Page 97 of 262

96WEGWIJS IN UW AUTO
ELEKTRISCHE RUITBEDIENING
De ruitbediening kan de ruit aan de bestuurderszijde automatisch
openen en sluiten.
BEDIENINGSKNOPPEN
Bestuurderszijde fig. 57
Op het portierpaneel aan bestuurderszijde zijn de bedieningsscha-
kelaars gemonteerd waarmee u, als de contactsleutel in stand MAR
staat, de zijruiten bedient:
A: openen/sluiten linker zijruit
B: openen/sluiten rechter zijruit
Automatische werking
(voor bepaalde uitvoeringen/markten)
De automatische werking wordt ingeschakeld door een van de twee
knoppen langer dan een halve seconde in te drukken. De bewe-
ging stopt als de ruit aan het einde van zijn slag is of als u nog-
maals op de knop drukt:
❍Bestuurderszijde: sluiten/openen
❍Passagierszijde: alleen openen
❍Indien aanwezig antiletselfunctie: bij het sluiten/openen aan
bestuurders- en passagierszijde.
Antiletselfunctie
(voor bepaalde uitvoeringen/markten)
Op de auto is bij het sluiten van de ruiten de antiletselfunctie actief.
Dit veiligheidssysteem kan een eventueel obstakel waarnemen als
de ruit sluit; in dat geval onderbreekt het systeem de ruitbeweging
en wordt, afhankelijk van de stand van de ruit, de ruitbeweging
onmiddellijk omgekeerd. Dit veiligheidssysteem is zeer nuttig als
in de auto achtergebleven kinderen per ongeluk de ruiten bedienen.
De antiletselfunctie is ingeschakeld tijdens de handmatige en de
automatische werking. Na het ingrijpen van de antiletselfunctie
wordt de ruitbeweging onmiddellijk onderbroken en daarna om-
gekeerd. Gedurende het ingrijpen van de antiletselfunctie kan de
ruit niet worden bediend.
fig. 57A0J0023m
Page 98 of 262

WEGWIJS IN UW AUTO97
1
BELANGRIJK Als de antiletselfunctie 5 keer binnen een minuut ach-
ter elkaar wordt geactiveerd of als zich een storing voordoet, dan
schakelt het systeem het automatisch sluiten uit en kunnen al-
leen nog stappen van 500 ms worden uitgevoerd, waarbij tel-
kens de toets moet worden losgelaten.
Om de juiste werking van het systeem te herstellen, moet de be-
treffende ruit worden geopend.
BELANGRIJK Als de contactsleutel in de stand STOP staat of is uit-
genomen, dan kunnen de ruiten nog ongeveer 3 minuten wor-
den bediend. Als een portier wordt geopend, dan wordt het sys-
teem echter onmiddellijk uitgeschakeld.
BELANGRIJK Als bij uitvoeringen met antiletselfunctie de knop
Ëop
de sleutel met afstandsbediening langer dan 2 seconden wordt
ingedrukt, worden de ruiten geopend; als de knop
Álanger dan
2 seconden wordt ingedrukt, worden de ruiten gesloten.
Passagiersportier
Op het passagiersportier is een schakelaar gemonteerd om aan
die zijde de ruit openen/sluiten.
Het systeem voldoet aan de 2000/4/EU-normen en is gericht op de bescherming van de inzittenden wan-neer deze ledematen door de geopende ruit steken.
Onzorgvuldig gebruik van de ruitbediening kangevaarlijk zijn. Controleer voor en tijdens het be-dienen van de ruit altijd of de passagiers niet kun-
nen worden verwond door de bewegende ruiten, hetzij di- rect door contact met de ruit, hetzij door voorwerpen diedoor de ruit worden meegesleept of geraakt. Verwijderaltijd de sleutel uit het contactslot als u de auto verlaat omte voorkomen dat een onverwachtse inschakeling vande elektrische ruitbediening gevaar oplevert voor de ach-tergebleven passagiers.
Page 99 of 262

