Page 217 of 263

Voorkom dat de zeer corro-
sieve remvloeistof in con-
tact komt met de lak. Als dit
toch gebeurt, spoel dan onmiddellijk
met water.
215
VEILIGHEID
LAMPJES
EN BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
STARTEN
EN RIJDEN
WAARSCHUWINGWend u zich voor deze
werkzaamheden altijd tot het Alfa Romeo Ser-
vicenetwerk.
Periodieke controle van de werking van het
lampje
xop het instrumentenpaneel: als op
dopA(met sleutel in het startsysteem) wordt
gedrukt, moet het lampje gaan branden.
WAARSCHUWINGDe remvloeistof is hy-
groscopisch (trekt water aan). Daarom verdient
het aanbeveling, als de auto overwegend wordt
gebruikt in gebieden met een hoge luchtvoch-
tigheid, de vloeistof vaker te vervangen dan
in het „Geprogrammeerd onderhoudsschema”
staat aangegeven.
De remvloeistof is giftig en
zeer corrosief. Als per on-
geluk remvloeistof wordt gemorst,
moeten de betreffende delen on-
middellijk worden gewassen met
water en neutrale zeep en daarna
met veel water worden afgespoeld.
Roep bij inslikken onmiddellijk de
hulp in van een arts.
OPGELET
Het symbool πop het re-
servoir geeft aan dat het
een synthetische remvloeistof bevat
(en geen minerale remvloeistof).
Het gebruik van minerale vloeistof-
fen moet absoluut worden verme-
den, omdat de rubbers in het rem-
systeem door deze vloeistoffen
worden beschadigd.
OPGELET
LUCHTFILTER/
POLLENFILTER
Laat het luchtfilter of het pollenfilter vervangen
door het Alfa Romeo Servicenetwerk.
Page 218 of 263

216
VEILIGHEID
LAMPJES
EN BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
STARTEN
EN RIJDEN
ACCU
Er hoeft geen elektrolyt met gedistilleerd wa-
ter aan de accu te worden toegevoegd. Het is
altijd nodig een periodieke controle uit te la-
ten voeren door het Alfa Romeo Servicenet-
werk, zodat deze de werking van het elektro-
lyt kan controleren.
BELANGRIJKWij raden u aan de acculading
ieder jaar, bij voorkeur voor het begin van de
winter, te controleren om de mogelijkheid van
bevriezing van het elektrolyt te voorkomen.
Voer deze controle vaker uit als de auto over-
wegend voor korte trajecten wordt gebruikt, of
als accessoires zijn gemonteerd die permanent,
ook bij uitgeschakeld contact, stroom verbrui-
ken. Dit geldt in het bijzonder voor achteraf aan-
gebrachte accessoires.
Als de accu wordt losgekop-
peld/aangesloten, moet u ten
minste 3 minuten wachten
voordat u de elektronische sleutel in
het startsysteem steekt, zodat de kli-
maatregeleenheid de elektrische ac-
tuatoren voor de temperatuurregeling
en de luchtverdeling in de beginstand
kan zetten.
De vloeistof in de accu is
giftig en corrosief. Voor-
kom contact met de huid en de ogen.
Houd open vuur en vonkvormende
apparaten verwijderd van de accu:
brand- en ontploffingsgevaar.
OPGELET
Als de accu werkt met een
zeer laag vloeistofniveau,
ontstaat onherstelbare schade aan
de accu en kan de accu openbarsten.
OPGELET
Page 219 of 263

