tankdop.
Druk op knop B om de metalen sleutelbaard in of uit te klappen.
Page 50 of 262

WEGWIJS IN UW AUTO49
1
Portieren en achterklep ontgrendelen
Druk kort op de knop Ë: de portieren en de achterklep worden ont-
grendeld, de plafondverlichting wordt tijdelijk ingeschakeld en de
richtingaanwijzers knipperen twee keer (voor bepaalde uitvoerin-
gen/markten).
Als de brandstofnoodschakeling is ingeschakeld, worden de por-
tieren automatisch ontgrendeld.
Als u de portieren vergrendelt en een of meer portieren of de ach-
terklep zijn niet goed gesloten, dan gaan het lampje en de rich-
tingaanwijzers snel knipperen.
Portieren en achterklep vergrendelen
Druk kort op de knop Á: de portieren en de achterklep worden ver-
grendeld, de plafondverlichting dooft en de richtingaanwijzers knip-
peren een keer (voor bepaalde uitvoeringen/markten).
Als een of meer portieren niet goed gesloten zijn, wordt de ver-
grendeling niet uitgevoerd. Dit wordt aangegeven door het snel
knipperen van de richtingaanwijzers (voor bepaalde uitvoerin-
gen/markten). De portieren worden vergrendeld als de achterklep
geopend is.
Als sneller dan 20 km/h wordt gereden, dan worden de portie-
ren automatisch vergrendeld als deze functie is ingesteld (alleen
bij instelbaar multifunctioneel display).
Als de portieren worden vergrendeld, gaat het bewakingslampje
A-fig. 16 enkele seconden branden en daarna knipperen (bewa-
kingsfunctie).
Achterklep openen
Druk de knop Rin om op afstand de achterklep te ontgrende-
len. Het openen van de achterklep wordt aangegeven door het
twee keer knipperen van de richtingaanwijzers.
EXTRA AFSTANDSBEDIENINGEN BESTELLEN
Het systeem kan maximaal 8 afstandsbedieningen herkennen. Als
u een nieuwe afstandsbediening nodig hebt, wendt u dan tot het
Alfa Romeo Servicenetwerk en neem de CODE-card (voor bepaal-
de uitvoeringen/markten), een identiteitsbewijs en het kente-
kenbewijs van de auto mee.
fig. 16A0J0027m
Page 51 of 262
50WEGWIJS IN UW AUTO
BATTERIJ VAN DE SLEUTEL MET
AFSTANDSBEDIENING VERVANGEN
Ga als volgt te werk:
❍druk op knop A-fig. 17 en klap de metalen sleutelbaard uit;
draai de schroef C op
:m.b.v. een kleine schroevendraaier;
❍trek de batterijhouder D naar buiten en vervang de batterij E;
let daarbij goed op de polariteit; plaats de batterijhouder D in
de sleutel en draai de schroef C op
Á.
fig. 17A0J0073m
Lege batterijen zijn schadelijk voor het milieu. Zemoeten in daarvoor bestemde containers wordengedeponeerd of kunnen ingeleverd worden bij het
Alfa Romeo Servicenetwerk, die voor de verwerking zorgt.
Page 52 of 262

WEGWIJS IN UW AUTO51
1
SAFE LOCK-SYSTEEM
(voor bepaalde uitvoeringen/markten)
Dit veiligheidssysteem verhindert de werking van de binnenhand-
grepen en de ver-/ontgrendelknopjes. Het is raadzaam dit systeem
iedere keer in te schakelen als u de auto parkeert.
Systeem inschakelen
Het systeem schakelt op alle portieren in als de knop Áop de sleu-
tel twee keer snel wordt ingedrukt.
Het inschakelen van het systeem wordt aangegeven door het drie
keer knipperen van de richtingaanwijzers en door het knipperen van
lampje A-fig. 18. Het systeem schakelt niet in als een of meerdere
portieren niet goed gesloten zijn.
Als het safe lock-systeem is ingeschakeld, kunnen de portieren op geen enkele wijze van binnenuitworden geopend. Controleer daarom, voordat u de
auto verlaat, of er geen personen meer aan boord zijn. Als de batterij van de sleutel met afstandsbediening leeg is,kan het systeem alleen worden uitgeschakeld door met demetalen sleutel het slot van de portieren te bedienen.
Systeem uitschakelen
Het systeem schakelt automatisch uit:
❍als met de metalen sleutel het bestuurdersportier wordt ont-
grendeld;
❍als op knop Ëvan de afstandsbediening wordt gedrukt;
❍als de contactsleutel in stand MAR wordt gedraaid.
fig. 18A0J0027m
Page 53 of 262

