verschijnt als de elektronische sleutel in het
startsysteem wordt geplaatst, op het display
„Service” gevolgd door het resterende aantal
kilometers/mijlen. Wend u zich tot het Alfa Ro-
meo Servicenetwerk waar men niet alleen het
onderhoud zal uitvoeren dat voorgeschreven
wordt door het „Geprogrammeerd onderhoud”,
maar waar de weergave ook zal worden ge-
reset.
Zoemer niet omgelegde
veiligheidsgordel opnieuw
inschakelen
(Seat Belt Reminder)
(Beep gordel)
Deze functie wordt alleen op het display weer-
gegeven als deze hiervoor is uitgeschakeld door
het Alfa Romeo Servicenetwerk.
Menu afsluiten
Als deze optie wordt gekozen, wordt terugge-
keerd naar het standaard scherm.VERLICHTING TOERENTELLER/
INSTRUMENTEN
(NIGHT PANEL)
Met deze functie kan de verlichting van de toe-
renteller en de instrumenten worden in-/uit-
geschakeld (ON/OFF). De functie kan wor-
den ingeschakeld (alleen als de elektronische
sleutel in het startsysteem is geplaatst, de bui-
tenverlichting brandt en de sensor in de snel-
heidsmeter weinig buitenlicht meet) door knop
–lang in te drukken. Als de functie is inge-
schakeld wordt op het display een waarschu-
wing weergegeven. Na inschakeling kan de
functieNIGHT PANELop de volgende ma-
nier worden uitgeschakeld:
❒door de knop +lang in te drukken (ook bij
uitgeschakelde buitenverlichting);
❒verwijder de elektronische sleutel uit het
startsysteem.
Als de functie is ingeschakeld, wordt op het dis-
play een waarschuwing weergegeven.
De berichten blijven gedurende enige seconden
zichtbaar en verdwijnen vervolgens. Druk om
de weergave voortijdig te onderbreken kort op
de knop MENU. Geprogrammeerd onderhoud
(Service)
Met deze functie kunnen de meldingen be-
treffende het bereiken van de kilometerstand
voor een servicebeurt worden weergegeven.
Ga voor het raadplegen van deze aanwijzingen
als volgt te werk:
❒druk kort op de knop MENU: op het dis-
play wordt de interval in km of mi aange-
geven, afhankelijk van de eerdere instel-
ling (zie de paragraaf „Eenheid”);
❒druk kort op de knop MENUom terug te
keren naar het menuscherm of houd de
knop even ingedrukt om terug te keren
naar het beginscherm.
WAARSCHUWINGHet geprogrammeerd
onderhoudsschema houdt een onderhoudsin-
terval van 35.000 km (of 21.000 mi) aan;
deze weergave verschijnt automatisch als de
elektronische sleutel in het startsysteem wordt
geplaatst, vanaf 2.000 km (of 1240 mi) voor
de betreffende kilometerstand. De weergave in
km of mijl is afhankelijk van de ingestelde
meeteenheid. Als het geprogrammeerd onder-
houd zeer binnenkort moet worden uitgevoerd,
36
VEILIGHEID
LAMPJES
EN BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
VEILIGHEID
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
STARTEN
EN RIJDENSTARTEN
EN RIJDEN
67
VEILIGHEID
LAMPJES
EN BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
STARTEN
EN RIJDEN
RUITEN REINIGEN
HENDEL RECHTS
De rechter hendel Afb. 43bedient de rui-
tenwissers/-sproeiers en achterruitwisser/
-sproeier.
Als de buitenverlichting brandt, worden bij het
inschakelen van de ruitensproeiers ook de kop-
lampsproeiers ingeschakeld.
Ruitenwissers/-sproeiers
De rechter hendel kan in vijf verschillende stan-
den worden gezet:
0: ruitenwissers uitgeschakeld;
1: wissen met interval.
