Page 89 of 263

87
VEILIGHEID
LAMPJES
EN BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
STARTEN
EN RIJDEN
❒til de kap op en leg deze op de fronttra-
verse neer, waarbij u controleert of de ha-
ken van de sloten in verticale positie geo-
pend zijn Afb. 69;
❒verwijder de plastic dop A-Afb. 70die
zich in het midden van de profilering
bevindt;❒gebruik de speciale steeksleutel die zich in
de bagageruimte bevindt en de bijgelever-
de schroevendraaier (Afb. 70) en draai
de moer om de voorste sloten van de kap
te sluiten (een kwart slag rechtsom tegen
de klok in);
❒klap de vleugelkleppen in door te draaien
aan de hefboom A-Afb. 71op de pin tot
het dode punt;
❒til langzaam de boog van de kap op Afb.
72en laat vervolgens de kapafdekking
zakkenA-Afb. 68;
❒laat de boog van de kap zakken Afb. 73
en open vervolgens de bagageruimte;
❒sluit de kapafdekking met de sleutel (zie
Afb. 67);
A0G0291mAfb. 69
A0G0112mAfb. 70
A0G0293mAfb. 71A0G0294mAfb. 72
A0G0295mAfb. 73
❒sluit de boog door druk uit te oefenen van-
uit de binnenkant van het interieur op de
hendelsAfb. 74(zowel rechts als links)
om ervoor te zorgen dat ze het dode punt
voor de blokkering van de boog zelf voor-
bijgaan, waarbij u ervoor zorgt van bene-
den naar boven te drukken, in het punt
aangeduid door het symbool /op de in-
terne bekleding van de kap.
Page 90 of 263

88
VEILIGHEID
LAMPJES
EN BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
STARTEN
EN RIJDEN
De montage/demontage-
werkzaamheden van de
wind stopper moeten worden uitge-
voerd met de klap ingeklapt in het
daarvoor bestemde vak en met open
deksel van het vak voor de kap.
OPGELET
A0G0280mAfb. 75
WIND STOPPER
(voor uitvoeringen/markten, waar voorzien)
Geplaatst achter de stoelen Afb. 75, wordt
het rijcomfort bij alle snelheden verbeterd door-
dat de luchtturbulentie die in het interieur wordt
gecreëerd bij het rijden met „open dak” beperkt
wordt.Montage
Voer de volledige manoeuvre voor de opname
van de kap in haar bak uit, door de knop
C-Afb. 61te activeren.
Ga als volgt te werk:
❒Breng de kapafdekking in geopende posi-
tie tot stilstand (wanneer de kap zich in de
bak bevindt) om toegang te kunnen ver-
krijgen tot de bevestigingen van de twee
doppen in de sleufvormige openingen van
de profilering op de bovenwand tussen de
Roll Bars, en toegankelijk vanuit de ach-
terwand van die bak.
A0G0282mAfb. 76
WAARSCHUWINGAls al deze handelingen
voltooid zijn, wend u zich dan hoe dan ook
tot het Alfa Romeo Servicenetwerk voor de
noodzakelijke werkzaamheden voor het her-
stel van de functionaliteit van de kap.
Opening kap
Om de noodopening van de kap uit te voeren,
dient u zich tot het Alfa Romeo Servicenetwerk
te wenden.
A0G0296mAfb. 74
Page 91 of 263