98WEGWIJS IN UW AUTO
Initialisatie van de ruitbediening
Als de accu losgekoppeld is geweest of als een zekering is doorge-
brand, moet de werking van het systeem opnieuw ingesteld worden.
Initialisatieprocedure:
❍sluit de ruit die geïnitialiseerd moet worden geheel (handmatig);
❍houd na het bereiken van de geheel gesloten stand de toets
nog ten minste 1 seconde ingedrukt.
BELANGRIJK Als de voedingsspanning van de regeleenheden on-
derbroken is geweest (loskoppelen of vervangen van de accu en
vervangen van de zekeringen voor de elektrische ruitbediening),
dan moet de automatische werking van de ruiten worden hersteld
(bepaalde uitvoeringen/markten). De herstelprocedure moet op de volgende wijze worden uitgevoerd
bij gesloten portieren:
1. open de ruit aan de bestuurderszijde volledig door de bedie-
ningsschakelaar nog 3 seconden ingedrukt te houden nadat
de uiterste stand (onderste aanslag) van de ruit is bereikt;
2. sluit de ruit aan de bestuurderszijde volledig door de bedie- ningsschakelaar nog 3 seconden ingedrukt te houden nadat
de uiterste stand (bovenste aanslag) van de ruit is bereikt;
3. herhaal punt 1 en 2 ook bij de ruit aan de passagierszijde;
4. controleer of de initialisatie correct is uitgevoerd door te con- troleren of de automatische werking van de ruiten goed werkt.
BELANGRIJK Als de portieren centraal zijn vergrendeld en een van
de portieren wordt van binnenuit geopend met de handgreep, dan
worden alle portieren ontgrendeld. Bij een onderbreking in de elek-
trische voeding (doorgebrande zekering, losgekoppelde accu enz.)
kunnen de portieren altijd met de hand worden vergrendeld; omdat
in dat geval de functie van het automatisch openen van de ruiten
niet beschikbaar is, moet voor het openen of sluiten van de portier
met gesloten ruit, druk worden uitgeoefend vanaf de buitenzijde
(zie fig. 58) op de ruit om de beweging van de ruit in de lijst mak-
kelijker te maken.
fig. 58A0J0170m
Page 100 of 262
WEGWIJS IN UW AUTO99
1BAGAGERUIMTE
De achterklep wordt elektrisch ontgrendeld; dit systeem werkt niet
bij een rijdende auto.
OPENEN
Als de achterklep eenmaal ontgrendeld is, kan deze van buitenaf
geopend worden door op het elektrische logo te drukken fig. 59 tot
u de ontgrendeling hoort of druk op knop
Rop de afstandsbe-
diening.
Als de achterklep wordt geopend, knipperen de richtingaanwij-
zers twee keer en de bagageruimteverlichting gaat branden: de
verlichting gaat automatisch uit als u de achterklep sluit. Als u de
bagageruimte open laat staan, dooft het lampje na enkele minu-
ten automatisch.
fig. 59A0J0058m
Openen in noodgeval van binnenuit
Ga als volgt te werk:
❍verwijder de hoofdsteunen achter en kantel de zitplaatsen ge-
heel naar voren (zie de paragraaf „Vergroten van de bagage-
ruimte”);
❍druk op hendel A-fig. 60.
fig. 60A0J0178m
Page 101 of 262
100WEGWIJS IN UW AUTO
BAGAGERUIMTE INITIALISEREN
BELANGRIJK Als de accu losgekoppeld is geweest of als een ze-
kering is doorgebrand, moet het open/sluitmechanisme van de
achterklep geïnitialiseerd worden. Ga hiervoor als volgt te werk:
❍sluit alle portieren en de achterklep;
❍druk op knop Áop de afstandsbediening;
❍druk op knop Ëop de afstandsbediening.
SLUITEN
Trek aan lus A-fig. 61 en duw de achterklep op de plaats van het
slot naar beneden totdat u de vergrendeling hoort.
BELANGRIJK Voordat de achterklep wordt gesloten, moet gecon-
troleerd worden of u in het bezit bent van de contactsleutel, om-
dat de achterklep automatisch vergrendeld wordt.
fig. 61A0J0079m
Page 102 of 262
WEGWIJS IN UW AUTO101
1
BAGAGERUIMTE VERGROTEN
Hoedenplank verwijderen
Ga als volgt te werk:
❍maak de uiteinden van de twee trekkoorden A-fig. 62 voor
de hoedenplank B los. Maak hiervoor de ogen C los van de
pennen D;
❍maak de pennen A-fig. 63 aan de buitenzijde van de hoeden-
plank los uit de bijbehorende zittingen B in de zijsteunen en
verwijder vervolgens de hoedenplank via de buitenzijde.
❍als de hoedenplank verwijderd is, kan deze dwars in de ba-
gageruimte worden geplaatst of dwars tussen de rugleuningen
van de voorstoelen en de naar voren geklapte zitplaatsen ach-
ter (bij maximaal vergrote bagageruimte).
Zitplaatsen naar voren klappen
Ga als volgt te werk:
❍zet de hoofdsteunen in de hoogste stand, druk beide knop-
pen A-fig. 64 naast de twee steunen in en trek de hoofdsteu-
nen omhoog uit de rugleuning;
❍plaats de veiligheidsgordels opzij en controleer of de gordels
niet gespannen zijn of gedraaid zitten;
fig. 62A0J0080mfig. 63A0J0081m
Page 103 of 262
102WEGWIJS IN UW AUTO
Zitplaatsen achter terugplaatsen
Plaats de veiligheidsgordels opzij en controleer of de gordels niet
gespannen zijn of gedraaid zitten.
Plaats de rugleuningen omhoog en druk de leuningen naar ach-
teren, totdat beide borgmechanismen hoorbaar inklikken. Con-
troleer of de „rode band” B op de hendels A-fig. 65 niet meer
zichtbaar is. Als de „rode band” zichtbaar is, dan is rugleuning
niet goed vergrendeld.
Plaats de hoofdsteunen terug door de steunen in de zittingen
te steken.
❍trek de borghendels A-fig. 65 van de rugleuningen omhoog
en kantel de gewenste zitting naar voren (als de borghendel
omhoog staat, is er een „rode band” B zichtbaar).
fig. 64A0J0083mfig. 65A0J0082m
Page 104 of 262
WEGWIJS IN UW AUTO103
1MOTORKAP
OPENEN
Ga als volgt te werk:
❍trek de hendel A-fig. 66 in de richting van de pijl;
❍trek de hendel B in de richting van de pijl;
❍til de motorkap op en trek gelijktijdig de steunstang C-fig. 67
uit de klem; steek vervolgens het uiteinde van de stang in de
zitting D en let er daarbij op dat de stang vastgeklikt is achter
de borgveer in de kleinste opening.
BELANGRIJK Controleer of de armen van de ruitenwissers tegen de
voorruit aanstaan en de ruitenwissers niet zijn ingeschakeld voor-
dat u de motorkap optilt.
fig. 66A0J0085m
SLUITEN
❍houd de motorkap met een hand omhoog, trek met de ande-
re hand de stang C-fig. 67 uit de zitting D en plaats de steun-
stang terug in de klem;
fig. 67A0J0086m