1
BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI
63
SB210M1-FX Controlelamp laadstroom
Deze controlelamp moet gaan branden als het contact wordt aangezet en doven als de motor draait.Als deze lamp bij draaiende motor gaat branden is er een defect in het elektrische systeem. Als deze lamponder het rijden gaat branden moet u stoppen, de motor afzetten en de aandrijfriem van de dynamocontroleren. Controleer of de aandrijfriem op zijn plaats zit. Als dit het geval is, controleer dan de span-ning van de riem.Laat het systeem vervolgens door uwHyundai dealer controleren. SB210P1-FXControlelamp
benzinereserve
Deze lamp gaat branden zodra de
reserve-inhoud van de tank wordt bereikt. Tank in dit geval zo spoedig mogelijk. Als de naald van de benzinemeter op "E" of lager staat,
kan dit het overslaan van de motor endaarmee een storing aan de katalysator tot gevolg hebben. SB210O1-FX
Controlelamp voor niet
goed gesloten portieren
Als een portier niet geheel gesloten is
gaat deze controlelamp branden.
LET OP:
Als met de wagen wordt gereden terwijl de aandrijfriem van de dy- namo slap staat, gebroken is ofontbreekt, kan de motor oververhit raken omdat deze riem eveneens de koelvloeistofpomp aandrijft.!
B260K01MC-GXT Waarschuwingslamp
geopend kofferd eksel/
Achterklep
Deze waarschuwingslamp brandt
totdat het kofferdeksel/de achterklep volledig gesloten is.
B260N01MC-GXT
Storingscontrolelamp
Deze controlelamp gaat branden wanneer er een storing is in een onderdeel dat invloed heeft op de uitlaatgassen waardoor het systeemniet goed functioneert en niet aan de emissieeisen wordt voldaan. De controlelamp brandt zodra decontactsleutel in de "ON"-stand wordt gezet en gaat vervolgens na enkele seconden uit. Wanneer decontrolelamp tijdens het rijden gaat branden of wanneer na het aanzetten van het contact de controlelamp nietgaat branden, moet contact worden opgenomen met de dichtstbijzijnde Hyundai dealer.
! LET OP:
o Als langere tijd wordt gereden met een brandende waarschuwingslamp voor hetemissie-regelsysteem, dan kan het emissie-regelsysteem beschadigen. Dit kan van invloedzijn op de rij-eigenschappen of het brandstofverbruik.
1
BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI
95
!
- Als u een jerrycan wilt vullen,
plaats deze dan op de grond. Een met statische elektriciteit geladen jerrycan kanbrandstofdampen doen ontbranden. Zodra u begint te tanken, dient u contact temaken met de auto tot het tanken is voltooid.
Gebruik alleen jerrycans die
geschikt zijn voor brandstof.
- Gebruik geen mobiele telefoon
in de buurt van eenbrandstofpomp. Elektrische stroom en/of elektronischestoring van mobiele telefoons kan brandstofdampen doen ontbranden. Als u toch moetbellen, doe dat dan niet in de buurt van een brandstofpomp. - Zet de motor uit vóór het
tanken. De elektrischeonderdelen van de motor kunnen vonken produceren diebrandstofdampen kunnen doen ontbranden. Zorg er altijd voor dat de motor UIT is vóór entijdens het tanken. Controleer na het tanken of de tankdop en het tankdopklepje goed dichtzijn voordat u de motor start.
- Gebruik geen open vuur bij
een tankstation. Gebruik GEEN lucifers of aansteker en ROOK NIET. Laat ook geen brandendesigaret achter in de auto terwijl u gaat tanken. Brandstof is licht ontvlambaar en explosief.
- Als er tijdens het tanken brand uitbreekt, verlaat danonmiddellijk de auto en brengde manager van het tankstation, de politie en de brandweer op de hoogte. Volg hunveiligheidsinstructies op.
ACHTERKLEP/ KOFFERDEKSEL
B540A01MC-GXT
WAARSCHUWING:
Het kofferdeksel of de achterklep moet bij een rijdende auto altijd geheel gesloten zijn. Als hetkofferdeksel/de achterklep geheel of iets geopend is, dan kunnen giftige uitlaatgassen het interieurbinnendringen, waardoor de inzittenden ernstig ziek kunnen worden of overlijden. Zie voor ex-tra waarschuwingen betreffende uitlaatgassen pagina 2-2.
OMC025010