Page 81 of 250
1
BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI
71BOORDCOMPUTER
2. Reiskilometerteller
o Deze stand geeft de afgelegde afstand sinds de laatste reset aan.
o Raadpleeg de uitleg van de trip
computer (zie pag. 1-72, Dagteller). B400B01MC-GXT (Indien gemonteerd) De tripcomputer is een door een mi-
crocomputer geregeld informatiesysteem voor de bestuurder. Het systeem geeft informatie over de rit op een LCD-scherm, zoals debuitentemperatuur, de afgelegde afstand, het gemiddelde brandstofverbruik en de afstand dienog kan worden afgelegd met de brandstof in de tank.
B400B01MC-1 TRIP-schakelaar Als de TRIP-schakelaar korter dan 1 seconde wordt ingedrukt bij contactslot in de stand “ON”, dan wijzigt het display als volgt;OMC025054
BUITENTEMPERATUUR DAGTELLER GEMIDDELD
BRANDSTOFVERBRUIK
RESTERENDE AFSTAND
Page 82 of 250

1BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI
72
B400B04MC-1
2. Dagteller (kilometer)
o De afgelegde afstand sinds de laatste reset van de dagteller of vanaf het opnieuw aansluiten vande accu wordt weergegeven.
o Als de afgelegde afstand wordt weergegeven en de TRIPschakelaar langer dan 1 seconde wordt ingedrukt, dan wordt de weergave van de afgelegde afstandop nul gezet.
o Het bereik is van 0 tot 999,9 km.
1. Buitentemperatuur (°C) Deze functie geeft de buiten- temperatuur aan tussen -40°C en 80°C.
B400B02MC-CB400B03MC-C
Gemiddeld brandstofverbruik
Killometerteller
3. Gemiddeld brandstofverbruik(L/100km)
o Deze functie berekent het gemiddelde brandstofverbruik m.b.v. de totale hoeveelheid gebruikte brandstof en de afgelegde afstandvanaf het punt waarop het gemiddelde verbruik voor het laatst op nul werd gezet.
o De totale hoeveelheid gebruikte
brandstof wordt berekend uit hetsignaal voor het brandstofverbruik.
o Als de accu wordt losgekoppeld,
dan wordt het gemiddeldebrandstofverbruik op nul (--) gezet.
Buitentemperatuur
Killometerteller
Dagteller
Killometerteller
Page 83 of 250

1
BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI
73
B400B05MC-1
o Druk langer dan 1 seconde op de
RESET-schakelaar om de weergave van het gemiddelde brandstofverbruik op nul (--) te zetten.
o Als na het op nul zetten minder dan 0,5 km (0,5 mijl) wordt gereden,dan wordt het gemiddelde brandstofverbruik weergegeven als"--".
4. Resterende afstand (Kilometer) Symbool resterende
afstand
Killometerteller
Resterende
afstand
o Deze functie geeft de geschatte
resterende afstand aan die met de huidige hoeveelheid brandstof gereden kan worden.
o Wanneer meer dan 6 liter wordt bijgetankt, wordt dit door detripcomputer als zodanig herkend.
MULTISCHAKELAAR
SB220A1-FX RICHTINGAANWIJZERS, GROOT EN DIMLICHTRichtingaanwijzers Door de schakelaar naar beneden te bewegen werken de richting- aanwijzers aan de linkerzijde van dewagen. Door de schakelaar naar boven te drukken werken de richting- aanwijzers aan de rechterzijde. Nadat het stuurwiel in de rechtuit stand terug komt, keert de schakelaar automatisch in de middenstand terugwaardoor tegelijkertijd de richting- aanwijzers worden uitgeschakeld. Als de controlelamp sneller dan normaalknippert, blijft branden of niet brandt, geeft dit een storing in de richtingaan- wijzerinstallatie aan. Controleer dezekering, de gloeilampen of raadpleeg uw Hyundai dealer.
B400B06MC-1
o Wanneer de te rijden afstand tot een lege tank minder is dan 50 km zal het "----" symbool knipperend in het display verschijnen en blijvenknipperen totdat er brandstof getankt wordt.
N.B.:
o De aangegeven resterende afstand kan afwijken van de werkelijke afstand.
o De resterende afstand hangt af van de rij-omstandigheden, hetrijgedrag en de snelheid waarmee wordt gereden.
Page 84 of 250

1BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI
74
Voor het inschakelen van de verlichting moet het uiteinde van demultischakelaar worden gedraaid. In de eerste stand worden de stadslichten, de achterverlichting ende instrumentenverlichting inges- chakeld. In de tweede stand branden ook de koplampen.
N.B: Het contact moet zijn aangezet (ON-stand) om de hoofdverlichting tekunnen inschakelen.
B340C04FC-GXT Verlichting
Automatisch uitschakelen parkeerlichten(Indien gemonteerd)
o Deze functie dient om te voorkomen dat de accu ontladen wordt door automatisch de parkeerlichten uit te schakelen op het moment dathet bestuurdersportier geopend wordt nadat de sleutel uit het contactslot is genomen.
o De parkeerlichten worden
automatisch uitgeschakeld als deauto in het donker langs de kant van de weg geparkeerd wordt.
Volg onderstaande procedure als de parkeerlichten moeten blijven branden,wanneer de contactsleutel is verwijderd:
1) Open het portier aan bestuurderszijde.
2) Schakel de parkeerlichten uit en in met de lichtschakelaar op de stuurkolom.
B340B01A-AXTRichtingaanwijzers voor kleine
richtingveranderingen
Voor het veranderen van rijbaan e.d.
is het voldoende de schakelaar zoverte bewegen tot de richtingaanwijzers in werking treden. Na het loslatenkeert de schakelaar automatisch in de ruststand terug.
B340B01MC
B340C02MC
Page 85 of 250

