Page 209 of 250

6
EENVOUDIG ONDERHOUD
17
!
3. Controleer of het vloeistofpeil zich
in het gebied HOT van de peilstok bevindt. Als het vloeistofpeil lager is, vul dan de voorgeschrevenvloeistof bij via de vulopening. Als het vloeistofpeil hoger is, tap dan vloeistof af via de aftapopening.
4. Als het vloeistofpeil koud (vloeistoftemperatuur 20 - 30°C)wordt gecontroleerd, vul danvloeistof bij tot de lijn COLD en controleer het vloeistofpeil opnieuw op de manier zoals in stap 2 isaangegeven. WAARSCHUWING:
De koelventilator reageert op dekoelvloeistoftemperatuur en kanook in werking treden als de motor niet draait. Ga uiterst voorzichtig te werk als in de omgeving van dekoelventilator wordt gewerkt, zodat geen verwondingen door draaiende ventilatorbladen kunnen ontstaan.Wanneer de temperatuur van de koelvloeistof daalt wordt de venti- lator automatisch uitgeschakeld. Ditis normaal.
Zorg er voor dat de auto horizontaalstaat en dat de parkeerrem isaangetrokken. Controleer het vloeistofpeil als volgt:
1. Zet de selectiehendel in stand N en laat de motor stationair draaien.
2. Laat de transmissie op bedrijfstemperatuur (vloeistoftemperatuur 70 - 80°C)komen, door bijvoorbeeld 10 minuten te rijden, beweeg de selectiehendel een keer door allestanden en zet deze vervolgens in stand N of P. Het vloeistofpeil moet tussen deze merktekens staan.
G110D03MC
Page 210 of 250

6EENVOUDIG ONDERHOUD
18
!
!
HET REMSYSTEEM CONTROLEREN
WAARSCHUWING (Alleen Diesel):
Geen werkzaamheden verrichten
aan het injectiesysteem wanneer de motor draait of binnen 30 seconden nadat deze is afgezet. Hogedrukpomp, rail, verstuivers enverstuiverleidingen staan onder hoge druk, zelfs nadat de motor is afgezet. De brandstofstraal dieontstaat door brandstoflekkage kan ernstige verwondingen veroorzaken wanneer deze met het lichaam inaanraking komt. Mensen met een pacemaker mogen niet binnen 30 cm van de ECU of de bedrading inde motorruimte komen als de mo- tor draait, aangezien de hoge stroom waarmee het common-rail-systeem werkt een groot magnetisch veld veroorzaakt. SG120A1-FX
LET OP:
Het remsysteem is van essentieel
belang voor de rijveiligheid. Het isaan te bevelen het remsysteem door uw Hyundai dealer te latencontroleren. Het remsysteem moet worden gecontroleerd overeen- komstig het onderhoudsoverzichtin hoofdstuk 5.
!
SG120B1-FX Remvloeistofpeil controleren WAARSCHUWING:
Ga voorzichtig te werk met
remvloeistof. Vermijd contact met de ogen omdat dit ernstige gevolgen kan hebben. Verwijdergemorste remvloeistof direct omdat remvloeistof de lak van de wagen aantast. SG120D1-FX Remvloeistofpeil controleren
Het remvloeistofpeil moet regelmatig
worden gecontroleerd. Het peil moettussen het "MAX" en "MIN" merkteken op de zijkant van het reservoir staan. Staat het peil op of onder het "MIN"
merkteken, dan moet vloeistof tot aanhet "MAX" merkteken worden bijgevuld. Vul niet te veel vloeistof bij.
OMC055015
Page 211 of 250