89
VEILIGHEID
LAMPJES
EN BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
STARTEN
EN RIJDEN❒Open de twee klepjes door aan de be-
treffende lippen te trekken A-Afb. 76en
schroef de twee bevestigingsknoppen van
de doppen los. Verwijder de doppen en
plaats de Wind stopper in de twee horizon-
tale sleufvormige openingen B-Afb. 77en
in de twee zijdelingse sleufvormige ope-
ningenCaangebracht op de roll bars en
controleer de juiste plaatsing.
❒Draai de twee bijgeleverde knoppen vast
en sluit de kapafdekking opnieuw door de
knopC-Afb. 61te activeren.
Demontage
Ga als volgt te werk:
❒Open de kapafdekking en breng deze tot
stilstand in geopende positie, om toegang
te verkrijgen tot de klepjes op de achter-
wand van het opbergvak voor de kap
(wanneer de kap zich in haar bak bevindt).
Om veiligheidsredenen mag
de inrichting, indien gede-
monteerd, niet in het interieur wor-
den geplaatst.
OPGELET
Vastzetten van de lading
Plaats de Wind stopper in het vak voorzien op
de voorwand van het opbergvak Afb. 78,
waarbij u controleert of deze juist in haar zit-
ting is geplaatst en u de sluitingscyclus van de
kap voltooit.
WAARSCHUWINGTijdens de werk-
zaamheden van montage/demontage/
vastzetten van de „wind stopper” dient u bij-
zonder voorzichtig te zijn, zodat deze niet
beschadigd wordt.
Mocht het noodzakelijk blij-
ken te zijn voorwerpen ach-
ter de stoelen van de auto te laden,
dan moeten deze licht zijn, kleine af-
metingen hebben en opgestapeld
niet boven de bovenrand van de
rugleuningen uit komen.
OPGELET
A0G0281mAfb. 77A0G0115mAfb. 78
❒Open de klepjes op de bekledingen van de
voorste profilering, schroef de knoppen los
en verwijder de Wind stopper, door deze
op te bergen in het daarvoor gemaakte op-
bergvak op de voorwand van het opberg-
vakAfb. 78.
❒Plaats de doppen weer terug in de hori-
zontale sleufvormige gaten en draai ze op-
nieuw vast. Maak vervolgens de sluitings-
cyclus van de kap af.
Page 92 of 263

90
VEILIGHEID
LAMPJES
EN BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
STARTEN
EN RIJDENAls de functie is ingeschakeld (ON), kan het
slot van het portier worden ontgrendeld door
op de knop
q(Afb. 79) op de middencon-
sole te drukken.
Portierontgrendeling van buitenaf
Druk op de knop
Áop de elektronische sleu-
tel of steek de metalen baard (in de sleutel)
in het portierslot aan de bestuurderszijde en
draai de sleutel.
PORTIEREN
PORTIEREN CENTRAAL VER-/
ONTGRENDELEN
Portiervergrendeling van buitenaf
Druk met gesloten portieren op de knop
Áop
de elektronische sleutel of steek de metalen
baard (in de sleutel) in het portierslot aan de
bestuurderszijde en draai de sleutel.
Alleen als alle portieren gesloten zijn, wordt de
portiervergrendeling ingeschakeld.
Als één of meer portieren zijn geopend, dan
gaan na het indrukken van de knop
Áop de
elektronische sleutel de richtingaanwijzers en
de LED op het bestuurdersportier gedurende
3 seconden snel knipperen.
A0G0025mAfb. 79
Als één of meer portieren zijn geopend nadat de
metalen baard van de elektronische sleutel is ge-
draaid, gaat alleen de LED op het bestuurder-
sportier snel gedurende ongeveer 3 seconden snel
knipperen.
Als alle portieren zijn gesloten, maar de baga-
geruimte is geopend, dan worden de portie-
ren vergrendeld: de richtingaanwijzers (druk
om alleen te vergrendelen op de knop
Á) en
de LED op het bestuurdersportier knipperen snel
gedurende ongeveer 3 seconden.
Via het „Setup-menu” (of bij sommige uitvoe-
ringen via het radio-/navigatiesysteem) van de
auto kan een functie worden geactiveerd, waar-
door, als de knop
Ëop de elektronische sleu-
tel wordt ingedrukt, alleen het bestuurderspor-
tierslot wordt ontgrendeld (zie de paragraaf „In-
stelbaar multifunctioneel display” in dit hoofd-
stuk).
Page 93 of 263