217
VEILIGHEID
LAMPJES
EN BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
STARTEN
EN RIJDEN
ACCU VERVANGEN
Als de accu vervangen wordt, moet een origi-
nele accu met dezelfde specificaties worden
geïnstalleerd.
Als de accu vervangen wordt door een accu met
andere specificaties, vervallen de onderhouds-
intervallen die in het „Geprogrammeerd On-
derhoudsschema” staan aangegeven.
Voor het onderhoud van de accu dient u zich
strikt te houden aan de aanwijzingen van de
fabrikant van de accu.
Onoordeelkundige montage
van elektrische en elektroni-
sche apparatuur kan ernstige
schade toebrengen aan de auto. Als u
na aankoop van de auto accessoires
(diefstalalarm, telefoon enz.) wilt in-
stalleren, wend u zich dan tot het Alfa
Romeo Servicenetwerk, dat u kan in-
formeren over de geschikte systemen
en u vooral advies kan geven over de
noodzaak om een accu met een grote-
re capaciteit toe te passen.
Als u de auto langere tijd
stalt in extreem koude om-
standigheden moet, om bevriezing
te voorkomen, de accu worden ver-
wijderd en op een verwarmde
plaats worden bewaard.
OPGELET
Bij werkzaamheden aan de
accu of in de buurt van de
accu, moet u uw ogen altijd be-
schermen met een speciale bril.
OPGELET
Accu's bevatten zeer schade-
lijke stoffen voor het milieu.
Het verdient aanbeveling
een defecte accu door het Alfa Romeo
Servicenetwerk te laten vervangen,
omdat dit beschikt over de uitrusting
voor het op milieuvriendelijke wijze
en conform de wettelijke bepalingen,
verwerken van defecte accu's.
Page 220 of 263

218
VEILIGHEID
LAMPJES
EN BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
STARTEN
EN RIJDEN
PRAKTISCHE TIPS OM DE
LEVENSDUUR VAN DE ACCU
TE VERLENGEN
Om het snel ontladen van de accu te voorkomen
en de levensduur te verlengen, dient u de vol-
gende aanwijzingen nauwkeurig op te volgen:
❒wanneer u de auto parkeert, controleer dan
of de portieren, de motorkap, de schuif-
deuren en de achterdeuren/achterklep goed
gesloten zijn. Hiermee wordt voorkomen dat
de interieurverlichting blijft branden;
❒schakel de interieurverlichting uit: de auto
is in ieder geval uitgerust met een systeem
voor automatische uitschakeling van de in-
terieurverlichting;
❒voorkom zoveel mogelijk het gebruik van
stroomverbruikers als de motor uitstaat
(autoradio, waarschuwingsknipperlichten
enz.);
❒voordat werkzaamheden aan de elektrische
installatie van de auto worden uitgevoerd,
moet eerst de minklem van de accupool
worden losgemaakt;
❒de accuklemmen moeten altijd goed zijn
bevestigd.
BELANGRIJKEen accu die gedurende lan-
gere tijd minder dan 50% geladen is, raakt door
sulfatering beschadigd. Hierdoor loopt de ca-
paciteit en het startvermogen terug.
Ook is de accu dan gevoeliger voor bevriezing
(reeds bij temperaturen van circa –10
°C). Als
u de auto langere tijd niet gebruikt, zie dan „Au-
to langere tijd stallen” in het hoofdstuk „Star-
ten en rijden”. Als u na aanschaf van uw auto accessoires wilt
monteren die constante voeding nodig hebben
(diefstalalarm enz.), of accessoires die de elek-
trische installatie zwaar belasten, raden wij
u aan contact op te nemen met het Alfa
Romeo Servicenetwerk. Deze kan u de meest
geschikte installaties uit Lineaccessori Alfa
Romeo aanraden en controleren of de elektri-
sche installatie van de auto geschikt is voor het
extra stroomverbruik of dat het noodzakelijk is
een accu met een grotere capaciteit te monte-
ren. Enkele van deze stroomverbruikers blijven
namelijk continu stroom verbruiken ook bij een
uitgezette motor, waardoor de accu geleidelijk
wordt ontladen.
Het totale energieverbruik van deze accessoires (standaard en achteraf gemonteerde accessoires) moet minder zijn dan 0,6 mA x Ah (van de accu),
zoals aangegeven in de volgende tabel:
Accu van Maximaal toegestaan stroomverbruik bij stilstaande auto
50 Ah 30 mA
60 Ah 36 mA
70 Ah 42 mA
90 Ah 54 mA
Page 221 of 263

