Page 169 of 262
168NOODGEVALLEN
❍voor uitvoeringen met stalen velgen: steek de schroevendraaier
in de inkeping A-fig. 4 om de klemveer B van het wieldeksel
wordt los te maken;
❍pak de sleutel A-fig. 5 en draai de wielbouten van het te ver-
wisselen wiel ongeveer een slag los;
❍voor uitvoeringen met lichtmetalen velgen: schud enige malen
aan de bovenkant van de carrosserie, waardoor de velg los van
de wielnaaf kan komen. Enkele uitvoeringen kunnen zijn uit-
gerust met lichtmetalen velgen met naafdop (fig. 6). Steek
de schroevendraaier in de zittingen A-fig. 6 om de naafdop
te verwijderen zodat de wielbouten bereikbaar zijn. Ga ver-
volgens verder met het verwisselen van het wiel.
fig. 4A0J0236mfig. 6A0J0238m
fig. 5A0J0106m
Page 170 of 262

NOODGEVALLEN169
4
❍draai aan het onderdeel A-fig. 7 zodat de krik omhoog komt
en het bovenste deel B-fig. 8 op de juiste manier in C valt;
❍waarschuw eventuele omstanders dat de auto wordt opgekrikt;
zorg ervoor dat ze zich niet in de nabijheid van de auto be-
vinden en de auto vooral niet aanraken totdat deze weer ge-
heel op de grond staat;
❍plaats de slinger D-fig. 7 in de zitting A, en krik de auto om-
hoog, totdat het wiel enige centimeters los van de grond is
en verwijder vervolgens het beschadigde wiel;
❍zorg ervoor dat de boutgaten en alle contactvlakken van het re-
servewiel schoon zijn en geen onzuiverheden bevatten, om-
dat hierdoor na verloop van tijd de wielbouten kunnen loslopen;
❍monteer het noodreservewiel en draai de eerste wielbout twee
slagen in het gat dat zich het dichtst bij het ventiel bevindt;
❍pak de sleutel A-fig. 5 en draai de wielbouten stevig vast;
❍draai de slinger D-fig. 7 van de krik zo dat de auto zakt. Ver-
wijder vervolgens de krik;
fig. 7A0J0062mfig. 8A0J0061m
Page 171 of 262
170NOODGEVALLEN
fig. 9A0J0271mfig. 10A0J0180m
❍draai met de sleutel A-fig. 5 de wielbouten kruiselings stevig
vast, in de volgorde die in fig. 9 is aangegeven;
❍als u een wiel met een lichtmetalen velg verwisselt, dan raden
wij u aan om het wiel met de gepolijste zijde naar boven ge-
richt op te bergen.
SUBWOOFER VERWIJDEREN
(uitvoeringen met Bose HI-FI)
(voor bepaalde uitvoeringen/markten)
BELANGRIJK De volgende procedure geldt alleen voor auto’s die
zijn uitgerust met een Bose HiFi audio-installatie met Subwoofer
(voor bepaalde uitvoeringen/markten).
Bij deze uitvoeringen is het gereedschap voor het verwisselen
van het wiel opgeborgen in een tas die zich in de bagageruimte
bevindt.
Subwoofer en noodreser vewiel
Ga voor het verwijderen van de Subwoofer als volgt te werk:
❍open de achterklep, trek aan de lus A-fig. 2 en trek de bekle-
ding omhoog;
❍draai de blokkeerschroef A-fig. 10 los, til de subwoofer op en
verwijder vervolgens verbindingskabel B van klittenband C;
Page 172 of 262

NOODGEVALLEN171
4
❍plaats de Subwoofer opzij in de bagageruimte, verwijder de
houder en neem het noodreservewiel uit;
❍ga vervolgens verder met het verwisselen van het wiel zoals
hiervoor is beschreven.
Ter afsluiting:
❍plaats de houder (met de pijl naar voren) terug in de zitting en
plaats de Subwoofer in de houder zoals is aangegeven op de
houder (fig. 11), en zodat het opschrift „BOSE” op de juiste
manier gelezen kan worden.
❍plaats de kabel B-fig. 10 op het klittenband C om afknelling te
voorkomen. Draai vervolgens de blokkeerschroef A-fig. 3 vast.
Laat de bekleding van de bagageruimte zakken.
Subwoofer en reparatieset
„Fix&Go Automatic” fig. 12
Reparatieset Fix&Go Automatic uitnemen:
❍open de achterklep, trek aan de lus A-fig. 2 en trek de bekle-
ding omhoog;
❍pak de reparatieset „Fix&Go Automatic” die zich aan de rech-
terkant in de bagageruimte bevindt (fig. 12);
❍ga verder met het oppompen van de band (zie de paragraaf
„Fix&Go Automatic”).
fig. 11A0J0260mfig. 12A0J0239m
Page 173 of 262

