Page 185 of 262
184NOODGEVALLEN
GLOEILAMP INTERIEURVERLICHTING
VERVANGEN
PLAFONDLAMPJE VOOR
Gloeilamp vervangen:
❍trek het plafondlampje A-fig. 31 los bij de door de pijlen aan-
gegeven punten;
❍open het beschermdeksel B-fig. 32 en vervang de lamp C door
hem uit de veercontacten te trekken. Controleer of de nieuwe
lamp goed vastzit tussen de veercontacten;
❍sluit het beschermdeksel B-fig. 32 en plaats het plafondlamp-
je A-fig. 31 in de zitting; controleer of het goed geborgd is.
BAGAGERUIMTEVERLICHTING
Gloeilamp vervangen:
❍open de achterklep en verwijder de verlichtingsunit A-fig. 33
op het door de pijl aangegeven punt;
fig. 31A0J0120m
fig. 32A0J0121m
fig. 33A0J0119m
Page 186 of 262
NOODGEVALLEN185
4
❍open het beschermdeksel B-fig. 34 en vervang de lamp;
❍sluit het beschermdeksel B op het lampenglas;
❍monteer de verlichtingsunit A-fig. 33 door deze eerst aan een
zijde in de juiste stand te plaatsen en vervolgens de andere zij-
de aan te drukken, totdat de borging inklikt.
VERLICHTING DASHBOARDKASTJE
Gloeilamp vervangen:
❍open het dashboardkastje en verwijder de verlichtingsunit
A-fig. 35;
❍maak de lamp B los uit de veercontacten en vervang hem; con-
troleer of de nieuwe lamp goed vastzit in de veercontacten.
fig. 34A0J0118mfig. 35A0J0122m
Page 187 of 262
186NOODGEVALLEN
ZONNEKLEPVERLICHTING
(voor bepaalde uitvoeringen/markten)
Gloeilamp vervangen:
❍laat de zonneklep zakken en verwijder de verlichtingsunit
A-fig. 36 op de door de pijl aangegeven punten;
❍verwijder beschermdeksel B uit de lippen C, vervang de lamp
D-fig. 37 door hem naar buiten te trekken uit de veercontacten;
❍plaats de nieuwe lamp en controleer of hij goed is geplaatst en
goed vastzit tussen de veercontacten;
❍monteer beschermdeksel B door hem correct tussen de lippen
C te plaatsen;
❍monteer de verlichtingsunit door eerst zijde E-fig. 37 te plaat-
sen en vervolgens de andere zijde aan te drukken, totdat de
borging F inklikt.
fig. 36A0J0123mfig. 37A0J0124m
Page 188 of 262

NOODGEVALLEN187
4
DORPELVERLICHTING
Gloeilamp vervangen:
❍open het portier en verwijder de verlichtingsunit door met een
schroevendraaier de borgveer in te drukken A-fig. 38;
❍druk aan de zijkanten, ter hoogte van de twee bevestigings-
pennen, op beschermdeksel B en vervang lamp C;
❍monteer het beschermdeksel door de twee bevestigingspen-
nen vast te klemmen;
❍monteer de verlichtingsunit door eerst zijde D te plaatsen en
vervolgens de andere zijde aan te drukken, totdat de borging
inklikt.
ZEKERINGEN VERVANGEN
ALGEMENE INFORMATIE
Het elektrische systeem wordt door zekeringen beveiligd: de ze-
kering brandt door bij een storing of bij oneigenlijk gebruik van het
systeem. Als een elektrisch onderdeel niet werkt, controleer dan
eerst of de zekering niet is doorgebrand: de verbindingsstrip A mag
niet onderbroken zijn.
Is dit wel het geval, dan moet u de zekering vervangen door een
exemplaar met dezelfde stroomsterkte (zelfde kleur).
B zekering in goede staat.
C zekering met doorgebrande strip.
fig. 39A0J0048mfig. 38A0J0125m
Page 189 of 262
188NOODGEVALLEN
Als de zekering opnieuw doorbrandt, wendt u dan
tot het Alfa Romeo Servicenetwerk.
Vervang een defecte zekering nooit door ander
materiaal.
Vervang een zekering nooit door een zekering met
een hogere stroomsterkte (ampère); BRANDGE-
VAAR.
Als een hoofdzekering (MEGA-FUSE, MIDI-FUSE,
MAXI-FUSE) doorbrandt, wendt u dan tot het Alfa
Romeo Servicenetwerk.
Als een zekering van de veiligheidssystemen (air-
bagsysteem, remsysteem), de aandrijving van de
auto (motormanagementsysteem, regelsysteem
van de versnellingsbak) of de stuurinrichting doorbrandt,
wendt u dan tot het Alfa Romeo Servicenetwerk.
Als een hoofdzekering doorbrandt, wendt u dan
tot het Alfa Romeo Servicenetwerk.
Controleer, voordat u een zekering vervangt, of
de contactsleutel uit het contactslot is genomen
en alle stroomverbruikers uitstaan en/of zijn uit-
geschakeld.
Page 190 of 262
NOODGEVALLEN189
4
fig. 41A0J0204m
Als de motorruimte moet worden gereinigd, dan
mag de waterstraal niet direct op de zekeringen-
kast bij de ruitenwissermotor worden gericht.TOEGANG TOT DE ZEKERINGEN
De zekeringen bevinden zich in drie zekeringenkasten; in de mo-
torruimte, op het dashboard en in de bagageruimte.
Zekeringenkast in motorruimte
Deze bevindt zich naast de accu: de zekeringen zijn bereikbaar na-
dat de schroeven A-fig. 40 zijn losgedraaid en het beschermdeksel
B is verwijderd.
De nummers die op de binnenzijde van het deksel zijn aangebracht,
geven de elektrische componenten aan die door de betreffende ze-
kering worden beveiligd.
Controleer na het vervangen van een zekering dat beschermdek-
sel B van de zekeringenkast goed gesloten is.
fig. 40A0J0126m
Page 191 of 262
190NOODGEVALLEN
Zekeringenkast op dashboard
De zekeringen zijn bereikbaar nadat de klep A-fig.42 omlaag is geklapt, vervolgens met de hand het deksel B bij gedeelte C is vastge-
pakt en het deksel eerst van inwendige borgingen C en vervolgens van lippen D is losgemaakt en daarna is verwijderd.
fig. 43A0J0205mfig. 42A0J0334m
Page 192 of 262
NOODGEVALLEN191
4
Zekeringenkast in bagageruimte
De zekeringen in de zekeringenkast links in de bagageruimte zijn bereikbaar nadat het inspectieklepje is geopend (zoals afgebeeld in fi-
guur 44).
fig. 45A0J0175mfig. 44A0J0264m
\b