Page 153 of 263

STORING AIRBAG
(rood)
Als u de sleutel in het contactslot
steekt, gaat het lampje branden. Na enkele se-
conden moet het lampje doven.
Het continu branden van het lampje in combi-
natie een bericht op het display, geeft een sto-
ring in het airbagsysteem aan.
151
VEILIGHEID
LAMPJES
EN BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
STARTEN
EN RIJDEN
¬
Als u de sleutel in het start-
systeem plaatst en het
lampje
¬gaat niet branden of blijft
branden tijdens het rijden (in com-
binatie met een bericht op het dis-
play), is er mogelijk een storing in
het airbag- of gordelspannersys-
teem; in dat geval kunnen de air-
bags of gordelspanners bij een on-
geval niet worden geactiveerd of, in
een zeer beperkt aantal gevallen,
niet op de juiste wijze worden ge-
activeerd. Voordat u verder rijdt,
dient u contact op te nemen met het
Alfa Romeo Servicenetwerk om het
systeem direct te laten controleren.
OPGELET
Als het lampje ¬defect is,
gaat het lampje voor de uit-
geschakelde frontairbag aan passa-
gierszijde
Flanger dan de normale
4 seconden knipperen. Daarnaast
worden de airbags aan passagiers-
zijde (frontairbag en zij-airbag –
indien aanwezig) automatisch uit-
geschakeld. In dit geval kan het
lampje
¬geen storingen in de air-
bag-/gordelspannersystemen aan-
geven. Wend u zich onmiddellijk tot
het Alfa Romeo Servicenetwerk om
het systeem te laten controleren.
OPGELETFRONTAIRBAGS
PASSAGIERSZIJDE
UITGESCHAKELD
(geel)
Het lampje (op het paneel van het plafond-
lampje vóór) gaat branden als de frontairbags
aan de passagierszijde, de knie-airbag aan de
passagierszijde (waar voorzien) en de zijair-
bags aan de passagierszijde met behulp van de
sleutelschakelaar zijn uitgeschakeld (voor uit-
voeringen/markten, waar voorzien).
Als u bij ingeschakelde airbags aan passa-
gierszijde de sleutel in het startsysteem plaatst,
gaat het lampje ongeveer 4 seconden branden
en vervolgens 4 seconden knipperen. Hierna
moet het lampje doven.
F
Page 154 of 263

152
VEILIGHEID
LAMPJES
EN BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
STARTEN
EN RIJDEN
TE HOGE
TEMPERATUUR
MOTORKOEL-
VLOEISTOF (rood)
Als u de sleutel in het startsysteem plaatst, gaat
het lampje (in de koelvloeistoftemperatuurmeter)
branden. Na enkele seconden moet het lampje
doven. Het lampje gaat branden (in combinatie
met de weergave van een bericht op het display)
als de motor te warm wordt. Als het lampje gaat
branden, moeten de volgende maatregelen wor-
den genomen:
u
Een defect lampje F
wordt aangegeven door het
branden van het lampje
¬. Daar-
naast kunnen de airbags aan pas-
sagierszijde (frontairbag en zij-air-
bag) automatisch worden uitge-
schakeld. Voordat u verder rijdt,
dient u contact op te nemen met het
Alfa Romeo Servicenetwerk om het
systeem direct te laten controleren.
OPGELET
Draai bij een zeer warme
motor de dop van het ex-
pansiereservoir nooit los: gevaar
voor verbranding.
OPGELET
TE HOGE
MOTOROLIE-
TEMPERATUUR
Als u de sleutel in het startsysteem plaatst,
gaat het lampje (in de motorolietemperatuur-
meter) branden. Na enkele seconden moet het
lampje doven.
Als tijdens de rit het waarschuwingslampje gaat
branden (in combinatie met de weergave van
een bericht op het display), is motorolietempe-
ratuur te hoog; zet in dat geval de motor uit
en wend u tot het Alfa Romeo Servicenetwerk.
`
Als het lampje `tijdens het
rijden gaat knipperen, moet u
zich tot het Alfa Romeo Ser-
vicenetwerk wenden.
–Bij normale rij-omstandigheden: breng
de auto tot stilstand, schakel de motor uit en
controleer of het koelvloeistofniveau niet onder
hetMIN-merkteken staat. Als dit wel het ge-
val is, wacht dan enkele minuten zodat de mo-
tor kan afkoelen, open vervolgens langzaam
en voorzichtig de dop, vul koelvloeistof bij en
controleer of de koelvloeistof tussen het MIN-
enMAX-merkteken staat. Controleer ook of
er geen vloeistof weglekt. Als bij het starten
van de motor het lampje opnieuw gaat bran-
den, wend u zich dan tot het Alfa Romeo Ser-
vicenetwerk.
–Als de auto onder zware bedrijf-
somstandigheden wordt gebruikt(bij-
voorbeeld het bergopwaarts trekken van een
aanhanger of bij volbeladen auto): verlaag de
snelheid en breng, als het lampje blijft branden,
de auto tot stilstand. Stop 2 of 3 minuten met
draaiende motor en geef iets gas voor een snel-
lere circulatie van de koelvloeistof. Zet vervol-
gens de motor uit.
WAARSCHUWINGLaat na een zware rit
de motor draaien en accelereer iets geduren-
de enige minuten voordat de motor wordt uit-
geschakeld.
Page 155 of 263