Verdraai, als de hendel in stand 1staat, draai-
knop op A, waarbij u uit vier intervalstanden
kunt kiezen:
■= lang interval
■= gemiddeld interval
■= gemiddeld - snel interval
■= snel interval2: continu langzaam wissen
3: continu snel wissen
4: tijdelijk snel wissen (onvergrendelde stand)
De functie in stand 4blijft ingeschakeld zolang
de hendel in deze stand wordt gehouden. Als
de hendel wordt losgelaten, keert deze terug
naar de beginstand 0en stoppen de ruiten-
wissers automatisch.
A0G0098mAfb. 43
Gebruik de ruitenwissers niet
om opgehoopte sneeuw of ijs
van de voorruit te verwijde-
ren. In die omstandigheden grijpt, als
de ruitenwissers te zwaar worden be-
last, de beveiliging in, die ervoor zorgt
dat de ruitenwissers enkele seconden
worden uitgeschakeld. Wend u zich tot
het Alfa Romeo Servicenetwerk als de
werking niet wordt hersteld.
204
VEILIGHEID
LAMPJES
EN BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
STARTEN
EN RIJDEN
GEPROGRAMMEERD
ONDERHOUD
Juist onderhoud is een belangrijke factor voor
een lange levensduur, de beste prestaties en een
zo zuinig mogelijk gebruik van de auto.
Voor deze Alfa Romeo is een aantal controles en
onderhoudswerkzaamheden vastgesteld die el-
ke 35 000 km (of 21 000 mijl) moeten worden
uitgevoerd.
WAARSCHUWINGHet werkelijke vervan-
gingsinterval van de motorolie en het oliefilter is
afhankelijk van de gebruiksomstandigheden van
de auto en wordt aangegeven met een brandend
waarschuwingslampje of een melding op het in-
strumentenpaneel (voor uitvoeringen/ markten,
waar voorzien).
WAARSCHUWING2 000 km voor de vol-
gende onderhoudsbeurt verschijnt een bericht op
het display. Onthoud echter dat het geprogrammeerd on-
derhoud niet volledig toereikend is om de au-
to in optimale staat te houden: zowel in de be-
ginperiode voor de servicebeurt bij 35 000 ki-
lometer (of 21 000 mijl) als daarna, tussen
twee servicebeurten in, moet regelmatig wat
aandacht aan de auto worden geschonken.
Controleer bijvoorbeeld regelmatig de banden-
spanning en de vloeistofniveaus en vul deze
laatste zo nodig bij.
BELANGRIJKDe servicebeurten van het ge-
programmeerd onderhoud zijn door de fabrikant
voorgeschreven. Het niet uitvoeren van deze ser-
vicebeurten kan het vervallen van de garantie
tot gevolg hebben.
De werkzaamheden van het geprogrammeerd
onderhoud kunnen door het Alfa Romeo Servi-
cenetwerk op vooraf bepaalde momenten wor-
den uitgevoerd.
Reparaties, die niet tot de normale onder-
houdsbeurt behoren en tijdens het uitvoeren
van de onderhoudsbeurt nodig blijken te zijn,
worden uitsluitend na toestemming van de
klant uitgevoerd.WAARSCHUWINGHet verdient aanbeveling
eventuele kleine defecten onmiddellijk door het
Alfa Romeo Servicenetwerk te laten verhelpen
en daarmee niet te wachten tot de volgende ser-
vicebeurt.
Als de auto vaak wordt gebruikt voor het trekken
van aanhangers, moeten er kortere intervallen
worden aangehouden voor de werkzaamheden
van het geprogrammeerd onderhoud.
217
VEILIGHEID
LAMPJES
EN BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
STARTEN
EN RIJDEN
ACCU VERVANGEN
Als de accu vervangen wordt, moet een origi-
nele accu met dezelfde specificaties worden
geïnstalleerd.