219
VEILIGHEID
LAMPJES
EN BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
STARTEN
EN RIJDENBELANGRIJKE TIPS
Voorkom bruusk remmen, met spinnende wie-
len optrekken, harde contacten tussen banden
en stoepranden, kuilen en andere obstakels.
Het langdurig rijden op een slecht wegdek kan
de banden beschadigen.
Controleer de banden regelmatig op scheuren
in de wangen en bulten of slijtplekken op het
loopvlak. Wend u zich in dit geval tot het Alfa
Romeo Servicenetwerk.
Rijd nooit met een te zwaar beladen auto: hier-
door kunnen de banden en de velgen ernstig
beschadigd worden; stop bij een lekke band on-
middellijk en vervang de band om verdere be-
schadiging van de band, de velg, de wielop-
hanging en de stuurinrichting te voorkomen;
WIELEN EN BANDEN
De spanning van de banden, inclusief het
noodreservewiel, moet regelmatig, om de twee
weken en voor een lange rit, worden gecon-
troleerd: de bandenspanning moet bij koude
banden worden gecontroleerd.
Tijdens het rijden neemt de bandenspanning
toe; zie voor de juiste waarde van de banden-
spanning de paragraaf „Wielen” in het hoofd-
stuk „Technische gegevens”.
Een onjuiste bandenspanning veroorzaakt een
onregelmatige slijtage van de banden Afb. 14:
Ajuiste spanning: gelijkmatige slijtage van
het loopvlak.
Bte lage spanning: te grote slijtage aan de zij-
kanten van het loopvlak.
Cte hoge spanning: te grote slijtage in het
midden van het loopvlak.
Banden moeten worden vervangen als de pro-
fieldiepte van het loopvlak minder is dan
1,6 mm. Houd u zich echter altijd aan de voor-
schriften van het land waarin u rijdt.
A0G0120mAfb. 14
Banden verouderen, ook als ze weinig worden
gebruikt. Scheurtjes in het loopvlak en op de
wangen geven aan dat de band verouderd is.
Banden die langer dan zes jaar onder een au-
to gemonteerd zijn, moeten dan ook door een
specialist worden gecontroleerd. Dit geldt in het
bijzonder voor het noodreservewiel.
Monteer nooit gebruikte banden of banden,
waarvan de herkomst onbekend is.
Bij de montage van een nieuwe band moet ook
het ventiel vernieuwd worden; om een gelijke
slijtage van de banden op de vooras en de ach-
teras te verkrijgen, is het raadzaam de banden
om de 10 000/15 000 km van as te verwis-
selen. Hierbij moeten de banden aan dezelfde
zijde van de auto gemonteerd blijven, zodat
een omkering van de draairichting wordt voor-
komen.
Bedenk dat ook de weglig-
ging afhankelijk is van een
juiste bandenspanning.
OPGELET
Page 222 of 263

220
VEILIGHEID
LAMPJES
EN BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
STARTEN
EN RIJDEN
Door een te lage spanning
wordt de band te warm,
waardoor de band ernstig kan wor-
den beschadigd.
OPGELET
Voer bij lichtmetalen velgen
geen spuitwerkzaamheden
uit die een temperatuur vereisen bo-
ven 50°C. De mechanische eigen-
schappen van de wielen kunnen
hierdoor in gevaar worden gebracht.
OPGELET
Verwissel de banden niet
kruislings – vervang de
banden links niet door die van rechts
en andersom.
OPGELET
RUITENWISSERS
WISSERBLADEN
Maak de wisserbladen regelmatig schoon met
een schoonmaakmiddel; wij raden TUTELA
PROFESSIONAL SC 35aan. Vervang de
wisserbladen als het rubber vervormd of versle-
ten is. Het verdient aanbeveling ten minste één
maal per jaar de wisserbladen te vervangen.
Met enkele simpele voorzorgsmaatregelen is
het mogelijk beschadigingen van het rubber
te voorkomen:
❒wanneer de temperatuur onder 0 °C is ge-
daald, moet gecontroleerd worden of er
geen ijs tussen wisserblad en ruit zit. Maak
de wissers zo nodig vrij met een anti-
vriesmiddel;
❒verwijder eventueel opgehoopte sneeuw
van de ruit: om de wisserbladen te be-
schermen en oververhitting van de ruiten-
wissermotor te voorkomen;
❒schakel de ruitenwissers niet in op een
droge ruit.
RUBBER SLANGEN
Houd voor de rubber slangen van het rem- en
brandstofsysteem zeer nauwkeurig de voor-
schriften van het „Onderhoudsschema” in dit
hoofdstuk aan.
Ozon, hoge temperaturen en het gedurende
langere tijd ontbreken van vloeistof in een sys-
teem zorgen ervoor dat de slangen uitdrogen
en scheuren, waardoor het betreffende systeem
kan gaan lekken. Daarom is zorgvuldige con-
trole noodzakelijk.
Rijden met versleten rui-
tenwisserbladen is gevaar-
lijk, omdat hierdoor het zicht onder
slechte atmosferische omstandighe-
den aanzienlijk wordt beperkt.
OPGELET
Page 223 of 263