91
VEILIGHEID
LAMPJES
EN BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
STARTEN
EN RIJDEN
De knop qwordt uitgeschakeld als de por-
tieren worden vergrendeld met de afstandsbe-
diening, met het vergrendelknopje op het be-
stuurdersportier of na het automatisch ver-
grendelen na 2,5 minuten; de knop wordt weer
ingeschakeld als de portieren worden ontgren-
deld met behulp van de knop
Ëop de sleutel,
door de metalen baard in het bestuurderspor-
tierslot te draaien of door de sleutel in het start-
systeem te steken.
WAARSCHUWINGAls een van de portie-
ren van binnenuit wordt geopend terwijl de por-
tieren centraal zijn vergrendeld, worden alle por-
tieren ontgrendeld. Als de elektrische voeding
onderbroken is geweest (doorgebrande zeke-
ring, losgekoppelde accu enz.), blijft het altijd
mogelijk de portieren handmatig te vergrende-
len. Omdat het automatisch openen van de rui-
ten in dat geval niet beschikbaar is, moet voor
het openen of sluiten van het portier met ge-
sloten ruit druk worden uitgeoefend op de ruit
naar de binnenzijde van de auto (zie Afb. 80),
om de overgang van de ruit op de lijst te
vergemakkelijken.WAARSCHUWINGAls de accu losgekop-
peld is geweest of als er een zekering is door-
gebrand, moet het ont-/vergrendelmechanis-
me van de portieren worden geïnitialiseerd. Ga
hiervoor als volgt te werk:
❒sluit alle portieren;
❒druk op de knop Áop de afstandsbedie-
ning of op de knop
qop de midden-
console;
❒druk op de knop Ëop de afstandsbedie-
ning of op de knop
qop de midden-
console. Ver-/ontgrendeling van het portier
van binnenuit
Druk op de knop
q(Afb. 79) om alle por-
tieren te ver-/ontgrendelen. De knop is voor-
zien van een ronde LED die de status aangeeft
(portieren vergrendeld of ontgrendeld).
Als de portieren zijn vergrendeld, brandt de LED:
als er dan opnieuw op de knop wordt gedrukt,
worden de portieren centraal ontgrendeld en
gaat de LED uit. Als de sleutel wordt verwijderd,
gaat de LED na ongeveer 2 minuten uit.
Als de portieren zijn ontgrendeld, is het lamp-
je gedoofd; als de knop wordt ingedrukt, wor-
den alle portieren vergrendeld. Alleen als alle
portieren goed gesloten zijn, wordt de portier-
vergrendeling ingeschakeld.
Met het „Setup-menu” (of bij sommige uit-
voeringen met het radio-/navigatiesysteem)
van de auto kan het automatisch vergrendelen
van de portieren bij een snelheid hoger dan 20
km/h worden geactiveerd (zie de paragraaf
„Instelbaar multifunctioneel display” in dit
hoofdstuk).
A0G0110mAfb. 80
Page 94 of 263

92
VEILIGHEID
LAMPJES
EN BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
STARTEN
EN RIJDEN
WAARSCHUWINGDoor de knop voor de
ontgrendeling van de portieren op de af-
standsbediening ca. 2 seconden lang ingedrukt
te houden, gaan de ruiten automatisch open.
De knop van de afstandsbediening moet inge-
drukt blijven tot de ruiten hun beweging vol-
tooid hebben; door de knop voor het einde van
de beweging los te laten, komen de ruiten tot
stilstand in de positie waarin ze zich op dat mo-
ment bevinden.ELEKTRISCHE
RUITBEDIENING
WAARSCHUWINGVanaf het uitschakelen
van de motor blijft de ruitbediening ongeveer
3 minuten actief en worden ze onmiddellijk ge-
deactiveerd bij de opening van één van de deu-
ren.
WAARSCHUWING De ruit aan de be-
stuurderszijde is voorzien van de inrichting „au-
tomatisch continue werking”, zowel voor om-
laag of omhoog bewegen van de ruit; de elek-
trische ruitbediening aan de passagierszijde is
voorzien van dezelfde inrichting, alleen om de
ruit te verlagen. Als schakelaar A kort wordt
ingedrukt op het bovenste of onderste deel van
de knop, beweegt de ruit automatisch: de ruit
stopt in de gewenste stand bij een tweede druk
op de knop, op het bovenste of onderste deel
van de knop.
Het systeem voldoet aan de
2000/4/EU-normen en is
gericht op de bescherming van
de inzittenden wanneer deze ledema-
ten door de geopende ruit steken.
A0G0051mAfb. 80a
BEDIENINGSKNOPPEN
Bestuurdersportier
Op het portierpaneel van het bestuurdersportier
zijn de knoppen Afb. 80aaanwezig, die de
volgende functies hebben als de elektronische
sleutel in het startsysteem is geplaatst:
A: openen/sluiten ruit links; „continu auto-
matische” werking tijdens het ope-
nen/sluiten van de ruit;
B: openen/sluiten ruit rechts; „continu auto-
matische” werking tijdens het openen van
de ruit;
Page 95 of 263