172NOODGEVALLEN
NORMALE WIEL MONTEREN
Volg de hiervoor beschreven procedure, krik de auto op en de-
monteer het noodreservewiel.
Ga als volgt te werk:
❍zorg ervoor dat de boutgaten en alle contactvlakken van het
normale wiel schoon zijn en geen onzuiverheden bevatten, om-
dat hierdoor na verloop van tijd de wielbouten kunnen loslopen;
❍draai met de sleutel A-fig. 4 de wielbouten vast;
❍laat de auto zakken en verwijder de krik;
❍draai met de sleutel A-fig. 4 de wielbouten stevig vast, in de
volgorde die in fig. 9 is aangegeven;
❍voor uitvoeringen met stalen velgen: monteer het wieldeksel
op de velg;
❍voor uitvoeringen met lichtmetalen velgen met naafdop: plaats
de pen op de naafdop in de zitting op de velg.
Ter afsluiting:plaats het noodreservewiel in het daarvoor
bestemde vak in de bagageruimte; plaats de krik en het andere
gereedschap in de daarvoor bestemde houder; plaats de houder
met het gereedschap in het noodreservewiel; Leg de bekleding
van de bagageruimte op de juiste wijze terug.
Page 174 of 262

NOODGEVALLEN173
4
Reparatieset „Fix&Go Automatic”
Deze bevindt zich in de bagageruimte. In de reparatieset bevindt
zich ook de schroevendraaier en het sleepoog. De set bestaat uit:
❍een spuitbus A-fig. 13 met afdichtvloeistof, die voorzien is van:
een vulbuis B en een sticker C met het opschrift „max. 80
km/h”. Na het repareren van het wiel moet deze sticker op
een voor de bestuurder goed zichtbare plaats worden aange-
bracht (op het dashboard);
❍een compressor D met manometer en verbindingsstukken;
❍een informatiefolder fig. 14, voor een correct gebruik van de
snelle reparatieset. De folder moet overhandigd worden aan
het personeel dat de band die behandeld is met de bandenre-
paratieset, moet repareren;
❍een paar werkhandschoenen dat in het zijvak van de com-
pressor is te vinden;
❍adapters voor het oppompen van diverse voorwerpen. BELANGRIJK De afdichtvloeistof werkt bij buitentemperaturen tus-
sen –20°C en +50°C. De afdichtvloeistof heeft een houdbaar-
heidsdatum.
fig. 13A0J0112mfig. 14A0J0113m
Overhandig de informatiefolder aan het personeel
dat de band repareert die behandeld is met de
reparatieset Fix&Go Automatic.
Als u een lekke band krijgt, kan de band gerepa-
reerd worden als de diameter van het lek niet gro-
ter is dan 4 mm.
Page 175 of 262

174NOODGEVALLEN
Het is niet mogelijk lekken aan de zijkanten van
de band te repareren. Gebruik de reparatieset niet
als de band beschadigd is geraakt door het rijden
met een lege band.
Bij schade aan de velg (zodanige vervorming van
het velgbed dat er lucht wegloopt) kan de band
niet gerepareerd worden. Verwijder de eventueel
in de band binnengedrongen voorwerpen (schroeven of
spijkers) niet.
De compressor mag niet langer dan 20 minuten
achter elkaar worden ingeschakeld. Gevaar voor
oververhitting. De reparatieset is niet geschikt voor
permanente reparatie; de gerepareerde banden mogen
daarom slechts tijdelijk worden gebruikt.
Spuitbussen en afdichtvloeistof zijn schadelijk voor
het milieu. Houdt u voor het afvoeren van deze
producten aan de wettelijke normen.
De spuitbus bevat ethyleenglycol en latex: kan een
allergische reactie veroorzaken. Schadelijk bij in-
slikken. Irriterend voor de ogen. Kan overgevoe-
ligheid veroorzaken bij inademing en contact. Vermijd
contact met ogen, huid en kleding. Spoel bij contact on-
middellijk overvloedig met water. Vermijd braken bij in-
slikken, spoel de mond uit, drink veel water en raadpleeg
onmiddellijk een arts. Houd buiten het bereik van kin-
deren. Het product mag niet gebruikt worden door ast-
matische patiënten. Adem de dampen niet in tijdens het
vullen en oppompen. Raadpleeg onmiddellijk een arts
bij allergische reacties. Bewaar de spuitbus in de daarvoor
bestemde ruimte, ver verwijderd van warmtebronnen. De
afdichtvloeistof heeft een houdbaarheidsdatum. Vervang
de spuitbus voordat de houdbaarheidsdatum van de af-
dichtvloeistof is verstreken.
Page 176 of 262
NOODGEVALLEN175
4
PROCEDURE VOOR HET OPPOMPEN
VAN DE BAND
fig. 16A0J0214m
Trek de bij de set geleverde handschoenen aan.
Ga als volgt te werk:
❍trek de handrem aan, draai de ventieldop los, neem de vulbuis
B-fig. 16 uit en draai de ring C op het ventiel van de band;
❍controleer of de schakelaar A-fig. 17 van de compressor in stand
0 (uitgeschakeld) staat, start de motor, steek de stekker
A-fig. 18 in de contactdoos/aanstekerhouder op de tunnel-
console voor en schakel de compressor in door de schakelaar
A-fig. 17 in stand I (ingeschakeld) te zetten;
❍pomp de band op met de spanning die staat aangegeven in de
paragraaf „Wielen” in hoofdstuk „6”. Controleer de banden-
spanning op de manometer B-fig. 17 en schakel de compres-
sor uit voor een nauwkeurige aflezing;
fig. 17A0J0116m