Page 201 of 262

200NOODGEVALLEN
Houd er rekening mee dat de rembekrachtiging
en de elektrische stuurbekrachtiging niet werken
zolang de motor niet is aangeslagen, waardoor
meer kracht nodig is voor de bediening van het rempe-
daal en het stuur. Gebruik voor het slepen geen elastische
kabels en rijd zo gelijkmatig mogelijk. Controleer tijdens
het slepen of de sleepkabel geen carrosseriedelen kan be-
schadigen. Houdt u bij het slepen van een auto aan de
wettelijke voorschriften. Dit geldt zowel voor het slepen
zelf als voor het gedrag naar andere weggebruikers. Start
de motor niet als de auto wordt gesleept. Maak de schroef-
draad zorgvuldig schoon, voordat u het sleepoog op de
schroefdraadpen draait. Controleer, voordat de auto wordt
gesleept, of het sleepoog geheel op de schroefdraadpen
is gedraaid.Het sleepoog voor en achter mag uitsluitend wor-
den gebruikt voor pechgevallen op een vlakke
weg. Slepen, waarbij gebruik moet worden ge-
maakt van een sleepverbinding (sleepstang) die aan de
wettelijke eisen voldoet, is toegestaan over korte af-
standen om de auto op een vlakke weg te verplaatsen
als voorbereiding op transport m.b.v. een afsleepauto
of een autoambulance. De sleepogen MOGEN NIET wor-
den gebruikt voor het slepen van het voertuig buiten een
vlakke weg of als er obstakels aanwezig zijn en/of voor
het slepen met sleepkabels of andere elastische mate-
rialen. Naast bovenstaande voorwaarden moeten de twee
voertuigen (het slepende en het gesleepte) tijdens het
slepen ook zo veel mogelijk in een rechte lijn achter el-
kaar blijven.
Page 202 of 262

5
ONDERHOUD EN ZORG201
Geprogrammeerd onderhoud ............................................................. 202
Onderhoudsschema ........................................................................\
. 203
Periodieke controles .......................................................................\
.. 207
Zwaar gebruik van de auto ............................................................... 207
Niveaus controleren ........................................................................\
. 208
Luchtfilter/pollenfilter/dieselfilter ...................................................... 217
Accu ........................................................................\
...................... 217
Wielen en banden........................................................................\
... 219
Ruitenwissers/achterruitwisser .......................................................... 220
Carrosserie ........................................................................\
............. 223
Interieur ........................................................................\
................ 225
Page 203 of 262

202ONDERHOUD EN ZORG
GEPROGRAMMEERD ONDERHOUD
Doelmatig onderhoud is een beslissende factor voor een lange le-
vensduur, de beste prestaties en een zo zuinig mogelijk gebruik
van de auto.
Om dit te realiseren heeft Alfa Romeo een reeks controle- en on-
derhoudsbeurten samengesteld die iedere 30.000 km (benzine-
uitvoeringen) en iedere 35.000 (dieseluitvoeringen) moeten wor-
den uitgevoerd.
Toch is het altijd nodig om voor de servicebeurt bij 30.000/35.000
km en tussen twee servicebeurten in aandacht te schenken aan het-
geen beschreven is in het Onderhoudsschema (bijv. het regelmatig
controleren van de vloeistofniveaus, de bandenspanning enz.).
De werkzaamheden van het geprogrammeerd onderhoud kunnendoor het Alfa Romeo Servicenetwerk tegen vaste tarieftijden wor-
den uitgevoerd. Eventuele reparaties die nodig blijken tijdens het
uitvoeren van de diverse inspecties en controles van het gepro-
grammeerd onderhoud, worden uitsluitend na toestemming van
de klant uitgevoerd.
Als de auto vaak wordt gebruikt voor het trekken van aanhan-
gers, moeten er kortere intervallen worden aangehouden voor de
werkzaamheden van het geprogrammeerd onderhoud. BELANGRIJKE AANWIJZINGEN❍Bij 2000 km voor de volgende onderhoudsbeurt verschijnt er
een bericht op het display.
❍De servicebeurten van het geprogrammeerd onderhoud zijn
door de fabrikant voorgeschreven. Het niet uitvoeren van de-
ze servicebeurten kan het vervallen van de garantie tot gevolg
hebben.
❍Het verdient aanbeveling eventuele kleine defecten onmid-
dellijk door het Alfa Romeo Servicenetwerk te laten verhel-
pen en daarmee niet te wachten tot de volgende servicebeurt.
Page 204 of 262