1
BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI
75
SB220D1-FX Grootlichten dimlichtschakelaar B340E01A-AXTLichtsignaal Een lichtsignaal wordt gegeven door
de multischakelaar naar u toe te bewegen en de schakelaar daarna weer los te laten. Het lichtsignaal kan ook in werking worden gesteld bijafgezet contact.
OMC025059
Het groot licht wordt ingeschakeld door de multischakelaar naar voren tedrukken (van u af). Het dimlicht wordt ingeschakeld door de schakelaar terug te bewegen (naar u toe).OMC025060
RUITENWISSER-/ SPROEIERSCHAKELAAR
B350A01A-AXT
Deze schakelaar heeft drie standen:
1. Interval wissen
2. Langzaam wissen
3. Snel wissen N.B.: Gebruik de ruitenwissers niet om grote hoeveelheden sneeuw of ijsweg te vegen om te voorkomen dat beschadiging van het ruitenwissersysteem optreedt. Opgehoopte sneeuw of ijs moet eerst worden verwijderd. Als slechts weinig sneeuw of ijs aanwezig is, moet deontwasem-stand van de verwarming worden ingeschakeld voordat de ruitenwissers worden ingeschakeld.
B350A01MC 1 2
3
Page 86 of 250
1BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI
76
B350B01O-GXT Bedienen van de ruiten- sproeiers
Om de ruitensproeier te gebruiken, dient men de ruitenwisser/ruitens- proeierhendel richting het stuur te trekken. Wanneer de ruitensproeierwordt gebruikt, gaan de ruitenwissers automatisch twee keer over de voorruit. De ruitensproeier blijft werkentot de hendel losgelaten wordt. N.B.:
o Bedien de ruitensproeiers niet
langer dan 15 seconden achter elkaar en ook niet als het reser- voir leeg is.
o Controleer bij vriezend weer of de ruitenwissers niet aan devoorruit zijn vastgevroren.
o In de winter moet gebruik worden gemaakt van een anti-vriesmiddel.
B350B01MC
B350B02MC
Voor een enkele wisbeweging, druk de wisserschakelaar omhoog. Enkele wisbeweging
Page 87 of 250
1
BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI
77
B350C01MC-GXT Regelbare intervalschakeling van de ruitenwissers Zet de ruitenwisserschakelaar in de stand INT voor de intervalstand. Alsde schakelaar in deze stand staat, kan het interval tussen de wisslagen worden gewijzigd van 1 - 15 seconden
door de ring (1) te draaien. B390A01MC-AXT Ruitenwisser/- Sproeier achter (Indien gemonteerd)
1.
: Als de schakelaar voor de achterruitwisser in deze stand wordt gedrukt, wordt vloeistof op de ruit gespoten en treedtde ruitenwisser in werking.
2.ON : D e achterruitwisser werkt
continu.
3.OFF N.B.:
Bedien de ruitensproeier niet langerdan 15 seconden met een leeg ruitensproeierreservoir; hierdoor kan het systeem beschadigd raken.Bedien de ruitenwisser niet als de ruit droog is; hierdoor kunnen krassen op de ruit ontstaan en zalhet ruitenwisserblad snel slijten.
B350C01MCB390A01MC
Page 88 of 250

1BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI
78WAARSCHUWINGSKNIPPER- LICHTINSTALLTIE
De waarschuwingsknipperlichtin-
stallatie mag alleen worden gebruikt indien de auto zodanig geparkeerd staat dat dit gevaar op kan leveren. Zet in zo'n geval uw auto altijd zovermogelijk van de weg af. De alarmknipperlichten worden ingeschakeld door de alarmknop in tedrukken. Hierdoor gaan alle richtingaanwijzers knipperen. De installatie werkt ook als de sleutelniet in het contact steekt. Om de installatie uit te schakelen moet nogmaals de knop worden ingedrukt. SB240A1-FXKOPLAMPAFSTELLING
SB320A2-FX
B340G01MC
De hoogte van de lichtbundel kan worden aangepast, afhankelijk van hetaantal passagiers en de lading in de bagageruimte, door aan de schakelaar voor de koplampafstelling te draaien.Hoe hoger de stand van deschakelaar, hoe lager de lichtbundelschijnt. Zorg steeds dat de lichtbundel op de juiste hoogte staat, omdat anders andere wegge-bruikers kunnenworden verblind. In onderstaande tabel worden de juiste schakelaarstanden aangegeven.
Beladingstoestand en Schakelaarstand
Alleen bestuurder Bestuurder + voorpassagierVijf inzittenden(inclusief bestuurder)Vijf inzittenden (inclusief bestuurder) +volledige belading in bagageruimte (of een lichte aanhanger)Bestuurder + volledige beladingin bagageruimte (of zware aanhanger)
0 1
2
3
0
Bij een afwijkende ladingstoestand
moet een zodanige schakelaarstand worden gekozen, dat de hoogte van de lichtbundel zoveel mogelijk overeenkomt met een hoogte die aande hand van één van onderstaande schakelaarstanden wordt verkregen.
OMC025067