Page 17 of 250

1
BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI
7
B880C01MC-GXT Sleutelnummers Het sleutelnummer is aangebracht op
een nummerplaatje, dat aan de sleutels is bevestigd als de auto aan u wordt overhandigd. Het sleutelnummer moet worden
genoteerd en op een veilige plaatsworden bewaard, voor het geval extra sleutels moeten worden besteld. Nieuwe sleutels kunnen bij elkeHyundai dealer worden besteld, mits het bijbehorende sleutelnummer bekend is.
Om veiligheidsredenen moet het aan
de sleutels bevestigde plaatje methet sleutelnummer van de sleutelsworden verwijderd na ontvangst van uw nieuwe auto. Daarnaast kunnen, B880C01NF-GXTNoodstartprocedure Als bij het aanzetten van het contact de controlelamp van de startblo- kkering gedurende vijf seconden knippert, is er een storing in destartblokkering. Om de motor te starten moet een noodprocedure m.b.v. de contactsleutel wordenuitgevoerd.
om veiligheidsredenen, desleutelnummers niet door Hyundaiworden verstrekt.Als extra sleutels nodig zijn, of als ude sleutels verliest, dan kan deHyundai dealer geen sleutels vervaardigen als u niet meer beschikt over het sleutelnummer.
LET OP:
o Zorg ervoor dat er geen andere sleutels in de buurt zijn waarmee de startblokkering kan worden opgeheven als de motor wordt gestart. Het is mogelijk dat de motor in dat geval niet start of onmiddellijk na het starten afslaat. Zorg ervoor dat de sleutels apart worden bewaard na ontvangst van de nieuwe auto, zodat storingen worden voorkomen.
o Houd geen metalen voorwerpen in de buurt van de sleutel of hetcontactslot.Deze metalen voorwerpen kunnenhet signaal van de transponder storen, waardoor de motor niet kan worden gestart.
!
OMC027002
HNF2011
!WAARSCHUWING:
Bewaar geen reservesleutels in uw auto, om diefstal van uw auto te voorkomen. Uw wachtwoord van de startblokkering is uniek en strikt persoonlijk. Bewaar het nummer niet ergens in uw auto.
Page 18 of 250

1BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI
8
4. Wanneer de vier codecijfers cor-rect zijn ingevoerd, zet dan het contact aan "ON" en controleer of de controlelamp van de startblokkering brandt. Vanaf ditmoment moet de motor binnen 30 seconden worden gestart. Na 30 seconden kan de motor niet meerworden gestart.
N.B.: Wanneer de motor afslaat nadat hij
m.b.v. de noodprocedure is gestart, kan de motor binnen 8 seconden zonder noodprocedure wordengestart.
5. Als de controlelamp van de startblokkering gedurende vijf seconden knippert, moet denoodprocedure vanaf het begin worden herhaald.
Nadat van de noodprocedure gebruik
is gemaakt, moet zo snel mogelijk uw Hyundai dealer worden geraad-pleegd.
!
Hierna volgt de beschrijving van de procedure om de motor innoodgevallen te starten. (0, 1, 2, 3 als voorbeeldcode). N.B.: De identificatiecode voor het noodprogramma is gelijk aan de code die is ingevoerd bij afleveringvan de auto. Neem contact op met uw Hyundai dealer als u niet over de identificatiecode beschikt.
1. Om de code in te voeren moet het
contact worden aangezet ("ON") en vervolgens weer uitgezet ("OFF"); het aantal keren is afhankelijk vanhet codecijfer. De controlelamp van de startblokkering knippert mee met de bediening van het contactslot.Bijvoorbeeld: bedien het contact eenmaal voor het cijfer "1" en tweemaal voor "2", enz. Voor hetcijfer "0" moet het contactslot echter 10 keer worden bediend.
2. Wacht na elk cijfer 3~10 seconden.
3. Herhaal dezelfde procedure voor de overige cijfers van de code, "1"en "2". LET OP:
o Als driemaal achter elkaar een poging tot het uitvoeren van denoodprocedure is mislukt, moet één uur worden gewacht voor- dat opnieuw de noodprocedurekan worden uitgevoerd.
o Als ondanks de noodprocedure de motor niet kan worden gestart, moet de auto door een Hyundai dealer worden wegge-sleept.
Page 19 of 250