153
VEILIGHEID
LAMPJES
EN BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
STARTEN
EN RIJDEN
BRANDEN CONTINU:
TE LAGE
MOTOROLIEDRUK
(rood)
KNIPPEREN:
OLIEKWALITEIT
ONVOLDOENDE
(alleen Diesel-uitvoeringen met
DPF - rood)
Als u de sleutel in het contact plaatst, gaat het
lampje branden; direct na het aanslaan van de
motor moet het lampje doven.
1. Te lage motoroliedruk
Het lampje brandt continu (voor bepaalde uit-
voeringen/markten, waar voorzien) en ver-
schijnt er een bericht op het display wanneer
het systeem detecteert dat de motoroliedruk te
laag is.
v
ls het lampje vtijdens
het rijden gaat branden (op
enkele uitvoeringen verschijnt ook
een melding op het display), zet dan
onmiddellijk de motor uit en wendt
u dan tot het Alfa Romeo Service-
netwerk.
OPGELET
2. Oliekwaliteit onvoldoende
(alleen Diesel-uitvoeringen met DPF)
Het lampje knippert en er verschijnt (voor be-
paalde uitvoeringen/markten, waar voorzien)
een bericht op het display. Afhankelijk van de
uitvoering kan het lampje op een van de vol-
gende wijzen knipperen:
– gedurende 1 minuut om de twee uur;
– tot de olie wordt ververst, waarbij het lamp-
je om de 3 minuten 5 seconden uit blijft.
Na de eerste melding blijft het lampje na iedere
start knipperen op de eerder beschreven wijzen
zolang de motorolie niet is ververst. Er verschijnt
een bijbehorende melding op het display (voor
bepaalde uitvoeringen/markten, waar voor-
zien).
Als dit lampje gaat knipperen betekent dit niet
dat er sprake is van een defect aan het voer-
tuig, maar wordt de klant gewaarschuwd over
het feit dat het normale gebruik van het voer-
tuig heeft geleid tot de noodzaak van oliever-
versing. Kwaliteitsverlies van de motorolie wordt
versneld door:
– overwegend stadsgebruik van het voertuig,
waardoor de frequentie van het regeneratie-
proces van het DPF toeneemt– gebruik van het voertuig voor korte trajec-
ten, waardoor de motor de bedrijfstemperatuur
niet kan bereikene
– herhaalde onderbrekingen van het regene-
ratieproces, aangegeven door het branden van
het DPF-lampje.
Als het lampje gaat bran-
den, moet de oude motoro-
lie zo snel mogelijk, en ieder geval
binnen 500 km nadat het lampje is
gaan branden, worden ververst. Als
deze informatie niet in acht wordt
genomen, kan dit ernstige schade
aan de motor en het vervallen van
de garantie tot gevolg hebben. Het
knipperen van dit lampje heeft niets
te maken heeft met de hoeveelheid
olie in de motor; wanneer het lamp-
je gaat knipperen moet u dus abso-
luut geen olie aan de motor toe-
voegen.
OPGELET
Page 156 of 263

GEOPENDE
BAGAGERUIMTE
De weergave van het symboolR
(rode kleur) + bericht op het display signaleert
dat de bagageruimte niet goed gesloten is.
GEOPENDE
MOTORKAP
(voor uitvoeringen/markten,
waar voorzien)
De weergave van het symbool
S(rode
kleur) + bericht op het display signaleert dat
de motorkap niet goed gesloten is.
154
VEILIGHEID
LAMPJES
EN BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
STARTEN
EN RIJDENTE LAGE
ACCUSPANNING
(rood)
Als op het display het symbool w+ be-
richt worden weergegeven, wend u zich dan on-
middellijk tot het Alfa Romeo Servicenetwerk.
w
STORING
INSPUITING
(dieseluitvoeringen
– geel)
STORING EOBD
(uitvoeringen
benzina – geel)
(voor uitvoeringen/markten,
waar voorzien)
Storing in inspuitsysteem
Als u de elektronische sleutel in het startsys-
teem plaatst, gaat het lampje branden. Het
lampje dooft als de motor wordt gestart.
Als het lampje blijft branden of gaat branden tij-
dens de rit, geeft dit aan dat het inspuitsysteem
niet juist werkt, waardoor de prestaties achter-
uit kunnen gaan, de auto slechter kan gaan rij-
den en het brandstofverbruik kan toenemen.
U kunt onder deze omstandigheden doorrij-
den zonder te veel van de motor te eisen of
met hoge snelheid te rijden. Wend u zich in
dit geval zo snel mogelijk tot het Alfa Romeo
Servicenetwerk.
NIET GOED
GESLOTEN
PORTIEREN (rood)
De weergave van het symbool ´+ bericht
op het display signaleren dat een van de por-
tieren niet goed gesloten is.
U´
S
R
Page 157 of 263