5
ONDERHOUD EN ZORG203
30 60 90 120 150 180
●●● ●●●
●●● ●●●
●●● ●●●
●●● ●●●
●●● ●●●
●●● ●●●
●●● ●●●
●●● ●●●
●●● ●●●
●●● ●●●●●
●●
●●
GEPROGRAMMEERD ONDERHOUDSSCHEMA
BENZINE-UITVOERINGEN
x 1000 km
Banden op conditie en slijtage controleren en bandenspanning eventueel h\
erstellen
Werking verlichting (koplamp- en achterlichtunits, richtingaanwijzers,
waarschuwingsknipperlichten, bagageruimte, interieur,
waarschuwings-/controlelampjes enz.) controleren
Werking ruitenwissers/-sproeiers voor/achter controleren
Stand wisserbladen voor/achter controleren en wisserbladen op slijtage c\
ontroleren
Remblokken voor (schijfremmen) op conditie en slijtage controleren en \
werking waarschuwingslampje voor versleten remblokken controleren
Remblokken achter (schijfremmen) op conditie en slijtage controleren
Visueel de conditie controleren van: buitenzijde carrosserie, bodemplaatbescherming,
uitlaat, brandstof- en remleidingen, rubber delen (stofkappen, hoezen enz.),
en rubber slangen van het rem- en brandstofsysteem
Vergrendelmechanismen van de motorkap en achterklep
op vervuiling controleren en mechanismen smeren
Vloeistofniveaus controleren en eventueel bijvullen (remsysteem, hydrau\
lische
koppelingbediening, ruitensproeiers, accu, motorkoelsysteem enz.)
Handrem controleren en eventueel afstellen
Conditie van distributieriem controleren
Conditie van aandrijfriem(en) voor de hulporganen visueel controleren
Spanning van aandrijfriemen voor hulporganen controleren en
eventueel afstellen (uitvoering met verwarming)
Page 205 of 262

204ONDERHOUD EN ZORG
2 Als de auto overwegend in stadsverkeer gebruikt wordt en in elk geval als de auto jaarli\
jks minder dan 10.000km rijdt, dan moet de motorolie en het oliefilter iedere 12 maanden word\
en vervangen.
30 60 90 120 150 180
●●● ●●●
●●● ●●●
●
●
●●● ●●● ●●●
●●● ●●● ●●●
●●● ●●●
1 Om de juiste werking te garanderen en om ernstige schade aan de motor te\
voorkomen, is voor de uitvoeringen 1.4 Turbo Benzine, 1.4 Multi Air en 1.4 Turbo Multi Air het volgende van fundamenteel belang:
- gebruik uitsluitend het merk en type bougies dat specifiek is voorgeschr\
even voor de uitvoeringen 1.4 Turbo Benzine, 1.4 Multi Air en 1.4 Turbo Multi Air (zie de paragraaf „Motor”);
- houdt u strikt aan het vervangingsinterval van de bougies dat in het Geprogrammeerd Onderhoudsschema staat aangegeven;
- wendt u tot het Alfa Romeo Servicenetwerk.
x 1000 km
Uitlaatgasemissie controleren
Motormanagementsysteem controleren (m.b.v. diagnosestekker)
Aandrijfriem(en) voor hulporganen vervangen
Getande distributieriem vervangen (*)
Bougies vervangen 1
Luchtfilterelement vervangen
Motorolie en oliefilter vervangen (of om de 24 maanden) 2
Remvloeistof vervangen (of om de 24 maanden)
Pollenfilter vervangen (of om de 24 maanden)
(*) Ongeacht de kilometerstand moet de distributieriem bij zware bedrijfsoms\
tandigheden (koude klimaten, gebruik in stadsverkeer , langdurig statio-
nair draaien) om de 4 jaar worden vervangen of in ieder geval om de 5 jaar.
Page 206 of 262