Als de accu vervangen wordt door een accu met
andere specificaties, vervallen de onderhouds-
intervallen die in het „Geprogrammeerd On-
derhoudsschema” staan aangegeven.
Voor het onderhoud van de accu dient u zich
strikt te houden aan de aanwijzingen van de
fabrikant van de accu.
Onoordeelkundige montage
van elektrische en elektroni-
sche apparatuur kan ernstige
schade toebrengen aan de auto. Als u
na aankoop van de auto accessoires
(diefstalalarm, telefoon enz.) wilt in-
stalleren, wend u zich dan tot het Alfa
Romeo Servicenetwerk, dat u kan in-
formeren over de geschikte systemen
en u vooral advies kan geven over de
noodzaak om een accu met een grote-
re capaciteit toe te passen.
Als u de auto langere tijd
stalt in extreem koude om-
standigheden moet, om bevriezing
te voorkomen, de accu worden ver-
wijderd en op een verwarmde
plaats worden bewaard.
OPGELET
Bij werkzaamheden aan de
accu of in de buurt van de
accu, moet u uw ogen altijd be-
schermen met een speciale bril.
OPGELET
Accu's bevatten zeer schade-
lijke stoffen voor het milieu.
Het verdient aanbeveling
een defecte accu door het Alfa Romeo
Servicenetwerk te laten vervangen,
omdat dit beschikt over de uitrusting
voor het op milieuvriendelijke wijze
en conform de wettelijke bepalingen,
verwerken van defecte accu's.
Voor dieselmotoren zijn, in noodgevallen wanneer er geen originele producten beschikbaar zijn, smeermiddelen met de minimale specificaties ACEA B4 of
ACEA C2 toegestaan; in dit geval worden niet de maximale prestaties van de motor gegarandeerd en wordt aanbevolen zo snel mogelijk het smeermiddel
door een smeermiddel te vervangen dat door het Alfa Romeo Servicenetwerk wordt aanbevolen.
Het gebruik van producten met eigenschappen lager dan ACEA C3 en ACEA B4 kunnen schade aan de motor veroorzaken die niet door de garantie wordt gedekt.
VLOEISTOFFEN EN SMEERMIDDELEN
SPECIFICATIES EN AANBEVOLEN PRODUCTEN
Gebruik Specificaties van de smeermiddelen Vloeistoffen Interval
en vloeistoffen voor een correcte en smeermiddelen ter vervanging
werking van de auto vloeistoffen
Smeermiddelen voor
benzinemotoren
(uitvoeringen 2.2 JTS
en 3.2 JTS)
Smeermiddelen voor
benzinemotoren
(uitvoeringen 1750
TURBO BENZINE)
Smeermiddelen voor
dieselmotoren
(uitvoeringen 2.4 JTDM)
Smeermiddelen voor
dieselmotoren
(uitvoeringen 2.0 JTD
M)
SELENIA StAR
Contractual Technical Reference
N
°F216.D05
SELENIA StAR P.E.
Contractual Technical Reference
N
°F603.D08
SELENIA WR
Contractual Technical Reference
N
°F515.D06
SELENIA WR P.E.
Contractual Technical Reference
N
°F510.D07Volgens het
Geprogrammeerde
Onderhoudsschema
Volgens het
Geprogrammeerde
Onderhoudsschema
Volgens het
Geprogrammeerde
Onderhoudsschema
Volgens het
Geprogrammeerde
Onderhoudsschema Motorolie op synthetische basis
SAE 5W-40. Kwalificatie FIAT 9.55535-H2
Motorolie op synthetische basis
SAE 5W-40, ACEA C3.
KwalificatieFIAT 9.55535-S2
Motorolie op synthetische basis
SAE 5W-40. Kwalificatie FIAT 9.55535-N2
Motorolie op synthetische basis
SAE 5W-30.
KwalificatieFIAT 9.55535-S1
243
VEILIGHEID
LAMPJES
EN BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
STARTEN
EN RIJDEN