6
EENVOUDIG ONDERHOUD
19
!
SG120E1-FX Remvloeistof bijvullen
WAARSCHUWING:
Ga voorzichtig te werk met
remvloeistof. Vermijd contact met de ogen aangezien dit ernstige gevolgen kan hebben. Gebruik uitsluitend remvloeistof overeen-komstig de DOT 3 of DOT 4 specificatie uit een gesloten blik. Laat het blik of het reservoir nietlanger dan nodig onafgesloten. Hierdoor wordt voorkomen dat vuil of vocht door de remvloeistofwordt opgenomen, hetgeen een nadelige invloed op de werking heeft.
Als remvloeistof wordt bijgevuld, moet
het vuil rond de dop wordenweggeveegd. Draai de dop los en vulhet reservoir langzaam met remvloeistof. Vul niet te veel bij. Breng de dop hierna weer aan.
!
ONDERHOUD AIRCONDITIONING
SG140C1-FX Controle van de werking van de Airconditioning
1. Start de motor en laat deze enkele minuten versneld stationair draaien met de airconditioning ingesteld op max. koude situatie.
2. Als de uit de dashboardopeningen stromende lucht niet koud is, moet de installatie door de HYUNDAIdealer gecontroleerd worden. SG140D1-FX Smering Voor de smering van de compressor en de afdichtingen in het systeem moet de airconditioning elke weektenminste 10 minuten draaien. Dit is vooral van belang bij koude weersomstandigheden als hetairconditioningsysteem niet wordt gebruikt.
SG140A1-FXCondensor schoonhouden De condensor van de airconditioning en de radiateur moeten regelmatig worden gecontroleerd op vuil, dodeinsecten, bladeren enz. Dit kan de koelcapaciteit nadelig beinvloeden. Verwijder aangekoekt vuil enz. Ga bijhet verwijderen van vuil voorzichtig te werk om schade aan de ventilator te voorkomen.
LET OP:
Als het airconditioning systeem gedurende langere tijd werkt met een te laag koelmiddelniveau, zalbeschadiging van de compressor plaatsvinden.
!
Page 212 of 250
6EENVOUDIG ONDERHOUD
20
B145A01MC-GXT (Voor verdamper en aanjager) Het luchtfilter bevindt zich voor de
verdamperunit achter het dashboardkastje. Het vermindert dehoeveelheid verontreinigende stoffen die het interieur kunnen bereiken.
1. Open het dashboardkastje en verwijder de stelpennen aan beide zijden van het kastje. 2. Druk de haken aan beide zijden
naar elkaar en trek het luchtfilternaar buiten.
INTERIEURLUCHTFILTER VERVANGEN
B145A01MC
OMC055013OMC055012
!
LET OP:
Zorg ervoor dat de haken niet in de
tegengestelde richting worden gedrukt. 3. Verwijder het luchtfilter en vervang
het filter.
4. Voer voor het monteren de werkzaamheden van het verwijderenin omgekeerde volgorde uit.
Page 213 of 250

6
EENVOUDIG ONDERHOUD
21ZEKERINGEN CONTROLEREN EN VERVANGEN
SG200A1-FX Een zekering vervangen Een zekering smelt zodra het circuit vanaf de accu overbelast raakt,waardoor schade aan de bedrading wordt voorkomen (dit kan worden veroorzaakt door een kortsluiting inhet systeem). In dit geval moet de storing door een Hyundai dealer worden opgespoord, het systeemworden gerepareerd en de zekering worden vervangen. De zekeringen bevinden zich in een houder naast deaccu. LET OP:
Gebruik bij het vervangen van een zekering altijd een nieuwe zekering met hetzelfde amperage. Gebruiknooit een stuk draad of een zekering met een hoger amper- age. Dit kan ernstige schade enbrand tot gevolg hebben.
! G200B02HP-AXT Zekeringen vervangen
De zekeringenkast voor de verlichting en andere elektrische accessoires bevindt zich onder het dashboard aan de bestuurderszijde. Aan debinnenzijde van de kast is een lijst aangebracht met de beschermde cir- cuits per zekering.Als een lamp of een ander elektrischaccessoire niet meer werkt, dan kandit worden veroorzaakt door een doorgebrande zekering. Een doorgebrande zekering kan wordenherkend aan de onderbroken metalen strip in de zekering. Voer de volgende werkzaamheden uit om te controlerenof een zekering is doorgebrand:
OMC045003
OMC045001
Page 214 of 250

6EENVOUDIG ONDERHOUD
22
4. Vervang de doorgebrande zekeringdoor een nieuwe zekering met hetzelfde ampèrage in de houder tedrukken. De zekering moet vastgeklemd zitten.
G200B02L
Goed Doorgebrand
G200B02MC
1. Schakel het contactslot en alle
andere schakelaars uit.
2. Open de zekeringenhouder en controleer alle zekeringen. Verwijder elke zekering door deze naar u toete trekken (er bevindt zich een kleine "zekeringentrekker" in de zekeringenhouder in de motorruimteom dit makkelijker te maken).
3. Controleer alle zekeringen, ook als reeds een doorgebrande zekering is aangetroffen.
!
Als dat niet het geval is, laat dan de zekeringhouder repareren ofvervangen door een Hyundai dealer.Als er geen reserve-zekeringbeschikbaar is, dan kan mogelijkeen andere zekering van gelijke of een lager ampèrage worden “geleend” van een accessoire waaru tijdelijk geen gebruik van maakt (bijv. de radio of de sigarettenaansteker). Vergeet nietde “geleende” zekering te vervangen. LET OP:
Een doorgebrande zekering is een
indicatie van een storing in eenelektrisch circuit. Als de zekering na het vervangen direct weerdoorbrandt, moet de storing door een Hyundai dealer worden opgespoord en verholpen. Eenzekering mag nooit door een zekering met een hoger amperage worden vervangen. De montage vaneen zwaardere zekering kan beschadigingen of brand tot gevolg hebben.
N.B.: Zie bladzijde 6-36 voor de
beschrijving van de zekeringhouder.
Page 215 of 250

