Page 57 of 250

1
BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI
47
Het airbagmoduul controleert bij aangezet contact continu alleomstandigheden om te bepalen of een frontale aanrijding of een aanrijding onder een hoek ernstig genoeg is omde airbag in werking te laten treden. De SRS service-indicatie (SRI) op het instrumentenpaneel gaat gedurende ongeveer 6 seconden branden nadathet contactslot in de stand "ON" is gezet of nadat de motor is gestart. De indicatie moet vervolgens doven.
B240B01MC-GXT Componenten en werking van airbagsysteem Het airbagsysteem bestaat uit de volgende componenten:
- Airbageenheid voor bestuurderszijde
-
Airbageenheid voor voorpassagier
- SRS onderhoudsindicatie (SRI)
- SRS airbagmoduul (SRSCM)
B240B02L
B240B01L
De airbageenheden bevinden zich in het midden van het stuurwiel en achterde afdekking boven het dashboardkastje aan passagierszijde. Als het airbagmoduul een frontaleaanrijding van een bepaalde kracht registreert, worden de airbags automatisch geactiveerd.
B240B03L
Bij het in werking treden doorbreekt de airbag de breukpunten in het stootvlak van het stuurwiel, hiernawordt het stootvlak geheel geopend en wordt de airbag volledig opgeblazen.
Page 58 of 250

1BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI
48
!WAARSCHUWING:
o Het in werking treden van de airbag gaat gepaard met een luide knal, terwijl eveneens enige rook vrijkomt. Dit is normaal en is niet gevaarlijk. De rook die bijhet in werking treden van de airbag vrijkomt kan echter huidirritatie veroorzaken. Na eenaanrijding waarbij de airbag in werking is getreden, moeten de handen en het gezicht grondigmet lauwwarm water en een milde zeep worden gewassen.LET OP:
Een flacon luchtverfrisser mag in de auto niet dichtbij hetinstrumentenpaneel of op het dash- board worden geplaatst. Door eventuele lekkage van deluchtverfrisser op deze delen (instrumentenpaneel, dashboard of aanjager) kunnen ze wordenbeschadigd. Als de vloeistof van de luchtverfrisser op deze delen komt moeten ze direct met waterworden gereinigd.!
Airbag voor passagierszijde
Een volledig opgeblazen airbag in combinatie met een correct gedragenveiligheidsgordel zal de voorwaartse beweging van de bestuurder of de voorpassagier dempen, waardoor dekans op verwondingen aan het hoofd of het bovenlichaam wordt vermi- nderd. Nadat de airbag is opgeblazen, zal hij onmiddellijk weer beginnen met leeglopen, zodat de bestuurder weer naar voren kan kijken en de wagenkan besturen.
B240B01MCB240B05L
Airbag voor passagierszijde
Page 59 of 250

1
BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI
49
o Het airbagsysteem kan alleen
worden gebruikt als het contactslot op "ON" staat.Als het airbagsysteem niet juistwerkt, dan:
(1) Gaat de SRI niet branden als het contactslot in de stand"ON" wordt gezet of als de motor is gestart.
(2) Knippert de SRI gedurende één seconde en blijft branden na de ongeveer 6 seconden die volgen op het inschakelen van het contactslot ("ON") of het starten van de motor.
(3) Gaat de SRI branden tijdens
de rit.
Als dit gebeurt, laat dan de auto onmiddellijk door een Hyundai dealer controleren.
o Alvorens een zekering te vervangen of een accukabel los te maken, moet de contactsleutel in de stand "LOCK" worden gedraaid of worden verwijderd. Vervang nooit zekering nummer 12 als de contactsleutel in de stand "ON' staat. Als deze waarschuwing niet wordt opgevolgd, gaat de onderhoudsindicatie branden. B990A01MC-GXT AAN/UIT-schakelaar voor
passagiersairbag
(Indien gemonteerd) De passagiersairbag kan worden
uitgeschakeld met de AAN/UIT- schakelaar (1) voor de passagiersairbag als een kinderzitje op de passagiersstoel is geplaatst ofals er niemand op de passagiersstoel zit.
Voor de veiligheid van uw kind moet
de passagiersairbag wordenuitgeschakeld, als het onder zeer bijzondere omstandigheden nodig isom een kinderzitje, waarin het kind naar achteren kijkt, op de passagiersstoel te plaatsen. Passagiersairbag uit- of inschakelen Plaats om de passagiersairbag uit te schakelen de contactsleutel in de ON/ OFF-schakelaar aan de rechterzijde van het dashboard en zet deschakelaar in de stand "OFF". De lamp "passagiersairbag OFF" gaat branden en blijft branden, totdat depassagiersairbag weer wordt ingeschakeld. Inschakelen van de passagiersairbag: plaats de contactsleutel in de ON/OFF-schakelaar en zet de schakelaar in de stand "ON". De lamp "passagiersairbag OFF" dooft.
B990A01MC
(1)
Page 60 of 250

1BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI
50
!
!
LET OP:
o Als de AAN/UIT-schakelaar voor de passagiersairbag niet juist werkt, dan gaat de airbaglamp inhet instrumentenpaneel branden.Als de lamp "passagiersairbagOFF" niet gaat branden, danschakelt de SRSCM (de regeleenheid van het systeem) de passagiersairbag in en wordtde passagiersairbag bij een frontale botsing opgeblazen, ook als de AAN/UIT-schakelaar in de stand "OFF" staat. Als dit gebeurt, laat dan de AAN/ UIT-schakelaar voor de passagiersairbag, het gordelspannersysteem en hetairbagsysteem zo snel mogelijk door een Hyundai dealer controleren.
o Als de airbaglamp niet gaat branden als het contactslot in destand "ON" wordt gezet of als deze gaat branden tijdens de rit, laat dan de AAN/UIT-schakelaarvoor de passagiersairbag, de gordelspanners en het airbagsysteem zo snel mogelijk door een Hyundai dealercontroleren.
WAARSCHU WING:
o De bestuurder is verantwoordelijk voor de juiste stand van de AAN/ UIT-schakelaar voor de passagiersairbag.
o Schakel de passagiersairbag alleen uit bij uitgeschakeldcontactslot. Als dit niet gebeurt kan een storing ontstaan in de SRSCM. Hierdoor is het mogelijkdat de bestuurders- en/of passagiersairbag en/of de zij- en headbags niet of niet juistontsteken tijdens een botsing.
o Plaats nooit een kinderzitje waarin het kind naar achteren kijkt op de passagiersstoel. The infant or child could be severelyinjured or killed by an airbag deployment in case of an acci- dent.o Plaats geen kinderzitje waarinhet kind vooruit kijkt op de voorpassagiersstoel, ook al is uw auto voorzien van een AAN/ UIT-schakelaar voor depassagiersairbag. Een dergelijk kinderzitje mag nooit op de voorstoel worden geplaatst.Kinderen die te groot zijn om gebruik te maken van een kinderzitje moeten altijd op deachterbank plaatsnemen en gebruik maken van de beschikbare heup- of 3-puntsgordels. Aan kinderen wordt tijdens een ongeval de meeste veiligheid geboden alsze zich in een goedgekeurde veiligheidsvoorziening op de achterbank bevinden.
o Schakel onmiddellijk de passagiersairbag in, zodra hetniet meer nodig is dat de airbagis uitgeschakeld.
Page 61 of 250

1
BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI
51
B990B01MC
Uw Hyundai heeft in elke voorstoel een zij-airbag. Deze airbag heeft tot taak om de bestuurder en/of voorpassagiers extra bescherming tegeven naast de werking van alleen de veiligheidsgordel. De zij-airbags zijn ontworpen om in werking te treden bijeen aanrijding van opzij, afhankelijk van de ernst van de aanrijding, de hoek, de snelheid en hetaanrijdingspunt. De airbags zijn niet ontworpen om bij alle aanrijdingen van opzij in werking te treden. B990B01MC-AXT Zij-airbag (Indien gemonteerd)
Belangrijke veiligheidsmaatregelen betreffende het zij-airbag systeem
Onderstaande opmerkingen over de veiligheid van het systeem moeten altijd in acht worden genomen om dekans op verwondingen tijdens een ongeval zo klein mogelijk te maken.
B990B02LZ
Zij-airbag sensor
!WAARSCHUWING:
o De zij-airbags vormen een aanvulling op de driepunts veiligheidsgordels van de bestuurder en de voorpassagier,maar vervangt deze niet. Daarom moet de veiligheidsgordel altijd worden gedragen als u in deauto zit. De zij-airbags worden alleen geactiveerd bij bepaalde botsingen aan de zijkant dieernstig genoeg zijn om letsel te veroorzaken.
o Voor de beste bescherming van het zij-airbagsysteem en om verwondingen bij het in werkingtreden van de zij-airbag te voorkomen, moeten de beide inzittenden van de voorstoelenrechtop zitten met de veiligheidsgordel correct vastgegespt. De handen van debestuurder moeten in de standen 9:00 en 3:00 uur op het stuurwiel worden gehouden. De armen enhanden van de voorpassagiers moeten in de schoot worden gehouden.
Page 62 of 250

1BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI
52
B990C01MC
o Breng geen extra stoelhoezen
aan.
o Door het gebruik van stoelhoezen wordt het effect van het systeem beperkt.
o Monteer geen accessoires aan de zijkant of bij de zij-airbag.
o Gebruik geen grote krachten aan de zijkant van de stoel.
o Breng geen objecten aan over de airbag of tussen de airbag enuzelf.
o Plaats geen objecten (paraplu, tas enz.) tussen het voorportieren de voorstoel. Dergelijkeobjecten kunnen gevaarlijke projectielen worden of extra verwondingen veroorzaken als dezij-airbag in werking treedt.
o Om ongewild in werking treden van de zij-airbag en daardoor verwondingen te voorkomen, moeten schokken tegen debotsingssensor voor de zij-airbag bij aangezet contact worden voorkomen. B990C01JM-GXT Gordijnairbag (Indien gemonteerd) De gordijnairbags bevinden zich langs beide dakstijlen boven de voor- en achterportieren. Ze dienen voor de bescherming van het hoofd van de voorpassagiers en de passagiers op de beide buitenstezitplaatsen achterin bij aanrijdingen van opzij.
Gordijnairbag
De gordijnairbags zijn zodanig
ontworpen dat ze alleen worden geactiveerd bij aanrijdingen van opzij met een bepaalde sterkte, onder een bepaalde hoek en met een bepaaldesnelheid. De gordijnairbags zijn niet ontworpen om in alle aanrijdingssituaties van opzij, aanvoor- en achterzijde of bij het over de kop slaan te worden geactiveerd.
Belangrijke veiligheids-
voorschriften voor headbag- systemen
Onderstaande opmerkingen over de
veiligheid van het systeem moeten altijd in acht worden genomen om dekans op verwondingen tijdens een ongeval zo klein mogelijk te maken.
Page 63 of 250

1
BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI
53
!WAARSCHUWING:
o Zie voor de installatie van een veiligheidssysteem voor kinderen "Veiligheidssysteem voor kinderen" voor de juiste installatie en een maximalebescherming van de inzittenden.
o Zorg ervoor dat van de inzittende geen lichaamsdelen (hoofd,armen en benen) zich buiten het bereik van het airbag-systeem bevinden. Als een zich opblazende airbag een klein kind aan het hoofd raakt, dan kan diternstige verwondingen tot gevolg hebben.
o Zorg ervoor dat de opening voor de headbag altijd vrij is, zodatde headbag zonodig op de juiste wijze kan worden opgeblazen. o De ingebouwde kledinghaken
mogen alleen gebruikt wordenvoor lichte kledingstukken. Zorg ervoor dat in de zakken geen zware of scherpe voorwerpenaanwezig zijn. Hang geen kleding aan hangertjes op aan de kledinghaken.
o De ruimte tussen de inzittende en de headbag moet nooitworden ingenomen doorkinderen, een andere passagier of huisdieren. Inzittenden mogen nooit uit het raam leunen en ermogen geen lichaamsdelen uit het raam steken als de motor draait.
o Draai de zonneklep niet naar de zijruit als er voorwerpen aan dezonneklep zijn bevestigd, zoals de afstandsbediening van de garagedeur, pennen,luchtverfrissers of iets dergelijks. Deze voorwerpen kunnen verwondingen veroorzaken als deheadbag wordt opgeblazen. o Als jaloezieën op de
achterportieren zijn gemonteerd,dan mogen deze op geen enkele wijze in de weg zitten of de werking van de airbagbelemmeren.
o Plaats geen accessoires of kinderspeelgoed in het gebiedwaarin de headbags worden opgeblazen. Dit kan de werking van de headbag negatiefbeïnvloeden of delen kunnen het interieur ingeschoten worden, waardoor de inzittenden gewondkunnen raken als de headbag wordt opgeblazen.
o Om de headbag in goede conditie te houden, moeten alle werkzaamheden, het verwijderenen monteren van de headbag en de bijbehorende componenten (zoals hemelbekleding of zij-afwerking) door een Hyundai dealer worden uitgevoerd.
Page 64 of 250

1BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI
54
B240C01NF-GXT Onderhoud van het airbagsysteem Het airbagsysteem is praktisch
onderhoudsvrij; het is niet toegestaan zelf werkzaamheden eraan uit tevoeren. Als de SRS SRI (Service Reminder Indicator) niet gaat branden of continu blijft branden, laat de autodan door een Hyundai dealer controleren.
Alle werkzaamheden aan het
airbagsysteem, zoals het verwijderen,aanbrengen, repareren of werkzaamheden aan het stuurwielmoeten worden uitgevoerd door een gekwalificeerde Hyundai monteur. Onvakkundig uitgevoerdewerkzaamheden aan het airbagsysteem kunnen ernstig persoonlijk letsel tot gevolg hebben.
B240C01HP
!WAARSCHUWING:
o Als wijzigingen worden uitgevoerd aan de diverse componenten en de bedradingvan het airbagsysteem, inclusief het aanbrengen van voorwerpen op het stootvlak van het stuurwielof wijzigingen worden uitgevoerd aan het stuurwiel, kan de werking van het airbagsysteem wordenbeïnvloed en persoonlijk letsel tot gevolg hebben. o Het stootvlak kan worden
gereinigd met een zachte, droge doek of een doek die vochtig is gemaakt met water zonder enige toevoeging. Oplosmiddelen ofreinigingsmiddelen kunnen een negatief effect hebben op het stootvlak van het stuurwielalsmede op de goede werking van systeem.
o Er mogen geen voorwerpen over of bij de airbageenheden op hetstuurwiel, het instrumentenpaneel of de afdekking boven hetdashboardkastje aan passagierszijde worden geplaatst, omdat een dergelijkvoorwerp letsel kan verooraken bij een aanrijding die ernatig genoeg is om de airbags inwerking te laten treden.
o Als de airbag in werking is getreden, moet deze worden vervangen door een officiële Hyundai dealer.