155
VEILIGHEID
LAMPJES
EN BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
STARTEN
EN RIJDEN
Storing EOBD-systeem
Onder normale omstandigheden gaat, als u de
elektronische sleutel in het startsysteem plaatst,
het lampje branden. Het lampje dooft als de mo-
tor wordt gestart. Het lampje gaat eerst bran-
den om de juiste werking ervan aan te geven.
Als het lampje blijft branden of tijdens het rij-
den gaat branden:
– continu (in combinatie met de weergave
van een bericht op het display): dit geeft een
storing in het brandstof-/ontstekings-/inspuit-
systeem aan, waardoor de emissie van schade-
lijke uitlaatgassen toeneemt, de prestaties ach-
teruit kunnen gaan, de auto slechter kan gaan
rijden en het brandstofverbruik kan toenemen.
U kunt onder deze omstandigheden doorrijden
zonder te veel van de motor te eisen of met ho-
ge snelheid te rijden. Als lang met een bran-
dend waarschuwingslampje wordt doorgereden,
kunnen beschadigingen ontstaan. Wend u zich
in dit geval zo snel mogelijk tot het
Alfa Romeo Servicenetwerk.
Het lampje dooft als de storing verdwijnt; de
storing wordt door het systeem in het geheu-
gen opgeslagen.
Als bij het plaatsen van de
sleutel in het startsysteem,
het lampje
Uniet gaat bran-
den of als tijdens de rit het lampje con-
tinu of knipperend gaat branden, wend
u zich dan zo snel mogelijk tot het Al-
fa Romeo Servicenetwerk. De werking
van het lampje
Ukan met speciale ap-
paratuur door de verkeerspolitie ge-
controleerd worden. Houd u aan de
wetgeving van het land waarin u rijdt.
– knipperend: duidt op een mogelijke be-
schadiging van de katalysator (zie „EOBD-sys-
teem” in het hoofdstuk „Dashboard en bedie-
ning”). Als het lampje knippert, moet het gas-
pedaal worden losgelaten (hierdoor gaat de
motor met lage toerentallen draaien), totdat
het lampje niet meer knippert; u kunt met niet
te hoge snelheid doorrijden, waarbij rij-om-
standigheden moeten worden vermeden die
kunnen leiden tot het opnieuw gaan knipperen
van het lampje. Wend u zich zo snel mogelijk
tot het Alfa Romeo Servicenetwerk.STORING
BEVEILIGINGSSYS-
TEEM VOERTUIG
(geel)
UITSCHAKELING
STUURSLOT
(geel)
Storing beveiliging
De weergave van een bericht op het display sig-
naleert de storing van het beveiligingssysteem:
Wend u zich in dit geval zo snel mogelijk tot
het Alfa Romeo Servicenetwerk.
Uitschakeling stuurslot
In geval van uitschakeling van de rijdende au-
to door de elektronische sleutel uit het start-
systeem te verwijderen, wordt er op het display
een bericht weergegeven.
>
Page 158 of 263

