Page 193 of 262
192NOODGEVALLEN
F14
F12
F13
F12
F13
F30
F37
F51
F3241
43
43
43
43
41
43
43
4315
7,5
7,5 15
15
15 5
5
5
ZEKERINGENTABEL
VERLICHTING ZEKERINGAMPÈRE FIGUUR
Grootlicht
Dimlicht rechts
Dimlicht links
Gasontladingslamp (rechterzijde)
Gasontladingslamp (linkerzijde)
Mistlampen voor
Derde remlicht
Achteruitrijlicht
Plafondlampje voor,
Bagageruimteverlichting,
Zonneklepverlichting,
Dorpelverlichting,
Dashboardkastverlichting
Page 194 of 262
41
41
41
43
41
41
41
41
43
43
4315
20
15
7,5
30
7,5 30
15
5
10
5F08
F09
F10
F13
F15
F19
F20
F21
F31
F36
F37
NOODGEVALLEN193
4
VERBRUIKERS ZEKERINGAMPÈREFIGUUR
Verwarmde voorruit
Elektropomp koplampsproeiers
Tweetonige claxon
Koplampverstelling
Extra verwarming (PTC 1)
Regeleenheid “Dynamic Suspension”
Aircocompressor
Achterruitverwarming, verwarming
Elektrische brandstofpomp in tank
Spoelen schakelrelais INT/A
in zekeringenkast motorruimte
Autoradio, Regeleenheid Blue&Me
TM, Regeleenheid
airconditioning, Regeleenheid sirene diefstalalarm,
Regeleenheid interieurbewaking,
EOBD-diagnosestekker, Regeleenheid
bandenspanningcontrole
Instrumentenpaneel, Remlichtschakelaar,
Regeleenheid gasontladingslampen
Page 195 of 262
43
43
43
43
4315
20
20
205F38
F43
F47
F48
F49
194NOODGEVALLEN
VERBRUIKERS ZEKERINGAMPÈREFIGUUR
Motor voor portiervergrendeling,
Motor Safe Lock op portieren,
Motor ontgrendeling achterklep
Ruitensproeier-/achterruitsproeierpomp
Motor elektrische ruitbediening en regeleenheid
(bestuurderszijde)
Motor elektrische ruitbediening en regeleenheid
(passagierszijde)
Regeleenheid parkeersensoren, Regeleenheid
bandenspanningcontrole, Regensensor/schemersensor
op binnenspiegel, Sensor elektronisch dimbare
binnenspiegel, Display lampje inschakeling
veiligheidsgordels op binnenspiegel, Verlichting
schakelaarpanelen (centraal schakelaarpaneel,
schakelaarpaneel bestuurderszijde, schakelaarpaneel
op stuurwiel, schakelaarpaneel Blue&Me
TM),
Bedieningsschakelaars stoelverwarming,
Regeleenheid bewegingssensoren van het alarm,
Regeleenheid elektrisch bediend opendak,
PND-aansluiting op dashboard
Page 196 of 262
43
43
45
45
45
45
45
45
41
41
415
5
15
10
15
20 –
15
40
15
7,5F51
F53 F4
F5
F6
F1
F2
F3
F83
F85
F87
NOODGEVALLEN195
4
VERBRUIKERS ZEKERINGAMPÈREFIGUUR
Koppelingspedaalschakelaar, Remlichtschakelaar,
spoelen relais in zekeringenkast in motorruimte,
Bediening verwarming/airconditioning,
Regeleenheid Blue&Me
TM, Inbouwvoorbereiding
autoradio, Luchtkwantummeter,
Waterdetectiesensor in brandstoffilter
Instrumentenpaneel
Versterker Bose HiFi-audiosysteem
Luidspreker Bassbox subwoofer in reservewielruimte
Stoelverwarming voor, links en rechts
Elektrisch bedienbaar opendak
Inbouwvoorbereiding zekeringen
Stekkerdoos bagageruimte
Aanjager interieur
Stekkerdoos tunnelconsole
Spiegelverwarming bestuurders-/passagierszijde,
Verwarming sproeiermonden voor,
Relaisspoel verwarmde voorruit
Page 197 of 262
196NOODGEVALLEN
ACCU OPLADEN
BELANGRIJK De beschrijving voor het opladen van de accu dient
slechts ter informatie. Wendt u bij voorkeur tot het Alfa Romeo Ser-
vicenetwerk om deze werkzaamheden uit te laten voeren.