52WEGWIJS IN UW AUTO
Hieronder worden alle met de sleutel in te schakelen functies samengevat\
(met en zonder afstandsbediening):
Type sleutel
Mechanische sleutel
Sleutel met afstandsbediening
Knipperen richtingaanwijzers
(alleen met sleutel met
afstandsbediening)
Bewakingslampje
Ontgrendelensloten
Sleutel linksom
draaien
(bestuurderszijde)
Sleutel linksom
draaien
(bestuurderszijde)
Knop
Ëkort indrukken
2 x knipperen
Uitschakelen Sloten van buitenaf
vergrendelen
Sleutel rechtsom
draaien
(bestuurderszijde)
Sleutel rechtsom
draaien
(bestuurderszijde)
KnopÁkort indrukken
1 x knipperen
3 seconden
continu branden
en vervolgens
knipperen
bewakingslampje Safe Lock inschakelen
(voor bepaalde uit-
voeringen/markten)
–
–
KnopÁtwee keer
indrukken
3 x knipperen
2 x knipperen
en vervolgens
knipperen
bewakingslampje Achterklep
ontgrendelen
–
–
KnopRkort indrukken
2 x knipperen
Bewakingslampje
knippert
BELANGRIJK Het openen van de ruiten is gekoppeld aan het commando voor ontgrendeling van de portieren; het sluiten van de ruiten is
gekoppeld aan het commando voor vergrendeling van de portieren.
Ruiten openen
(voor bepaalde uit-
voeringen/markten)
–
–
Langer dan
2 seconden
knop
Ëindrukken
2 x knipperen
Uitschakelen Ruiten sluiten
(voor bepaalde uit-
voeringen/markten)
–
–
Knop
Álanger
dan 2 seconden
indrukken
1 x knipperen
Bewakingslampje
knippert
Page 54 of 262

WEGWIJS IN UW AUTO53
1DIEFSTALALARM
(voor bepaalde uitvoeringen/markten)
WANNEER GAAT HET ALARM AF
Het diefstalalarm wordt in de volgende gevallen geactiveerd:
❍bij het onbevoegd openen van de portieren, de motorkap en
de achterklep (omtrekbeveiliging);
❍bij een illegale startpoging (contactsleutel in stand MAR);
❍als de kabels van de accu worden onderbroken;
❍als er bewegende voorwerpen in het interieur aanwezig zijn
(volumetrische beveiliging);
❍bij het optillen/kantelen van de auto (voor bepaalde uitvoe-
ringen/markten).
Het inschakelen van het diefstalalarm wordt aangegeven met een
akoestisch en zichtbaar signaal (de richtingaanwijzers gaan enkele
seconden knipperen). De wijze waarop het systeem in werking
treedt, hangt af van het land waarin gereden wordt. Toch is een
maximum aantal cycli voorzien voor de akoestische en zichtbare
signalen. Na een alarmsignalering schakelt het systeem over naar
de normale bewakingsfunctie.
BELANGRIJK De startblokkering wordt uitgevoerd door de Alfa Ro-
meo CODE en wordt automatisch ingeschakeld als de contactsleutel
uit het start-/contactslot wordt genomen.
BELANGRIJK De werking van het diefstalalarm verschilt per land.
ALARM INSCHAKELEN
Richt bij gesloten portieren, achterklep en motorkap en contactslot
in stand STOP of met uitgenomen sleutel, de sleutel met af-
standsbediening in de richting van de auto. Druk op de knop
Á
en laat de knop los. Er is een zichtbaar en akoestisch signaal (be-
halve bij uitvoeringen voor bepaalde markten) en de portieren wor-
den vergrendeld.
Het inschakelen van het alarm wordt voorafgegaan door een zelf-
diagnose: als er een storing is, geeft het systeem nogmaals een
akoestisch en/of optisch signaal via het lampje op het dashboard.
Als ongeveer 4 seconden na het inschakelen van het alarm een
tweede akoestisch signaal en/of zichtbaar signaal via het lampje
op het dashboard wordt gegeven, dan moet het systeem worden
uitgeschakeld door op knop
Ëte drukken. Controleer of de por-
tieren, de motorkap en de achterklep goed gesloten zijn en scha-
kel het alarm opnieuw in met de knop
Á.
Als bij goed gesloten portieren, motorkap en achterklep het sys-
teem een akoestisch signaal uitzendt, dan is er een storing ge-
signaleerd in de werking van het systeem. Wendt u tot het Alfa Ro-
meo Servicenetwerk.
Page 55 of 262