STORING ALARM
(geel)
(voor uitvoeringen/markten,
waar voorzien)
INBRAAKPOGING
(geel)
ELEKTRONISCHE
SLEUTEL NIET
HERKEND (geel)
Storing alarm
De weergave van een bericht + symbool op het
display signaleren een storing in het diefstala-
larm. Wend u zich zo snel mogelijk tot het Alfa
Romeo Servicenetwerk.
Inbraakpoging
De weergave van een bericht + symbool op het
display geven een inbraakpoging aan. Wend u
zich zo snel mogelijk tot het Alfa Romeo Servi-
cenetwerk.
Elektronische sleutel niet herkend
De weergave van een bericht + symbool signa-
leren het niet herkennen van de elektronische
sleutel door het systeem, wanneer de motor
wordt gestart.
156
VEILIGHEID
LAMPJES
EN BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
STARTEN
EN RIJDEN
Y
Dit wordt slechts één keer uitgevoerd nadat het
systeem een temperatuur lager of gelijk aan
3
°C heeft gesignaleerd en kan worden alleen
herhaald als de buitentemperatuur hoger is dan
6
°C en vervolgens weer lager of gelijk wordt
aan 3
°C.
WAARSCHUWINGIn geval van een sto-
ring van de buitentemperatuursensor worden
op het display streepjes weergegeven in plaats
van de temperatuur.
KANS OP
GLADHEID
Als de buitentemperatuur lager of gelijk is aan
3
°C, worden op het display een bericht + sym-
bool weergegeven en klinkt, om de bestuurder
te waarschuwen voor mogelijke ijsvorming op
de weg.
Bij enkele uitvoeringen kan de signaleringscy-
clus worden beëindigd door kort op de knop
MENUte drukken:
– het bericht op het display verdwijnt en het
daarvoor weergegeven scherm wordt opnieuw
weergegeven;
– de temperatuuraanduiding stopt met knip-
peren;
– het symbool
√blijft rechtsonder op het dis-
play staan (totdat de buitentemperatuur hoger
of gelijk is aan 6
°C).
√
Page 159 of 263

157
VEILIGHEID
LAMPJES
EN BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
STARTEN
EN RIJDEN
VOORGLOEI-
BOUGIES
(dieseluitvoeringen
– geel)
STORING
VOORGLOEI-
BOUGIES
(dieseluitvoeringen
– geel)
Voorgloeibougies
Als u de sleutel in het startsysteem plaatst, gaat
het lampje branden. Het lampje dooft als de
voorgloeibougies de vooraf ingestelde tempe-
ratuur hebben bereikt. Start de motor, zodra
het lampje gedoofd is.
WAARSCHUWINGBij een matige of hoge
omgevingstemperatuur kan het lampje zeer
kort branden.
m
Storing in voorgloei-installatie
Het knipperen van het lampje (bij enkele uit-
voeringen in combinatie een bericht op het dis-
play) geeft een storing in de voorgloei-installa-
tie aan. Wend u zich zo snel mogelijk tot het
Alfa Romeo Servicenetwerk om de storing te
laten verhelpen.
WATER IN HET
BRANDSTOFFILTER
(dieseluitvoeringen
– geel)
Het lampje gaat tijdens het rijden continu bran-
den (in combinatie met een bericht op het dis-
play) als er water in het brandstoffilter aan-
wezig is.
c
Door water in het brand-
stofcircuit kan het inspuit-
systeem ernstig worden be-
schadigd en de motor onregelmatig
gaan draaien. Als het lampje
cop het
instrumentenpaneel gaat branden (in
combinatie met een bericht op het dis-
play) dient u zich zo snel mogelijk tot
het Alfa Romeo Servicenetwerk te
wenden om het water af te laten tap-
pen. Als het lampje direct na het tan-
ken gaat branden, bestaat de moge-
lijkheid dat er tijdens het tanken wa-
ter in de brandstoftank is gekomen:
zet in dit geval de motor direct af en
neem contact op met het Alfa Romeo
Servicenetwerk.
Page 160 of 263

158
VEILIGHEID
LAMPJES
EN BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
STARTEN
EN RIJDEN
STORING EBD
(rood)
(geel)
Als de motor draait en de lampjes
>enxtegelijkertijd gaan bran-
den (in combinatie met de weerga-
ve van een bericht op het display), is er een sto-
ring in het EBD-systeem; als er dan krachtig wordt
geremd, kunnen de achterwielen vroegtijdig blok-
keren, waardoor de auto kan gaan slippen.
Rijd zeer voorzichtig onmiddellijk naar het dichtst-
bijzijnde bedrijf in het Alfa Romeo Servicenet-
werk om het systeem te laten controleren.
STORING ABS
(geel)
Als u de sleutel in het contactslot
steekt, gaat het lampje branden. Na enkele se-
conden moet het lampje doven.
Het lampje gaat branden (in combinatie met
de weergave van een bericht op het display)
wanneer het systeem defect is. In dat geval
blijft het remsysteem normaal werken, maar
zonder de mogelijkheden van het ABS. De au-
to kan worden gebruikt, maar wendt u zo snel
mogelijk tot het Alfa Romeo Servicenetwerk.
>
>
x
BRANDSTOFNOODS
CHAKELAAR
GEACTIVEERD
Wanneer de brandstofnoodschakelaar is inge-
schakeld, verschijnen er een bericht + een sym-
bool op het display.
Als u na een ongeval een
brandstoflucht ruikt of
merkt dat het brandstofsysteem lekt,
druk dan de schakelaar niet weer te-
rug, zodat brand wordt voorkomen.
OPGELET
s