We raden u aan de accu langzaam en met een lage stroomsterk-
te (ampèrage) gedurende ca. 24 uur op te laden. Als u de accu
langer oplaadt, kan de accu worden beschadigd.
UITVOERINGEN ZONDER Start&Stop
(voor bepaalde uitvoeringen/markten)
Ga voor het opladen als volgt te werk:
❍maak de klem los van de minpool op de accu;
❍sluit de kabels van het laadapparaat aan op de accupolen; let
hierbij op de polariteit;
❍schakel de acculader in;
❍aan het einde van het opladen: schakel eerst de acculader uit
en koppel dan de accu los;
❍sluit de klem weer aan op de minpool van de accu.
Page 198 of 262
NOODGEVALLEN197
4
UITVOERINGEN ZONDER Start&Stop fig. 46
(met secundaire minpool)
(voor bepaalde uitvoeringen/markten)
Ga voor het opladen als volgt te werk:
❍koppel de minklem met de snelspanner A los van de secun-
daire minpool B, omdat minpool C van de accu is voorzien
van een sensor D voor de controle van de accuconditie, die nooit
van de minpool C mag worden losgekoppeld (behalve als de
accu wordt vervangen);
❍verbind de pluskabel van de acculader met de pluspool E van
de accu en de minkabel met de secundaire minpool B;
❍schakel de acculader in. Schakel aan het einde van het opla-
den eerst de acculader uit en koppel dan de acculader los;
❍sluit, na het loskoppelen van het laadapparaat, de minklem
met de snelspanner A weer aan op de secundaire minpool B.
fig. 46A0J0337m
Page 199 of 262
198NOODGEVALLEN
fig. 47A0J0338m
UITVOERINGEN MET Start&Stop fig. 47
(zonder secundaire minpool)
(voor bepaalde uitvoeringen/markten)
Ga voor het opladen als volgt te werk:
❍koppel de stekker A (door bediening van knop B) los van de
accuconditiesensor C, die op de minpool D van de accu is ge-
monteerd.
❍verbind de pluskabel van de acculader met de pluspool E van
de accu en de minkabel met de aansluiting op sensor D zoals
in figuur is aangegeven;
❍schakel de acculader in. Schakel aan het einde van het opla-
den de acculader uit;
❍sluit, na het loskoppelen van het laadapparaat, de stekker A
weer aan op sensor C zoals in figuur is aangegeven.
Page 200 of 262
NOODGEVALLEN199
4
SLEPEN VAN DE AUTO
Het sleepoog dat bij de auto is geleverd, bevindt zich in de ge-
reedschaphouder in de bagageruimte.
SLEEPOOG BEVESTIGEN
Verwijder dopje A, pak sleepoog B uit het vak in de gereedschap-
houder en draai het sleepoog geheel op de schroefdraadpen voor
(fig. 48) of achter (fig. 49).
Draai voor het slepen de sleutel in stand MAR en
vervolgens in STOP zonder de sleutel uit het con-
tactslot te verwijderen. Als de contactsleutel uit het
contactslot wordt genomen, schakelt automatisch het
stuurslot in waardoor het onmogelijk wordt de auto te
besturen.
fig. 48A0J0038mfig. 49A0J0039m
OPKRIKKEN VAN DE AUTO
Als de auto omhoog gezet moet worden, wendt u dan tot een
vestiging van het Alfa Romeo Servicenetwerk; deze beschikt over
een garagekrik of hefbrug.