5
ONDERHOUD EN ZORG205
DIESELUITVOERINGEN
35 70 105 140 175
●● ● ● ●
●● ● ● ●
●● ● ● ●
●● ● ● ●
●● ● ● ●
●● ● ● ●
●● ● ● ●
●● ● ● ●
●● ● ● ●
●● ● ● ●●●
●● ● ● ●
●● ● ● ●
x 1000 km
Banden op conditie en slijtage controleren en bandenspanning eventueel h\
erstellen
Werking verlichting (koplamp- en achterlichtunits, richtingaanwijzers, w\
aarschuwingsknipperlichten,
bagageruimte, interieur, waarschuwings-/controlelampjes enz.) controleren
Werking ruitenwissers/-sproeiers voor/achter controleren
Stand wisserbladen voor/achter controleren en wisserbladen op slijtage c\
ontroleren
Remblokken voor (schijfremmen) op conditie en slijtage controleren en \
werking waarschuwingslampje voor versleten remblokken controleren
Remblokken achter (schijfremmen) op conditie en slijtage controleren
Visueel de conditie controleren van: buitenzijde carrosserie, bodemplaatbescherming,
uitlaat, brandstof- en remleidingen, rubber delen (stofkappen, hoezen enz.),
en rubber slangen van het rem- en brandstofsysteem
Vergrendelmechanismen van de motorkap en achterklep
op vervuiling controleren en mechanismen smeren
Vloeistofniveaus controleren en eventueel bijvullen
(remsysteem, hydraulische koppelingbediening, ruitensproeiers, accu, motorkoelsysteem enz.)
Handrem controleren en eventueel afstellen
Conditie van aandrijfriem(en) voor de hulporganen visueel controleren
Uitlaatgasemissie/roetuitstoot controleren
Motormanagementsysteem controleren (m.b.v. diagnosestekker)
Page 207 of 262
206ONDERHOUD EN ZORG
(*) Ongeacht de kilometerstand moet de distributieriem bij zware bedrijfsoms\
tandigheden (koude klimaten, gebruik in stadsverkeer, langdurig sta-
tionair draaien) om de 4 jaar worden vervangen of in ieder geval om de 5 jaar.
(**) De motorolie en het oliefilter moeten worden vervangen als het waarschuwingslampje op het instrumentenpaneel brandt of in i eder geval om de
24 maanden.
x 1000 km
Aandrijfriem(en) voor hulporganen vervangen
Getande distributieriem vervangen (behalve uitvoering 1.3 JTDM-2) (*)
Brandstoffilter vervangen
Luchtfilterelement vervangen
Motorolie en oliefilter vervangen (dieseluitvoering met DPF) (**)
Remvloeistof vervangen (of om de 24 maanden)
Pollenfilter vervangen (of om de 24 maanden)
35 70 105 140 175
●
●
●●
●● ● ● ●
●●
●● ● ● ●
Als de auto overwegend in stadsverkeer gebruikt wordt en in elk geval als de auto jaarli\
jks minder dan 10.000 km rijdt, dan moet de motorolie en het oliefilter iedere 12 maanden worden \
vervangen.
Page 208 of 262

5
ONDERHOUD EN ZORG207
PERIODIEKE CONTROLES
Iedere 1.000 km of voor een lange reis controleren en eventueel
bijvullen:
❍koelvloeistofniveau, remvloeistofniveau en niveau van de rui-
tensproeiervloeistof;
❍conditie en spanning van de banden;
❍werking verlichting (koplamp-/achterlichtunits, richtingaan-
wijzers, waarschuwingsknipperlichten enz.);
❍werking ruitenwissers/-sproeiers voor/achter en stand/slijtage
wisserbladen voor/achter.
Iedere 3.000 km controleren en eventueel bijvullen: motorolie-
niveau.
Gebruik bij voorkeur producten van PETRONAS LUBRICANTS omdat
die speciaal zijn afgestemd op de Alfa Romeo-modellen (zie de
„Vullingstabel” in het hoofdstuk „6”).
ZWAAR GEBRUIK VAN DE AUTO
Als de auto overwegend onder één van de volgende bedrijfsom-
standigheden wordt gebruikt:
❍trekken van aanhangers of caravans;
❍rijden op stoffige wegen;
❍veel korte ritten (minder dan 7-8 km) en bij buitentempera-
turen onder nul;
❍veel langdurig stationair draaiende motor of lange ritten bij
lage snelheden of als de auto lang stilstaat;
❍in de stad;
is het noodzakelijk de volgende controles vaker uit te voeren, dan
in het Onderhoudsschema staat aangegeven:
❍remblokken voor (schijfremmen) op conditie en slijtage con-
troleren;
❍vergrendelmechanismen van de motorkap en achterklep op ver-
vuiling controleren en mechanismen smeren;
❍visueel de conditie controleren van: motor, versnellingsbak, aan-
drijfassen, uitlaat, brandstof- en remleidingen, rubber delen
(stofkappen, hoezen enz.) en rubber slangen van rem- en
brandstofsysteem;