RUITENSPROEIERS
Als de ruitensproeiers niet werken, controleer dan
eerst het niveau in het ruitensproeiertankje (zie
de paragraaf „Niveaus controleren” in dit hoofd-
stuk).
Controleer vervolgens of de ruitensproeier-
monden niet verstopt zijn. Deze kunnen zo no-
dig met een speld worden doorgeprikt.
De sproeiermonden van de ruitensproeiers moe-
ten op ongeveer 1/3 van de bovenkant van
de ruit worden gericht. Ruitenwisserbladen vervangen
Afb. 15
Aanwijzingen voor het losmaken van het
wisserblad:
– plaats de ruitenwisserarm Aomhoog van de
voorruit;
– draai het blad B90
°rond de pen Cop het
uiteinde van de arm;
– trek het blad van de pen C.
Aanwijzingen voor het plaatsen van het
wisserblad:
– plaats de pen Cin de opening in het midden
van het blad B;
– plaats de arm met het blad op de voorruit.
A0G0080mAfb. 15
KOPLAMPSPROEIERS
Controleer regelmatig of de koplampsproeiers
schoon en in goede staat zijn.
De koplampsproeiers schakelen automatisch in
als de ruitensproeiers worden ingeschakeld en
het dimlicht brandt.
221
VEILIGHEID
LAMPJES
EN BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
STARTEN
EN RIJDEN
Page 224 of 263

222
VEILIGHEID
LAMPJES
EN BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
STARTEN
EN RIJDEN
De belangrijkste zijn:
❒de toepassing van aangepaste spuittech-
nieken en lakproducten die de auto de be-
nodigde weerstand tegen roest en schu-
rende elementen verlenen;
❒het gebruik van verzinkte (of voorbehan-
delde) plaatdelen met een hoge corrosie-
bestendigheid;
❒het aanbrengen van een beschermende
kunststof laag op kwetsbare delen: onder-
zijde van de portieren, binnenzijde van de
spatborden, naden, randen enz.;
❒toepassing van „open” holle ruimtes om
condensvorming te voorkomen en binnen-
dringend water af te voeren, waardoor
roest van binnenuit wordt voorkomen;
❒het gebruik van speciale beschermende fo-
lie op de onderdelen die het meest aan cor-
rosie blootgesteld zijn (zoals achterste spat-
bord, etc.).
CARROSSERIEGARANTIE
Bij de auto is de carrosserie tegen doorroes-
ten van alle originele componenten van de car-
rosserie en van alle dragende delen gegaran-
deerd. Voor de specifieke voorwaarden van de-
ze garantie wordt verwezen naar de Service-
en garantiehandleiding.
CARROSSERIE
BESCHERMING TEGEN
ATMOSFERISCHE
INVLOEDEN
De belangrijkste oorzaken van roest zijn:
❒luchtverontreiniging;
❒zoutgehalte in de lucht en luchtvochtigheid
(gebieden aan zee, warm en vochtig kli-
maat);
❒omgevings-/seizoensinvloeden.
Ook de invloed van schurende elementen, zo-
als stoffige omgeving, opwaaiend zand, mod-
der en steenslag op de lak en de onderzijde
moet niet worden onderschat.
Alfa Romeo heeft voor uw auto de beste tech-
nologische oplossingen toegepast om de car-
rosserie efficiënt tegen roest te beschermen.