1
BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI
9
OMC025005
!
PORTIERSLOTEN
o Het portier wordt vergrendeld enontgrendeld met behulp van een sleutel.
o Vergrendelen geschiedt door de sleutel naar de voorzijde van dewagen te draaien en ontgrendelendoor hem naar de achterzijde van de wagen te draaien. B040C01MC-GXTPortieren van buitenaf afsluiten. De portieren kunnen zonder sleutel worden vergrendeld.Druk hiertoe eerst de vergrende-lingsknop in de "LOCK"-stand, zodat de rode markering op de knop niet meer zichtbaar is, en sluit vervolgenshet portier.
B040B01A-AXT Portieren met behulp van sleutel
afsluiten en openen.
B040A02Y-AXT
WAARSCHUWING:
o Niet goed gesloten portieren kunnen gevaarlijk zijn. Controleer alvorens weg te rijden,vooral als zich kinderen in dewagen bevinden, of alle portieren goed zijn gesloten. Hierdoor wordt voorkomen dat deportieren tijdens het rijden abusievelijk worden geopend. Bovendien wordt op deze manier, in combinatie met het juiste gebruik van de veiligh-eidsgordels, voorkomen dat inzittenden in geval van een ongeluk naar buiten wordengeslingerd.
o Let er alvorens een portier te openen op dat geen verkeer vanachteren komt.
o Bij een ongeval wordt het portier automatisch ontgrendeld.(Indien gemonteerd)
Vergrendelen
Ontgrendelen
B040C04MC
Page 20 of 250

1BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI
10
OMC025006
B040D01S-GXT Portieren van binnenuit afsluiten B040E04A-AXTKindersloten alleen achterportieren (4-deurs)
Ontgrendelen
Voor het afsluiten van de wagen van binnenuit is het voldoende het portier te sluiten en de vergrendelingsknop in de "LOCK"-stand te drukken. Hiernais het niet meer mogelijk het portier met de binnen- of buitenhandgreep te openen. N.B.: Als het portier is afgesloten is de rode markering op de vergrendelingsknop niet zichtbaar. Uw wagen is voorzien van kindersloten
op de achterportieren. Bij ingeschakeld kinderslot kan het portier niet van binnenuit worden geopend.
Om de kinderslotfunctie in te
schakelen, zodat het portier niet van binnenuit kan worden geopend, dehendel in de stand "
" zetten en het
portier sluiten.
Beweeg de hendel in de stand "
"
om terug te keren naar normale deurbediening.
N.B.:
o Het portier kan niet worden
vergrendeld als bij gesloten voorportieren de sleutel zich nog in het contactslot bevindt.
o Let er hierbij op dat de sleutel niet in de wagen achterblijft.
o Om diefstal te voorkomen altijd de contactsleutel verwijderen, deruiten sluiten en de portieren enkofferdeksel (4-deurs)/achterklep (3-deurs) vergrendelen als de auto wordt verlaten.
Vergrendelen
B040E01MC
Page 21 of 250

1
BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI
11
B040G03HP-GXT Centraal vergrendelingssysteem (Indien gemonteerd) De schakelaar van de centraledeurvergrendeling bevindt zichin de armsteun van de chauffeur. Hij wordt bediend door de schakelaar in te drukken. Als de achterdeur open iswanneer de schakelaar ingedrukt is, zal de deur op slot zitten nadat hij gesloten is. Als de voordeur geopendis als de schakelaar wordt ingedrukt dan zal de deur op slot zitten na het sluiten van het portier.
Het portier kan van buitenaf met dehandgreep aan de buitenzijde wordengeopend.
N.B.:
o Als de voorzijde van de
schakelaar in het bestuurdersportier wordt ingedrukt, worden alle portierenvan de auto vergrendeld.
o Als de achterzijde van deze schakelaar wordt ingedruktworden alle portieren ontgrendeld.
o De centrale portiervergrendeling wordt bediend door de sleutel linksom of rechtsom te draaien.
o Als de portieren meerdere keren snel achter elkaar worden ver-en ontgrendeld met de sleutel of de slotschakelaar, dan is het mogelijk dat het systeem tijdelijkniet werkt. Hierdoor wordt het circuit beschermd en wordt beschadiging van componentenvoorkomen.DIEFSTALBEVEIL IGINGSINSTALLATIE
B070A01A-GXT (Indien gemonteerd) Met deze installatie wordt het binnendringen van onbevoegden in uw wagen bemoeilijkt. De installatie werktin drie fasen: de eerste is de activeerfase, de tweede de alarmfase en de derde de uitschakelfase. Alshet alarm afgaat, wordt een sirene in werking gesteld.
B040G02MC
OntgrendelenVergrendelen
Page 22 of 250

1BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI
12
!
Nadat de bovenstaande handelingen correct zijn uitgevoerd knipperen derichtingaanwijzers eenmaal om aan te geven dat het systeem is ingeschakeld.
N.B.:
1) Als een portier of de kofferdeksel (4-deurs)/ de achterklep (3-deurs) of de motorkap niet gesloten zijn, wordt het systeem niet ingeschakeld.Als dit gebeurt, activeer dan hetsysteem opnieuw, zoals hiervooris beschreven.
2) Wanneer het systeem is
ingeschakeld kan alleen hetkofferdeksel (4-deurs) worden ontgrendeld met de sleutel zonder het systeem uit teschakelen. B070C02MC-GXT Alarmfase Het alarm gaat af indien zich bij geparkeerde wagen en geactiveerde installatie één van de volgendeomstandigheden voordoet:
1) Een portier of de achterklep (3- deurs) wordt geopend zondergebruik te maken van deafstandsbediening.
2) De kofferdeksel (4-deurs) wordt
geopend zonder gebruik van desleutel.
3) De motorkap wordt geopend.
De alarmsirene wordt ingeschakelden de richtingaanwijzers knipperen gedurende 27 seconden. Om het systeem uit te schakelen, moet eenportier of de achterklep met de afstandsbediening worden ontgr- endeld.
LET OP:
Activeer de installatie niet als zichnog iemand in de wagen bevindt.Als dit wel geschiedt, zal het alarm afgaan als de betreffende persoon de wagen verlaat.
B070B01MC-GXT Activeerfase Parkeer de auto en schakel de motor uit. Activeer de installatie, zoals hieronder wordt beschreven.
1) Verwijder de contactsleutel uit het
contactslot.
2) Zorg ervoor dat de kofferdeksel (4-
deurs)/de achterklep (3-deurs) gesloten is.
3) Vergrendel de portieren met behulp van de afstandsbediening van decentrale vergrendeling.
B070B02MC
Page 23 of 250

1
BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI
13
B070D02MC-GXT Uitschakelfase De installatie wordt gedeactiveerd als het bestuurders- of passagiersportier wordt ontgrendeld door de toets op de afstandsbediening in te drukken. Na het uitvoeren van de bovenge- noemde handelingen knipperen de richtingaanwijzers tweemaal om aan te geven dat het systeem isuitgeschakeld. Als een van de portieren, de kofferdeksel (4-deurs), de achterklep (3-deurs) of de motorkap niet binnen30 seconden wordt geopend, wordt het systeem weer ingeschakeld.
B070D03AMC
!
N.B.:
Als de installatie wordt
gedeactiveerd terwijl de interieurverlichting in de stand "DOOR" staat, gaat deinterieurverlichting 30 seconden branden.
LET OP:
De alarminstallatie kan alleen met
de afstandsbediening worden uitgeschakeld. Kan de installatie niet met de afstandsbediening worden uitgeschakeld, ga dan als volgt tewerk:
1. Ontgrendel en open het portier
met de sleutel; hierdoor wordt het alarm ingeschakeld.
2. Steek de sleutel in het contactslot en draai de sleutel in de stand"START".
Nadat de bovenstaande handelingen
zijn uitgevoerd, wordt de alarminstallatie uitgeschakeld. B070F03A-GXTAfstandsbediening (Keyless Entry System) Portieren vergrendelen
1. Sluit alle portieren.
2. Druk de toets op de afstandsb-
ediening in.
3. Nadat de portieren zijn vergrendeld, knipperen de richtingaanwijzerseenmaal, om aan te geven dat het systeem is ingeschakeld.
Portieren ontgrendelen
1. Druk de toets op de afstandsbediening nogmaals in nadat alle portieren zijn vergrendeld.
2. Nadat de portieren zijn ontgrendeld,
knipperen de richtingaanwijzerstweemaal, om aan te geven dat het systeem is uitgeschakeld.
Page 24 of 250

1BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI
14
1. Verwijder de schroef met een (+)schroevendraaier.
2. Scheid de behuizing voorzichtig
m.b.v. een platte schroevendraaier.
3. Verwijder het batterijdeksel m.b.v. een muntstuk.
4. Let op de plaats van de batterijpolen en verwijder de oude batterij uit de behuizing. Verzeker u ervan dat denieuwe batterij dezelfde polariteit heeft (+ naar boven) en plaats deze vervolgens in de zender.
B070E02MC-GXT Batterij vervangen Als de batterij van de
afstandsbediening zwak begint te worden, kan het nodig zijn om de toets verschillende malen in te drukkenom de portieren te vergrendelen en te ontgrendelen. Vervang de batterij zo snel mogelijk.
Batterijtype: CR1220
N.B.:
o De afstandsbediening werkt niet
onder de volgende omstandigheden:
- De contactsleutel bevindt zichin het contactslot.
- U bevindt zich buiten het bereik van de ontvanger (10 m).
- De batterij in de afstandsbediening is (bijna) leeg.
- Wanneer het signaal geblokkeerd wordt door andereobjecten.
- De temperatuur extreem laag is
- Wanneer het signaal van de afstandbediening verstoordwordt door andere radiosignalen b.v. in de buurt van een telefooncentrale,vliegveld, radiozender, enz.
Als de afstandbediening niet werktkunnen de portieren met desleutel worden geopend. Neem contact op met uw Erkend Reparateur als deafstandbediening problemen geeft.
OMC025004
Vervangingsinstructies:
o Houd de zender ver verwijderd
van water en andere vloeistoffen. Als de afstandsbediening niet werkt als gevolg van blootstelling aan water of andere vloeistoffen,dan wordt dit niet gedekt door de productgarantie van de fabrikant.