52
VEILIGHEID
LAMPJES
EN BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
STARTEN
EN RIJDEN
AIRCONDITIONING
(snel koelen)
WAARSCHUWINGDe compressor √kan
alleen worden ingeschakeld als de ventilatie
is ingeschakeld.
Ga als volgt te werk:
❒draai de knop Ahelemaal linksom;
❒draai de draaiknop Cnaar de maximale
snelheid;
❒draai de knop Bin stand O;
❒druk op de knoppen √env(de leds
op de knoppen gaan branden).
Koeling constant houden
Ga als volgt te werk:
❒schakel de recirculatie uit (wanneer inge-
schakeld).
❒draai de knop Atotdat de gewenste tem-
peratuur is ingesteld;
❒draai de draaiknop Cnaar de gewenste
aanjagersnelheid.
ONDERHOUD VAN HET
SYSTEEM
Tijdens de winter moet de airconditioning √
ten minste één keer per maand gedurende on-
geveer 10 minuten worden ingeschakeld.
Voordat het zomerseizoen begint, moet de wer-
king van het systeem nagekeken worden door
het Alfa Romeo Servicenetwerk.
LUCHTRECIRCULATIE
INSCHAKELEN
Druk op de knop v: het lampje op de
knop gaat branden als deze functie wordt
ingeschakeld.
Wij raden u aan de recirculatiefunctie in te scha-
kelen in de file of in tunnels. Hiermee wordt
voorkomen dat vervuilde lucht het interieur be-
reikt. Het is niet raadzaam dit systeem langdu-
rig te laten werken, omdat anders, vooral als
u met meerdere personen in de auto zit, de kans
aanzienlijk toeneemt dat de ruiten beslaan.
Het is echter niet raadzaam deze functie hand-
matig in te schakelen op regenachtige of kou-
de dagen, omdat dan de ruiten aan de bin-
nenzijde aanzienlijk sneller kunnen beslaan,
vooral als de klimaatregeling niet is ingescha-
keld.
WAARSCHUWINGMet deze functie kan,
afhankelijk van de gekozen werking („ver-
warmen” of „koelen”) sneller het gewenste
resultaat worden bereikt.
Als de accu wordt losgekop-
peld/aangesloten, moet u ten
minste 3 minuten wachten
voordat u de elektronische sleutel in
het startsysteem steekt, zodat de kli-
maatregeleenheid de elektrische ac-
tuatoren voor de temperatuurregeling
en de luchtverdeling in de beginstand
kan zetten.
141
VEILIGHEID
LAMPJES
EN BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
STARTEN
EN RIJDEN
Overbodige bagage
Rijd niet met een overbeladen bagageruimte.
Het gewicht van de auto (vooral in stadsver-
keer) en de wieluitlijning hebben grote invloed
op het brandstofverbruik en de stabiliteit.
Imperiaal/skidrager
Verwijder de imperiaal of skidrager als u deze
niet meer gebruikt. Ze verminderen de aero-
dynamica van de auto, waardoor het brand-
stofverbruik toeneemt. Gebruik voor het ver-
voer van volumineuze voorwerpen bij voorkeur
een aanhanger.
Stroomverbruikers
Gebruik elektrische accessoires uitsluitend als
u ze nodig hebt. De achterruitverwarming,
extra koplampen, de ruitenwissers en de aanja-
ger van het ventilatie-/verwarmingssysteem
vragen veel stroom, waardoor het brandstofver-
bruik toeneemt (tot aan 25% in stadsverkeer).Klimaatregeling
De airconditioning gebruikt zeer veel energie:
gebruik wanneer de buitentemperatuur het toe-
laat, bij voorkeur de functies van het ventila-
tiesysteem.
Aerodynamische accessoires
Het gebruik van niet goedgekeurde aerodyna-
mische accessoires kan de aerodynamica ne-
gatief beïnvloeden, waardoor het brandstof-
verbruik zal toenemen.BRANDSTOF
BESPAREN
Hierna volgen enkele nuttige tips, waardoor het
brandstofverbruik zo laag mogelijk blijft en de
uitstoot van schadelijke uitlaatgassen zoveel
mogelijk beperkt wordt.
ALGEMENE OPMERKINGEN
Onderhoud van de auto
Zorg voor een goed onderhoud van de auto
door de controles en afstellingen die in het
„Onderhoudsschema” staan vermeld, te laten
uitvoeren.
Banden
Controleer regelmatig, ten minste een keer per
maand, de spanning van de banden: als de
spanning te laag is, wordt de weerstand gro-
ter en neemt het verbruik toe.
245
VEILIGHEID
LAMPJES
EN BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
STARTEN
EN RIJDEN
–rit buiten de stad: waarbij veelvuldig
wordt geaccelereerd in alle versnellingen en
waarmee een normaal gebruik van de auto bui-
ten de stad wordt gesimuleerd. De snelheid va-
rieert tussen de 0 en 120 km/h;
–gecombineerd verbruik: hierbij telt de
waarde van de stadsrit mee voor 37% en de
waarde van de testrit buiten de stad voor 63%.WAARSCHUWING Het soort wegdek,
verkeerssituatie, atmosferische om-
standigheden, rijstijl, algemene condi-
tie van de auto, uitrustingsniveau, ge-
bruik van de airconditioning, lading van
de auto, imperiaal op het dak en an-
dere situaties die de aërodynamica kun-
nen beïnvloeden, leveren een ander
brandstofverbruik op dan hier vermeld.BRANDSTOF-
VERBRUIK
Het brandstofverbruik dat in de volgende ta-
bel is opgenomen, is gemeten volgens een vast-
gestelde testmethode die in EU-normen is vast-
gelegd.
Het brandstofverbruik is gemeten volgens on-
derstaande procedure:
–een stadsrit: opgebouwd uit een koude
start gevolgd door een gesimuleerde, normale
testrit in stadsverkeer;
BRANDSTOFVERBRUIK VOLGENSStadsverkeer Buitenweg Gecombineerd
GELDENDE EU-NORMEN (liter x 100 km)
1750 TURBO BENZINE11,9 6,1 8,2
3.2 JTS 4x216,5 7,9 11,1
3.2 JTS 4x416,9 8,4 11,5
2.0 JTDM7,1 4,4 5,4
2,4 JTDM9,2 5,4 6,8