6
EENVOUDIG ONDERHOUD
23
!
ACCU CONTROLEREN
SG210A1-FX
WAARSCHUWING:
Accu's kunnen gevaarlijk zijn! Let bij het omgaan met accu's oponderstaande voorzorgsmaatre- gelen teneinde verwondingen te voorkomen. De vloeistof in de accu bevat een sterk zwavelzuur dat giftig en in hoge mate corrosief is. Let erop dataccuzuur niet met de huid of met de ogen in aanraking komen, handel dan als volgt:
OMC055018
N.B.:
o Als de voedingsverbinding uit de zekeringenkast omhoog wordt getrokken, dan werken de waarschuwingszoemer, de audio- installatie, de klok en deinterieurverlichting niet. De volgende componenten moeten na terugplaatsing wordengereset.
- Digitale klok
- Tripcomputer
- Automatische verwarming en
airconditioning
- Audio-installatie
o Zelfs als de voedingsverbinding omhoog is getrokken, dan kan de accu nog worden ontladen door ingeschakelde koplampenof andere elektrische systemen.
G200C01CM-GXT Voedingsverbinding
G200F01MC
Uw auto is uitgerust met een voedingsverbinding, zodat kan worden voorkomen dat de accu wordt ontladenals de auto gedurende een langere periode wordt geparkeerd. Voer de volgende handelingen uit als de autogedurende een langere periode wordt geparkeerd.
1. Schakel de motor uit.
2. Schakel de buitenverlichting uit.
3. Open het deksel aan de bestuurderszijde en trek devoedingsverbinding omhoog.
4. Plaats de voedingsverbinding terug door de handelingen in omgekeerdevolgorde uit te voeren.
Page 216 of 250

6EENVOUDIG ONDERHOUD
24
o Als accuzuur op de huid terechtkomt moet de desbetreffende plaats gedurende tenminste 15 minuten met water worden afgespoeld. Raadpleeg een arts.
o Als accuzuur in uw ogen mocht komen, moet er direct een artsworden geraadpleegd.
o Als accuzuur wordt ingeslikt moet
direct een grote hoeveelheid waterof melk worden gedronken. Neem vervolgens magnesia, een rauw ei of plantaardige olie. Bezoek directeen arts.
Bij het laden van een accu (met een
acculader of in de wagen met eendynamo) produceert de accu eenexplosief gas. Let op de volgende voorzorgsmaatregelen:
o Laad de accu alleen in een goed
geventileerde ruimte.
o Let erop dat in de desbetreffende ruimte geen open vuur of vonken aanwezig zijn en ook dat er nietwordt gerookt.
o Houd kinderen uit de buurt van een accu.
!
G210B01Y-GXT Accu controleren Houd de accu schoon. Verwijder
eventuele corrosie bij de accupolen of-klemmen direct met water waaraansoda is toegevoegd. Smeer de accupolen na het drogen in met wat zuurvrij vet.
WARRSCHUWING:
Volg altijd zorgvuldig de volgende instructies bij de omgang met een accu op. Houd brandende sigaretten, open vuur of vonken van de accuverwijderd.Waterstof, een zeerbrandbaar gas, is altijd in accucellen aanwezig en kan exploderen. Houd accu's buiten het bereik van kinderen, omdat accu's het zeer agressieveZWAVELZUUR bevatten. Zorg ervoor dat accuzuurniet in aanraking komt met de huid, ogen, kleding of de lak van de auto. Als elektrolyt in de ogen komt, de ogen ten minste 15 minuten met schoonwater spoelen en direct medische hulp inroepen. Indien mogelijk blijvenspoelen met een spons of een doek totdat medische hulp is gearriveerd.Als elektrolyt op de huidkomt, de betreffende plekgrondig spoelen.Als u pijn of een brandendgevoel hebt, direct medische hulp inroepen. Draag oogbescherming bij het opladen van of het werken bij een accu. Zorg altijd voor voldoende ventilatie als in een gesloten ruimte wordtgewerkt.