93
VEILIGHEID
LAMPJES
EN BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
STARTEN
EN RIJDEN
WAARSCHUWINGAls de voeding van de
regeleenheden onderbroken is geweest (ver-
vanging of loskoppelen van de accu en vervan-
gen van de zekeringen van de regeleenheden
van de elektrische ruitbediening), moet het ruit-
mechanisme opnieuw ingesteld worden.
Probeer totdat deze nieuwe instelling niet wordt
uitgevoerd, te voorkomen de ruiten bij open por-
tieren te bewegen en controleer hoe dan ook,
alvorens de portieren te sluiten, of de ruiten om-
laag zijn bewogen.
Deze nieuwe instelling moet worden uitgevoerd
metgesloten portieren en kapop de vol-
gende manier:
1.open de ruit van het bestuurdersportier vol-
ledigdoor de knop nog ten minste
3 seconden te bedienen, nadat de on-
derste uiterste stand is bereikt;
2.sluit de ruit van het bestuurdersportier vol-
ledigdoor de knop nog ten minste
3 seconden te bedienen, nadat de bo-
venste uiterste stand is bereikt;3.herhaal punt 1en2ook bij het passagier-
sportier;
4.controleer of de initialisatie correct uitge-
voerd is door te controleren of de auto-
matische werking van de ruiten goed
werkt.
Druk op de knoppen AofBom de gewenste
ruit te openen/sluiten.
Druk kort op een van de knoppen voor het
"stapsgewijs" openen/sluiten van de ruit; als
de knop langer wordt ingedrukt, wordt de "au-
tomatisch continue" werking ingeschakeld zo-
wel tijdens het openen als het sluiten.
De ruit stopt in de gewenste stand als u nog-
maals op de knop AofBdrukt.Onzorgvuldig gebruik van de
elektrische ruitbediening kan
gevaarlijk zijn. Controleer
voor en tijdens het bedienen van de
ruit altijd of de passagiers niet ge-
wond kunnen raken door de bewe-
gende ruiten, zowel direct door con-
tact met de ruit als door voorwerpen
die door de ruit worden meegesleept
of geraakt. Verwijder altijd de sleutel
uit het contactslot als u de auto ver-
laat om te voorkomen dat een onver-
wachtse inschakeling van de elektri-
sche ruitbediening gevaar oplevert
voor de achtergebleven passagiers.
Passagiersportier
Op het portier aan de passagierszijde is een knop
aanwezig voor het handmatig openen/sluiten
van de betreffende ruit of alleen voor de auto-
matische opening ervan.
Page 96 of 263

94
VEILIGHEID
LAMPJES
EN BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
STARTEN
EN RIJDENAls de bagageruimte is ontgrendeld, dan kan
deze vanaf de buitenzijde worden geopend
door op het elektrische logo Afb. 81te druk-
ken, totdat u merkt dat de bagageruimte is ont-
grendeld.
Het openen van de bagageruimte wordt mak-
kelijker gemaakt door de gasdempers aan de
zijkant.
Als de bagageruimte wordt geopend, gaat er
een interieurlampje branden: de verlichting gaat
automatisch uit als de bagageruimte wordt ge-
sloten. Als u vergeet de bagageruimte te slui-
ten, gaat de verlichting na enkele minuten au-
tomatisch uit.WAARSCHUWINGAls de accu losgekop-
peld is geweest of als er een zekering is door-
gebrand, moet het ont-/vergrendelmechanis-
me van de achterklep worden geïnitialiseerd.
Ga hiervoor als volgt te werk:
❒sluit alle portieren en de bagageruimte;
❒druk op de knop Áop de afstandsbedie-
ning of op de knop
qop de midden-
console;
❒druk op de knop Ëop de afstandsbedie-
ning of op de knop
qop de midden-
console.
BAGAGERUIMTE
De ontgrendeling van de bagageruimte vindt
elektrisch plaats en kan niet worden uitgevoerd
bij een rijdende auto.
Met behulp van het „Setup-menu” (of bij som-
mige uitvoeringen met behulp van het radio-/
navigatiesysteem) kan de ontgrendeling van
de bagageruimte worden ingesteld door de op-
tie „Bagageruimte onafhankelijk” te activeren
(zie de paragraaf „Instelbaar multifunctioneel
display” in dit hoofdstuk); als deze functie is
geactiveerd, wordt alleen de bagageruimte ont-
grendeld als de knop
`op de elektroni-
sche sleutel wordt ingedrukt.
Als de bagageruimte niet goed is gesloten,
wordt dit aangegeven door het verschijnen van
het symbool
Ren door een bericht op het
display (zie het hoofdstuk „Lampjes en be-
richten”).
A0G0152mAfb. 81