54WEGWIJS IN UW AUTO
DIEFSTALALARM UITSCHAKELEN
Druk op de knop Ë. Het volgende gebeurt (met uitzondering van
bepaalde markten):
❍de richtingaanwijzers knipperen twee keer kort;
❍u hoort twee korte akoestische signalen;
❍de portieren worden ontgrendeld.
BELANGRIJK Als de portieren met de metalen sleutel centraal wor-
den ontgrendeld, schakelt het alarm niet uit.
VOLUMETRISCHE
BEWAKING/KANTELBEVEILIGING
Voor een correcte werking van het systeem moeten de ruiten en
het eventuele opendak (voor bepaalde uitvoeringen/markten) ge-
heel gesloten zijn.
Voordat het diefstalalarm wordt ingeschakeld kan met knop A-
fig. 20 de functie worden uitgeschakeld. Als de functie wordt uit-
geschakeld, knippert het lampje op de knop A enkele seconden.
Het buiten werking stellen van de volumetrische beveili-
ging/kantelsensor moet telkens worden herhaald als het instru-
mentenpaneel uitgeschakeld is geweest.
ALARM BUITEN GEBRUIK STELLEN
Als u het diefstalalarm buiten gebruik wilt stellen (bijv. als de au-
to langere tijd niet wordt gebruikt), dan moet u de auto afsluiten
door de metalen baard van de sleutel met afstandsbediening in het
portierslot te draaien.
BELANGRIJK Als de batterijen van de sleutel met afstandsbediening
leeg zijn, of als er een storing is in het diefstalalarm, dan kunt u
het alarm buiten werking stellen door de contactsleutel in het
contactslot te steken en in stand MAR te draaien.
fig. 20A0J0226m
Page 56 of 262

WEGWIJS IN UW AUTO55
1START-/CONTACTSLOT
De sleutel kan in drie standen worden gedraaid fig. 21:
❍STOP: motor uit, sleutel uitneembaar en stuur geblokkeerd.
Enkele elektrische installaties kunnen werken (bijv. autoradio,
centrale portiervergrendeling, diefstalalarm enz.);
❍MAR: contact aan. Alle elektrische installaties kunnen werken;
❍AVV: motor starten.
Het contactslot is voorzien van een herstartbeveiliging. Als de mo-
tor bij de eerste poging niet aanslaat, moet u de sleutel terug-
draaien in stand STOP en nogmaals starten.
fig. 21A0J0031m
Als het start-/contactslot is geforceerd (bijv. bij een poging tot diefstal) moet u, voordat u weer met deauto gaat rijden, de werking van het slot laten con-
troleren bij het Alfa Romeo Servicenetwerk.
Neem altijd de sleutel uit het contactslot als de au- to wordt verlaten, om onvoorzichtig gebruik vande bedieningsknoppen te voorkomen. Vergeet niet
de handrem aan te trekken. Schakel de 1
eversnelling in
als de auto op een helling omhoog staat en de achteruit bij een helling omlaag (gezien in de rijrichting). Laat kin-deren nooit alleen achter in de auto.